Nieuw
tv-spel hangt
van koffers
en geheimen
aan elkaar
CeidóeSoiwcmt
Zomers
beeld
in zwart
en wit
Ziek te land, ter zee en in de lucht
UIT THUIS
MAANDAG 2 JULI 1990 PAGINA 10
FRED OSTER IN TOUW VOOR
VAKANTIES ERNSTIG ZIEKEN
Voor de spelletjesliefhebbers
wordt het een mooie zomer.
Onder de titel „Geluk voor 2"
begint de Avro-televisie van
avond een nieuwe, zevendeli
ge serie spelprogramma's, die
vergezeld gaat van een va
kantieloterij. De opbrengst
van deze loterij is bedoeld om
ernstig zieke mensen een be
taalbare en door deskundigen
begeleide vakanties te kun
nen bieden.
„Geluk voor 2" wordt weke
lijks op de maandagavohd op
de buis gebracht. Mensen die
een gokje willen wagen,
wordt gevraagd een tientje, of
een veelvoud daarvan, over
te maken via hun bank- of
girorekening. De nummers
zijn dan meteen de lotnum
mers waaruit tijdens de uit
zending door een notaris drie
winnaars worden getrokken.
De prijzen die kunnen wor
den gewonnen, zijn volgens
de organisatie niet gigantisch
groot („We werken immers
vooral voor een goed doel").
Dat neemt niet weg dat er
vanaf de tweede aflevering
een auto (eerste prijs), een
reis (tweede prijs) en andere
waardevolle kansjes klaar lig
gen. In de laatste aflevering
wordt ook nog eens een
hoofdprijs van 100.000 gulden
verloot, evenals de zoge
naamde Super Troefkanspriis
oftewel een auto ter waarde
van 50.000 gulden.
Het geld dat op deze manier
binnenkomt, wordt door de
nieuw in het leven geroepen
Stichting Geluk voor 2 ver
deeld onder de Nederlandse
Kankerbestrijding, het Astma
Fonds en het Reumafonds.
De fondsen willen hiermee
de mogelijkheden uitbreiden
om voor ernstig zieke patiën
ten een vakantie te regelen.
Oude bekende
De Avro brengt met deze se
rie een oude bekende op het
scherm. Want het is Fred Os-
ter (twee jaar geleden het
laatst op de buis met „Prijs ie
Rijk" en nu alleen nog op de
radio te horen) die de pro
gramma's gaat presenteren.
Oster laat zich niet uit over
de vraag waarom hij zo lang
bij de televisiemakers uit de
gratie was. Liever praat hij
over de nieuwe produktie:
„Ik vind het heerlijk om dit
te kunnen doen. Ik heb
steeds op dit soort werk ge
hoopt en eigenlijk wel gewe
ten dat het weer goed zou ko-
Voor elke uitzending worden
vier paren geselecteerd die
tegen elkaar uitkomen. In het
Land van Ooit, een nieuw re
creatiepark tussen Drunen en
Vlijmen, moeten zij in een
aantal spelronden vragen be
antwoorden over vakantie
landen en actualiteit. Na een
afvalrace blijft er uiteindelijk
één paar over dat het eind
spel mag gaan spelen.
Dan- wordt duidelijk waarom
de Avro van de geselecteerde
kandidaten vraagt of zij
avontuurlijk en inventief zijn
en een aardig mondje over de
grens kunnen praten. ,Want
de winnaars wacht een reis
van een week met onbekende
bestemming. Zij moeten in
dat spel drie vragen beant
woorden. Bij één goed ant
woord gaat de reis naar een
plaats binnen de Benelux. Bij
twee goede antwoorden naar
Fred Oster met een van de koffers van de zomerloterij „Geluk
via Nederland 2 wordt uitgezonden.
een land verder weg in Euro
pa en wie alles weet, krijgt
een reisdoel elders in de we
reld aangewezen.
Koffers
Drie grote koffers staan mo
del voor deze reizen. In deze
koffers zitten de vliegtickets
en de opdrachten die tijdens
de reis moeten worden uitge
voerd. Maar ook artikelen die
men onderweg nodig kan
hebben, zoals een tandenbor
stel, een scheerapparaat en
een, overigens gelimiteerde
betaalkaart.
