tienkamper Robert de Wit
jruist van nieuwe energie
Avital Selinger voelt zich als
satelliet in baan om de aarde
Olé
voetballerlei
£atdóe<3om<mt
LEN JAAR RUST VOOR DRIE JAAR MOTIVATIE"
ZATERDAG 2 JUNI 1990 PAGINA 11
lor kandidaat opvolging Robson
DEN Graham Taylor, coach van Aston Villa, mag van
•lubbestuur praten met de Engelse voetbalbond over de va-
baan van bondscoach. Taylor is de belangrijkste kandidaat
ia het WK Bobby Robson op te volgen, die naar PSV ver-
jTaylor heeft nog een contract van een jaar bij de club uit
ingham. Andere gegadigden zijn Terry Venables (Totten-
I Hotspur) en Howard Wilkinson (Leeds United).
rste succes trainer Ardiles
3ldo Ardiles, voormalig Argentijns international, boekte als
Ier met Swindon Town zijn eerste succes. Door Sunderland
et Wembley-stadion voor liefst 72.000 toeschouwers met 1-0
'prslaan, promoveerde zijn ploeg naar de Engelse eerste divi-
Notts County promoveerde naar de tweede divisie door
lm ere Rovers met 2-0 te kloppen, terwijl Cambridge United
Osvaldo Ardiles.
FOTO: PR
zich door een 1-0 op Chesterfield met ingang van eind augustus
derde divisionist mag noemen.
Werner Fuchs trainer van het jaar
BERLIJN Werner Fuchs is in de tweede Bundesliga is uitge
roepen tot trainer van het jaar". De collega's van de 41-jarige
coach, die Hertha BSC zo glansrijk terugbracht in de hoogste
Duitse voetbalafdeling, waren eensluidend in hun mening dat
alleen Fuchs die lovende kwalificatie toekwam. De Berlijnse
club behoorde tot een van de weinige positieve verrassingen in
de zojuist beëindigde competitie. Erg veel lol viel er ook nu niet
te beleven in de op één na hoogste betaalde klasse. De te hoge,
dikwijls op vage gronden gebaseerde doelstellingen en een
schrijnend gebrek aan kennis van zaken bij allerhande bestuur-
deren worden als voornaamste oorzaak gezien voor de vele
voortijdige ontslagen bij het trainersgilde. Dé grootste teleurstel
ling heette VfL Osnabrück, dat grote verwachtingen koesterde
maar slechts op het nippertje ontsnapte aan degradatie.
Albanezen verdacht van diefstal
LONDEN Het junioren team van Albanië heeft de betekenis
van de Engelse term „Duty-free shop" kennelijk wat al te letter
lijk genomen. Na een bezoekje aan de belastingvrije winkel bij
de Londense luchthaven Heathrow zat er voor de jeugdige voet
ballers. inclusief trainer en manager, niets anders op dan ge
dwee enkele leden van de Britse veiligheidsdienst te volgen, die
het Zuideuropese gezelschap overdroeg aan de Engelse justitie.
Volgens een zegsman van Scotland Yard zijn de jeugdige voet
ballers in verzekerde bewaring gesteld nadat in de winkel di
verse consumptie-artikelen werden vermist.
Rufer legt aanbieding
Grashoppers naast zich neer
BREMEN Wynton Rufer, de linksbuiten van Werder Bre
men, heeft een aanbieding om bij zijn eigenlijke werkgever
Grasshoppers weer aan het werk te gaan, lachend naast zich
neer gelegd. Rufer, die tot het einde van het afgelopen seizoen
door Grasshoppers aan Werder Bremen werd uitgeleend, werd
door manager Erich Vogel schriftelijk verzocht terug te komen,
omdat de huidige aanvallers niet aan de verwachting voldoen.
Rufer: ..Ik heb echt hard gelachen toen ik die oproep ontving.
Het bevalt me prima in Bremen. Grasshoppers hoeft er echt niet
op te rekenen dat ik terugkom. Ik zal nooit meer in Zwitserland
spelen
Robert de Wit: „Ik heb nog eenmaal de kans wereldschokkend
nieuws te maken".
