tienkamper Robert de Wit jruist van nieuwe energie Avital Selinger voelt zich als satelliet in baan om de aarde Olé voetballerlei £atdóe<3om<mt LEN JAAR RUST VOOR DRIE JAAR MOTIVATIE" ZATERDAG 2 JUNI 1990 PAGINA 11 lor kandidaat opvolging Robson DEN Graham Taylor, coach van Aston Villa, mag van •lubbestuur praten met de Engelse voetbalbond over de va- baan van bondscoach. Taylor is de belangrijkste kandidaat ia het WK Bobby Robson op te volgen, die naar PSV ver- jTaylor heeft nog een contract van een jaar bij de club uit ingham. Andere gegadigden zijn Terry Venables (Totten- I Hotspur) en Howard Wilkinson (Leeds United). rste succes trainer Ardiles 3ldo Ardiles, voormalig Argentijns international, boekte als Ier met Swindon Town zijn eerste succes. Door Sunderland et Wembley-stadion voor liefst 72.000 toeschouwers met 1-0 'prslaan, promoveerde zijn ploeg naar de Engelse eerste divi- Notts County promoveerde naar de tweede divisie door lm ere Rovers met 2-0 te kloppen, terwijl Cambridge United Osvaldo Ardiles. FOTO: PR zich door een 1-0 op Chesterfield met ingang van eind augustus derde divisionist mag noemen. Werner Fuchs trainer van het jaar BERLIJN Werner Fuchs is in de tweede Bundesliga is uitge roepen tot trainer van het jaar". De collega's van de 41-jarige coach, die Hertha BSC zo glansrijk terugbracht in de hoogste Duitse voetbalafdeling, waren eensluidend in hun mening dat alleen Fuchs die lovende kwalificatie toekwam. De Berlijnse club behoorde tot een van de weinige positieve verrassingen in de zojuist beëindigde competitie. Erg veel lol viel er ook nu niet te beleven in de op één na hoogste betaalde klasse. De te hoge, dikwijls op vage gronden gebaseerde doelstellingen en een schrijnend gebrek aan kennis van zaken bij allerhande bestuur- deren worden als voornaamste oorzaak gezien voor de vele voortijdige ontslagen bij het trainersgilde. Dé grootste teleurstel ling heette VfL Osnabrück, dat grote verwachtingen koesterde maar slechts op het nippertje ontsnapte aan degradatie. Albanezen verdacht van diefstal LONDEN Het junioren team van Albanië heeft de betekenis van de Engelse term „Duty-free shop" kennelijk wat al te letter lijk genomen. Na een bezoekje aan de belastingvrije winkel bij de Londense luchthaven Heathrow zat er voor de jeugdige voet ballers. inclusief trainer en manager, niets anders op dan ge dwee enkele leden van de Britse veiligheidsdienst te volgen, die het Zuideuropese gezelschap overdroeg aan de Engelse justitie. Volgens een zegsman van Scotland Yard zijn de jeugdige voet ballers in verzekerde bewaring gesteld nadat in de winkel di verse consumptie-artikelen werden vermist. Rufer legt aanbieding Grashoppers naast zich neer BREMEN Wynton Rufer, de linksbuiten van Werder Bre men, heeft een aanbieding om bij zijn eigenlijke werkgever Grasshoppers weer aan het werk te gaan, lachend naast zich neer gelegd. Rufer, die tot het einde van het afgelopen seizoen door Grasshoppers aan Werder Bremen werd uitgeleend, werd door manager Erich Vogel schriftelijk verzocht terug te komen, omdat de huidige aanvallers niet aan de verwachting voldoen. Rufer: ..Ik heb echt hard gelachen toen ik die oproep ontving. Het bevalt me prima in Bremen. Grasshoppers hoeft er echt niet op te rekenen dat ik terugkom. Ik zal nooit meer in Zwitserland spelen Robert de Wit: „Ik heb nog eenmaal de kans wereldschokkend nieuws te maken". FOTO: CEES VERKERK mens, omdat alles wat hij aan pakte redelijk succesvol ver liep. Hij heeft ten minste een maal bewezen bij de wereldtop te horen, voelt zich maat schappelijk redelijk op het droge en ziet zelfs zijn onlangs gestarte bedrijfje in computer software redelijk floreren. „Ik mag wel zeggen, dat alles wat ik aanpak altijd redelijk is ge lukt". „Ik ben nog steeds blij met die 8447 punten uit 1988. Daarmee heb ik bewezen wat er in zit. Het zou bitter zijn als ik zou moeten stoppen zonder dat ik er ooit