i
HET NIEUWE DENKEN OVER CRIMINALITEIT
„Velen zijn
kwaad dat we
samenwerken
met het Evil
Empire van
Lubbers
Politiek
Partij
Parlement
r>r>
NENLAND
CfiidócSoivtmit
ZATERDAG 16 JUNI 1990 PAGINA 5
HAAG Berichtjes
•n willekeurige krant
n willekeurige dag.
•de vrouw op straat
landtas beroofd. Drie
ins slaan man neer en
;n hem z'n portefeuil-
■^fhandig. Sigarenwin-
|r overvallen. Alleen-
tnde vrouw slachtof-
jran babbeltruc. Van-
Vji gooien alle ruiten
'school in. Man komt
«Jij steekpartij. Trein-
yfficteur gemolesteerd.
ige berichten als deze
>n bij de lezer een breed
aan gedachten en gevoe-
iproepen, waarbij mede
met de slachtoffers of
gie naar 'die goede oude
w og de meest onschuldige
13it verhaal is echter niet
lid een zedepreek te wor-
noch een pleidooi tot het
iten van strafkampen of
iproep aan rechters om
gelere gevangenisstraffen
,l® delen. Het beoogt slechts
Opmerkelijke trend te sig
naleren in de politieke opvat
tingen over criminaliteit, een
trend die een duidelijke kente
ring inhoudt ten opzichte van
het denken hierover tussen
grofweg 1965 en 1985.
Wie vijftien jaar geleden in
een gezelschap van progressief
ingestelde lieden enige veront
rusting of ergernis liet blijken
over gebeurtenissen van cri
minele aard kreeg onmiddel
lijk de wind van voren. „Kom
nou! Er zijn toch wel belangrij
ker dingen om je druk om te
maken? Wat een VVD-praat,
zeg! Je leest gewoon de ver
keerde krant!", zo luidden de
standaard-reacties. Hoe anders
vergaat het dezelfde klager in
eenzelfde soort gezelschap he
den ten dage. Er wordt alom
ernstig geknikt. „Inderdaad,
het is treurig gesteld met de
criminaliteit", beamen de toe
hoorders. „De maatschappij
verruwt en het besef van mijn
en dijn lijkt met uitsterven te
worden bedreigd".
Schrikreacties
Waren het nog niet zo lang ge
leden vrijwel alleen de VVD
en de kleine christelijke partij
en die de misdaadbestrijding
en de veiligheid op straat hoog
in het politieke vaandel droe
gen, thans hebben vrijwel alle
partijen de criminaliteit tot be
langrijk politiek onderwerp
verheven. Groen Links loopt
wat dat betreft nog ietwat ach
ter, maar ook in die kring
neemt van lieverlee de be
zorgdheid over de misdaadcij
fers toe.
Tekenend voor de nieuwe
trend waren de alom vertoon
de politieke schrikreacties op
het onlangs gepubliceerde on
derzoek waaruit bleek dat Ne
derland in Europa het land is
waar de misdaad het weligst
tiert. Deze reacties waren des
te opvallender omdat er op dat
onderzoek in wetenschappelij
ke zin wel één en ander af te
dingen viel. Staatssecretaris
van justitie Aad Kosto, die ja
renlang als kamerlid een ex
ponent was van de in PvdA-
kring gebruikelijke relative
rende houding jegens crimina
liteit, bekende voor de televi
sie zelfs ronduit dat hij zich
„rot geschrokken" was. Een
vrijwel identieke reactie
kwam hem over de lippen
toen enkele weken geleden
bekend werd dat de criminali
teit het totale Nederlandse
bedrijfsleven (van slager tot
chemieconcern) jaarlijks circa
vijf miljard gulden kost.
