Frits Kessel vecht
tegen vochtgebrek
Kees Jansma
wint als
Oranje wint
QeidteQowtcvnt WK VOETBAL
Van den Hengel
neemt hagelslag
en pindakaas mee
Naast de hoofdrolspelers die de komende maand de aandacht opeisen vanuit Italië,
wordt Oranje ook omgeven door tal van lieden die al dan niet voorname bijrollen
vertolken. Mannen als dokter Frits Kessel en kok Herman van den Hengel staan niet
dagelijks in de picture, maar als zij hun werk niet, of niet goed doen is Leiden in last.
Van Basten en Van Breukelen met buikloop zouden kunnen leiden tot een drama voor
Oranje, waardoor de bijrol van kok Van den Hengel in feite een hoofdrol is. Hagenaar
Kees Jansma is in Italië dagelijks paraat om verslag te doen van de hoofd- en
bijrolspelers.
Frits Kessel begint deze
keer aan zijn derde toer
nooi om de wereldtitel en
kan daarmee als record
houder in het Oranje-ge
zelschap worden be
schouwd, De KNVB-
bondsarts is daar niet trots
op, althans niet uiterlijk.
Maar hij ziet het wel als
een duidelijk voordeel. Nu
de 52-jarige Driebergenaar
aan de vooravond staat
van weer een kapitaal eve
nement komt zijn ervaring
van maar liefst 22 jaar alle
betrokkenen wel goed van
pas. Op grond daarvan en
de resultaten van congres
sen, werkbezoeken, con
tacten met clubartsen en
dergelijke kan Kessel de
spelers van het Nederlands
elftal vrijwel optimaal pre
pareren op de derde po
ging van Oranje de hoog
ste eer te bereiken.
,,Maar", stelt Kessel, ,,die
poging zal worden gedaan
onder heel moeilijke om
standigheden".
Frits Kessel, joviaal, lang, een
wat slordige haardos en zijn
verhaal doorspekkend met me
disch vakjargon waarvoor hij
zich enige keren verontschul
digt, ziet en dat wekt geen
verbazing in de hitte van
zuid-ltalie misschien wel de
grootste tegenstander van
Oranje. De mogelijk tropische
temperaturen zullen een zware
aanslag betekenen op de fysie
ke staat van de voetballers, die
zijn veroordeeld tot het spelen
van duels voor de voorronde
op de eilanden Sicilië en Sardi
nië. „Vocht zal het allergroot
ste probleem worden", steekt
Kessel van wal. „De vochtba-
lans moet in orde zijn. Als het
daaraan gaat ontbreken, ont
staat er eerder vermoeidheid
en die kan de oorzaak zijn van
blessures. Je moet het je zo
voorstellen: een speler die ver
moeid raakt, kan net die ene
actie met een normale inspan
ning niet maken, die forceert
zich en loopt daarbij een spier
blessure op. Die vermoeidheid
kan ontstaan door uitdroging
van de spieren en andere li
chaamsdelen die vocht nodig
hebben. Het punt is dat soms
anderen in de gaten moeten
houden wanneer het lichaam,
dat die bepaalde inspanning
moet leveren, vocht nodig
heeft. Als een speler echt dorst
krijgt, is het eigenlijk al te laat.
Vandaar dat de leden van de
medische staf goed, heel goed
moeten observeren en contro
leren".
Halve liter
Die wat afstandelijke benade
ring is niet voldoende. Kessel:
„Het lichaam van de voetballer
moet vóór het begin van een
wedstrijd een halve liter vocht
bevatten. Na elk kwartier in
spanning dient daar 150cc aan
te worden toegevoegd om op
timaal te kunnen blijven func
tioneren. Maar daar doet zich
een praktisch probleem voor.
In een wedstrijd kun je niet het
spel na elk kwartier stilleggen
om dat vocht toe te dienen.
Daar kan een scheidsrechter,
die ook door andere redenen
al voortdurend wordt gemaand
tot spoed, formeel niet aan
meewerken. Vandaar dat ik bij
een FIFA-congres dat pro
bleem heb aangekaart. Ik heb
voorgesteld om de scheids
rechters wel toe te staan bij
een blessure-behandeling de
gelegenheid te bieden de spe
lers vocht tot zich te laten ne
men, door een minuutje bij te
trekken en die tijd aan het eind
van de partij bij te tellen. Offi
cieel wilde men daar aanvan
kelijk niet op reageren, maar ik
verwacht dat dit in de praktijk
wel gaat gebeuren".