FOTO: CEES VERKERK
mens, omdat alles wat hij aan
pakte redelijk succesvol ver
liep. Hij heeft ten minste een
maal bewezen bij de wereldtop
te horen, voelt zich maat
schappelijk redelijk op het
droge en ziet zelfs zijn onlangs
gestarte bedrijfje in computer
software redelijk floreren. „Ik
mag wel zeggen, dat alles wat
ik aanpak altijd redelijk is ge
lukt".
„Ik ben nog steeds blij met die
8447 punten uit 1988. Daarmee
heb ik bewezen wat er in zit.
Het zou bitter zijn als ik zou
moeten stoppen zonder dat ik
er ooit mijn maximale presta
tie uit had gekregen. Natuur
lijk zou een medaille het zaak
je mooi completeren. Ik ben er
heel dichtbij geweest en mis
schien is dat wel mijn motiva
tie om door te gaan. Ik weet
dat ik in de medailles kan val
len als ik een keer mijn dag
heb. Met die wetenschap ga ik
ook dit seizoen in".
Verdiensten
De Wit is nooit vorstelijk be
loond voor zijn prestaties op
het koningsnummer van de at
letiek. Hij zit er niet mee. dat
collega's als Mellaard, Drup
pers, Cooman en Van Hulst
zoveel meer toucheren met
hun activiteiten. „Als je ge
frustreerd wilt raken van de
verschillen in verdiensten, oef
je niet zozeer naar die collega's
te kijken. Dan kun je beter kij
ken naar wat tennissers en
voetballers verdienen in ver
gelijking met verdiensten in
het gewone maatschappelijke
leven. Dat is buiten alle pro
porties. Het zou mij overigens
niet eens wat lijken om in vier
jaar voetballen tien miljoen te
verdienen om vervolgens al
tijd geforceerd te lopen zoeken
naar een invulling van je be
staan. Ik ben het type dat lie
ver leuk werk blijft doen voor
zijn bestaan".
„Ik heb altijd beweerd dat ik
sport om plezier te hebben.
Niet voor het geld. Dan had ik
er verstandiger aan gedaan
één nummer te kiezen, maar
dat zou ik niet kunnen op
brengen. Natuurlijk is honore
ring leuk en ik pik best mijn
graantjes mee waar dat moge
lijk is, maar het is niet zalig
makend. Tienkampers trek
ken tijdens een evenement
met elkaar op alsof het broers
zijn. Dat is voor mij meer
waard dan wat ook".
RENE VAN HATTUM
AMSTELVEEN Z'n
geest leeft voort, dat staat
vast. Arie Selinger leeft
mee met de prestaties van
de nationale volleybal-
ploeg.
„Met z'n hart is-ie nog altijd
bij ons", verklapt zoon Avital.
De lijn van pa wordt moeite
loos doorgetrokken door zoon
lief. Al doet ook Avital Selin
ger alles op zijn manier en
vanuit zijn eigen innerlijke
drijfveer. Hoezeer Arie nog
meeleeft met z'n boys, bleek
uit de tip, die hij de ploeg ooit
massaal via de fax toezond.
„Ga geen compromissen aan,
waardoor je misschien minder
krijgt dan je verdient. Jullie
verdienen het om de nummer
één te zijn, dus geloof daarin",
klonk het vastberaden vanuit
Japan. Een vergelijking van
vader en zoon is wel op z'n
plaats. Avital Selinger laat
zich schoorvoetend overhalen
tot een bespiegeling: „Sinds
1965, dus vanaf m'n zesde jaar,
leefde ik gescheiden van hem.
Pas in 1985 hebben we elkaar
weer ontmoet en gingen we
plotseling dagelijks met elkaar
om. Als je dan achteraf ont
dekt hoeveel we op elkaar lij
ken, dan komt dat toch voort
uit de opbouw van mijn eigen
persoonlijkheid. Ik ben er best
trots op als mensen zeggen dat
ik op hem lijk. Persoonlijk
vind ik Arie namelijk een hele
goeie gozer. Wat-ie doet, doet-
ie goed. Ja, uiterlijk lijk ik ook
op hem, maar daarnaast vooral
in doen en denken. Toch leef
ik gewoon m'n eigen leven".