Nu dient de kanttekening te
worden gemaakt dat de misda
digheid in Nederland in de ja
ren zestig en zeventig nog
slechts een schim was van wat
zij nu is. De curve schoot pas
in het afgelopen decennium
omhoog. Sinds 1980 is de door
de politie geregistreerde crimi
naliteit met 60 procent geste
gen, zo maakte CDA-minister
Hirsch Ballin (justitie) afgelo
pen zaterdag in een vergade
ring van de CDA-partijraad
bekend. Als deze ontwikkeling
zich doorzet, zal er rond het
midden van de jaren negentig
sprake zijn van een toename
met 100 procent. Men bedenke
overigens dat het hierbij enkel
gaat om wandaden die bij de
politie zijn aangegeven. Het
aantal criminele handelingen
dat niet aan het licht komt is
niet te becijferen, maar zeker
is dat de politie lang niet alles
ter ore komt. Zo ervaart bij
voorbeeld menige stadsbewo
ner het tegenwoordig als zin
loos om de diefstal van een
fiets of bromfiets bij de politie
te melden.
Mede schuldig
Het meest opmerkelijke in het
nieuwe denken over de crimi
naliteit is de algemene erken
ning door de politici dat men
zelf medeschuldig is aan de
misdaadgolf. Te laat kwam
men tot de ontdekking dat het
dom was om te bezuinigen op
politie en justitie, te laat reali
seerde men zich hoe fout het
was om de conducteurs in het
openbaar vervoer af te schaf
fen, te laat besefte men dat er
meer opvang en begeleiding
van drugsverslaafden nodig
was en te laat schrok men van
de kille, ongure en onpersoon
lijke sfeer die veel flatcom
plexen en zelfs hele nieuw
bouwwijken uitstralen.
Bij zoveel collectief schuldbe
sef is het ook helemaal niet
verwonderlijk dat minister
Hirsch Ballin geen enkel kri
tisch of lacherig weerwoord
krijgt bij zijn oproepen om het
normbesef in onze maatschap
pij op te krikken. PvdA, CDA,
D66, PPR, PSP en CPN, die in
de jaren zeventig nog zwoeren
bij de welzijnsaanpak (naar
mate je meer clubhuizen,
'streetcornerworkers' en op
bouwwerkers in de wijken
neerzet, krijgt het slechte in de
mens minder kans) zien nu
ook wel in dat zulks niet zalig
makend is. De mentaliteit van
de mens is immers met het ou
der worden steeds moeilijker
te veranderen. Het normbesef
moet al in een veel vroeger
stadium worden bijgebracht,
vindt Hirsch Ballin: bij de op
voeding thuis en op school. „Je
kunt het beter met de paplepel
ingieten dan met de wapen
stok erin slaan", zei hij afgelo
pen zaterdag.
Het komt bij geen van de poli
tieke partijen op de minister
dit ethisch reveil van de jaren
negentig uit handen te slaan.
Hooguit wordt de (terechte)
vraag opgeworpen hoe één en
ander gerealiseerd zou moeten
worden. Zo'n mentaliteitsver
andering kan immers niet op
een achternamiddag met een
knip van de vingers teweeg
worden gebracht.
Politie- nieuwe-stijl
Uit velerlei woorden en daden
blijkt dat op dit moment zo
goed als alle politici ernst wil
len maken met de preventie
en de bestrijding van de crimi
naliteit. In een grafiek zou de
knik in het denken over deze
materie aangebracht kunnen
worden in 1985, toen de aan
duiding 'kleine criminaliteit'
taboe werd verklaard en men
ging spreken van 'veel voor
komende criminaliteit'. Wie
het misdaadprobleem in al zijn
gedaanten (van moord tot
voetbalvandalisme) aan het
Binnenhof nu nog bagatelli
seert, wordt meewarig aange
keken. Vandaar dat Hirsch
Ballin en zijn collega Dales
van binnenlandse zaken moei
teloos kunnen rekenen op ka
merbrede steun voor hun plei
dooien in het kabinet om extra
geld voor politie en justitie uit
te trekken.
Vandaar ook dat de Kamer
'zich deze week in een debat
over de samenvoeging van
rijks- en gemeentepolitie zelfs
roomser dan de paus betoonde.
