/ergeetverhalen van Ixlriaan Bontebal "ietpraat „Nu weet ik het, ik kan schri jven QeidóaQowumt Areuze Candy Duif er mag even uitblazen HEKEN EN PLATEN VRIJDAG 1 JUNI 1990 PAGINA 15 ?si iain Bontebal: „De ark"-verha- r^Jitgeverij In de Knipscheer. 11123,50. /an de kriteria die je kunt iggen voor korte verhalen vergeetfactor ervan. Wat je na een paar dagen nog verhalen uit een bun- bat is een proef, die op andere manier heel se- héf 's- hejn verhalen van Biesheu- jjttlotz, om maar eens ie- ,ml te noemen, die na eerste irjg in je geheugen gegrift rai. Is dat een literair crite- er? Waarschijnlijk wel, d, het blijkt bij nadere ana- r0>teeds om heel indringen- knap gecomponeerde eialen te gaan, die je bij blij- De middelmaat en het reere vergeet je dan ook ngkkelijk. vergeetfactor speelt in waardering voor het ujpe boek, een verhalen- ;n,el dus, van Adriaan Bon- ei, een belangrijke rol. ;ej/erhaal uit ,,De Ark", een je met vierentwintig ver- i, lees ik en vergeet ik )nd. Ik moet teruglezen laderen in wat ik las, om Adriaan Bontebal die verhalen weer in mijn ge dachten op te roepen. Het gaat hier om schetsen, uit het leven gegrepen, voorvallen die te boek zijn gesteld alsof ze zich afspeelden in de beleefbare wereld van een underdog uit FOTO: MILAN KONVALINKA Schilderswijk, van- Peggy Neem nou eens het zo treurige, maar natuurlijk toch komische verhaal over de ontmoeting van de hoofdpersoon, die Bon tebal heet, met Peggy zoals het verhaal heet. Dat meisje is een actrice, zegt ze. De twee bevin den zich in een trendy Haagse café, waar Bontebal zijn dorst lest met een Belgisch biertje met een citroentje, want geen detail, terzake of niet, wordt de lezer onthouden. Een tot niets leidend gesprek met het meisje Peggy wordt weergege ven. Daarin legt ze bijvoorbeeld uit, dat ze die naam heeft, omdat haar moeder Peggy Lee inder tijd zo bewonderde. Na afloop gaat ieder zijn eigen weg, ook al wil Bontebal dat misschien niet. De lezer vergeet dit inci dent terstond. Wat voor zin heeft het ook dat hij er nadere gedachten aan wijdt? Mis schien was hij door bepaalde wendingen in het gesprek zo nu en dan geamuseerd, mis schien heeft hij even een beeld gekregen van de hoofdperso nen, maar bij dat laatste zet ik al grote vraagtekens. Onveranderlijk is Bontebal de underdog. Vrouwen die hij be geert, laten hem voor wat hij is. De vomgeving is steeds ge lijk. Met uitzondering van het laatste verhaal, dat „Hannah" De schrijver zoals illustrator Edwin Hagendoorn hem afbeeldt op de omslag van „De Ark". Invallen De vormgeving lijkt hier in hoge mate bepaald door de in vallen en onverhoedse wen dingen die het gevolg zijn van drank of andere verdo.ving. Dat mag wel, het is nog amu sant ook en het draagt zeker bij tot een gevoel van onge mak en onwezenlijkheid. De lezer wordt daar even geraakt. Overleeft dit verhaal dan toch de vergeetproef? Dat is vanaf nu rustig afwachten. JAN VERSTAPPEN MARTI LEIMBACH EN DE LUXE NA EEN SUCCESVOL DEBUUT Meijnen en Jaap Voerman: Meijnen en Jaap Voerman: en andere bekende inlanders". Novella Uitgeverij ifoort. Prijs: 12,90.- h doet een uitgever, die ei bestsellerschrijvers in Nietten heeft kunnen strik ken toch aan de bak wil Novella Uitgeverij in Irsfoort heeft daar het vol le op gevonden. Stuur een °- met stompzinnige vra- bekende Nederlan wacht geduldig af, of in trappen. Zodra er vol- antwoorden binnen je er een bundel die je onder de titel „Lik- ardje en andere bekende irlanders" door de strot de erkende boekhandela- itampt. ezegd, zo gedaan. Nanda ~ien en Jaap Voerman sen wat vragen en op- iten bij elkaar. Zoals deze: een zelfportret, wat is 'reemdste dat u ooit gege- leeft en wat is de flauwste die u ooit gehoord heeft? dat kun je rustig over la- aan mediatycoon Wim oom. Die schudt ze uit zijn iv. Jaap, ga jij eens kijken al wat in de brievenbus Novella ligt. Ja hoor, heb- Wim op zijn best, mogen vaststellen. Hondje is van dame met hele grote bor- Loopt het beestje op een ven dag weg. Mevrouw er ïraan. Schiet de eerste de meneer aan en vraagt: ;ft U Zoiets ook gezien?". iord: geen mens, die een 1 Zoiets noemt. Maar an- klopt Wims' mop niet Kijkt die man naar haar ;en en zegt: zoiets heb ik nooit gezien. k Molenberg mag er trou- ook zijn. Molepiep, zoals vrienden hem noemen, t deze in de aanbieding: ik to'n dorst. Heeft u nog een 2 lendewater?. dan Jacques 'd'Ancona. 