Als Frits Kessel praat over
vocht heeft hij het niet over Si-
ciliaans of Sardijns leidingwa
ter. Dat zou mogelijk direct tot
maag- en darmproblemen lei
den. Nee, de bondsarts be
doelt een maltose-drank, die in
tegenstelling tot het slechts
enkelvoudig samengestelde
glucose een meervoudige com
positie heeft. „Dat deden we in
Duitsland, in 1988, voor het
eerst en dat is uitstekend be
vallen", vertelt Kessel. „Maar
het moet niet zo gaan als vier
jaar geleden in Mexico, waar
soms ook in extreme hitte
werd gespeeld. Daar gebruik
ten ze plastic zakjes water, die
dan het veld werden inge
gooid. Wij hebben bij de FIFA
voorgesteld om langs het veld
drie posten, één achter het
doel en aan twee zijkanten, in
te richten om de spelers aan
het broodnodige vocht te hel
pen".
Geen blessures
Het EK was naast de uiteinde
lijke titel in een ander opzicht
uniek. Er waren geen blessures
bij Nederlandse spelers in dat
toernooi. „De medische staf",
vertelt Kessel, „heeft daar in
totaal 1350 sportieve medische
handelingen, bandages, mas
sages en dergelijke, verricht,
maar er is niet één blessure
ontstaan. Dat is uitzonderlijk".
Zoals bekend was Marco van
Basten in de aanloop naar dat
EK de enige, die herstelde van
een ernstige kwetsuur. Dat is
ditmaal wel anders geweest. In
de aanloop naar dit WK we
melde het van de blessures:
Gullit, Van Tiggelen, Van Aerle,
Erwin Koeman, Fraser, Bos
man. Als zodanig was de voor
bereiding bepaald niet opti
maal te noemen. „Maar", zegt
Kessel met een brede grijns op
het gezicht, „er zijn mensen
die zeggen dat naarmate een
voorbereiding slechter verloopt
de kans op de wereldtitel al
leen maar groter wordt".
Wat de medische kant van de
zaak betreft heeft Frits Kessel,
hoe kan het ook anders, er alle
vertrouwen in. Het gezelschap
voetballers wordt begeleid
door een medische staf van
vier man en aan het thuisfront
zijn twee fysiotherapeuten, on
der wie de voormalige KNVB-
employee en tegenwoordige
PSV'er Monne de Wit.
Ted Troost
„Dat moet genoeg zijn", oor
deelt Kessel, die ook voor de
door Van Basten en Gullit ge
waardeerde haptonoom Ted
Troost ruimte wil scheppen in
de (para-)medische begelei
ding. „Als spelers iets derge
lijks willen, moet dat op zijn
minst bespreekbaar zijn. Er
zijn natuurlijk grenzen aan wat
je in dat opzicht kunt toestaan.
Bijvoorbeeld spelers, die hun
vrouw er vier weken bij willen
hebben of iemand die z'n opa
op z'n kamer wil; kijk dat kan
natuurlijk niet. Maar binnen re
delijke grenzen moet je afspra
ken kunnen maken. Het gaat
er tenslotte om dat je zo veel
mogelijk de rust handhaaft en
de omstandigheden zo goed
mogelijk maakt".
Frits Kessel, die zich na het af
ronden van zijn studie direct
bij de KNVB meldde („Ik wilde
eerst eens een jaar zien hoe
het me zou bevallen en ik bleef
22 jaar"), heeft zich inmiddels
als sportarts gesettled. Hij
houdt zich met talloze facetten
bezig, waaronder cursussen,
voorlichtingscampagnes, oplei
ding, stage-begeleiding, je
kunt het zo gek niet opnoe
men.
Nu echter staat gedurende zes
a acht weken het WK voetbal
centraal en dan is de Drieber
genaar in zijn element. Hoe
lang blijft hij dit werk nog
doen? „Zo lang ik het leuk
vind", begint hij. „Verder zo
lang ik niet in een openbare
conflictsituatie beland of an
derszins in opspraak kom.
Kortom, ik hoop dit werk te
doen tot het einde van mijn ac
tieve leven. Het Nederlands
elftal maakt gemiddeld tien
procent van mijn werkzaamhe
den voor de KNVB uit. Gedu
rende het WK is dat aanzienlijk
meer. Waarbij je je soms ook
op het technische vlak moet
begeven. Een trainer is ge
neigd elke dag te wilen trainen.
