Eindhoven wil geen lichtstad meer zijn £cidóe6ou/ia*it ZATERDAG 7 JULI 1990 Philips is ziek. En dat weet Eindhoven al jaren. De stad is niet echt verrast door de donderpreek van de nieuwe topman J.D. Timmer. Eindhoven is al lang geen lichtstad meer. Wil het ook niet meer zijn. „Wij willen de stad van de technologie worden", jubelt de gemeente, die decennia lang heeft geprofiteerd van moederkloek Philips. EINDHOVEN - Vroeger was het goed. Beklemmend soms, maar toch goed. Je werkte bij Philips, woonde in een Philips-huis, je kin deren gingen naar de Philips- school, haalden boeken bij de Phi- lips-bibliotheek, voetbalden, zwom men of korfbalden bij de Philips Sport Vereniging en als ze ziek wa ren belde je de huisartsendienst van Philips en haalde het recept bij de Philips apotheek. „Vroeger was je gedekt, toen werd het een klucht en nu word je eruit getimmerd". De laatste woordgrap over de malaise bij Philips komt er niet overtuigend uit. De grijze concierge van het Philips Ont- spannings Centrum (POC) denkt met weemoed terug aan vroeger. Toen er nog elke avond een voorstelling was in het theater, niemand sprak over ontslagen of sluiting van het POC. „Toen het nog ge zellig was". Het is het laatste theatersei zoen voor de concierge en het laatste voor het POC. De tent gaat dicht. Te duur. „Daar aan de muur, hangen de stichters. Als ze het wisten, kwamen ze terug". Maar vroeger is dood. Gerard Philips, die in 1891 zijn eerste gloeilamp ontwik kelde aan de Emmasingel, en broer An ton, die het fabriekje uitbouwde tot een wereldconcern. Alleen zoon Frits leeft nog. Maar die is bejaard (84) en heeft weinig in de melk te brokkelen. Soms wil hij zich in het openbaar nog wel eens boos maken over het verdwijnen van het sociale gezicht van Philips. „Moet Philips alleen maar lampen maken of is er meer? Philips must be a part of the cure of the world and not a part of the disease", (In plaats van bij te dragen aan het verzieken van de wereld moet Phi lips meewerken aan de genezing ervan - red) zei de oud-topman vorig jaar tegen deze krant. Vroeger is dood. De meeste werknemers van vandaag kennen het sociale gezicht van Philips niet of nauwelijks. Kunnen zich niet voorstellen dat de president van een wereldconcern op gezette tijden een praatje komt maken met het perso neel. Kijken ook niet echt op van de massale ontslagen die zijn aangekondigd door de nieuwe topman J.D. Timmer. Geen familie meer „Er wordt nog wel geappelleerd aan het gemeenschapsgevoel, geroepen dat we er met z'n allen tegenaan moeten, maar de grote familie is allang uit elkaar geval len". „We hebben alles zien verdwijnen: soci ale voorzieningen, afdelingen en men sen. Stiekem. Hier acht, daar twintig, verderop tweehonderd. Ik ken een meis je dat al twaalf jaar uitzendwerk verricht bij Philips omdat er al twaalf jaar lang een vacaturestop is. Nee, die ontslagen komen niet uit de lucht vallen. Weet u wat het is, Philips heeft nooit een com mercieel beleid gehad. Te menselijk alle maal. De SL-lamp, cd-speler, beeldplaat, hete luchtmotor. Allemaal ontwikkeld door Philips en uiteindelijk goedkoper op de markt gebracht door anderen". Hij heeft als student nog gegeten in de gaarkeuken van Philips aan de Gagel straat. Nu eet hij snacks aan de bar van het opgeklopte Bonzo. Marketingman. Niet langer bij Philips. Ergert zich aan de anonieme gebouwen in de stad waar vroeger nog een lettercode op stond, zo dat je wist wat er gemaakt werd. „Nu weet je niets. En dat strookt niet met de open mentaliteit van de NV van vroe ger". Maar