Toen Arie Selinger Nederland
verliet en zich in Japan ging
vestigen, verplichtte hij zijn
zoon een fax-apparaat aan te
schaffen. „Als je enkele jaren
achtereen zoveel en intensief
contact met elkaar hebt gehad,
dan moet je dat toch kunnen
voortzetten. En telefoneren is
dan peperduur. Al schrijvende
praat ik nu via de fax met
mijn vader. Ja, dat gebeurde
de laatste tijd bijna dagelijks.
Inderdaad, ik mis hem; als
mens en als vriend. Hij is na
melijk de beste coach van de
wereld. Maar ook met hem op
de bank moesten de prestaties
gewoon van de spelers zelf ko-
Relateren
Het volleybal heeft compleet
bezit genomen van het denken
van Avital Selinger. Kritikas-
ters beweren dat hij alles weet
te relateren aan het spelletje.
Of het nu over vrouwen, de
wereldpolitiek of spruitjes
gaat. Binnen tien seconden is
een associatie met het volley
bal gemaakt. Indianenverha
len, net als dat Avital op z'n
praatstoel met gemak nog en
kele uren langer bleef doorfi-
losoferen over de volleybal -
sport als z'n pa al lang was af
gehaakt. Toch spreekt de be
zieling door in zijn doen en la
ten in de groep. De ex-Israe-
liet, die zich in 1985 tot Neder
lander liet naturaliseren, ziet
het simpelweg als zijn taak
„Ik doe wat ik nodig vind en
wat het team nodig vindt",
stelt hij simpel. „Dat heb je of
dat heb je niet. Als aanvoerder
heb je tevens een vrijbrief om
wat meer te zeggen. Dat heb
ik altijd al gedaan. Eigenlijk al
vanaf 1971 toen ik met volley
bal begon".
„Vooral buiten het veld ken ik
mijn taak. Het team is name
lijk wel vierentwintig uur per
dag bij elkaar op een groot
toernooi. De wedstrijd 4sei-
genlijk maar een kort gedeelte
van die dag. Ik doe wat nood
zakelijk is; als speler en als
aanvoerder. Moet ik het veld
in als het slecht gaat, dan moet
ik ervoor zorgen dat het beter
gaat. Ik heb zo langzamerhand
de ideale balans gevonden.
Want al die inspanningen voor
het team vergen wel extra
energie en kunnen ten koste
gaan van je eigen prestaties. In
het teambelang is het goed dat
ik veel praat, terwijl de ploeg
op z'n tijd ook jou zal helpen
als het minder gaat".
Uit koers
De 1,75 meter „kleine" Selin
ger omschrijft zijn taken aldus:
„Ik ben te vergelijken met een
motor van een satelliet in een
baan rond de aarde. Als dat
ding uit z'n koers raakt, dan
moet het motortje aangezet
worden om de boel weer recht
te trekken. Eigenlijk ben ik
dus druk bezig om mezelf als
mens te ontwikkelen. In eerste
instantie als speler en als aan
voerder. Aan een mogelijke
baan als coach denk ik nog ab
soluut niet".
Tijdens de wedstrijden van de
Nederlandse ploeg zorgt Peter
Blangé in eerste instantie voor
de aanvoer van de set-ups
richting aanvallers. Avital Se
linger is immer „stand-by".
Een moeilijke rol, daar is hij
het mee eens. „Je hebt weinig
spel- en wedstrijdritme, waar
door het niet simpel is om in
de basis-zes in te vallen. Het is
echt een kunst om iedere keer
het team terug te krijgen op de
juiste lijn. Dat kost ontzettend
veel concentratie en techniek.
Ja, op die onderdelen moet je
compenseren. Maar als ik Pe
ter kom vervangen, dan kom
ik altijd voor de volle honderd
procent het veld in. Het team
kan dan op mij rekenen",
meent hij.
