Napoleon op herhaling finals Verliezers bij Waterloo, helden van Quatre-Bras ZATERDAG 16 JUNI 1990 PAGINA 26 BRUSSEL - Op donderdag 15 juni 1815, vlak voor de slag bij Water loo, sprak in Brussel de hertog van Wellington de historische woorden: „By God, Napoleon has humbug ged me (Napoleon heeft mij bedro gen). Hij heeft een voorsprong van vierentwintig uur op mij!" Wellington had net de rapportage gele zen van de Nederlandse troepen aan prins Willem van Oranje, die dertig kilo meter ten zuiden van Brussel bij Quatre- Bras melding maakten van de opmars van Napoleon. Toch gingen de hertog en alle andere hoge Britse militairen die in Brussel gelegerd waren vervolgens, alsof er niets aan de hand was, naar het bal van de hertogin Richmond. Tout Bruxelles' was daar aanwezig. Het bal is, in terugblik, met een waas van roman tiek overgoten. Een groot aantal van de daar aanwezige militairen verloor im mers nog geen twee etmalen later bij Waterloo het leven. De in de krijgskunde onderlegde dr.N. Veis Heijn stelt in een nieuwe stu die over de slag bij Waterloo dat de aan wezigheid van Wellington en zijn man nen op het bal in feite een grote blunder was. In plaats van verkenningen uit te voeren om op het juiste moment en de juiste plaats slag te leveren tegen Napo leon, verdeden zij hun tijd. Maar terwijl de Britten in Brussel feest vierden, vochten de Nederlandse gene raals De Perponcher en Bernard van Saksen-Weimar met hun manschappen bij Quatre-Bras, tien kilometer ten zui den van Waterloo, tegen de Franse troe pen. De Perponcher en Van Saksen-Wei mar hadden daarmee de bevelen gene geerd van hun eigen chef, prins Willem van Oranje. Die wilde, geheel in over eenstemming met de plannen van Wel lington, zijn troepen meer westwaarts la ten opereren. Verspreid De geallieerde troepen - bestaande uit de legers van Wellington, die feitelijk ook het bevel voerde over de divisies van de prins van Oranje, en die van de Pruis Blücher - waren over een groot deel van de zuidelijke Nederlanden ver spreid. Zij wachtten op de komst van de Oostenrijkers en de Russen, om geza menlijk op te trekken tegen Napoleon. Die was, na zijn vlucht van het eiland Elba in het voorjaar van 1815, bezig zijn aanhangers opnieuw om zich heen te verzamelen. Napoleon zag in de aanval de beste ver dediging en wilde dat zo snel mogelijk doen; in elk geval voordat de geallieer den één front hadden kunnen vormen. Hij wilde hen treffen in het gebied waar de scheidslijn lag tussen de troepen van Wellington en Blücher. Dat was het stra tegisch zwakste punt. Wellington was immers bedacht op zijn westelijke aan voerlijnen, waarvan hij niet wilde wor den afgesneden en Blücher had zijn aan Ook Napoleon zal van de partij zijn. WATERLOO - In 1912 legde de schilder Louis Dumoulin de Slag bij Waterloo op het linnen vast. Hij pakte de zaken groots aan. Zijn 'Panorama van de veldslag' is meer dan honderd meter lang en twaalf meter hoog. Geen landschapje dus om boven de open haard te han gen. Daarom werd er speciaal een koepelvormig museum voor ge bouwd. Het staat in Braine l'Alleud. een vlekje in de achtertuin van Waterloo, pal ten zuiden van Brussel. Wie het platform te midden van het panoramische kunst werk beklimt, waant zich plotseling op het slagveld. Bontgekleurde Engelse, Ne derlandse, Pruisische en Franse troepen zijn verwikkeld in de beroemde veldslag, die overmorgen op de kop af 175 jaar geleden definitief een einde maakte aan de reeks heldenfeiten van Napoleon. Wapengekletter, kanongebulder, ge schreeuw en doodskreten zorgen voor een realistische en krijgshaftige omlij sting van het immense schilderstuk. Louis Dumoulin heeft de soldaten, rui ters en paarden levensgroot vereeuwigd. Heel ver op de achtergrond penseelde hij een minuscuul wit paardje. Op de rug van de schimmel zit een ineengedoken kereltje met koddige carnavalshoed, die letterlijk zijn hart vasthoudt. Inderdaad, Napoleon. Niet bepaald een eervolle plek dus voor de Keizer der Fransen. „Maar wel een heel realistische", licht de gids toe. „Napoleon kwam in het stuk namelijk helemaal niet voor. Tijdens de Slag bij Waterloo lag hij ziek te bed in zijn hoofdkwartier 'La Ferme du Cail- lou' in Vieux-Genappe". De burgemeester van Waterloo, Serge Kubla, breekt zich het hoofd niet over de vraag of Napoleon meevocht. Hij laat de keizer een hoofdrol spelen in zijn spectaculaire reconstructie van de veld slag, die morgenochtend om