mijn maximale presta tie uit had gekregen. Natuur lijk zou een medaille het zaak je mooi completeren. Ik ben er heel dichtbij geweest en mis schien is dat wel mijn motiva tie om door te gaan. Ik weet dat ik in de medailles kan val len als ik een keer mijn dag heb. Met die wetenschap ga ik ook dit seizoen in". Verdiensten De Wit is nooit vorstelijk be loond voor zijn prestaties op het koningsnummer van de at letiek. Hij zit er niet mee. dat collega's als Mellaard, Drup pers, Cooman en Van Hulst zoveel meer toucheren met hun activiteiten. „Als je ge frustreerd wilt raken van de verschillen in verdiensten, oef je niet zozeer naar die collega's te kijken. Dan kun je beter kij ken naar wat tennissers en voetballers verdienen in ver gelijking met verdiensten in het gewone maatschappelijke leven. Dat is buiten alle pro porties. Het zou mij overigens niet eens wat lijken om in vier jaar voetballen tien miljoen te verdienen om vervolgens al tijd geforceerd te lopen zoeken naar een invulling van je be staan. Ik ben het type dat lie ver leuk werk blijft doen voor zijn bestaan". „Ik heb altijd beweerd dat ik sport om plezier te hebben. Niet voor het geld. Dan had ik er verstandiger aan gedaan één nummer te kiezen, maar dat zou ik niet kunnen op brengen. Natuurlijk is honore ring leuk en ik pik best mijn graantjes mee waar dat moge lijk is, maar het is niet zalig makend. Tienkampers trek ken tijdens een evenement met elkaar op alsof het broers zijn. Dat is voor mij meer waard dan wat ook". RENE VAN HATTUM AMSTELVEEN Z'n geest leeft voort, dat staat vast. Arie Selinger leeft mee met de prestaties van de nationale volleybal- ploeg. „Met z'n hart is-ie nog altijd bij ons", verklapt zoon Avital. De lijn van pa wordt moeite loos doorgetrokken door zoon lief. Al doet ook Avital Selin ger alles op zijn manier en vanuit zijn eigen innerlijke drijfveer. Hoezeer Arie nog meeleeft met z'n boys, bleek uit de tip, die hij de ploeg ooit massaal via de fax toezond. „Ga geen compromissen aan, waardoor je misschien minder krijgt dan je verdient. Jullie verdienen het om de nummer één te zijn, dus geloof daarin", klonk het vastberaden vanuit Japan. Een vergelijking van vader en zoon is wel op z'n plaats. Avital Selinger laat zich schoorvoetend overhalen tot een bespiegeling: „Sinds 1965, dus vanaf m'n zesde jaar, leefde ik gescheiden van hem. Pas in 1985 hebben we elkaar weer ontmoet en gingen we plotseling dagelijks met elkaar om. Als je dan achteraf ont dekt hoeveel we op elkaar lij ken, dan komt dat toch voort uit de opbouw van mijn eigen persoonlijkheid. Ik ben er best trots op als mensen zeggen dat ik op hem lijk. Persoonlijk vind ik Arie namelijk een hele goeie gozer. Wat-ie doet, doet- ie goed. Ja, uiterlijk lijk ik ook op hem, maar daarnaast vooral in doen en denken. Toch leef ik gewoon m'n eigen leven". Toen Arie Selinger Nederland verliet en zich in Japan ging vestigen, verplichtte hij zijn zoon een fax-apparaat aan te schaffen. „Als je enkele jaren achtereen zoveel en intensief contact met elkaar hebt gehad, dan moet je dat toch kunnen voortzetten. En telefoneren is dan peperduur. Al schrijvende praat ik nu via de fax met mijn vader. Ja, dat gebeurde de laatste tijd bijna dagelijks. Inderdaad, ik mis hem; als mens en als vriend. Hij is na melijk de beste coach van de wereld. Maar ook met hem op de bank moesten de prestaties gewoon van de spelers zelf ko- Relateren Het volleybal heeft compleet bezit genomen van het denken van Avital Selinger. Kritikas- ters beweren dat hij alles weet te relateren aan het spelletje. Of het nu over vrouwen, de wereldpolitiek of spruitjes gaat. Binnen tien seconden is een associatie met het volley bal gemaakt. Indianenverha len, net als dat Avital op z'n praatstoel met gemak nog en kele uren langer bleef doorfi- losoferen over de volleybal - sport als z'n pa al lang was af gehaakt. Toch spreekt de be zieling door in zijn doen en