1 u vast. Deze kabouter muts uit het hoge noorden It gelijk zijn sterkste troef Bram vraagt aan Moos: s het met de brand afgelo- Zegt Moos: sssst, die is jen pas. aat het 126 pagina's door. panthéon vol poreuze praat van pedante pape- ;n, die niks, nul komma te melden hebben en daar glashard voor uit komen Vraag vier luidt: be- jjft u eens hoe de wereld it zou zien als u geen be- le Nederlander zou zijn. daar weten ze wel raad Bosboom, kom voor de d met de evergreen:,, op moment dat ik geen tye- le Nederlander meer zou zou rechts Nederland in Keyl mag er trou- 5 ook zijn:,, als ik geen be- le Nederlander was, zou 3 mijn neus peuteren op it, voor dringen in winkels jieerlijk de beest uithan- jiu, wat dat betreft wordt terine op haar wenken be- d. Zojuist is bekend ge kt, dat Veronique haar iijtshow heeft opgedoekt, wat let haar om terug te ?n in de grijze rijen der Nederlanders, Catherine. En peuter die voor dit boek ge veld is, had een beter lot iend. Hadden ze maar toi- van hem gemaakt. had hij er vrede mee hebben. LEO THURING AMSTERDAM De geestige, felle, talentvolle, maar bovenal doodzieke Victor besluit zich met de via een advertentie ont moette verzorgster Hilary terug te trekken aan zee in Massachussets. Tussen de aan leukemie sterven de Victor en zijn 27-jarige verzorgster onstaat al spoedig een hartstochtelij ke liefdesrelatie. Dan komt Hilary echter in aanraking met de aan- trekkelijké Gordon, met wie de liefde aanzienlijk langer zou kunnen duren. Zo ontstaat een gecompli ceerde driehoeksverhou ding. Ziehier het gegeven voor een literair kassucces. De 26-jarige Amerikaanse Marti Leimbach schreef in haar studententijd op de Harvard University haar eerste roman, die deze dagen ook in Nederland verschijnt onder de titel „Wintertij". Een Amerikaans uitgever toonde direct belangstelling voor het manuscript en gaf het uit. Spoedig volgden uitgeverijen in twaalf landen, en voordat het boek goed en wel versche nen was, kocht filmproducent 20th Century-Fox de filmrech ten. Leimbach wist zich in korte tijd een half miljoen dol lar rijker en als we haar uitge ver mogen geloven is de jonge debutante dé literaire sensatie van het jaar. Zelf klinkt Marti Leimbach daar nog niet zo zeker van: „Ik had nooit gedacht dat dit boek een succes zou worden. Vanaf mijn negentiende schrijf ik gedichten en essays. Ik leefde altijd met het idee dat ik na mijn studie Engelse literatuur en letterkunde zou gaan werken als lerares. Schrijven zou mijn hobby blij ven. Dat ik nu ineens hele da gen kan schrijven zonder me druk te hoeven maken over mijn inkomsten, is natuurlijk geweldig. Het is een luxe die weinigen van mijn leeftijd zich kunnen veroorloven. Dat be sef ik nog steeds elke dag. „Wintertij" is geen 'lekker boek', dacht ik. Ik verwachtte niet dat het zou verkopen. Mensen zouden misschien zeg gen dat het te zwaarmoedig zou zijn. Maar dat is helemaal niet gebeurd". Schrijfgroep Gezeten in een luxueuze suite van haar hotelkamer in Am sterdam, vertelt een opgewek te Marti Leimbach over het ontstaan van „Wintertij". „Tij dens mijn studie zat ik in een soort schrijfgroep voor studen ten, onder leiding van de au teur MacDonald Harris. Hij leerde me veel over de tech niek van het schrijven, 's Avonds en in de weekends stortte ik me volledig op het schrijven. Ik vroeg me niet af waar „Wintertij" over moest gaan. Een verhaal had ik nog helemaal niet in mijn hoofd, wél de karakters. Ik begon ge woon te schrijven, en zeven maanden later was het