i HET NIEUWE DENKEN OVER CRIMINALITEIT „Velen zijn kwaad dat we samenwerken met het Evil Empire van Lubbers Politiek Partij Parlement r>r> NENLAND CfiidócSoivtmit ZATERDAG 16 JUNI 1990 PAGINA 5 HAAG Berichtjes •n willekeurige krant n willekeurige dag. •de vrouw op straat landtas beroofd. Drie ins slaan man neer en ;n hem z'n portefeuil- ■^fhandig. Sigarenwin- |r overvallen. Alleen- tnde vrouw slachtof- jran babbeltruc. Van- Vji gooien alle ruiten 'school in. Man komt «Jij steekpartij. Trein- yfficteur gemolesteerd. ige berichten als deze >n bij de lezer een breed aan gedachten en gevoe- iproepen, waarbij mede met de slachtoffers of gie naar 'die goede oude w og de meest onschuldige 13it verhaal is echter niet lid een zedepreek te wor- noch een pleidooi tot het iten van strafkampen of iproep aan rechters om gelere gevangenisstraffen ,l® delen. Het beoogt slechts Opmerkelijke trend te sig naleren in de politieke opvat tingen over criminaliteit, een trend die een duidelijke kente ring inhoudt ten opzichte van het denken hierover tussen grofweg 1965 en 1985. Wie vijftien jaar geleden in een gezelschap van progressief ingestelde lieden enige veront rusting of ergernis liet blijken over gebeurtenissen van cri minele aard kreeg onmiddel lijk de wind van voren. „Kom nou! Er zijn toch wel belangrij ker dingen om je druk om te maken? Wat een VVD-praat, zeg! Je leest gewoon de ver keerde krant!", zo luidden de standaard-reacties. Hoe anders vergaat het dezelfde klager in eenzelfde soort gezelschap he den ten dage. Er wordt alom ernstig geknikt. „Inderdaad, het is treurig gesteld met de criminaliteit", beamen de toe hoorders. „De maatschappij verruwt en het besef van mijn en dijn lijkt met uitsterven te worden bedreigd". Schrikreacties Waren het nog niet zo lang ge leden vrijwel alleen de VVD en de kleine christelijke partij en die de misdaadbestrijding en de veiligheid op straat hoog in het politieke vaandel droe gen, thans hebben vrijwel alle partijen de criminaliteit tot be langrijk politiek onderwerp verheven. Groen Links loopt wat dat betreft nog ietwat ach ter, maar ook in die kring neemt van lieverlee de be zorgdheid over de misdaadcij fers toe. Tekenend voor de nieuwe trend waren de alom vertoon de politieke schrikreacties op het onlangs gepubliceerde on derzoek waaruit bleek dat Ne derland in Europa het land is waar de misdaad het weligst tiert. Deze reacties waren des te opvallender omdat er op dat onderzoek in wetenschappelij ke zin wel één en ander af te dingen viel. Staatssecretaris van justitie Aad Kosto, die ja renlang als kamerlid een ex ponent was van de in PvdA- kring gebruikelijke relative rende houding jegens crimina liteit, bekende voor de televi sie zelfs ronduit dat hij zich „rot geschrokken" was. Een vrijwel identieke reactie kwam hem over de lippen toen enkele weken geleden bekend werd dat de criminali teit het totale Nederlandse bedrijfsleven (van slager tot chemieconcern) jaarlijks circa vijf miljard gulden kost. Nu dient de kanttekening te worden gemaakt dat de misda digheid in Nederland in de ja ren zestig en zeventig nog slechts een schim was van wat zij nu is. De curve schoot pas in het afgelopen decennium omhoog. Sinds 1980 is de door de politie geregistreerde crimi naliteit met 60 procent geste gen, zo maakte CDA-minister Hirsch Ballin (justitie) afgelo pen zaterdag in een vergade ring van de CDA-partijraad bekend. Als deze ontwikkeling zich doorzet, zal er rond het midden van de jaren negentig sprake zijn van een toename met 100 procent. Men bedenke overigens dat het hierbij enkel gaat om wandaden die bij de politie zijn aangegeven. Het aantal criminele handelingen dat niet aan het licht komt is niet te becijferen, maar zeker is dat de politie lang niet alles ter ore komt. Zo ervaart bij voorbeeld menige stadsbewo ner het tegenwoordig als zin loos om de