Met een ongekende felheid
stelden de fracties zich te weer
tegen de door Dales en Hirsch
Ballin voorgestelde verdeling
van ons land in 23 politiere
gio's. Sommige regio's vertoon
den volgens de Kamer geen
logische samenhang en andere
gebieden (zoals de regio Am
sterdam) waren veel te groot
voor één korps. Als het op
deze manier moet, zo werd de
ministers te verstaan gegeven,
dan kan de politie-nieuwe-stijl
haar taken niet efficiënt ver
vullen. En elk redelijk den
kend mens kan begrijpen dat
de criminaliteitsbestrijding
daar allerminst mee gediend
is. Dales en Hirsch Ballin wil
den echter vooralsnog van
geen wijken weten. Wel be
loofden ze aan het eind van
het mondelinge gevecht dat ze
er de komende week nog eens
over na zullen denken. In re
delijkheid, naar we mogen ho
pen.
DICK VAN RIETSCHOTEN
HAAG „De PvdA
malaise? Ach, ik zeg
r dat het niet zo goed
Ik zie namelijk geen
jachtige verschijnse-
ttij Er zijn geen grote
lieten in de partij. Er
ïtten stemming van: het
niet, het leiderschap
aan de kant, het
helemaal anders,
het is meer alsof we
in dood tij zitten, waar
even doorheen
verklaart u deze tussenpe-
noet bedenken dat we
1959 om precies te zijn
ir hadden meegeregeerd.
loor heeft zich in de
een oppositiecultuur
kkeld. Daar hadden we
aat bij. Dat leidde tot hei
opvattingen die we in in
weede Kamer buitenge
goed konden gebruiken,
ochten onze herkenbaar-
zeer harde standpun-
e tot het einde toe wer-
astgehouden. Als je dan
.ijk weer gaat regeren,
deel van je achter-
n kader daar grote moei-
e. Veel mensen verwijten
J- lat we zijn gaan regeren
het CDA. Die zien die
als het 'Evil Empire', het
van het Kwaad, waar je je
mee zou mogen inlaten,
ren zijn het weer niet
met de compromissen die
iet het CDA sluiten. Die
:n daar schande van. Die
van oppositiepartij
coalitiepartij kost even
In dat proces haakt een
af. Die zeggen:
laak ik niet mee. Ik zeg
je moet kiezen. Of je blijft
de oppositie en dan
je helder en bind je een
groep mensen aan je.
ag
dan bereik je niets. Of je
meeregeren en realiseert
deel van je verlangens,
bind je een groep mensen
e, die ziet dat er potdorie
resultaten komen. Als
k zitten we nu in de ver-
ïde situatie dat we die ene
p al aan het kwijtraken
en dat we die andere nog
gebonden hebben. Van
dat we in de peilingen op
41 zetels staan".
flets
tuurlijk zien wij zelf ook
dat we als partij te flauw,
ets, te passief overkomen,
is echter in het geheel niet
özingwekkend. De meeste
I onze bewindslieden zijn
niet erg ervaren in het be
ten van het land. Als ie-
Bd in het bedrijfsleven in
baan begint, vindt ieder-
Het gaat niet goed met de PvdA. Als er nu verkiezingen waren,
zouden de sociaal-democraten nog maar zo'n 41 zetels halen,
zegt bureau Inter/View. Dat stemt aardig overeen met de ge
meentelijke verkiezingen van 21 maart, toen de PvdA omgere
kend op slechts 38 zetels uitkwam. Een verlies van elf! Ook op
het partijbureau merkt men de malaise. Bij bosjes zeggen men
sen hun lidmaatschap op. Er moet dus iets gebeuren en snel ook.
Begin volgend jaar zijn er alweer statenverkiezingen. De partij
raad van de PvdA is vandaag in Amsterdam bijeen om zich te
beraden op de oorzaken van de ellende.
Wij gingen alvast te rade bij dr. Frans Leijnse, sinds acht maan
den vice-voorzitter van de PvdA-fractie in de Tweede Kamer.