af. Ik wist vanaf het begin dat er iets tragisch aan de hand moest zijn met Victor, dat hij zijn af faire met Hilary niet zou over leven. Ineens dacht ik: nu weet ik het, hij moet vreselijk ziek zijn. De ideeën voor de rest van het verhaal kwamen al schrijvende in me op. Al gauw had ik het gevoel dat dit geen gewoon kort verhaal was, maar dat de karakters genoeg diepgang hadden voor een ro man. Toen ik het boek af had, wist ik: ik kan schrijven, ik weet niet of het goed of slecht is, maar ik kan schrijven". Ondanks de jonge leeftijd van de hoofdpersoon Hilary, is „Wintertij" volgens Leimbach geen autobiografische roman. „Mensen denken altijd dat ik Hilary ben. Ik ben wel eens bang dat ze teleurgesteld zijn wanneer ik zeg dat dat niet zo is. Ik zou bijvoorbeeld nooit een op een advertentie schrij ven van iemand die een ver zorgster vraagt. Goed, Hilary is ongeveer even oud als ik ben, maar dat is omdat het nu eenmaal eenvoudiger is te schrijven vanuit een hoofdper soon die ongeveer je eigen leeftijd heeft". „Erop terugkijkend kan ik makkelijk constateren dat er wel een paar dingen in mijn persoonlijke leven parallel lo pen met dat van Hilary. Mijn moeder stierf aan kanker. Zij reageerde helemaal niet zoals Victor, ze is, anders dan Victor die met zijn medische behan deling besloot te stoppen, tot het einde toe door gegaan met medische behandelingen. Er zijn geen directe overeenkom sten tussen de dood van mijn moeder en de dood van Victor in mijn boek. Maar ik heb er ideeën in verwerkt.flk laat bij voorbeeld zien hoe zieke men sen in onze samenleving wor den behandeld. Wanneer je ernstig ziek bent, zien mensen je ineens niet meer als vroe ger. Je bent alleen nog maar die zieke, en niets meer dan dat. Ik heb daar tijdens de ziekte van mijn moeder altijd tegen gevochten. Als ik op be zoek was in het ziekenhuis, probeerde ik zoveel mogelijk grapjes te maken, net zoals ik vóór die tijd deed. Dat komt ook terug in de per soon Victor in mijn boek. On danks zijn leukemie en zijn naderende dood probeert hij toch steeds dezelfde Victor te blijven. Hij wil zijn onafhan kelijkheid bewaren, zijn eigen individualiteit bewaren. Victor blijft het hele boek door net zo moeilijk als hij altijd is ge weest, en zo hoort het ook". Dramatische liefdes Een reden voor haar onver wachte succes kan Marti Leimbach zelf niet bedenken. „Ik denk dat alle uitgevers die het lazen er iets anders goed aan vonden". De Amerikaanse krant New York Times deed wel een poging: „Er is altijd al een gezonde markt geweest voor dramatische liefdes", stel de het blad. Daarnaast zou het thema van een vroeg sterven de zieke volgens de New York Times actueel geworden zijn door de aids-problematiek. Maar Marti Leimbach zegt zich dat allemaal niet gereali seerd te hebben tijdens het werken aan „Wintertij": „Het zal best zo zijn dat dramatische liefdesverhalen goed verko pen, maar met de marketing van mijn schrijfsels heb ik me nooit bewust bezig gehouden en dat hoop ik ook nooit te doen. Ik ben niet bepaald de eerste die over driehoeksver houdingen schreef, en vast ook niet de laatste. Het is geen vooropgezet plan geweest. Ik heb „Wintertij" overigens ook nooit beschouwd als een boek over een driehoeksverhou ding. Ik zag het als een ver haal over drie personen, los van elkaar. Ik wist niet eens wat het was, totdat mensen me zeiden dat het daarover ging. Mij Best. Wat de aids-proble matiek betreft: Ik heb lang ge zocht naar een ziekte die Vic tor zou kunnen hebben. Heb er doktoren over geraadpleegd en ziekenhuizen bezocht. Een Marti Leimbach: „Ik ben zelf enthousiast over „Wintertij", omdat het me na al die maanden en 250 pagina's nog steeds blijft boeien. En wanneer mij dat lukt, zal de lezer dat ook wel lukken". FOTO: CORNÉ SPARIDAENS vriend raadde me aan aids te nemen, maar ik zei: in geen geval. Ik ben niet de geschikte figuur om een boek over aids te schrijven, ik ken niemand die eraan gestorven