vroeger is dood. Eindhoven is geen Philips meer. Dat zegt de gepensio neerde werknemer, de rector van de uni versiteit, de secretaris van de Kamer van Koophandel en de wethouder van eco nomische zaken. Ze willen ook niet meer van Philips zijn. Geen lichtstad meer, maar een elektronikastad. Wat kan de door wegen en gebouwen be heerste agglomeratie anders zijn? Technologie „We hebben geen grachten, geen Vrij thof, geen toerisme. We moeten de stad van de technologie worden. Die broek is ons niet te groot, die zakt ons niet af'. Met dertigduizend Philips-huishoudens komt een belangrijk deel van de koop kracht in Eindhoven uit de Philips-por- temonnee. Winkels, restaurants en ca- fé's; indirect leven ze voor een belang rijk deel van het concern. Daarnaast telt Nederland ongeveer twintigduizend toe leveranciers van de multinational, waar onder veel kunststof- en metaalbedrij ven. Ook de Technische Universiteit Eindho ven (TUE) is een toeleverancier. Van in genieurs. Sinds de oprichting van de uni versiteit in '56, waarbij uiteraard ook Philips was betrokken, heeft de TUE 6.500 ingenieurs afgeleverd. Hoeveel er in de vestigingen van Philips terecht zijn gekomen weet rector prof. ïr. M. Tels niet, maar met het oog op de afzet van zijn gediplomeerden vindt hij het wel „bijzonder akelig" dat het met goed gaat met Philips. De universiteit onderhoudt nauwe ban den met het concern. Er werken twaalf deeltijd hoogleraren die ook bij Philips in dienst zijn en de multinational heeft voor ruim tien miljoen gulden uitstaan aan opdrachten voor contract-onderwijs. De helft van dit bedrag zit in het Insti tuut voor Perceptie Onderzoek, waarin de universiteit samen met Philips bestu deert hoe mensen hun omgeving met oren en ogen waarnemen. De leesloupe en het letterbeeld van Teletekst zijn twee voorbeelden van behaalde resultaten. „In het buitenland vragen ze wel eens of wij van Philips zijn", glimlacht Tels, „maar dat is natuurlijk onzin". „Wij zijn geen kind van Philips, maar het kan best in ons belang zijn om ons voor de wagen van Philips te laten spannen. Be drijfsgericht werken is niet in tegenstel ling met goed onderwijs. Onze studenten vinden voor een belangrijk deel een plaats in de vijf grootste bedrijven in Nederland. We moeten aan de wensen van onze afnemers voldoen". Het „afbraakbeleid" van het ministerie van onderwijs noopt de universiteit vol gens Tels om de banden met het bedrijfsleven strakker aan te halen. „We staan aan de rand van de afgrond. Het ministerie is op zijn achterhoofd geval len. Veertien jaar lang al moeten we doen met hezelfde budget". Betaald onderzoek voor derden, moet de nood lenigen. Vorig jaar had de TUE voor 29 miljoen aan contracten met be drijven en instellingen lopen, twaalf pro cent van haar totale budget. Voor een grondige kwaliteitsverbetering wil Tels dat dit aandeel twee tot dne keer zo groot wordt. „Liever slaaf van de bedrij ven dan dood", is zijn devies. In opdracht van het regionale bedrijfs leven werkt de universiteit nu aan een cadeautje voor de honderdste veij aardag van Philips, volgend jaar. Een boek over toeleveranciers van de eeuweling. Wat er verder op het verjaardagsprogramma staat is niet bekend. Eindhoven is ver weg van een feeststemming. „Maar ik geloof dat het jubileum tegelijk valt met carnaval", zegt een oud-Philips werkne mer. Met de handen op de rug, op de hoek van de Gagelstraat in het oude Phi- lipsdoip laat hij de wereld aan zich voorbij gaan. „Gaat u naar Frits Philips? Wilt u hem dan de groeten doen. Van Janssen. Janssen van