la ten in de groep. De ex-Israe- liet, die zich in 1985 tot Neder lander liet naturaliseren, ziet het simpelweg als zijn taak „Ik doe wat ik nodig vind en wat het team nodig vindt", stelt hij simpel. „Dat heb je of dat heb je niet. Als aanvoerder heb je tevens een vrijbrief om wat meer te zeggen. Dat heb ik altijd al gedaan. Eigenlijk al vanaf 1971 toen ik met volley bal begon". „Vooral buiten het veld ken ik mijn taak. Het team is name lijk wel vierentwintig uur per dag bij elkaar op een groot toernooi. De wedstrijd 4sei- genlijk maar een kort gedeelte van die dag. Ik doe wat nood zakelijk is; als speler en als aanvoerder. Moet ik het veld in als het slecht gaat, dan moet ik ervoor zorgen dat het beter gaat. Ik heb zo langzamerhand de ideale balans gevonden. Want al die inspanningen voor het team vergen wel extra energie en kunnen ten koste gaan van je eigen prestaties. In het teambelang is het goed dat ik veel praat, terwijl de ploeg op z'n tijd ook jou zal helpen als het minder gaat". Uit koers De 1,75 meter „kleine" Selin ger omschrijft zijn taken aldus: „Ik ben te vergelijken met een motor van een satelliet in een baan rond de aarde. Als dat ding uit z'n koers raakt, dan moet het motortje aangezet worden om de boel weer recht te trekken. Eigenlijk ben ik dus druk bezig om mezelf als mens te ontwikkelen. In eerste instantie als speler en als aan voerder. Aan een mogelijke baan als coach denk ik nog ab soluut niet". Tijdens de wedstrijden van de Nederlandse ploeg zorgt Peter Blangé in eerste instantie voor de aanvoer van de set-ups richting aanvallers. Avital Se linger is immer „stand-by". Een moeilijke rol, daar is hij het mee eens. „Je hebt weinig spel- en wedstrijdritme, waar door het niet simpel is om in de basis-zes in te vallen. Het is echt een kunst om iedere keer het team terug te krijgen op de juiste lijn. Dat kost ontzettend veel concentratie en techniek. Ja, op die onderdelen moet je compenseren. Maar als ik Pe ter kom vervangen, dan kom ik altijd voor de volle honderd procent het veld in. Het team kan dan op mij rekenen", meent hij. Het feit dat hij niet als basis speler mag opdraven, doet Avital Selinger niets. „Een teamsport als volleybal speel je met zes man in het veld en zes langs de kant. Dat is gewoon zo. In de trainingsperiode krijg je de kans om jezelf te bewij zen. Dan maakt de coach z'n keus voor de line-up, waar ie dereen zich in moet schikken. Uiteraard wil je zelf wel steeds beter worden, maar juist daar door wordt de eerste zes ook steeds sterker. In de onderlin ge strijd stuw je die jongens op naar een heel hoog niveau. In de topsport geldt nu eenmaal het recht van de sterkste. Deze instelling van een gezonde at leet is de enige manier om in een teamsport de top van de wereld te bereiken. Volleybal is een sport van zes individuen tegen zes andere individuen. De som van al die onderlinge gevechtjes in het veld bepaalt het eindresultaat, dus of het collectief zegeviert of niet". De autoriteit en leidersrol die Avital Selinger in de Oranje- ploeg op zich heeft genomen, staat bij ziin teamgenoten nim mer ter discussie. „En het is uiteraard ook fijn voor Brok king als je zo'n steun in ie ei gen team hebt rondlopen er kent Edwin Benne. De hoofd aanvaller heeft echt bewonde ring voor de passie van Avital. „Je ziet hem tijdens zo'n toer nooi elk uur van de dag den ken, schrijven, kijken en pra ten. Hij doet er echt alles aan om iedereen geestelijk fit te krijgen voor de volgende wed strijd. Hij kan met zijn volley balvisie heel erg veel bijdra gen. En omdat hij echt alles kan beredeneren, staat hij een stuk boven de rest. Niemand zal hem tegenhouden". RONALD WOUDENBERG ital Selinger: „Vooral buiten het veld ken ik mijn taak". FOTO: DIJKSTRA natuurkunde afronden. „Mijn maatschappelijke carrière heb ik op dat moment voorrang gegeven. In februari '89 kreeg ik bij DAF een parttime con tract voor drie jaar en in juni