tien uur op het historische slagveld bij Waterloo plaatsvindt. Meer dan tweeduizend figu ranten uit verschillende Westeuropese landen, maar ook uit Canada, de Sovjet unie en Tsjechoslowakije laten er met veel trompetgeschal en vlagvertoon de nederlaag van Napoleon op herhaling gaan. Het massaspektakel vormt het hoogte punt van de feestelijkheden die de her denking van de slag omlijsten en voor honderd Belgische francs kunnen lief hebbers van historie, uniformen en krijgskunde er in de voorste linies getui ge van zijn hoe de geallieerde troepen, onder aanvoering van Wellington, de Franse keurtroepen opnieuw in de pan hakken. De organisatoren van het schouwspel rekenen op tweehonderddui zend bezoekers. De figuranten die in het nep-strijdperk treden maken deel uit van verschillende 'Napoleonic Associations'. De leden van die historische clubs zijn wakkere dag dromers, die er genoegen in scheppen oorlogje te spelen. En dan niet zomaar cowboytje of indiaantje, maar een uitge kiende strijd, geschoeid op de tactische leest van Napoleon of Wellington. Bo vendien moet alles tot in de details his torisch verantwoord zijn. Van de krijgs plannen, uniformen en wapens tot de vaandels en muziekkorpsen. Dat streven naar perfectie gaat zo ver, dat voor de komende massa-opvoering in Waterloo voor advies is aangeklopt bij de bloedse rieuze Britse Militaire Academie van Sandhurst. AAD STRUYS het Museum Collectie Militaire Traditie een tentoonstelling te zien over de Slag bij Waterloo. In het Leger- en Wapen museum Generaal Hoejer te Delft be vindt zich een vaste opstelling van schil derijen. uniformen en voorwerpen over Waterloo. dacht gericht op zijn oostelijke verbin dingen. Napoleon hoopte met beide legers afzon derlijk te kunnen afrekenen. Dat leek ook te lukken. De troepen van Blücher bracht hij bij Ligny een gevoelige slag toe en hij meende het restant tot de af tocht gedwongen te hebben. Totdat hij bij Quatre-Bras, midden tussen de legers van Wellington en Blücher, op die ene Nassause brigade stuitte onder leiding van de Nederlandse generaal De Perpon cher. De daaropvolgende slag bij Quatre-Bras op 16 juni eindigde in een patstelling, nadat van beide kanten versterkingen waren aangevoerd. Toch was deze slag van veel gewicht, want Wellington kreeg de tijd zijn troepen samen te trekken bij het plateau van Mont-Saint-Jean, iets ten zuiden van Waterloo. Ook werd het mogelijk dat de resterende divisies van Blücher zich op het allerlaatste maar be slissende moment bij Wellington konden voegen. De Fransen, die in de waan ver keerden dat de troepen van Blücher wa ren verslagen, voelden zich verraden. Een algehele ontreddering maakte zich van hen meester en iedereen zocht een goed heenkomen. Dat de slag later toch naar Waterloo zou worden genoemd kwam, doordat Wellington zijn hoofd kwartier in Waterloo zou opslaan en van daaruit zijn verslag van het treffen de wereld in zond. Opwaardering Zonder de proporties uit het oog te ver liezen - het aantal Nassause divisies was van beduidend minder gewicht dan de Britse en Pruisische - heeft Veis Heijn geprobeerd door nieuwe bestude ring van de stellingen en door nieuwe ar- chiefgegevens uit het Rijksarchief de rol van de 'Dutch-Belgians', zoals zij stee vast in de Britse literatuur over Water loo worden genoemd, op te waarderen. Veis Heijn toont aan dat de Britten zich er op grond van onjuiste interpretaties over de resterende troepen na Waterloo toe lieten verleiden de Nederlanders als verraders en slappelingen af te schilde ren. Deze bedenkelijke reputatie hebben zij sindsdien in de hele Britse Waterloo- literatuur niet meer van zich kunnen af schudden. De desertie bij de Britten was echter zeker niet kleiner dan bij de Ne derlanders, zo stelt Veis Heijn vast op grond van zijn onderzoek. Ontegenzeggelijk was de Nederlandse le- gerorganisatie de mindere van de Britse en Pruisische. Dat was geen wonder, want de jonge Nederlandse staat was pas het jaar daarvoor op het Congres van Wenen gesticht door samensmelting van noordelijke en zuidelijke Nederlanden. Er was nog maar nauwelijks tijd geweest om een goed eigen leger op de been te brengen, ook al zag koning Willem I de politieke noodzaak daarvan wel degelijk in. Wilde hij immers door de geallieer den serieus worden genomen, dan moest hij met een eigen leger voor de dag kun nen komen. De samenstelling daarvan verliep na alle geleden oorlogservaringen evenwel niet