de keuken". MO- MONIQUE VAN DER VEN een wereldconcern. Ik kan uit de rede van Timmer niet opmaken wat het voor Eindhoven zal betekenen". Alle vertrouwen De Kamer van Koophandel heeft er geen hard hoofd in. „Ik heb er alle ver trouwen in dat het tij ten goede keert", zegt algemeen secretaris Smits. „Philips maakt elk jaar driehonderd octrooien. Moet eens kijken wat daar allemaal uit kan komen!" En over de duizenden arbeidsplaatsen die moeten verdwijnen: „Wat is veel. Tienduizend is nog maar een paar pro cent van het totaal aantal werknemers van Philips. Conjuncturele schommelin gen heeft elk bedrijf. Het is goed als de bezem door een bedrijf wordt gehaald, anders is het pappen en nat houden". Het zijn dezelfde geluiden die te horen zijn aan de bar van café 'Kantoorzicht', waar de heren en dames van het reken centrum, de directie en raad van bestuur na kantoortijd een drankje nuttigen. In de Stadionbar is de stemming bedrukt. „M'n vaste klanten komen niet meer of ze zijn chagrijnig. Zitten in over hun baan. Ik heb tegenwoordig meer klanten van het politiebureau dan van Philips", klaagt de vrouw achter de tap. Als er bezorgdheid heerst in Eindhoven, dan is het onder produktie- en kantoor personeel dat vreest voor zijn baan. Maar niemand is verrast. Het is de zo veelste reorganisatie bij Philips die vol gens Banken onafwendbaar was. „Ik vind het niet gek dat het slecht gaat met Philips als er één werkt en vijf toekijken. En dat gaat al twintig jaar zo". Links boven: Een afbeelding van Gerard Philips aan de muur van de eerste Philips- fabriek aan de Emmasingel. Eén van de twee pilaren bij de ingang van het Philipsdorp. Wethouder drs. C. Broeken van econo mische zaken windt er geen doekjes om. Als Philips zich bijna honderd jaar gele den niet in Eindhoven had gevestigd, was het nu nog een dorp geweest. Het had maar een haar gescheeld of Breda was lichtstad geworden. Gerard Philips had er al grond gekocht maar bezweek voor Eindhoven, toen hij vernam dat aan de Emmasingel een leegstaande tex tielfabriek te koop stond voor 12.500 gulden. Na tal van experimenten in zijn ouderlijke woning in Zaltbommel ont wikkelde hij er in 1892 de eerste gloei lamp. De eerste partij van driehonderd stuks werd verkocht aan een kaarsenfa briek. Het dorp Eindhoven telde niet meer dan vierduizend inwoners. Maar met de groei van Philips, groeide het dorp. De lampenfabriek zoog arbeidskrachten uit het gehele land. Tussen 1924 en 1929 verviervoudigde het aantal werknemers tot 27.000. De gemeente kon de groei van het bedrijf niet bijbenen. Er moes ten immers huizen komen voor de nieu we inwoners, scholen, sportvelden en artsen. Dus ging Philips zelf huizen bou wen en voorzieningen aanleggen. Phi lipsdorp. De wijk ligt nu pal tegen het PSV-stadion. Dc pilaren, die de entree vormden, staan er nog. Links en rechts van de weg: Philips dorp. Veilig gevoel De huizen zijn nog eigendom van de multinational, maar worden al lang niet meer bewoond door uitsluitend Philips- gezinnen. Wel op de Johannastraat 14, waar het echtpaar Banken woont. Zesen dertig jaar heeft hij er gewerkt. „In het Strijp, onder de klok. Daar maakten we wc-deksels en radio- en televisiekasten van bakeliet. Toen we hier dertig jaar ge leden kwamen wonen, werkte iedereen bij Philips, nu misschien nog vier in de hele straat". Philips zorgde voor je, van de wieg tot het graf. En dat was best een veilig ge voel. „Je voelde je geborgen als je bij Philips werkte", zegt Banken, wiens va der 45 jaar bij de lampenfabriek heeft gewerkt. Maar de bemoedering