studeerde ik af". Zelfvertrouwen Dat stukje zekerheid heeft De Wit zelfvertrouwen gegeven. Hij zag collega-atleten, die aan een studie waren begonnen, zo lang met atletiek doorgaan, dat ze, toen het er op aan kwam, voor het bedrijfsleven buiten de boot vielen. „Dat wilde ik absoluut niet. Ik ben niet op mijn zestiende aan top sport begonnen om er op mijn dertigste hopeloos bij te lopen. Daarom vond ik het na de Spelen belangrijk bedrijfssitu aties op te zoeken om ervaring op te doen. Toevallig was het bij mijn eerste sollicitatie ge lijk bingo". Zijn contract bij DAF („Ook een beetje mijn sponsor") loopt tot net na de Olympische Spelen van Barce lona. „Waar ook het eind van mijn carrière is gepland". Afgelopen najaar was het li chaam voldoende uitgerust en was De Wit's geest weer be reid tot het aangaan van de slopende trainingsarbeid. Ne gen trainingen per week van ieder twee uur, met- als doel terug te komen op zijn oude niveau. „Ik ben weer aardig op weg, hoewel ik in februari een achillespeesblessure opliep die me een week of zes heeft gekost. Ik ben nu weer een maand voluit bezig en ik zie het wel zitten". De NK in Zwolle komt niet te vroeg, maar De Wit vindt dat hij er gewoon niets te zoeken heeft. Over twee weken wordt in het Oostenrijkse Götzis een internationale meerkamp ge houden, waar de hele wereld top op af komt, inclusief olym pisch kampioen Schenk. Daar kan De Wit te weten komen hoe hij er echt voorstaat. In Götzis geven veel tienkam pers, die in het na-olympisch jaar rust hebben genomen, acte de presence. Zij moeten zich allemaal nog kwalificeren voor het EK in augustus in Split. Net als De Wit. „Als je in Split echt om de plaatsen mee wilt doen, moet je je har den tussen de internationale concurrentie. Dan weet je waar zij staan en dan kun je gaan vergelijken". De Wit denkt niet dat hij door zijn lange rustperiode achterop is geraakt bij de wereldtop. „Zeker niet. De rust heeft me op andere manieren ervaring gebracht. Ik heb er nu weer echt zin in, dat had ik vorig i'aar niet meer. Natuurlijk ging iet in '88 goed en misschien had ik op bepaalde nummers nog aanzienlijke winst kunnen boeken als ik door had ge traind. Maar dan was er on- herroeppelijk op korte termijn een jaar gekomen, dat ik er definitief de brui aan had ge geven. Terwijl ik nu weer zin heb en een doel: Barcelona, daar kan ik me helemaal sterk voor maken. Ik heb één jaar rust genomen voor drie jaar motivatie". Teken Hij proeft aan de trainingen dat het de goede kant weer op gaat. „Ik spring polshoog met stokken die ik vroeger alleen in de wedstrijd gebruikte, voor mij is dat een teken dat ik lek ker zit. En van een 11.08 op de 100 meter met windje tegen afgelopen weekeinde tijdens de Zuidnederlandse kampi oenschappen, denk ik ook: niet gek". „Ik begin steeds meer zelfver trouwen te krijgen en dat is enorm belangrijk. Na zo'n stil le periode weet je niets van je zelf. Dan leun je volledig op je zelfvertrouwen. Daarom heb ik geen drang naar het NK. Daar vijzel ik mijn zelfver trouwen niet mee op. Als ik nu een tienkamp bij het NK ga doen en ik ben half gemoti veerd, dan vallen de prestaties altijd tegen. En ik heb mo menteel geen zin in een wed strijd die tegenvalt. Ik moet nu in de opwaartse spiraal blij ven. Daarom was ik aan de ene kant zelfs blij met die achillespeesblessure. Nu kon ik ten minste niet te vroeg in vorm komen". De Wit heeft zés trainers. Dat vindt hij prettig. Net zo min als hij er tegen zou kunnen zich op één nummer te specia liseren, zou hij er niet tegen kunnen iedere dag hetzelfde gezicht langs de baan te zien. „Ik ben het type van: hoe meer zielen, hoe meer vreugd. En hoe meer mensen er aan mij sleutelen, hoe beter ik dat vind. Ik word op die manier een vergaarbak van de tech nieken en de filosofién die al die trainers er op nahouden. Daar moet ik het beste uitha len en ik denk dat me dat aar dig lukt. En stel je voor, iedere dag hetzelfde