Fred Oster: „De winnaars
krijgen niet meer de kans om
naar huis te gaan. Al tijdens
het programma worden zij
van hieruit met een helikóp-
ter naar Schiphol gebracht,
vanwaar zij linea recta naar
hun reisdoel vliegen. Boven
dien krijgt het winnende paar
ook een videocamera mee.
Daarmee moeten opnamen
worden gemaakt als bewijs
dat alle opdrachten die zij in
de koffer hebben aangetrof
fen, ook werkelijk zijn uitge
voerd. Een deel van de opna
men worden dan in de vol
gende aflevering van „Geluk
voor 2" uitgezonden".
Mochten de opdrachten zijn
gelukt, dan wacht het paar
een prijs. Maar zowel prijs als
opdrachten worden nog ge
heim gehouden. „Het hele
spel hangt van koffers en ge
heimen aan elkaar," aldus
Oster. „En dat vinden we nu
juist zo aardig. De mensen die
hieraan mee doen, moeten
dan ook spirit genoeg hebben
om zichzelf, waar en hoe dan
ook, te kunnen behelpen".
De titel van de serie „Geluk
voor 2", wijst naar het dubbe
le doel van de actie: kans op
een aardig reisje of andere
prijs en meer kans voor een
zieke om alleen of samen met
zijn familie eens een weekje
op vakantie te kunnen gaan.
In de programma's wordt dan
ook uitgebreid aandacht be
steed aan de ruim twee mil
joen patiënten, van wie een
derde deel ernstig ziek is. Het
zijn mensen met astma, ofte
wel cara (ook Oster is cara-
patiënt), met reuma of kan
ker.
Oster: „Zulke mensen zijn
meestal onzichtbare patiën
ten. Ze zijn ziek, maar nie
mand ziet het aan ze. Daarom
zullen we in de uitzendingen
ruim aandacht besteden aan
dergelijke ziekten. Niet om
medelijden op te wekken,
want ook zieke mensen zijn
gewone mensen, maar om ge
woon aan het één en ander
meer bekendheid te geven".
Groeps vakan ties
Het Astma Fonds organiseert
al twaalf jaar groepsvakanties
voor niet-bedlegerige cara-
patiënten en hun reisgenoten.
De vakanties zijn bedoeld
voor volwassenen die niet
meer zelfstandig op vakantie
kunnen. De projecten worden
begeleid door vrijwilligers,
onder wie artsen, verpleeg
kundigen en fysiotherapeu
ten. Ook het Reumafonds
verzorgt al vele jaren vakan
tiereizen voor patiënten en de
Nederlandse Kankerbestrij
ding die al wel vakanties
voor jeugdige kankerpatien
tjes subsidieerde, zoals de
zeilkampen van de Stichting
Gaandeweg is £as vorig
jaar met de vakantie-activi
teiten voor volwassenen be
gonnen.
Met de opbrengst van „Geluk
voor 2" willen de fondsen
hun mogelijkheden nu aan
zienlijk gaan uitbreiden. Hoe
veel geld ermee binnéhkomt
is volgens stichtingsvoorzitter
mr. M. Olgers met geen mo
gelijkheid te becijferen.
„Maar we mikken toch wel
op meer dan tien miljoen gul
den."
Theater
In de televisieserie speelt het
Land van Ooit eveneens een
belangrijke rol. In dit vorig
jaar geopende recreatiepark
draait alles om theater. Het
park is dan ook één groot de
cor, waarin zich ook het tele
visieprogramma „Geluk voor
2" afspeelt. De opnamen zijn
op maandagmiddag en wor
den nog diezelfde avond uit
gezonden.
Want zo zegt Oster: „We wil
len de kijker symbolisch
meenemen naar een heel an
der land...". Hoewel de éne
helft van Nederland verzot is
op televisiespelletjes, vluch
ten net zo veel mensen er
voor het huis uit. Toch ver
wachten de televisiemakers
hoge kijkcijfers voor „Geluk
voor 2". Ondanks de leegloop
in de naderende vakantiepe
riode mikt Fred Oster op een
kijkdichtheid van 10 tot 12
procent. Voor alles daarboven
belooft hij zelfs een fles wijn
open te trekken.