Het feit dat hij niet als basis
speler mag opdraven, doet
Avital Selinger niets. „Een
teamsport als volleybal speel je
met zes man in het veld en zes
langs de kant. Dat is gewoon
zo. In de trainingsperiode krijg
je de kans om jezelf te bewij
zen. Dan maakt de coach z'n
keus voor de line-up, waar ie
dereen zich in moet schikken.
Uiteraard wil je zelf wel steeds
beter worden, maar juist daar
door wordt de eerste zes ook
steeds sterker. In de onderlin
ge strijd stuw je die jongens op
naar een heel hoog niveau. In
de topsport geldt nu eenmaal
het recht van de sterkste. Deze
instelling van een gezonde at
leet is de enige manier om in
een teamsport de top van de
wereld te bereiken. Volleybal
is een sport van zes individuen
tegen zes andere individuen.
De som van al die onderlinge
gevechtjes in het veld bepaalt
het eindresultaat, dus of het
collectief zegeviert of niet".
De autoriteit en leidersrol die
Avital Selinger in de Oranje-
ploeg op zich heeft genomen,
staat bij ziin teamgenoten nim
mer ter discussie. „En het is
uiteraard ook fijn voor Brok
king als je zo'n steun in ie ei
gen team hebt rondlopen er
kent Edwin Benne. De hoofd
aanvaller heeft echt bewonde
ring voor de passie van Avital.
„Je ziet hem tijdens zo'n toer
nooi elk uur van de dag den
ken, schrijven, kijken en pra
ten. Hij doet er echt alles aan
om iedereen geestelijk fit te
krijgen voor de volgende wed
strijd. Hij kan met zijn volley
balvisie heel erg veel bijdra
gen. En omdat hij echt alles
kan beredeneren, staat hij een
stuk boven de rest. Niemand
zal hem tegenhouden".
RONALD WOUDENBERG
ital Selinger: „Vooral buiten het veld ken ik mijn taak".
FOTO: DIJKSTRA
natuurkunde afronden. „Mijn
maatschappelijke carrière heb
ik op dat moment voorrang
gegeven. In februari '89 kreeg
ik bij DAF een parttime con
tract voor drie jaar en in juni
studeerde ik af".
Zelfvertrouwen
Dat stukje zekerheid heeft De
Wit zelfvertrouwen gegeven.
Hij zag collega-atleten, die aan
een studie waren begonnen, zo
lang met atletiek doorgaan,
dat ze, toen het er op aan
kwam, voor het bedrijfsleven
buiten de boot vielen. „Dat
wilde ik absoluut niet. Ik ben
niet op mijn zestiende aan top
sport begonnen om er op mijn
dertigste hopeloos bij te lopen.
Daarom vond ik het na de
Spelen belangrijk bedrijfssitu
aties op te zoeken om ervaring
op te doen. Toevallig was het
bij mijn eerste sollicitatie ge
lijk bingo". Zijn contract bij
DAF („Ook een beetje mijn
sponsor") loopt tot net na de
Olympische Spelen van Barce
lona. „Waar ook het eind van
mijn carrière is gepland".
Afgelopen najaar was het li
chaam voldoende uitgerust en
was De Wit's geest weer be
reid tot het aangaan van de
slopende trainingsarbeid. Ne
gen trainingen per week van
ieder twee uur, met- als doel
terug te komen op zijn oude
niveau. „Ik ben weer aardig
op weg, hoewel ik in februari
een achillespeesblessure opliep
die me een week of zes heeft
gekost. Ik ben nu weer een
maand voluit bezig en ik zie
het wel zitten".
De NK in Zwolle komt niet te
vroeg, maar De Wit vindt dat
hij er gewoon niets te zoeken
heeft. Over twee weken wordt
in het Oostenrijkse Götzis een
internationale meerkamp ge
houden, waar de hele wereld
top op af komt, inclusief olym
pisch kampioen Schenk. Daar
kan De Wit te weten komen
hoe hij er echt voorstaat. In
Götzis geven veel tienkam
pers, die in het na-olympisch
jaar rust hebben genomen,
acte de presence. Zij moeten
zich allemaal nog kwalificeren
voor het EK in augustus in
Split. Net als De Wit. „Als je
in Split echt om de plaatsen
mee wilt doen, moet je je har
den tussen de internationale
concurrentie. Dan weet je
waar zij staan en dan kun je
gaan vergelijken".