is". De verkoopbaarheid van Leimbachs pennevruchten zal haar ook in de toekomst niet bezig houden, zo zegt de schrijfster. „Ik weet dat het succes van „Wintertij" me kan belemmeren bij het schrijven van mijn volgende boek, maar tot nu toe is dat niet zo. Ik kan me er gewoon geen zorgen om maken. Ik ken inmiddels wat mensen uit de uitgeverswe reld, maar ik probeer er zover mogelijk vandaan te blijven, om maar niet onder hun druk te komen. Ik blijf gewoon le ven in mijn flat in Boston, sa men met mijn hond. Zo kan ik doen wat ik altijd deed, en schrijven wat ik zelf wil". Onbevangen Inmiddels werkt Leimbach al weer enkele maanden aan haar tweede boek. Haar werk wijze is weer even onbevan gen als bij „Wintertij": pas na 250 pagina's wist ze hoe het verhaal zou eindigen. „Het gaat over een volwassen man die na lange tijd terugkomt bij zijn familie. Hij kijkt terug op zijn kinderjaren en beseft hoe bizar Amerikaanse gezinnen werken. Ik wil er nog niet veel over kwijt, maar het is stukken vrolijker dan „Win tertij", er gaat in ieder geval niemand in dood. Het boek ontstond met schrij ven over een man die in het vliegtuig zat, op weg naar huis. Ik had vijf pagina's af en dacht: oké, wat moet er nu ge beuren. Dat herhaalde zich om de tien a twintig bladzijden, en pas sinds kort ken ik de plot van het verhaal. Ik ben zelf enthousiast over het boek, om dat het me na al die maanden en 250 pagina's nog steeds blijft boeien. En wanneer mij dat lukt, zal de lezer dat ook wel lukken". Ondertussen baadt Marti Leimbach zich in de luxe die het succes van „Wintertij" haar opleverde. „Mensen zeg gen me vaak dat ik nu van de opbrengsten stil kan gaan le ven. Onzin, ik schrijf bijna elke dag, en dat is waar ik mijn geld aan uitgeef. Ik be doel: ik kan nu eindelijk zon der zorgen mijn huur betalen en mijn auto aflossen. Maar ik blijf verder gewoon schrijven, 's Ochtends heel vroeg of 's avonds tot diep in de nacht kruip ik achter mijn tekstver werker. Ik ben er verslaafd aan geraakt, zou nooit kunnen stoppen. Het is niet alleen maar een baantje. Schrijven is een deel van mijn leven ge worden. Het is mijn eigen kunst, mijn creatie, al druk ik in mijn verhalen weinig over mezelf uit. Ik schrijf niet over Marti Leimbach. Ik zie mezelf als een producent van taal. Wanneer je weet dat de woorden die je schreef goed zijn, ook al weet je niet wat goed is en waarom ze goed zijn, dan geeft dat een heerlijk gevoel. Wanneer de woorden niet van jezelf zijn, maar ook niet van een ander, want jij tikte ze immers dan raak je aan dat onverklaarbare dat 'creatie' heet. Wat er ge creëerd wordt en wat daarmee wordt uitgedrukt, is moeilijk te zeggen, maar het gevoel dat het geeft maakt me gelukkig". JEAN-PIERRE GEELEN Een mooi koppie, verscholen achter een swingende saxo foon, het is een combinatie die Candy Dulfer bepaald geen windeieren heeft ge legd. Bovendien is ze de dochter van Neerlands meest spraakmakende tenor saxofonist, maar haar in een stroomversnelling geraakte carrière heeft ze toch voor namelijk op eigen kracht be reikt. Zo was er het briefje aan ene Prince, wat leidde tot een solootje tijdens het optreden van His Royal Bad ness in Rotterdam en uitein delijk een aantal concerten in Minneapolis. Om Prince te gerieven: „If I want sax, I call Candy". Candy's samenwerking met Dave Stewart voor de film „De Kassière" bleef ook niet onopgemerkt en leidde tot een opvallende nummer- éénhit. Candy had de harten van de Nederlandse bevol king gestolen en zonder dat ze ook maar een album had gemaakt, stond ze, amper twintig, al met een eigen en try in Oor's Popencyclope die. Dat verzuim van dat al bum wordt nu goedgemaakt met „Saxuality", Candy's de buut dat na de hooggespan nen verwachtingen niet voor honderd procent mee valt. Miss Dulfer's mix van jazz en funk (met hier en daar wat eigentijdse house, zoals in de single „Saxuali ty") lijkt nog teveel op die van haar idolen en zo spelen