diefstal van een fiets of bromfiets bij de politie te melden. Mede schuldig Het meest opmerkelijke in het nieuwe denken over de crimi naliteit is de algemene erken ning door de politici dat men zelf medeschuldig is aan de misdaadgolf. Te laat kwam men tot de ontdekking dat het dom was om te bezuinigen op politie en justitie, te laat reali seerde men zich hoe fout het was om de conducteurs in het openbaar vervoer af te schaf fen, te laat besefte men dat er meer opvang en begeleiding van drugsverslaafden nodig was en te laat schrok men van de kille, ongure en onpersoon lijke sfeer die veel flatcom plexen en zelfs hele nieuw bouwwijken uitstralen. Bij zoveel collectief schuldbe sef is het ook helemaal niet verwonderlijk dat minister Hirsch Ballin geen enkel kri tisch of lacherig weerwoord krijgt bij zijn oproepen om het normbesef in onze maatschap pij op te krikken. PvdA, CDA, D66, PPR, PSP en CPN, die in de jaren zeventig nog zwoeren bij de welzijnsaanpak (naar mate je meer clubhuizen, 'streetcornerworkers' en op bouwwerkers in de wijken neerzet, krijgt het slechte in de mens minder kans) zien nu ook wel in dat zulks niet zalig makend is. De mentaliteit van de mens is immers met het ou der worden steeds moeilijker te veranderen. Het normbesef moet al in een veel vroeger stadium worden bijgebracht, vindt Hirsch Ballin: bij de op voeding thuis en op school. „Je kunt het beter met de paplepel ingieten dan met de wapen stok erin slaan", zei hij afgelo pen zaterdag. Het komt bij geen van de poli tieke partijen op de minister dit ethisch reveil van de jaren negentig uit handen te slaan. Hooguit wordt de (terechte) vraag opgeworpen hoe één en ander gerealiseerd zou moeten worden. Zo'n mentaliteitsver andering kan immers niet op een achternamiddag met een knip van de vingers teweeg worden gebracht. Politie- nieuwe-stijl Uit velerlei woorden en daden blijkt dat op dit moment zo goed als alle politici ernst wil len maken met de preventie en de bestrijding van de crimi naliteit. In een grafiek zou de knik in het denken over deze materie aangebracht kunnen worden in 1985, toen de aan duiding 'kleine criminaliteit' taboe werd verklaard en men ging spreken van 'veel voor komende criminaliteit'. Wie het misdaadprobleem in al zijn gedaanten (van moord tot voetbalvandalisme) aan het Binnenhof nu nog bagatelli seert, wordt meewarig aange keken. Vandaar dat Hirsch Ballin en zijn collega Dales van binnenlandse zaken moei teloos kunnen rekenen op ka merbrede steun voor hun plei dooien in het kabinet om extra geld voor politie en justitie uit te trekken. Vandaar ook dat de Kamer 'zich deze week in een debat over de samenvoeging van rijks- en gemeentepolitie zelfs roomser dan de paus betoonde. Met een ongekende felheid stelden de fracties zich te weer tegen de door Dales en Hirsch Ballin voorgestelde verdeling van ons land in 23 politiere gio's. Sommige regio's vertoon den volgens de Kamer geen logische samenhang en andere gebieden (zoals de regio Am sterdam) waren veel te groot voor één korps. Als het op deze manier moet, zo werd de ministers te verstaan gegeven, dan kan de politie-nieuwe-stijl haar taken niet efficiënt ver vullen. En elk redelijk den kend mens kan begrijpen dat de criminaliteitsbestrijding daar allerminst mee gediend is. Dales en Hirsch Ballin wil den echter vooralsnog van geen wijken weten. Wel be loofden ze aan het eind van het mondelinge gevecht dat ze er de komende week nog eens over na zullen denken. In re delijkheid, naar we mogen ho pen. DICK VAN RIETSCHOTEN HAAG „De PvdA malaise? Ach, ik zeg r dat het niet zo goed Ik zie namelijk geen jachtige verschijnse- ttij Er zijn geen grote lieten in de partij. Er ïtten stemming van: het niet, het leiderschap aan de kant, het helemaal anders, het is meer alsof we in dood tij zitten, waar even doorheen verklaart u deze tussenpe- noet