De 42-jarige Leijnse, rechterhand van fractieleider Thijs Wölt-
gens, is een sociaal-democraat van het type Wim Kok: idealis
tisch, bevlogen, maar wel met mate. Anders gezegd: deze rustige,
zich nooit opwindende socioloog uit Leiden, kan zo ongeveer
model staan voor het nieuwe, zakelijke denken in die ooit toch
haast revolutionaire PvdA-fractie.
WAT IS ER TOCH MIS MET DE PVDA?
een het heel normaal dat 'ie
een paar maanden nodig heeft
om zich in te werken en niet
onmiddellijk de ene na de an
dere beslissing neemt. Ja, je
hebt natuurtalenten, zoals
Hans Simons, onze staatssecre
taris van volksgezondheid.
Maar dat hangt ook samen met
het soort beleidsterrein dat hij
heeft. Sommige van onze mi
nisters hebben te maken met
collega's die lang niet altijd
mee willen werken. Dus zeg
ik: acht maanden is echt te
vroeg om te beoordelen of de
kwaliteit van bepaalde be
windslieden voldoende is".
ISKE EN WISKE DE KLEINE POSTRUITER
Frans Leijnse: „Acht maanden is echt te vroeg om te beoordelen of de kwaliteit van bepaalde
bewindslieden voldoende is".
FOTO: CORNE SPARIDAENS
Maar in de fractie ontbreekt
toch ook ervaring?
„Inderdaad. Ook de fractie is
eigenlijk hartstikke nieuw.
Eenderde van onze mensen is
aangetreden in september '89
of nog later. Het middenschip
van de fractie stamt uit '86. Ik
zelf ben in '84 binnengekomen
en behoor nu al tot de oude
ren. Dat zegt natuurlijk wel
iets over de ervarenheid en de
routine. Als organisatie draai
en we best aardig, maar als het
gaat om het wekken van het
grote politieke gevoel, om het
mooi neerzetten van een
«ndaard Ultgeverlj/Wavery Productions
beeld, dan schort er nog heel
wat. Het optreden van de frac
tie heeft natuurlijk ook te ma
ken met die jarenlange opposi
tie-cultuur. De meeste van
onze woordvoerders stonden
een jaar geleden nog op het
spreekgestoelte te roepen dat
het een schande was en dat
het beleid helemaal anders
moest. Als iedereen nu zijn
gang was gegaan, dan waren
ze misschien wel weer hetzelf
de gaan roepen. Want een
mens probeert altijd wel een
beetje in samenhang met zich
zelf te blijven. Dat kon dus
niet, want we zaten ineens in
een andere positie. We vonden
dat we een zekere voorzichtig
heid in acht moesten nemen.
Kijk, vaak staan onze mensen
in de Kamer tegenover CDA-
bewindslieden die ook deel
uitmaakten van het vorige ka
binet. Toch moeten we ook
met hén zaken doen. Dat was
aanleiding voor ons om te zeg
gen: laten we even rustig aan
doen, laten we even zoeken
naar de goede toonhoogte. In
een soort overreactie word je
dan tè voorzichtig en dus min
der herkenbaar. Geleidelijk
zijn we nu tot de conclusie ge
komen dat die angst wat over
dreven was en dat we als frac
tie heel goed, net als het CDA
doet, onze eigen verantwoor
delijkheid kunnen nemen.
Ook wij kunnen rustig zeggen:
de plannen van het kabinet
zijn prachtig, maar niet op alle
punten. Dat gebeurt nu dus
ook al. We hebben net een
persbericht uitgegeven over de
plannen van onze eigen minis
ter Ritzen. Daarin maken we
duidelijk dat de toegankelijk
heid van het onderwijs een ab
soluut vereiste is en dat we
zijn plannen op dat punt nog
eens goed willen bekijken. Ik
denk dat het in dat soort din
gen zit, dat we gewoon wat
minder terughoudend wor
den".
Niet overdrijven
Toch bestaat de indruk dat uw
partij niet echt trouw is aan
haar idealen?
„Het is absoluut niet waar dat
de PvdA zich niet meer laat
leiden door haar oude idealen.