Maar goed begeleiden is soms
ook een dag niet trainen. Dat
ging met Michels in Duitsland
heel goed. Hopelijk is dat in
Italië weer het geval".
De jonge Jansma wist wat
hem te wachten stond:
deer- en droefenis, indien
hij op school niet zijn ui
terste best deed. Nadruk
kelijk hield pa hem voor:
„Jongen, als jij er met de
muts naar gooit, kun je
straks alleen nog sport
journalist worden!" Die
hint was genoeg om nauw
gezet de lessen te volgen.
Nochtans heeft pa het al
leszins redelijk gerooid.
Sinds 1 mei negenentach
tig is hij de hoogste baas
bij Studio Sport.
De kijkdichtheid zorgde er ver
volgens voor, dat Kees Jansma
een „bekende Nederlander"
werd. „Ach," weert hij af, „ik
lees alleen maar de uitslagen
voor". Een understatement; en
zo bedoeld. Kees Jansma
wordt herkend in supermarkt
en modemagazijn. Hij weet het
en kan er best mee leven. „Al
is het niet altijd even leuk,"
licht hij toe. „Wanneer Jan
Wouters gestraft wordt omdat
t.v.-beelden een forse overtre
ding van hem registreerden,
heeft Studio Sport het gedaan.
Dat wordt dan op mij ver
haald". Met dreigende taal en
dodende blikken.
„Bedreigingen die soms heel
ver gaan", verzekert Jansma.
„Heel hevige reacties. Kijkers
zijn vaak te positief, wanneer
de uitzendingen plezierig zijn,
maar gaan spontaan over de
rooie, als een reportage nega
tief uitpakt. Ik ben evenwel de
zelfde Jansma". Z'n regelmatig
verschijnen in ontelbare huis
kamers zorgde voor een voort
durende herkenning. „Zeker
met zo'n hoofd", lacht hij.
„Maar ik moet er nog steeds
aan wennen. Het verbaast me
steeds weer, dat de mensen
naar mij toe komen. Ik doe er
niet dramatisch over. Er zijn
ook vaak prettige ervaringen.
Het is leuk als het Nederlands
elftal Europees kampioen
wordt. Dan heb je mee gewon
nen".
Mijlplaal
Het EK van achtentachtig be
tekende een belangrijke mijl
paal in Jansma's carrière. Het
door hem gepresenteerde EK-
Journaal sloeg aan bij de kij
kers. „ledereen heeft ervan ge
noten", meldt de presentator
met grote stelligheid. „Maar de
omstandigheden waren ook
voortdurend bijzonder gunstig.
Er was een uitstekend sfeertje,
het elftal presteerde, er was
geen vandalisme. Ik denk dan:
dat was eenmalig. Komt nooit
weer. Maar bij de eerste oe
fenwedstrijd van Oranje in
Zeist zei Beenhakker tegen mij:
„Wat zeur je nou over eenma
lig. Het WK is zelfs een groter
toernooi. We zullen ons nog
beter voorbereiden dan twee
jaar terug. Waarom kunnen we
achtentachtig niet herhalen".
Zo'n opmerking stimuleert me
en veegt m'n aanvankelijke
twijfels grotendeels weg".
„Ik ben een wat tobbende fi
guur. Zal het allemaal wel goed
gaan? Italië is niet het meest
gemakkelijke land, wat de
communicatie betreft. Stakin
gen zijn er schering en inslag.
Het bedreigt ons allemaal. De
voorbereidingen vergen veel
tijd, veel geduld en veel geld.
Ten aanzien van de wedstrij
den zijn we volledig afhankelijk
van de Italiaanse televisie; alle
tweeënvijftig wedstrijden wor
den aangeleverd door de RAI.
In tegenstelling tot het WK-
Journaal. Dat doen we hele
maal zelf. We gaan met een
speciale vrachtwagen. Eerst
naar Genua. Vandaar op de
boot naar Palermo. Daar dient
alles opgebouwd te worden.
Vanaf 7 juni brengen we iedere
dag een WK-Journaal; 's
avonds om elf uur. Toch een
vrij ingrijpende operatie; volle
dig door eigen mensen gereali
seerd. Een relatief klein team.
Als je het vergelijkt met landen
als Engeland en West-Duits-
land. Die komen met honder
den medewerkers".