bedenken dat we 1959 om precies te zijn ir hadden meegeregeerd. loor heeft zich in de een oppositiecultuur kkeld. Daar hadden we aat bij. Dat leidde tot hei opvattingen die we in in weede Kamer buitenge goed konden gebruiken, ochten onze herkenbaar- zeer harde standpun- e tot het einde toe wer- astgehouden. Als je dan .ijk weer gaat regeren, deel van je achter- n kader daar grote moei- e. Veel mensen verwijten J- lat we zijn gaan regeren het CDA. Die zien die als het 'Evil Empire', het van het Kwaad, waar je je mee zou mogen inlaten, ren zijn het weer niet met de compromissen die iet het CDA sluiten. Die :n daar schande van. Die van oppositiepartij coalitiepartij kost even In dat proces haakt een af. Die zeggen: laak ik niet mee. Ik zeg je moet kiezen. Of je blijft de oppositie en dan je helder en bind je een groep mensen aan je. ag dan bereik je niets. Of je meeregeren en realiseert deel van je verlangens, bind je een groep mensen e, die ziet dat er potdorie resultaten komen. Als k zitten we nu in de ver- ïde situatie dat we die ene p al aan het kwijtraken en dat we die andere nog gebonden hebben. Van dat we in de peilingen op 41 zetels staan". flets tuurlijk zien wij zelf ook dat we als partij te flauw, ets, te passief overkomen, is echter in het geheel niet özingwekkend. De meeste I onze bewindslieden zijn niet erg ervaren in het be ten van het land. Als ie- Bd in het bedrijfsleven in baan begint, vindt ieder- Het gaat niet goed met de PvdA. Als er nu verkiezingen waren, zouden de sociaal-democraten nog maar zo'n 41 zetels halen, zegt bureau Inter/View. Dat stemt aardig overeen met de ge meentelijke verkiezingen van 21 maart, toen de PvdA omgere kend op slechts 38 zetels uitkwam. Een verlies van elf! Ook op het partijbureau merkt men de malaise. Bij bosjes zeggen men sen hun lidmaatschap op. Er moet dus iets gebeuren en snel ook. Begin volgend jaar zijn er alweer statenverkiezingen. De partij raad van de PvdA is vandaag in Amsterdam bijeen om zich te beraden op de oorzaken van de ellende. Wij gingen alvast te rade bij dr. Frans Leijnse, sinds acht maan den vice-voorzitter van de PvdA-fractie in de Tweede Kamer. De 42-jarige Leijnse, rechterhand van fractieleider Thijs Wölt- gens, is een sociaal-democraat van het type Wim Kok: idealis tisch, bevlogen, maar wel met mate. Anders gezegd: deze rustige, zich nooit opwindende socioloog uit Leiden, kan zo ongeveer model staan voor het nieuwe, zakelijke denken in die ooit toch haast revolutionaire PvdA-fractie. WAT IS ER TOCH MIS MET DE PVDA? een het heel normaal dat 'ie een paar maanden nodig heeft om zich in te werken en niet onmiddellijk de ene na de an dere beslissing neemt. Ja, je hebt natuurtalenten, zoals Hans Simons, onze staatssecre taris van volksgezondheid. Maar dat hangt ook samen met het soort beleidsterrein dat hij heeft. Sommige van onze mi nisters hebben te maken met collega's die lang niet altijd mee willen werken. Dus zeg ik: acht maanden is echt te vroeg om te beoordelen of de kwaliteit van bepaalde be windslieden voldoende is". ISKE EN WISKE DE KLEINE POSTRUITER Frans Leijnse: „Acht maanden is echt te vroeg om te beoordelen of de kwaliteit van bepaalde bewindslieden voldoende is". FOTO: CORNE SPARIDAENS Maar in de fractie ontbreekt toch ook ervaring? „Inderdaad. Ook de fractie is eigenlijk hartstikke nieuw. Eenderde van onze mensen is aangetreden in september '89 of nog later. Het middenschip van de fractie stamt uit '86. Ik zelf ben in '84 binnengekomen en behoor nu al tot de oude ren. Dat zegt natuurlijk wel iets over de ervarenheid en de routine. Als organisatie draai en we best aardig, maar als het gaat om het wekken van het grote politieke gevoel, om het mooi neerzetten van een «ndaard Ultgeverlj/Wavery Productions beeld, dan schort er nog heel wat. Het optreden van de frac tie heeft natuurlijk ook te ma