De Wit denkt niet dat hij door
zijn lange rustperiode achterop
is geraakt bij de wereldtop.
„Zeker niet. De rust heeft me
op andere manieren ervaring
gebracht. Ik heb er nu weer
echt zin in, dat had ik vorig
i'aar niet meer. Natuurlijk ging
iet in '88 goed en misschien
had ik op bepaalde nummers
nog aanzienlijke winst kunnen
boeken als ik door had ge
traind. Maar dan was er on-
herroeppelijk op korte termijn
een jaar gekomen, dat ik er
definitief de brui aan had ge
geven. Terwijl ik nu weer zin
heb en een doel: Barcelona,
daar kan ik me helemaal sterk
voor maken. Ik heb één jaar
rust genomen voor drie jaar
motivatie".
Teken
Hij proeft aan de trainingen
dat het de goede kant weer op
gaat. „Ik spring polshoog met
stokken die ik vroeger alleen
in de wedstrijd gebruikte, voor
mij is dat een teken dat ik lek
ker zit. En van een 11.08 op de
100 meter met windje tegen
afgelopen weekeinde tijdens
de Zuidnederlandse kampi
oenschappen, denk ik ook: niet
gek".
„Ik begin steeds meer zelfver
trouwen te krijgen en dat is
enorm belangrijk. Na zo'n stil
le periode weet je niets van je
zelf. Dan leun je volledig op je
zelfvertrouwen. Daarom heb
ik geen drang naar het NK.
Daar vijzel ik mijn zelfver
trouwen niet mee op. Als ik
nu een tienkamp bij het NK ga
doen en ik ben half gemoti
veerd, dan vallen de prestaties
altijd tegen. En ik heb mo
menteel geen zin in een wed
strijd die tegenvalt. Ik moet nu
in de opwaartse spiraal blij
ven. Daarom was ik aan de
ene kant zelfs blij met die
achillespeesblessure. Nu kon
ik ten minste niet te vroeg in
vorm komen".
De Wit heeft zés trainers. Dat
vindt hij prettig. Net zo min
als hij er tegen zou kunnen
zich op één nummer te specia
liseren, zou hij er niet tegen
kunnen iedere dag hetzelfde
gezicht langs de baan te zien.
„Ik ben het type van: hoe
meer zielen, hoe meer vreugd.
En hoe meer mensen er aan
mij sleutelen, hoe beter ik dat
vind. Ik word op die manier
een vergaarbak van de tech
nieken en de filosofién die al
die trainers er op nahouden.
Daar moet ik het beste uitha
len en ik denk dat me dat aar
dig lukt. En stel je voor, iedere
dag hetzelfde gezicht langs de
baan: vreselijk".
Topper
De Wit is niet alleen in Neder
land een topper, maar ook in
ternationaal. Hij werd twaalf
de op het WK in '83 in Helsin
ki, negende op het EK in '86
in Stuttgart en achtste bij de
Spelen in Seoul. Maar hij,
knokte nooit expliciet voor
een klassering, alleen maar
voor betere prestaties. „Ik wil
best tiende worden in een
wedstrijd waarin ik 8500 pun
ten scoor. Dan heb ik een fan
tastische tienkamp gedraaid en
heb ik mijn eigen grenzen ver
legd. De klassering is pas de
tweede prioriteit".
Zelfs voor een evenement als
de Olympische Spelen, waar
toch louter en alleen medailles
tellen, houdt De Wit dat denk
beeld overeind. „Hoe krijg je
een hoge klassering! Door voor
een plaats te gaan of voor goe
de prestaties? Ik denk door je
te concentreren op goede pres
taties en niet op je klassering.
Als je goed presteert, dan gaat
het vanzelf".
„In Seoul heb ik de tussen
stand niet eens in de gaten ge
houden. Een paar dagen na de
wedstrijd zag ik voor het eerst
de lijsten met resultaten. Pas
toen zag ik dat ik zesde heb
gestaan in de tussenstand. Dat
betekent dat ik medaille-kan
didaat ben geweest. Daar heb
ik tijdens de wedstrijd niet één
keer aan gedacht. Het ging al
leen om de prestaties".