HELMA VAN DEN BERG
Flitsende kleuren, die we deze zo
mer over straten en pleinen zien
schieten, worden vaak afgewisseld
met de combinatie van zwart met
wit. Een rustpunt voor het oog.
Zwart-witte dekstrepen, zebra mo
tieven, stippeltjes, bolletjes, psy
chedelische en hopjespatronen, ze
maken allemaal deel uit van de
modebelevenis zomer 1990 voor
pyjama-jurken, rokken en blazers.
Het huwelijk in zwart met wit
mag dan misschien niet meer op
zienbarend zijn, het blijkt nog
maar goed gefundeerd. Want zelfs
Frankrijks modekoningen en -ko
ninginnen zijn gezwicht voor de
kalme chic, die zwart en wit in
petto hebben voor zowel de jonge
als de meer volwassen vrouw, ze
ker als die geen slanke den meer
is. Wat geeft meer mogelijkheden
om enigszins rondere vormen te
maskeren dan daar verticale belij
ningen in contrastrijke kleuren
voor aan te wenden? Hoewel het
vrouwelijk silhouet het laatste jaar
niet meer zo „skinny" (mager)
hoeft te zijn als het figuur van ooit
de ideale mannequin „Twiggy" en
haar opvolgsters, blijft het toch
plezierig een evenwichtig lijf te
hebben. Er valt dan ook heel wat
te bereiken met het simpele zwart
met wit. Chanel is zeer gesteld op
witte jackets, afgebiesd met een
smal zwart riblint, dat behalve
vóór- en achterpand ook de revers
in een omarming houdt. Zwarte
knopen doen het goed bij zo'n jac
ket als markatielijn. Een dergelijk
jasje wil ook heel goed samengaan
met een rok in schaakbordpatroon.
Piqué, pure zijden stoffen, katoen
en zijden jersey willen best over
komen in de eenvoudige monoch
rome (enkelvoudige) tinten. Nieuw
is de combinatie niet. Immers de
zwart-witte elegante sleepjapon
nen van het kleine bloemenmeisje
dat in de film „My fair Lady"
(versie Cecil Beaton) werd omgeto
verd tot een heuse „lady", behoor
den toen al tot de mooiste japon
nen die zij droeg. Audrey Hepburn
liet zich in „Breakfast in Tiffany"
ook nogal eens bewonderen in
simpele zwart-witte jurkjes van
Hubert de Givenchy.
Op een witte broek met extreem wijde pijpen van soepele viscose staat
een noppenblouse in A-lijn (zelfde stof) erg goed. (89.95 voor beide on
derdelen; Foxy Fashion). foto: foxy fashion
dragen op ontiegelijk wijde, zwart
wit gestippelde broeken. De pijpen
worden naar de enkels toe bijna
een meter breed. Tweetonig van
kleur is ook een simpel zwart met
wit genopt T-shirt op zwarte of
witte leggings. Heel „kek" bij dit
alles staan om en om zwart- en
witgelakte teen- en vingernagels.
TINY FRANCIS
Voor jonge mannen en vrouwen
zijn brede banen samen met naald
dunne strepen, die horizontaal
over nonchalante wijde hemden
lopen, een geliefd thema. Men
draagt ze op een witte sigaretsmal-
le broek of over een badpak. Over
broeken gesproken: de Engelse
ontwerper Jasper Conrad laat
zwarte getailleerde crêpe jasjes
Over een week of wat proppen
miljoenen landgenoten zich weer
geheel vrijwillig in bus, vliegtuig
of boot teneinde zich naar zonni
ger gebieden te laten vervoeren.
Dat gaat praktisch altijd goed, en
soms dus niet. Een aantal ongeluk-
kigen onder ons schijnen extra ge
voelig te zijn voor kinetose. Kine
wat? Kinetose. Dat is potjeslatijn
voor bewegingsziekte, ofwel reis-,
wagen- en luchtziekte. Een vol
maakt onschuldige aandoening ge
lukkig, maar overkomt het je in
ernstige mate, dan wil je toch ter
plekke dood.