ken met die jarenlange opposi tie-cultuur. De meeste van onze woordvoerders stonden een jaar geleden nog op het spreekgestoelte te roepen dat het een schande was en dat het beleid helemaal anders moest. Als iedereen nu zijn gang was gegaan, dan waren ze misschien wel weer hetzelf de gaan roepen. Want een mens probeert altijd wel een beetje in samenhang met zich zelf te blijven. Dat kon dus niet, want we zaten ineens in een andere positie. We vonden dat we een zekere voorzichtig heid in acht moesten nemen. Kijk, vaak staan onze mensen in de Kamer tegenover CDA- bewindslieden die ook deel uitmaakten van het vorige ka binet. Toch moeten we ook met hén zaken doen. Dat was aanleiding voor ons om te zeg gen: laten we even rustig aan doen, laten we even zoeken naar de goede toonhoogte. In een soort overreactie word je dan tè voorzichtig en dus min der herkenbaar. Geleidelijk zijn we nu tot de conclusie ge komen dat die angst wat over dreven was en dat we als frac tie heel goed, net als het CDA doet, onze eigen verantwoor delijkheid kunnen nemen. Ook wij kunnen rustig zeggen: de plannen van het kabinet zijn prachtig, maar niet op alle punten. Dat gebeurt nu dus ook al. We hebben net een persbericht uitgegeven over de plannen van onze eigen minis ter Ritzen. Daarin maken we duidelijk dat de toegankelijk heid van het onderwijs een ab soluut vereiste is en dat we zijn plannen op dat punt nog eens goed willen bekijken. Ik denk dat het in dat soort din gen zit, dat we gewoon wat minder terughoudend wor den". Niet overdrijven Toch bestaat de indruk dat uw partij niet echt trouw is aan haar idealen? „Het is absoluut niet waar dat de PvdA zich niet meer laat leiden door haar oude idealen. In de politiek heb je idealen nodig en een zekere gedreven heid en bevlogenheid. Maar tegelijkertijd moet je niet over drijven. Al was het alleen maar omdat jouw idealen niet door een meerderheid in de samenleving worden gedeeld en je dus met andere groepen die andere idealen hebben, tot een vergelijk moet komen. Je mag dus nooit overdrijven. „Dat is voor mij hetzelfde. Kijk, het socialisme van de PvdA is onverbrekelijk ver bonden met de parlementaire democratie. Andere socialisten zien het parlement als een burgerlijke afwijking en noe men ons daarom liever soci aal-democraten. Als je het vanuit die hoek bekijkt, heeft de PvdA het staatssocialisme al lang geleden op sterk water gezet. Maar dat is niets om over te treuren. Paul Kalma, de directeur van ons weten schappelijk instituut, heeft er terecht voor gewaarschuwd dat je in de politiek moet uit kijken dat het symbool in plaats komt van de uitgangs punten. Dan verlies je uit het oog wat je wilt bereiken. Dan ben je niet effectief meer be zig". Noemt u eens een voorbeeld? „Er is een proefschrift over de grondpolitiek waarover het kabinet-Den Uyl is gevallen. Daaruit blijkt dat de standpun ten van PvdA en CDA op het laatst in de praktijk niet meer van elkaar te onderscheiden waren. Maar in woorden wa ren ze volstrekt verschillend en niet met elkaar te combine ren. De woorden waren sym bolen geworden. Als mijn frac tiegenoot Ad Melkert dóarop wijst in zijn artikel in Socialis me Democratie, heeft hij ge lijk. Daar moeten we echt voor uitkijken. Maar ik ben het ab soluut oneens met hem als hij vervolgens zegt dat onze ref lex tijdens verkiezingscampag nes en in tijden dat we ons moeten profileren plotseling weer in de richting van de zwakken in de samenleving gaat. Daarmee zegt hij eigen lijk dat dat een slechte zaak is. Maar die reflex is nu toevallig wel hetgeen mij aan de PvdA bindt en waarom ik voor deze partij in de Kamer zit. Sterker nog: de reflex van een PvdA- 'er moet altijd zijn zich af te vragen of de mensen met de laagste inkomens er nog een beetje behoorlijk uitkomen of dat zij weer als enigen alle el lende op hun bordje krijgen. Die reflexmatige