vlot. In de zuidelijke gewesten, die al eeuwenlang slagveld van andere mo gendheden waren geweest, was de be reidheid om te vechten nog minder. Nederlaag Verblind door het eindresultaat van Wellington hebben de Britten volgens Veis Heijn geen oog gehad voor de rol van de Nederlanders bij Quatre-Bras. Franse onderzoekers van Waterloo za gen dat duidelijk anders. Zij meenden, mede afgaande op de gegevens van Na- Morgen zullen opnieuw vele duizenden mensen de heuvel bevolken, die als opperste eerbewijs voor de prins van Oranje door zijn vader Willem I werd opgericht. FOTO: PERS UNIE poleon zelf, dat de Nederlanders een on miskenbaar aandeel hadden gehad in de nederlaag van de Franse keizer. In de memoires die hij schreef op Sint Helena gaf Napoleon de eer voor Qua tre-Bras aan de prins van Oranje. Niet wetend dat De Perponcher en de zijnen op eigen initiatief en tegen het bevel van de prins hadden gehandeld, schreef hij: „De prins van Oranje heeft die dag - bedoeld is donderdag 15 juni - blijk gegeven de blik en het genie van een veldheer te bezitten. Alle eer van die dag komt hem toe. Zonder hem was het En gelse leger vernietigd (Napoleon zou im mers ongehinderd hebben kunnen op marcheren naar Brussel) en Blücher zou slechts zijn toevlucht hebben kunnen ne men tot de overzijde van de Rijn". Had Napoleon maar zulke mensen ge had als De Perponcher, die op beslissen de momenten zelf durfden te denken, verzuchtte de Franse krijgskundige Hen ri Houssaye op het eind van de vorige eeuw in een uiterst populair geworden werk. De Franse generaals dunden ech ter zelf geen eigen beslissing te nemen. Hun ontzag voor Napoleon was te groot. Als voorbeeld zou maarschalk Grouchy kunnen gelden, die tegen beter weten in zich aan eerder gegeven commando's van Napoleon hield en achter ronddo-jj lende Pruisen aan bleef lopen, terwijl hij i door naar Waterloo door te stoten, de! Fransen alsnog de overwinning had kun nen bezorgen. Schietschijf Hoe negatief en unfair Wellington tegen de Nederlandse legeronderdelen aankeek blijkt wel uit de manier waarop de troe pen werden opgesteld voor de beslissen de slag op het plateau van Mont Saint- Jean. De Nederlandse brigade van Van Bylandt, onderdeel van de divisie van De Perponcher, fungeerde door haar vooruitgeschoven positie op een van de hoogste plekken van het plateau in feite als een levende schietschijf. Dat was Wellingtons manier om een legeronder deel, dat naar zijn oordeel niet goed functioneerde, af te straffen. De Nederlanders brachten het er uiter aard niet goed van af. Daarbij speelden de omstandigheden in het aan de slag voorafgaande etmaal ook een rol. Het had aan een stuk door geregend. De sol daten hadden de nacht voor de slag in drijfnatte kleding doorgebracht, zonder voldoende voedsel. De bevoorrading van de troepen, een verantwoordelijk heid van de prins van Oranje, was aller belabberdst. Veis Heijn meent dat er goede aanwij zingen bestaan dat de Nederlanders zich na de slag ernstig miskend voelden, niet alleen door de Britten, maar zeker ook door hun eigen prinselijke aanvoerder. Bij het thuisfront in Nederland bleek alle aandacht uit te gaan naar de prins, die het bevel voerde over een Britse di visie, en halverwege de slag gewond raakte. In tegenstelling tot de Britten, die bij thuiskomst allen werden onderschei den en uitbundig gefêteerd, viel die eer in Nederland slechts te beurt aan de prins en aan een aantal hoge militairen, voor wie de Militaire Willemsorde werd gecreëerd. Jubel was er in Nederland over het re sultaat van een veldslag, die de koers van de Europese geschiedenis zo ingrij pend zou veranderen. Maar, aldus Veis Heijn, de vele Nederlandse zwoegers en slachtoffers werden vergeten en bleven naamloos. Tussen 1823 en 1826 werd als opperste eerbewijs voor de prins van Oranje door zijn vader Willem I de veertig meter hoge heuvel opgericht die nog altijd het vroegere slagveld domineert. Het tekent de verhoudingen dat de grond voor het monument werd gevonden door de hoogterand af te graven langs de beruch te holle weg, die als een uiterst gevaarlij ke hinderlaag voor de Fransen het slag veld doorsneed. Het was daar ook dat Van Bylandt en zijn mannen zich van hun onmogelijke taak hadden gekweten. PAUL VAN VELTHOVEN N.a.v. Dr. N. Veis Heijn: Waterloo, Glo rie zonder helden. Uitgave De Bataafse Leeuw. Prijs 32,50. CcidócSouAont

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 26