Bij deze nou ja ziekte onder
scheidt men zo ongeveer drie fa
sen. Het begint met onweerstaan
bare geeu waan vallen, teruglopen
van de werklust en een desinteres
se in de omgeving. Vervolgens
fase twee begint men zich tame
lijk tot zeer ernstig onwel te voe
len. Tegen die tijd ziet men er be
hoorlijk pips, om niet te zeggen
wasbleek, uit. Het koude zweet
breekt je uit, je voelt je beurtelings
koud en warm worden en het wa
ter loopt je plots misselijkmakend
in de mond. Dit alles kan fase
drie bekroond worden met
wurgende, het lichaam binnenste
buiten kerende en niet aflatende
braakpartijen. Malaise heet die
toestand van buitengewoon alge
heel onwelbevinden, en die kan bij
zeereizen zo overweldigend zijn,
dat sommige mensen vastgebon
den moeten worden om een wan
hopige sprong over de muur te
verhinderen.
Zo'n 70 procent van alle mensen is
lichtelijk gevoelig voor bewegings
ziekte, 25 procent gewoon gevoelig
en de rest erg. Mannen hebben er
minder last van dan vrouwen, en
ouderen weer minder dan jonge
ren, terwijl kinderen onder de
twee nooit bewegingsziek zijn.
Kortom, het komt vaak voor. De
vraag is dan natuurlijk wat nou
precies de oorzaak van dit onheil
is, en, belangrijker, wat je ertegen
kunt doen. Die twee vragen zijn
makkelijk genoeg te beantwoor
den. Een: niemand weet precies
wat de oorzaak is. Twee: sommige
middelen helpen tegen bewegings
ziekte. Soms.
Theorieën zijn er natuurlijk ge
noeg. Een losse greep. Het even
wichtsorgaan zou door al het
draaien, stampen en slingeren zo
bestookt worden door sterke prik
kels dat het van de kook raakt.
Een aardige theorie, maar hij ver
klaart niet waarom mensen van
stevig paardrijden niet ziek wor
den, maar van een ritje op een ka
meel wèl.
Dan is er de tamelijk moderne
evolutietheorie. In de loop van de
evolutie de Pelgrimstocht der
Mensheid zou de natuur een
alarmsysteem in de hersenen heb
ben ingebouwd. Maken we hot
send en botsend al te rare spron
gen dan gaat dat alarm af en scha
kelt ons met een alles overweldi
gend malaise uit.
Maar het meeste vertrouwen heb
ben onderzoekers in de zogeheten
conflicttheorie. Die gaat als volgt.
Als we ons hoofd scheef houden,
dan zien we de wereld nog steeds
rechtop. De informatie uit ons
evenwichtsorgaan wordt gekop
peld aan wat we zien en zo bepa
len we onze stand in de ruimte.
Maar als alle informatie die we
over de buitenwereld verzamelen
elkaar tegenspreekt met elkaar
dus in conflict is dan kunnen
onze hersenen er geen chocola
meer van maken en worden we
onwel. Verder zijn er aanwijzingen
dat dan vanuit de kleine hersenen
in zo'n situatie een misselijkma
kend stofje in ons hersenvocht
druppelt. Maar zeker weten doet
{.Paalman
men dat niet. Deze theorie ver
klaart bijvoorbeeld niet waarom
mensen die een bril opgezet krij
gen die alles wat je ziet omkeert,
niet beroerd worden.
Is de theorie al weerbartsig, de
praktijk is dat nog meer. Er be
staat tegen bewegingsziekte eigen
lijk geen afdoend advies of een
middel dat de malaise in de kiem
smoort. Goede raad is dus goed
koop. Toch een paar, tamelijk voor
de hand liggende, adviezen. Wie
moe aan de reis begint, zal zich
eerder beroerd voelen. Dat is een.
Een zware, als een steen op de
maag liggende, maaltijd vlak voor
het afreizen, maakt de zaak er ook
niet beter op. Een lichte maaltijd
zo'n twee uur voor het vertrek is
beter.