Startschot
Seoul was voor De Wit niet
anders dan welke willekeurige
andere meerkamp. „Voor mij
is een startschot een startschot.
Als het startschot is gevallen,
scheer ik elke tienkamp over
één kam. Je bent iedere tien
kamp toch met jezelf bezig,
waar» ter wereld ook. Het bij
zondere realiseerde ik me pas
achteraf. Dan bedenk je ineens
dat je daar rustig je rondjes
hebt uitgelopen, alsof je hier
op de baan in Eindhoven bent.
Daar zitten dan vijftigduizend
mensen in het stadion naar te
kijken en daar kijken op tele
visie miljoenen mensen naar".
„De waarde van de Olympi
sche Spelen heb ik in Seoul
nauwelijks gemerkt. Dat merk
je pas als je thuiskomt en er
horden mensen staan te wach
ten. Maar een achtste plaats
zegt in een olympisch dorp
niet zoveel".
In 1988 was De Wit met 8447
punten een tijdje aanvoerder
van de wereldranglijst, vóór
wereldsterren als Thompson,
Hingsen en Schenk. Met dat
puntentotaal staat hij nog altijd
in de mondiale top-twintig al
ler tijden. Maar een internatio
nale medaille zat er tot dus
verre niet in voor de Braban-
Tevreden
Toch heeft hij geen ziekelijke
zucht naar een medaille. Hij
noemt zichzelf een tevreden
IDHOVEN Terwijl
collega-meerkampers
M weekeinde in Zwolle
m de nationale titel strij-
f i, hanteert Robert de
de witkwast in zijn
uwe huis in Eindho-
rlands sterkste tienkamper
»t zich over twee weken in
zis wel op internationaal
?au. Daar heeft hij met oog
de EK komende zomer in
t meer aan, vindt hij.
ior een NK heb ik niet zo-
l motivatie. Daar is te wei-
serieuze tegenstand. En bij
EK gaat het straks toch om
internationale routine. Die
i je niet bij het NK op-
n" Robert de Wit was een
buiten beeld. In Seoul
•d hij achtste op de olympi-
B meerkamp, daarna werd
nauwelijks iets van hem
nomen. Hij nam met Rob
jrtsen deel aan het EK
sleeén, maar dat is voorbij.
Wit heeft zich weer geon-
treerd op de meerkamp. En
rop wil hij de wereld ko-
nde twee jaren nog één
tr een flink poepie laten
ken. De Brabander bruist
i nieuwe energie.
1988, kort voor Seoul, was
aanvoerder van de wereld-
glijst. Daarom weet hij dat
de absolute wereldtop kan
en. En daarom zette hij vo-
jaar november, op zijn 27e,
eenmaal fors aan voor een
iode van drie jaar. Voor het
st in zijn carrière gokt De
t op één paard: Barcelona
„Ik weet dat het link is,
ar ik heb nog eenmaal de
is wereldschokkend nieuws
maken. Dat wil ik probe-
de Olympische Spelen in
18 deed hij bewust een stapje
Ug. Lichaam en geest had-
1 na tien jaar topsport aan
1 stuk behoefte aan een pe-
de van rust en bezinning,
j De Wit wilde zijn studie
door Frank Werkman
Er zijn nog steeds figuren, die -
menen dat sport en politiek
niets met elkaar hebben te
maken. Vaak wordt die
stelling gehanteerd als
afweermiddel om een discussie
over het thema uit de weg te
gaan. Soms gebruikt iemand
die oude kreet, omdat-ie het
echt gelooft. De oud-voorzitter
van het Nederlands Olympisch
Comité en huidig commissaris
der koningin in Groningen
Henk Vonhoff was er zo een.