In de politiek heb je idealen
nodig en een zekere gedreven
heid en bevlogenheid. Maar
tegelijkertijd moet je niet over
drijven. Al was het alleen
maar omdat jouw idealen niet
door een meerderheid in de
samenleving worden gedeeld
en je dus met andere groepen
die andere idealen hebben, tot
een vergelijk moet komen. Je
mag dus nooit overdrijven.
„Dat is voor mij hetzelfde.
Kijk, het socialisme van de
PvdA is onverbrekelijk ver
bonden met de parlementaire
democratie. Andere socialisten
zien het parlement als een
burgerlijke afwijking en noe
men ons daarom liever soci
aal-democraten. Als je het
vanuit die hoek bekijkt, heeft
de PvdA het staatssocialisme
al lang geleden op sterk water
gezet. Maar dat is niets om
over te treuren. Paul Kalma,
de directeur van ons weten
schappelijk instituut, heeft er
terecht voor gewaarschuwd
dat je in de politiek moet uit
kijken dat het symbool in
plaats komt van de uitgangs
punten. Dan verlies je uit het
oog wat je wilt bereiken. Dan
ben je niet effectief meer be
zig".
Noemt u eens een voorbeeld?
„Er is een proefschrift over de
grondpolitiek waarover het
kabinet-Den Uyl is gevallen.
Daaruit blijkt dat de standpun
ten van PvdA en CDA op het
laatst in de praktijk niet meer
van elkaar te onderscheiden
waren. Maar in woorden wa
ren ze volstrekt verschillend
en niet met elkaar te combine
ren. De woorden waren sym
bolen geworden. Als mijn frac
tiegenoot Ad Melkert dóarop
wijst in zijn artikel in Socialis
me Democratie, heeft hij ge
lijk. Daar moeten we echt voor
uitkijken. Maar ik ben het ab
soluut oneens met hem als hij
vervolgens zegt dat onze ref
lex tijdens verkiezingscampag
nes en in tijden dat we ons
moeten profileren plotseling
weer in de richting van de
zwakken in de samenleving
gaat. Daarmee zegt hij eigen
lijk dat dat een slechte zaak is.
Maar die reflex is nu toevallig
wel hetgeen mij aan de PvdA
bindt en waarom ik voor deze
partij in de Kamer zit. Sterker
nog: de reflex van een PvdA-
'er moet altijd zijn zich af te
vragen of de mensen met de
laagste inkomens er nog een
beetje behoorlijk uitkomen of
dat zij weer als enigen alle el
lende op hun bordje krijgen.
Die reflexmatige reactie is
zeer wezenlijk voor de PvdA
Daar hoeven we ons absoluut
niet voor te schamen. Integen
deel, mensen die die reflex
niet hebben moeten 'ns even
nadenken of zij wel goeie soci
aal-democraten zijn. Want dat
moet je wel zijn in onze partij;
je moet een heleboel deskun
digheid hebben, maar ie moet
óók een goedé sociaal-demo
craat zijn. Daarmee is natuur
lijk niet gezegd dat we moeten
ophouden met denken. We
moeten ons steeds weer afvra
gen wie de zwakken in de sa
menleving zijn en wat we het
beste voor hen kunnen doen.
Die mensen zitten niet te
wachten op symbolen maar op
een effectief beleid, waar ze
iets aan hebben".
Koppeling
Laten we eens een concreet
onderwerp noemen: de koppe-
ling".
„Dat is inderdaad zo'n punt.
CDA-fractieleider Brinkman
mag gerust betwijfelen of de
koppeling van de uitkeringen
aan de lonen goed uitwerkt.