Dan alcohol. Alcohol zet toch al op
eigen kracht het evenwichtsor-
faan op tilt. Bovendien pakt een
orrel op 5000 meter hoogte stevi
ger uit. In een vliegtijd tellen twee
tot drie borrels al gauw voor drie
of vier, en dat zou te wijten zijn
aan de lagere luchtdruk in de cabi
ne. Wie snel luchtziek wordt kan
het beste een plaats boven de vleu
gel reserveren. Door de stoel in
liggende houding te manoevreren
en de ogen te sluiten kan men ook
nog de kans op luchtziekte tot een
kwart terugbrengen.
Overigens is de kans op lqchtziek-
te door de ontwikkelingen in de
luchtvaart enorm afgenomen, om
dat men tegenwoordig hoog en
droog boven de stormen vliegt.
Het zelfde geldt voor wagenziekte.
De auto's van nu veren beter dan
ooit, en de eens zo rustiek slinge
rende wegen liggen tegenwoordig
als een lineaal in het landschap.
Komt de nood toch aan de man
dan helpt het wanneer men voorin
gaat zitten. Kinderen hebben in
een verhoogd zitje minder last van
wagenziekte omdat ze dan naar
buiten kunnen kijken. Voor zeilers
helpt vooral het verstrijken van de
tijd: na een paar dagen op zee ebt
de zeeziekte meestal vanzelf weer
weg. Overigens hadden heel wat
befaamde zeehelden lord Nel
son voorop last van zeeziekte.
Opmerkelijk is dat geharde zeelui,
die lachen om windkracht 8 in de
Golf van Biscaye, roemloos ten on
der kunnen gaan op een om zijn
korte golfslag berucht binnenwa-
tertje als het IJsselmeer.
Ten slotte kunnen doordringende
geuren sigarenrook, penetrante
aftershave zowel te land, als ter
zee, als in de lucht misselijkma
kend toeslaan.
Of dat allemaal probaat helpt is
nog de vraag. Vorig jaar veegde de
KNO arts prof. W. Oosterveld, alle
onderzoek bij elkaar en zijn con
clusie was eigenlijk dat alleen van
het slikken van bepaalde pillen
„wel enige werking bewezen is".
Het houdt dus niet over. En dan
moet je er ook nog op tijd bij zijn,,
want voel je je eenmaal beroerd,
dan helpt niets. In de meeste mid
delen zit cinnarizine, dat bij juiste
toepassing slaperigheid als bijwer
king heeft. De beroemde pleister
achter het oor schijnt minder be
trouwbaar te zijn, omdat de opna
me door de huid van de werkzame
stof scopolamine zo onregelmatig
is dat werking en de soms niet ge
ringe bijwerkingen onvoorspelbaar
zijn. Hij heeft niets tegen huis- dan
wel alternatieve middelen. Watjes
in het linker oor bij rechtshandi-
gen, arm- dan wel polsbanden met
drukpunt, antistatische autostrips,
het zijn voor hem allemaal metho
den „die alle soms goed werken".
Bewegingsziekte „is een van die
gebieden van de geneeskunde
waar het geloof meer dan een
troostende rol vervult." Bewe
gingsziekte zit echt tussen de oren.
door Joke Forceville-Van Rossum
DEMOCRATIE II
Zoals de magistraat van het
volk is, zo zijn ook zijn ambte-De
naren. pC
Jezus Sirach, 10, 2. r"
Vorige week hebben we stil
gestaan bij de
veran twoordelijkheid
tegenover minderheden van
ons democratisch staatsbestel.
Wie een klein, ijl stemmetje
heeft, mag nog wel worden
gehoord. Een enkele maal zou
het trouwens kunnen blijken
dat zo'n fragiel stemgeluid,
juist omdat het de gangbare
decibellen van onze tijd mist,
ergens heel voorzichtig begint
door te dringen.