Krachttoer
De club van Kees wacht een
fikse krachttoer. Een complete
reeks aansprekende sporteve
nementen staat voor de deur.
„Als je ziet wat de NOS de ko
mende maanden aan sport
gaat doen", vertelt Jansma en
thousiast, „we begonnen op 29
mei met een rechtstreekse uit
zending en we eindigen op 2
september. Drie maanden lang
is het iedere dag feest. Echt
feest. Het gaat om de grote
sporten, 't Vereist nogal wat.
Al onze mensen zijn continu in
touw. Niemand kan met vakan
tie. ledereen moet blijven. Het
houdt in, dat ze uitvliegen naar
God mag weten welke oorden.
De Giro, de Tour, Roland Gar-
Kees Jansma.
ros, Wimbledon, het EK atle
tiek, de TT. Het waanzinnige
aanbod sport heeft ons doen
besluiten, tot een andere pro
grammering te komen. Alle af
delingen gaan samenwerken.
In een programma NOS-Mon-
diale. De hoofdmoot is sport;
met daarnaast educatieve, cul
turele en informatieve onder
werpen. We vormen één grote
redactie".
Voor „zijn" programma is
Kees Jansma afhankelijk van
de resultaten van Oranje.
Wordt Nederland vroegtijdig
uitgeschakeld, gaat een streep
door het WK-Journaal. Jans
ma: „Ik ga ervan uit dat we de
eerste ronde overleven. Dan
volgt het knock-out systeem.
Verlies je, lig je eruit. Dat is
mogelijk. Gebeurt het onver
hoopt, ga ik terug naar Neder
land; met de grote groep die
het WK-Journaal maakt. Ver
der verandert er niets. Alle
wedstrijden worden normaal
uitgezonden. Het WK-Journaal
gaat echter over de dagelijkse
dingen rond Oranje. Het reilen
en zeilen van het elftal. Laten
zien hoe een elftal zich voorbe
reidt. Wordt het team uitge
schakeld, is het over".
Betrokkenheid
De chef van Studio Sport on
derkent dat het langdurig ver
toeven in de onmiddellijke
kring van de spelers kan leiden
tot een te grote betrokkenheid
bij het wel en wee van de ve
detten. „Jazeker," klinkt het
overtuigd, „die kans bestaat.
Het gebeurt. Het is me bij het
EK ook overkomen. Je trekt
een maand met elkaar op;
deelt lief en leed. Er ontstaat
begrip voor mekaar. Zo van:
God, journalisten moeten
eveneens hard werken. Als
verslaggever zie je, dat jonge
spelers bijna kapot gaan aan
bepaalde spanningen. Je
wordt dan gemakkelijk een
supporter van het Nederlands
elftal. Mij is wel eens verweten,
dat ik in Duitsland teveel sup
porter was. Maar iedereen was
supporter. Het was gewoon
hartstikke leuk; geen enkele
wanklank. Er was weinig te
klagen. Dan kan in Italië an
ders worden. Natuurlijk. Als
het mis gaat. Dan zal je je jour
nalistieke muts moeten op
houden. Wordt het ineens een
totaal andere zaak. Je behoort
te signaleren. In welke relatie
je ook staat tot bepaalde spe
lers. Dat moet. Spelers die mij
al zo lang kennen, weten ook,
dat het zo hoort, ledereen die
naar het WK gaat hoopt, dat
alles perfect verloopt. Doch de
kans dat het niet goed gaat
blijft aanwezig. Dan zullen we
het WK-Journaal een ander
gezicht moeten geven. En dat
gebeurt".
Op zondag 8 juli eten de voet
ballers van Oranje rond het
middaguur biefstuk. Tenminste
volgens Herman van den Hen
gel. En hij kan het weten, want
al vanaf het wereldkampioen
schap van 1974 is hij de kok
van Oranje. De kok komt tot
die overtuiging door een paar
gegevens te combineren. Het
eerste: voor elke wedstrijd nut
tigen de spelers van het Ne
derlands elftal een zogenaam
de sportmaaltijd en biefstuk
of eigenlijk een tourne-
dos is daar een belangrijk
bestanddeel van. Het tweede:
Van den Hengel weet zeker dat
de ploeg zich plaatst voor de
finale van het WK in Rome.
Vandaar.