reactie is zeer wezenlijk voor de PvdA Daar hoeven we ons absoluut niet voor te schamen. Integen deel, mensen die die reflex niet hebben moeten 'ns even nadenken of zij wel goeie soci aal-democraten zijn. Want dat moet je wel zijn in onze partij; je moet een heleboel deskun digheid hebben, maar ie moet óók een goedé sociaal-demo craat zijn. Daarmee is natuur lijk niet gezegd dat we moeten ophouden met denken. We moeten ons steeds weer afvra gen wie de zwakken in de sa menleving zijn en wat we het beste voor hen kunnen doen. Die mensen zitten niet te wachten op symbolen maar op een effectief beleid, waar ze iets aan hebben". Koppeling Laten we eens een concreet onderwerp noemen: de koppe- ling". „Dat is inderdaad zo'n punt. CDA-fractieleider Brinkman mag gerust betwijfelen of de koppeling van de uitkeringen aan de lonen goed uitwerkt. Maar hij kan zich beter niet in het openbaar afvragen of we wellicht niet van de koppeling af moeten. En als hij dat dan toch doet, moet hij wel weten dat hij iets wezenlijk raakt in het evenwicht tussen de coali tiepartners. Het was volstrekt begrijpelijk en goed dat Wim Kok zo fel reageerde. Als men aan de koppeling komt, komt men aan ons. Brinkman be grijpt dat ook best. Want wat zegt hij nu? Hij wil niet morre len aan de koppeling, hij wil alleen niet dat de discussie stopt. Okee, dan zijn we het weer eens. Want het is bepaald niet zo dat er in de PvdA niet over de koppeling gepraat wordt. De koppeling mag bij ons dan niet tér discussie staan, maar hij is wel in dis cussie. In de PvdA praten we over van alles betreffende de koppeling: over de uitwerking, het effect, hoe je de koppeling moet zien in relatie tot de eco nomische ontwikkeling, over de financiële kant van de kop peling, hoe het systeem moet werken in deze tijd enz. enz. Al die vragen zijn al tientallen keren door onze molen ge- „Ik neem het collega Ad Mel kert dan ook kwalijk dat hij in interviews de indruk wekt dat wij in de PvdA met de blik op oneindig achter de koppeling aanrennen en dat we absoluut niet weten waarover we pra ten. Dat vind ik echt een ver keerde voorstelling van zaken. Voor de goede orde: de PvdA is geen voorstander van een volautomatische koppeling. Als er sprake is van een on verantwoorde loonstijging of van een onvoorziene stijging van het aantal uitkeringsge rechtigden, kan ook wat ons betreft de koppeling voor één jaar ter discussie worden ge steld. We nemen het regeerak koord ook op dat punt heel se rieus. Als het CDA dat nu ook doet, kunnen we ook de komende jaren nog met elkaar door de bocht. Als onze coalitiepartner de koppeling in enig jaar ter discussie wil stellen, dan moeten er zeer goede redenen zijn willen wij daaraan mee doen. Dan moet er een echt absoluut onverantwoorde loonontwikkeling ziin. Vanuit onze reflex om altijd eerst even te kijken naar de onder kant van de samenleving, zal de PvdA niet lichtvaardig be sluiten de koppeling een jaar over te slaan. Daarvoor zijn wij niet gaan meeregeren. Na tuurlijk weet Brinkman dat. Wat hem dan bezielt? Ik weet het niet. Brinkman zegt nü dat hij niet geschrokken is van de uitval van Kok. 'Kok speelt ook zijn rol', meent hij. Met andere woorden: Brinkman doet hetzelfde. Misschien wil de het CDA ons even laten weten dat we niet teveel moeten willen als het om de koppeling gaat. Welnu, dan weet Brinkman nu dat we niet bij de eerste de beste uitspraak van het CDA in onze schulp kruipen. Die tijd hebben we gehad. Kijk, als we ons bewust van onze eigen waarden op stellen, zullen de kiezers te rugkomen. Daar ben ik van overtuigd. De kiezer komt al tijd terug, tenzij de PvdA ge doemd is een kleine partij te worden". RIK IN 'T HOUT ELSBETH KEGGE Weet u wat we enkele dagen geleden ontdekt hebben? Landbouwminister Gerrit Braks, wiens blozende wangen doen vermoeden dat hij zó achter de koeien vandaan komt, is