Iemand die er goed over heeft
nagedacht en er kijk op heeft,
verklaarde me onlangs: het
laatste dictatoriale bolwerk in
deze wereld is de RK Kerk. En
hij voegde eraan toe dat hij
geen schim van een teken zag
dat er op zou wijzen dat daarin
verandering begint op te
treden.
Nu heb ik zelf de neiging om
dat 'dictatoriale' af te
zwakken. Misschien spruit dal
voort uit een gezagsgetrouwe
opvoeding? Of kunnen we, wat
positiever, concluderen dat er
toch nog zoveel goeds
aanwezig blijft in onze kerk,
dat dictatuur een al te zwaar
beladen woord is?
Ik weet het niet. Wêar is in elk
geval dat voor heel veel
katholieken, die voor het
overige in een democratisch
bestel leven, de kerk weinig
reminiscenties oproept aan
zo'n wijze van bestuur.
Soms vraag ik mij af, wat
Jezus Christus in
's hemelsnaam begonnen is
met twaalf loze vissertjes, aan
het hoofd waarvan iemand
stond die (zouden wij anders
hebben gereageerd?) toen de
grond hem te heet onder de
voeten werd, de vlucht nam en
verklaarde niks met die man
te hebben...
Daar moet een bedoeling
achter hebben gezeten. Een in
onze ogen misschien uiterst
raadselachtige opzet van de
Hemelse Vader die een stel
mensen in Zijn naam bijeen
wilde houden. Hij had het toch
ook wel heel anders kunnen
doen. Bijvoorbeeld zijn
volgelingen kunnen inspireren
zich te enten op Romeinse
structuren. Die waren toch
zichtbaar en herkenbaar voor
de twaalf apostelen!
Die vissers hadden geen
hogeschool-opleiding genoten;
bezaten geen brevet. Of het
moest een brevet van
onvermogen zijn; zeker in de
ogen van de wereldlijke
bestuurders uit die tijd.
Wat is nu, ook op dit moment,
welbeschouwd onze Moeder de
Kerk? Iets anders dan het dak
boven hoofden van haar
gelovigen? Waaronder ze
schuil gaan, rust kunnen
vinden en inspiratie tot geloof,
ontleend aan het geloof van de
andere daar aanwezigen...
In de loop van de eeuwen is de
kerk een prachtig instituut
geworden. Met een hiërarchie
en verdeling van
bevoegdheden, waarvan je
koud wordt. Met een
onbarmhartige veroordeling
van al wie niet leert en leeft
wat zij voorschrijft. Met een
bijna arrogante
onverdraagzaamheid ten
aanzien van anders
denkenden, anders-levenden.
Misschien had mijn zegsman
toch gelijk. De kerk is een
bolwerk met dictatoriale
trekken, dat nog altijd niet
afbrokkelt.
Ik besef het ten volle: een
instituut van wereldformaat
heeft structuur nodig om zijn
mensen bij elkaar te houden;
óók om hen veiligheid en
vertrouwen te bieden. Wil de
kerk de leer van Christus ovei
de wereld blijven verbreiden
maar dan toch als Blijde
Boodschap van bevrijding
dan heeft ze daar kanalen voor
nodig. En bootslieden die de
schuitjes daar doorheen willek
laveren. Maar is een beetje
praktische stuumanskunst I
daarbij niet een allereerste
vereiste? Méér dan
theoretische kennis van
vaar voorschriften
Misschien moeten die bootslui
ook nu nog maar netten
meenemen om mensen op te
vissen die verstrikt dreigen te
raken in de modderige poelen
van ellende waartoe een
ondergronds bestaan van niet-
geaccepteerd zijn hen soms
dringt. Denkt u nu toch, lieve
lezer, dat ik er maar uit wil
stappen? Nee, dan heeft u het
helemaal mis. Ik zelf, in alle
tekortkomingen en
gebrokenheid, die ook de kerï
veelal kenmerken, ga daaruit
niet weg. De kerk mag van mi,
blijven, want ze is uiteindelijk
immers in Gods hand. Dan
móét het goed komen. Al lig ii
soms 's nachts wakker van de
vraag: Zou Jezus Christus niet
vinden dat uit zijn stichting
wel een bijzonder
ondemocratische kerk is
gegroeid?