Voor Van den Hengel is zeker
wat er op 8 juli op het menu
staat, maar dat wil niet zeggen
dat nu al bekend is wat er de
andere dagen op tafel komt.
Maar de kok uit Kamerik is op
alles voorbereid. In de contai
ner vol etenswaren waarmee
Herman van den Hengel (41)
via Oostenrijk en Joegoslavië
naar Italië is getrokken, zitten
zo'n vijftig menu's. „Ik ga er
vanuit dat we de finale halen.
Zo'n optimist ben ik. Ik heb de
voorbereidingen zo getroffen
dat de jongens geen twee da
gen hetzelfde hoeven te eten".
Vroeger aten sportmensen bij
voorkeur biefstuk. Hoewel de
fabel dat het nuttigen van een
lap vlees tot niet te evenaren
prestaties leidde inmiddels is
achterhaald, is de biefstuk nog
steeds niet van het menu ge
schrapt. „Het verhaal klopt
niet meer, maar voedingstech-
nisch is de biefstuk best ver
antwoord. De biefstuk te
genwoordig tournedos
maakt nog steeds deel uit van
de sportmaaltijd. Maar het zou
ook best een stuk kipvlees
kunnen zijn".
Perzik
„De sportmaaltijd komt elke
wedstrijddag op tafel. Voor
een deel omdat het traditie is,
maar ook omdat de jongens
het gewoon lekker vinden. Dat
betekent een uur of zeven
acht voor de wedstrijd een kop
bouillon met rundvlees, een
tournedos met puree zonder
vet en zonder kruiden,appel
moes en perzikcompote. Een
paar uur voor de wedstrijd ne
men ze dan nog een kopje kof
fie of thee met wat toast met
marmelade en een stuk appel
gebak. Maar er zijn ook spe
lers die dan liever een sneetje
brood hebben".
Van den Hengel, in het dage
lijks leven, hoofd van de keu
ken van een psycho-geriatrisch
centrum in Harmeien, staat bij
elke buitenlandse trip van
Oranje achter het fornuis. „Als
mensen een week of zes van
huis zijn, krijgen ze genoeg van
buitenlands eten. Na drie we
ken Griekenland vind je zelfs
een aardappel lekker. Ik ga
mee om te zorgen dat de jon
gens eten krijgen zoals ze dat
thuis gewend zijn. Met een ei
gen man in de keuken weet je
wat er gebeurt. Er is minder
kans dat je vernaggeld wordt.
In het buitenland wordt toch
anders gekookt: meer kruiden,
meer room, meer olijfolie. Daar
zijn de jongens niet aan ge
wend. Bovendien zorg ik dat
alle vormen van hygiene in
acht genomen worden. In een
instelling zoals die waar ik
werk, zijn die bijzonder hoog.
En helemaal als je het verge
lijkt met horeca-gelegenheden
in het buitenland. Vooral in
Noord-Afrika en in Zuid-Euro
pa. In Argentinië heb ik het in
1978 meegemaakt dat de kak
kerlakken op de muren zaten
en de muizen over de vloer lie
pen. Maar voor hun doen was
het schoon. Voor ons hadden
ze nog wat extra hun best ge
daan. Toen is het ook een keer
bijna mis gegaan. Pas bij het
ontdooien van de kippen ont
dekte ik dat ze bedorven wa
ren".
Hagelslag
In de container van Herman
den Hengel gaat een heleboel
eten mee. „Wat ter plaatse te
koop is, koop ik daar. Maar al
leen als ik het vertrouw. An
ders neem ik diepvries. En in
Italië zal dat geen problemen
opleveren, want daar importe
ren ze Nederlands vlees. Ik
neem, wel alle ontbijtartikelen
mee, zoals hagelslag, pinda
kaas, kaas. En maggi. Ze vin
den nu eenmaal dat dat in de
soep hoort. Daarnaast gaat de
hele Indische santekraam mee.
We eten regelmatig Indisch,
want daar zijn de jongens bij
zonder op gesteld. Meestal ge
beurt dat op een vrije dag".
„Met speciale wensen probeer
ik rekening te houden, maar ei
genlijk komt dat nooit voor.
Het zijn makkelijke jongens, al
denken de mensen in Neder
land dat het verwende profs
zijn. Ik heb louter goede erva
ringen. In Rusland was weinig
te koop. En dan is het moeilijk
om op je bord te krijgen wat je
wilt. Maar als je dat aan de
jongens vertelt, is er begrip
voor".