gezicht langs de baan: vreselijk". Topper De Wit is niet alleen in Neder land een topper, maar ook in ternationaal. Hij werd twaalf de op het WK in '83 in Helsin ki, negende op het EK in '86 in Stuttgart en achtste bij de Spelen in Seoul. Maar hij, knokte nooit expliciet voor een klassering, alleen maar voor betere prestaties. „Ik wil best tiende worden in een wedstrijd waarin ik 8500 pun ten scoor. Dan heb ik een fan tastische tienkamp gedraaid en heb ik mijn eigen grenzen ver legd. De klassering is pas de tweede prioriteit". Zelfs voor een evenement als de Olympische Spelen, waar toch louter en alleen medailles tellen, houdt De Wit dat denk beeld overeind. „Hoe krijg je een hoge klassering! Door voor een plaats te gaan of voor goe de prestaties? Ik denk door je te concentreren op goede pres taties en niet op je klassering. Als je goed presteert, dan gaat het vanzelf". „In Seoul heb ik de tussen stand niet eens in de gaten ge houden. Een paar dagen na de wedstrijd zag ik voor het eerst de lijsten met resultaten. Pas toen zag ik dat ik zesde heb gestaan in de tussenstand. Dat betekent dat ik medaille-kan didaat ben geweest. Daar heb ik tijdens de wedstrijd niet één keer aan gedacht. Het ging al leen om de prestaties". Startschot Seoul was voor De Wit niet anders dan welke willekeurige andere meerkamp. „Voor mij is een startschot een startschot. Als het startschot is gevallen, scheer ik elke tienkamp over één kam. Je bent iedere tien kamp toch met jezelf bezig, waar» ter wereld ook. Het bij zondere realiseerde ik me pas achteraf. Dan bedenk je ineens dat je daar rustig je rondjes hebt uitgelopen, alsof je hier op de baan in Eindhoven bent. Daar zitten dan vijftigduizend mensen in het stadion naar te kijken en daar kijken op tele visie miljoenen mensen naar". „De waarde van de Olympi sche Spelen heb ik in Seoul nauwelijks gemerkt. Dat merk je pas als je thuiskomt en er horden mensen staan te wach ten. Maar een achtste plaats zegt in een olympisch dorp niet zoveel". In 1988 was De Wit met 8447 punten een tijdje aanvoerder van de wereldranglijst, vóór wereldsterren als Thompson, Hingsen en Schenk. Met dat puntentotaal staat hij nog altijd in de mondiale top-twintig al ler tijden. Maar een internatio nale medaille zat er tot dus verre niet in voor de Braban- Tevreden Toch heeft hij geen ziekelijke zucht naar een medaille. Hij noemt zichzelf een tevreden IDHOVEN Terwijl collega-meerkampers M weekeinde in Zwolle m de nationale titel strij- f i, hanteert Robert de de witkwast in zijn uwe huis in Eindho- rlands sterkste tienkamper »t zich over twee weken in zis wel op internationaal ?au. Daar heeft hij met oog de EK komende zomer in t meer aan, vindt hij. ior een NK heb ik niet zo- l motivatie. Daar is te wei- serieuze tegenstand. En bij EK gaat het straks toch om internationale routine. Die i je niet bij het NK op- n" Robert de Wit was een buiten beeld. In Seoul •d hij achtste op de olympi- B meerkamp, daarna werd nauwelijks iets van hem nomen. Hij nam met Rob jrtsen deel aan het EK sleeén, maar dat is voorbij. Wit heeft zich weer geon- treerd op de meerkamp. En rop wil hij de wereld ko- nde twee jaren nog één tr een flink poepie laten ken. De Brabander bruist i nieuwe energie. 1988, kort voor Seoul, was aanvoerder van de wereld- glijst. Daarom weet hij dat de absolute wereldtop kan en. En daarom zette hij vo- jaar november, op zijn 27e, eenmaal fors aan voor een iode van drie jaar. Voor het st in zijn carrière gokt De t op één paard: Barcelona „Ik weet dat het link is, ar ik heb nog eenmaal de is wereldschokkend nieuws maken. Dat wil ik probe- de Olympische Spelen in 18 deed hij bewust een stapje Ug. Lichaam en geest had- 1 na tien jaar topsport aan 1 stuk behoefte aan een pe- de van rust en bezinning, j De Wit wilde zijn studie door Frank Werkman Er zijn nog steeds figuren, die - menen dat sport en politiek niets met elkaar hebben te