Maar hij kan zich beter niet in
het openbaar afvragen of we
wellicht niet van de koppeling
af moeten. En als hij dat dan
toch doet, moet hij wel weten
dat hij iets wezenlijk raakt in
het evenwicht tussen de coali
tiepartners. Het was volstrekt
begrijpelijk en goed dat Wim
Kok zo fel reageerde. Als men
aan de koppeling komt, komt
men aan ons. Brinkman be
grijpt dat ook best. Want wat
zegt hij nu? Hij wil niet morre
len aan de koppeling, hij wil
alleen niet dat de discussie
stopt. Okee, dan zijn we het
weer eens. Want het is bepaald
niet zo dat er in de PvdA niet
over de koppeling gepraat
wordt. De koppeling mag bij
ons dan niet tér discussie
staan, maar hij is wel in dis
cussie. In de PvdA praten we
over van alles betreffende de
koppeling: over de uitwerking,
het effect, hoe je de koppeling
moet zien in relatie tot de eco
nomische ontwikkeling, over
de financiële kant van de kop
peling, hoe het systeem moet
werken in deze tijd enz. enz.
Al die vragen zijn al tientallen
keren door onze molen ge-
„Ik neem het collega Ad Mel
kert dan ook kwalijk dat hij in
interviews de indruk wekt dat
wij in de PvdA met de blik op
oneindig achter de koppeling
aanrennen en dat we absoluut
niet weten waarover we pra
ten. Dat vind ik echt een ver
keerde voorstelling van zaken.
Voor de goede orde: de PvdA
is geen voorstander van een
volautomatische koppeling.
Als er sprake is van een on
verantwoorde loonstijging of
van een onvoorziene stijging
van het aantal uitkeringsge
rechtigden, kan ook wat ons
betreft de koppeling voor één
jaar ter discussie worden ge
steld. We nemen het regeerak
koord ook op dat punt heel se
rieus.
Als het CDA dat nu ook doet,
kunnen we ook de komende
jaren nog met elkaar door de
bocht. Als onze coalitiepartner
de koppeling in enig jaar ter
discussie wil stellen, dan
moeten er zeer goede redenen
zijn willen wij daaraan mee
doen. Dan moet er een echt
absoluut onverantwoorde
loonontwikkeling ziin. Vanuit
onze reflex om altijd eerst
even te kijken naar de onder
kant van de samenleving, zal
de PvdA niet lichtvaardig be
sluiten de koppeling een jaar
over te slaan. Daarvoor zijn
wij niet gaan meeregeren. Na
tuurlijk weet Brinkman dat.
Wat hem dan bezielt? Ik weet
het niet. Brinkman zegt nü dat
hij niet geschrokken is van de
uitval van Kok. 'Kok speelt
ook zijn rol', meent hij. Met
andere woorden: Brinkman
doet hetzelfde. Misschien wil
de het CDA ons even laten
weten dat we niet teveel
moeten willen als het om de
koppeling gaat. Welnu, dan
weet Brinkman nu dat we niet
bij de eerste de beste uitspraak
van het CDA in onze schulp
kruipen. Die tijd hebben we
gehad. Kijk, als we ons bewust
van onze eigen waarden op
stellen, zullen de kiezers te
rugkomen. Daar ben ik van
overtuigd. De kiezer komt al
tijd terug, tenzij de PvdA ge
doemd is een kleine partij te
worden".
RIK IN 'T HOUT
ELSBETH KEGGE
Weet u wat we enkele dagen
geleden ontdekt hebben?
Landbouwminister Gerrit
Braks, wiens blozende wangen
doen vermoeden dat hij zó
achter de koeien vandaan
komt, is een fan van 'Tour of
Duty'. Elke zaterdagavond om
20.25 uur zit Gerrit op zijn
boerderij in Odiliapeel klaar
voor de buis om maar niets
van deze Veronica-serie te
hoeven missen.
Niet omdat hij kickt op die
nagespeelde oorlog in Vietnam
of zo. Nee, hii kijkt alleen
vanwege de helikopters!
Gerrit is dol op wentelwieken
en weet niets spannenders te
bedenken dan daarin te mogen
vliegen. Hij vindt het o zo
jammer dat hij niet Relus ter
Beek heet. Als minister van
defensie zou hij op elk
moment van de dag of de
nacht een 'chopper' voor zijn
deur kunnen bestellen.