een fan van 'Tour of Duty'. Elke zaterdagavond om 20.25 uur zit Gerrit op zijn boerderij in Odiliapeel klaar voor de buis om maar niets van deze Veronica-serie te hoeven missen. Niet omdat hij kickt op die nagespeelde oorlog in Vietnam of zo. Nee, hii kijkt alleen vanwege de helikopters! Gerrit is dol op wentelwieken en weet niets spannenders te bedenken dan daarin te mogen vliegen. Hij vindt het o zo jammer dat hij niet Relus ter Beek heet. Als minister van defensie zou hij op elk moment van de dag of de nacht een 'chopper' voor zijn deur kunnen bestellen. Maar een poosje geleden zag Braks zijn kans schoon. Als minister voor natuurbeheer zou hij een dienstreis maken naar Schiermonnikoog. Mooi, dacht Gerrit, dat laatste stukje over de Waddenzee ga ik lekker per helikopter. Mispoes! Zijn directeur voorlichting, de oud-journalist Kees Gravendaal, die het mede tot zijn taak rekent het imago van de minister te bewaken, stak een spaak in het wiel. Onder geen beding mocht Braks met een lawaaiig, luchtvervuilend vlieg-tuig op een arcadisch eiland als Schiermonnikoog arriveren. Dat zou fnuikend zijn voor zijn reputatie als nauurbeschermer, meende Gravendaal. Maar wat in het vat zit, verzuurt niet, luidt een oude boerenwijsheid. Braks bleef vlassen op een tochtje per chopper en gaf dan ook zijn oppervoorlichter opdracht om scherp te letten op de eerstvolgende geschikte gelegenheid. Toen kwam de boerenopstand. Dag na dag sloten de boze akkerbouwers, die weinig op hadden met die 'veehouder' van een Braks, de toegangswegen tot het centrum van Den Haag af. Hun woest grommende trekkers vormden zulke formidabele bastions dat zelfs de Mobiele Eenheid zich meestal op veilige afstand moest houden. „Eureka!" dacht Braks' voorlichter. Als een pijl uit de boog snelde hij naar een telefoon om zijn minister thuis op te bellen. Toevallig was het weer zaterdagavond en zat Braks dus weer in zijn eigen makkelijke stoel naar de buis te kijken. Daar vlogen ze weer, die heerlijke, legergroene machines, laag scherend over de toppen van de Vietnamese jungle. En hij zat potdorie weer bij moeders thuis! Rrring! De telefoon. „Ja, met Braks...". „Gerrit, ik heb het! Je kunt in een helikopter!", schreeuwde voorlichter Gravendaal aan de andere kant van de lijn. Met al die demonstrerende boeren is het niet verantwoord dat jij maandag per auto naar Den Haag komt. Stel je voor dat je in handen van die jongens zou vallen. Ze zouden je misschien wel lynchen!". „Ach kom", reageerde de minister ietwat beledigd. „Zo slecht is mijn akkerbouwbeleid nu ook weer niet". „Tuurlijk niet. Ik maakte ook maar een geintje", reageerde de voorlichter snel. „Maar in het kabinet denken ze echt dat je gevaar loopt. Er is dus maar één oplossing: je moet door de lucht. Ik bel met Defensie en laat je maandagochtend ophalen met een helikopter". Zo kwam het dat er aan het begin van die week een wentelwiek van de krijgsmacht met veel imponerend geraas neerdaalde in Odiliapeel. Onder het bewonderend oog van de buren kwam Gerrit Braks naar buiten. 'Geroutineerd' bukkend, om niet door de rotorbladen geraakt te kunnen worden, kwam hij bij het toestel. Jammer genoeg had collega Ter Beek geen grote Sikorsky gestuurd, doch zo'n klein libelle-achtig ding. Gerrit kon dus zich dus niet zo flitsend snel aan boord hijsen als hij het de GI's in Vietnam al duizend keer had zien doen. Nee, eerst moest de piloot eruit en toen pas kon de minister met enige moeite ziin helaas niet al te slanke lijf in een kuipstoeltje persen. Tot slot nog een tip voor onze Flying Brabantman in het kabinet. Zou het, nu zelfs de AID niet meer te vertrouwen is, geen goed idee zijn als hij hoogst persoonlijk de visvangsten gaat controleren. Per helikopter natuurlijk, om het verrassingseffect zo groot mogelijk te maken. TRUBBELS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 5