Dat gebrek aan realiteitszin
gevoegd bij een pompeuze,
niet door kennis van de
onderhavige materie (hij
feliciteerde bijvoorbeeld
voortdurend verkeerde
medaillewinnaars) gehinderde
opstelling leidde tot Vonhoffs
val. Hij kon zich verder aan de
politiek wijden en de sport aan V
kenners en beoefenaars N,
overlaten. Tot verdriet van
degenen, die zich nog steeds
tranen lachen over de grap die
ze in Seoul met Vonhoff
uithaalden. Daar werd de
onderkoning van Sloch teren
eerst al uitgebreid in beeld
gebracht, terwijl hij bij de
openingsceremonie uitgebreid
naar de sportlieden stond te
zwaaien. Maar nog mooier was
wat de kijkers nooit in beeld
kregen: de zich nog verder
opblazende NOC-baas, die zich
zodra hij camera-verlichting
zag opdoemen pontificaal in
die richting spoedde. Dat het
opname-lampje slechts ging
branden om op hem het
bekende rode-lap-stier-effect
te bewerkstelligen en er
nimmer plaatjes van werden
uitgezonden, ervoer Vonhoff
tot zijn schande pas veel later.
Deze Vonhoff exit, maar de
bobomaat produceert vele
exemplaren. Zoals de huidige
voorzitter van de sectie
betaald voetbal en ook al oud-
staatssecretaris, Martin van
Rooijen. Ook iemand, die
geneigd is de algemene
belangen ondergeschikt te
maken aan de ego-interesse.
Een ding moet Van Rooijen
worden nagegeven: hij is
aanzienlijk slimmer dan
Vonhoff, veroorlooft zich geen j
publicitaire uitglijers, kent
voetballers ook bij naam, vaart
kortom meer op zeker. In het
ondertussen bijna een week
door midden-Europa toerende
Oranje voetbalgezelschap
ontbreekt Van Rooijen. Slechts
Rinus Michels en Jan
Huybregts verkeren als bobo
in de verder sportief getinte
groep, die eerst Wenen
aandeed en vervolgens in
Zagreb neerstreek. Daarmee is
het aantal officials verre in de
minderheid in vergelijking
met de hoeveelheid
meereizende verslaggevers.
Niet minder dan twintig
reporters en een handvol
fotografen vergezellen Oranje
bij de goldrush. In Italië voegt
zich daar nog eens een
veelvoud van persmensen
bij.Deze week voegde zich
Freek de Jonge bij de
vooruitgestuurde selectie van
verslaggevers, die zich in
Wenen verzamelde om af te
reizen naar Zagreb. Zijn
entree in het pershotel was al
een kleine cabaret-voorstelling
op zich. „Ik kom m 'n
accreditatie halen", schalde hij
wat ingestudeerd door de
ontbijtzaal, daarbij doelend op
de problemen die collega Youp
van 't Hek ondervond bij zijn
aanvraag voor perskaarten bij
het WK. Van 't Hek gaat
overigens, zo is inmiddels
duidelijk, gewoon als A-
verslaggever naar Italië Freek V'
de Jonge niet. Die houdt het
na een paar dagen Oranje
sfeer proeven voor gezien en
keert begin volgende week
terug naar Nederland.
Het WK-spektakel is een
fenomeen geworden dat
vanuit alle gezichtspunten
dient te worden belicht,
vinden tegenwoordig alle
hoofdredacteuren Ook
cursiefjes van alle mogelijke
oorsprong passen in dat beeld.
Zoals ook Henk Vonhoff jaren
geleden vanuit Calgary een
column mocht doorseinen. Pas
toen bleek, dat hij niet alleen
als NOC-baas een mislukking
was, maar ook als
stukjesschrijver. Zijn bijdragen
behelsden niet meer dan
opgeklopte olé en
aangewakkerde hoezee. Er zal
ook tijdens het naderende
toernooi om de wereldtitel
voetbal weer de nodige onzin
worden gedebiteerd.
Onschuldige voorvalletjes
krijgen weer de proporties van
heuse rellen, interne kongsies
worden weer via bevriende
perskanalen gespuid en het
eigen belang wordt weer
belangrijker gemaakt dan het
algemene. Je zou bijna
terugverlangen naar Henk
Vonhoff. Bij hem wist je
tenminste altijd dat het
onbelangrijk was bij wat hij te
berde bracht.