Maar een poosje geleden zag
Braks zijn kans schoon. Als
minister voor natuurbeheer
zou hij een dienstreis maken
naar Schiermonnikoog. Mooi,
dacht Gerrit, dat laatste stukje
over de Waddenzee ga ik
lekker per helikopter.
Mispoes! Zijn directeur
voorlichting, de oud-journalist
Kees Gravendaal, die het
mede tot zijn taak rekent het
imago van de minister te
bewaken, stak een spaak in
het wiel. Onder geen beding
mocht Braks met een lawaaiig,
luchtvervuilend vlieg-tuig op
een arcadisch eiland als
Schiermonnikoog arriveren.
Dat zou fnuikend zijn voor
zijn reputatie als
nauurbeschermer, meende
Gravendaal.
Maar wat in het vat zit,
verzuurt niet, luidt een oude
boerenwijsheid. Braks bleef
vlassen op een tochtje per
chopper en gaf dan ook zijn
oppervoorlichter opdracht om
scherp te letten op de
eerstvolgende geschikte
gelegenheid. Toen kwam de
boerenopstand. Dag na dag
sloten de boze akkerbouwers,
die weinig op hadden met die
'veehouder' van een Braks, de
toegangswegen tot het
centrum van Den Haag af.
Hun woest grommende
trekkers vormden zulke
formidabele bastions dat zelfs
de Mobiele Eenheid zich
meestal op veilige afstand
moest houden.
„Eureka!" dacht Braks'
voorlichter. Als een pijl uit de
boog snelde hij naar een
telefoon om zijn minister thuis
op te bellen. Toevallig was het
weer zaterdagavond en zat
Braks dus weer in zijn eigen
makkelijke stoel naar de buis
te kijken. Daar vlogen ze
weer, die heerlijke,
legergroene machines, laag
scherend over de toppen van
de Vietnamese jungle. En hij
zat potdorie weer bij moeders
thuis!
Rrring! De telefoon. „Ja, met
Braks...". „Gerrit, ik heb het!
Je kunt in een helikopter!",
schreeuwde voorlichter
Gravendaal aan de andere
kant van de lijn. Met al die
demonstrerende boeren is het
niet verantwoord dat jij
maandag per auto naar Den
Haag komt. Stel je voor dat je
in handen van die jongens zou
vallen. Ze zouden je misschien
wel lynchen!".
„Ach kom", reageerde de
minister ietwat beledigd. „Zo
slecht is mijn
akkerbouwbeleid nu ook weer
niet".
„Tuurlijk niet. Ik maakte ook
maar een geintje", reageerde
de voorlichter snel. „Maar in
het kabinet denken ze echt dat
je gevaar loopt. Er is dus maar
één oplossing: je moet door de
lucht. Ik bel met Defensie en
laat je maandagochtend
ophalen met een helikopter".
Zo kwam het dat er aan het
begin van die week een
wentelwiek van de
krijgsmacht met veel
imponerend geraas neerdaalde
in Odiliapeel. Onder het
bewonderend oog van de
buren kwam Gerrit Braks
naar buiten. 'Geroutineerd'
bukkend, om niet door de
rotorbladen geraakt te kunnen
worden, kwam hij bij het
toestel.
Jammer genoeg had collega
Ter Beek geen grote Sikorsky
gestuurd, doch zo'n klein
libelle-achtig ding. Gerrit kon
dus zich dus niet zo flitsend
snel aan boord hijsen als hij
het de GI's in Vietnam al
duizend keer had zien doen.
Nee, eerst moest de piloot eruit
en toen pas kon de minister
met enige moeite ziin helaas
niet al te slanke lijf in een
kuipstoeltje persen.
Tot slot nog een tip voor onze
Flying Brabantman in het
kabinet. Zou het, nu zelfs de
AID niet meer te vertrouwen
is, geen goed idee zijn als hij
hoogst persoonlijk de
visvangsten gaat controleren.
Per helikopter natuurlijk, om
het verrassingseffect zo groot
mogelijk te maken.
TRUBBELS