van Philips had ook wat beklemmends, vindt mevrouw Banken. „Toen ik uit Gorinchem naar Eindhoven kwam wist ik niet wat ik zag. Je kon het zo gek niet bedenken of het was van Philips. De school, zuigelingen zorg, huisartsendienst, bibliotheek, thea ter, sportverenigingen. En dan alle Etos- winkels hier in de wijk. Ook van Philips. De slagerij op de hoek, de kruidenier, de bakker, drogisterij tot zelfs de kolenboer was van Philips. Moet dat nou, dacht ik wel eens". De gemeente spinde garen bij de investe ringen van Philips. Het geld dat andere steden moesten uitgeven voor woning bouw, culturele en recreatieve facilitei ten, kon Eindhoven besteden aan de in frastructuur van de stad. Zo hielpen ge meente en Philips elkaar en groeide er een afhankelijkheid, waarbij Eindhoven zoog aan de borst van Philips, die par ken gaf, een zwembad, een muziek school, sterrenwacht, muziekconcours en een kunstijsbaan ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan. „Wij hebben jarenlang geprofiteerd van de voorzieningen van Philips", erkent wethouder Broeken. En wat kreeg het bedrijf daarvoor terug? „Een goede in frastructuur". En invloed. De gemeente heeft Philips geen strobreed in de weg gelegd, ook niet toen Frits op zijn land goed De Wielewaal vier bungalows wilde bouwen in beschemd natuurgebied. Bekoelde liefde De liefde bekoelde toen Philips in '77 een groot kantoorgebouw verkocht aan een belegger, zonder het eerst aan te bie den aan de gemeente, zoals altijd gebrui kelijk was geweest. Het bedrijf was toen al begonnen met het successievelijk af stoten van sociale voorzieningen. De overheid was de schade van de Tweede Wereldoorlog te boven en moest nu in staat zijn haar maatschappelijke ver plichtingen na te komen, zo redeneerden de bazen in het hoofdkantoor aan de Boschdijk. De gemeente nam het beheer over van de scholen, sportvelden en bibliotheek. En dus ook de lasten. Zware lasten vaak, zoals de gemeente enkele jaren geleden ondervond toen Philips besloot haar brandweerkorps van beroepsmensen in te ruilen voor vrijwilligers. Broeken: „Wij hadden wel een korps, maar niet zo uitgebreid. Nu hebben we miljoenen Rechts: Oud- Philips- werknemer Banken in de tuin van zijn huis in Philipsdorp. Op de achtergrond het PSV- stadion. FOTO'S: CORNÉ SPARIDAENS moeten investeren om ons korps vol waardig te maken". Door de overname van allerlei Philips- voorzieningen heeft Eindhoven minder armslag. Maar onafhankelijkheid mag geld kosten, vindt Broeken. „Philips is een grote, dominante werkgever. Toen ik dne jaar geleden als wethouder begon heb ik gezegd dat we minder afhankelijk moeten worden van Philips en dat we nieuwe bedrijven moeten aantrekken die geen banden hebben met Philips. En dat lukt. De afhankelijkheid wordt stap voor stap minder. Een goede ontwikkeling, want je economische structuur is pas sterk als je op meerdere paarden tegelijk kunt wedden". De cijfers geven de noodzaak aan tot spreiding van risico. Telde de agglome ratie Eindhoven (195.000 inwoners) be gin jaren '80 nog 35.000 arbeidsplaatsen bij Philips, nu zijn het er krap 30.000. „Veel produktie is in de loop van de tijd naar het buitenland gegaan. We hebben er kantoren, onderzoek en ontwikkeling voor teruggekregen", legt de wethouder uit. Maar minder arbeidsplaatsen. Over hoeveel banen er de komende jaren nog zullen verdwijnen, durft Broeken geen uitspraak te doen. „Timmer heeft het over een inkrimping van het personeel met tienduizend banen. Maar Philips is

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 23