maken. Vaak wordt die stelling gehanteerd als afweermiddel om een discussie over het thema uit de weg te gaan. Soms gebruikt iemand die oude kreet, omdat-ie het echt gelooft. De oud-voorzitter van het Nederlands Olympisch Comité en huidig commissaris der koningin in Groningen Henk Vonhoff was er zo een. Dat gebrek aan realiteitszin gevoegd bij een pompeuze, niet door kennis van de onderhavige materie (hij feliciteerde bijvoorbeeld voortdurend verkeerde medaillewinnaars) gehinderde opstelling leidde tot Vonhoffs val. Hij kon zich verder aan de politiek wijden en de sport aan V kenners en beoefenaars N, overlaten. Tot verdriet van degenen, die zich nog steeds tranen lachen over de grap die ze in Seoul met Vonhoff uithaalden. Daar werd de onderkoning van Sloch teren eerst al uitgebreid in beeld gebracht, terwijl hij bij de openingsceremonie uitgebreid naar de sportlieden stond te zwaaien. Maar nog mooier was wat de kijkers nooit in beeld kregen: de zich nog verder opblazende NOC-baas, die zich zodra hij camera-verlichting zag opdoemen pontificaal in die richting spoedde. Dat het opname-lampje slechts ging branden om op hem het bekende rode-lap-stier-effect te bewerkstelligen en er nimmer plaatjes van werden uitgezonden, ervoer Vonhoff tot zijn schande pas veel later. Deze Vonhoff exit, maar de bobomaat produceert vele exemplaren. Zoals de huidige voorzitter van de sectie betaald voetbal en ook al oud- staatssecretaris, Martin van Rooijen. Ook iemand, die geneigd is de algemene belangen ondergeschikt te maken aan de ego-interesse. Een ding moet Van Rooijen worden nagegeven: hij is aanzienlijk slimmer dan Vonhoff, veroorlooft zich geen j publicitaire uitglijers, kent voetballers ook bij naam, vaart kortom meer op zeker. In het ondertussen bijna een week door midden-Europa toerende Oranje voetbalgezelschap ontbreekt Van Rooijen. Slechts Rinus Michels en Jan Huybregts verkeren als bobo in de verder sportief getinte groep, die eerst Wenen aandeed en vervolgens in Zagreb neerstreek. Daarmee is het aantal officials verre in de minderheid in vergelijking met de hoeveelheid meereizende verslaggevers. Niet minder dan twintig reporters en een handvol fotografen vergezellen Oranje bij de goldrush. In Italië voegt zich daar nog eens een veelvoud van persmensen bij.Deze week voegde zich Freek de Jonge bij de vooruitgestuurde selectie van verslaggevers, die zich in Wenen verzamelde om af te reizen naar Zagreb. Zijn entree in het pershotel was al een kleine cabaret-voorstelling op zich. „Ik kom m 'n accreditatie halen", schalde hij wat ingestudeerd door de ontbijtzaal, daarbij doelend op de problemen die collega Youp van 't Hek ondervond bij zijn aanvraag voor perskaarten bij het WK. Van 't Hek gaat overigens, zo is inmiddels duidelijk, gewoon als A- verslaggever naar Italië Freek V' de Jonge niet. Die houdt het na een paar dagen Oranje sfeer proeven voor gezien en keert begin volgende week terug naar Nederland. Het WK-spektakel is een fenomeen geworden dat vanuit alle gezichtspunten dient te worden belicht, vinden tegenwoordig alle hoofdredacteuren Ook cursiefjes van alle mogelijke oorsprong passen in dat beeld. Zoals ook Henk Vonhoff jaren geleden vanuit Calgary een column mocht doorseinen. Pas toen bleek, dat hij niet alleen als NOC-baas een mislukking was, maar ook als stukjesschrijver. Zijn bijdragen behelsden niet meer dan opgeklopte olé en aangewakkerde hoezee. Er zal ook tijdens het naderende toernooi om de wereldtitel voetbal weer de nodige onzin worden gedebiteerd. Onschuldige voorvalletjes krijgen weer de proporties van heuse rellen, interne kongsies worden weer via bevriende perskanalen gespuid en het eigen belang wordt weer belangrijker gemaakt dan het algemene. Je zou bijna terugverlangen naar Henk Vonhoff. Bij hem wist je tenminste altijd dat het onbelangrijk was bij wat hij te berde bracht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 11