Miles Davis en David San born doorlopend in het ach terhoofd mee, met natuurlijk vleugjes James Brown en Prince. Candy, op haar debuut voor al geruggesteund door de ta lentvolle gitarist Ulco Bed. met wie ze in Funky Stuff op toernee gaat, weet wat ze wil maar mist nog persoon lijkheid. „Saxuality" blijft nog teveel hangen in welis waar sfeervolle, maar te weinig aanstekelijke jazzy klanken en ontbeert de uit straling van een gelouterde muzikant. Dat kan Candy ook nog niet zijn, maar haar tijd komt nog wel. FOTO: DIJKSTRA Wisselend resultaat oudgedienden Voor wat tegenwicht voor de jeugdigheid van Candy zorgen een aantal oudge dienden. Met voorop Little Feat, een van de meest ver nieuwende Amerikaanse bands uit de jaren zeventig, die vier uitstekende elpees afleverde alvorens gecon fronteerd te worden met het labiele gedrag van frontman Lowell George. George overleed in '79 en met Little Feat leek het nooit meer goed te komen. Twee jaar geleden verscheen er deson danks een niet al te opzien barende come-back, maar met „Representing The Mambo" doet de band weer helemaal mee. Eindelijk heeft de groep de feel uit dé begintijd weer opgepakt, en de mix van funk, jazz, coun try en rock levert tal van aanstekelijke nummers op, die bovendien bijzonder geri- spireerd worden uitgevoerd. „Representing The Mambo" klinkt alsof George nooit is verdwenen, sommige tracks doen dan ook sterk denken aan Feat-nummers van zijn hand, maar dat mag als een compliment worden opgevat. Lou Reed en John Cale heb ben sinds de oprichting in '65 van de legendarische Velvet Underground elkaar maar weinig meer kunnen inspireren. Na twee enerver ende elpees bleken de span ningen, mede door toedoen van zangeres Nico, al zo hoog opgelopen dat-van een verdere samenwerking geen sprake meer kon zijn. In '72 stonden ze met z'n drietjes nog voor één keer op een podium en dat was het dan. Maar de dood van hun goe roe Andy Warhol bleek Reed en Cale weer tot el kaar te brengen. Het leven van de exorbitante Warhol werd door de twee in veer tien songs verwoord, die be gin vorig jaar al in New York werden uitgevoerd. Nu is „Songs For Drella" op cd verschenen: een in eerste aanleg minder toegankelijke, non-conformistische plaat met Reed op gitaar en Cale achter de piano. Die duetten leveren in tweede instantie toch prachtige sfeerstukjes op, waarvan het felle „Trou ble With Classicists", „It Wasn't Me" en het cabare teske „Small Town" niet on vermeld mogen blijven. Uitgerekend nu John Mayall de vijftig al weer ruim schoots is gepasseerd, lijkt hij actiever dan ooit. Hoewel „The Godfather van de Brit se blues", die in de jaren zes tig onder meer met Eric Clapton menig hoogtepunt op bluesgebied afscheidde, altijd albums bleef maken, lijkt met de huidige blues revival een echte terugkeer niet kansloos. Zijn nieuwe cd „A Sense Of Place" zou daarvoor moeten zorgen, maar mist dan toch weer het aanstekelijke en creatieve geluid, dat je de man graag zou toewensen. Veel soms wat ongelukkig gekozen co vers bovendien (alleen het van Jeff Beck bekende „Black Cat Moan" vermag te boeien), teveel leunen op de slidegitaar van Sonny Land- reth. dus te weinig variatie; het levert uiteindelijk toch weer een mager resultaat op. Lou Reed (links) en John Cale. Weinig nieuws van de Pretenders Na het overlijden van gitarist James Honeyman-Scott is het met de Pretenders nooit meer helemaal goed gekomen. Chrissie Hynde kan zingen en componeren wat ze wil, het karakteristieke geluid van de beide eerste elpees komt nooit meer terug. Ook niet op het vijfde album „Packed!", dat op nieuw de nodige bezettingswijzigingen kent De belangrijk ste daarvan is de komst van gitarist Billy Bremner (Dave Edmunds, Nick Lowe) die bijvoorbeeld in „No Guarantee" schittert, maar uiteraard ook weinig kan veranderen aan de magere composities van Hynde. Zo is „Never Do That" net een remake van „Back On The Chain Gang" en beleven we ook verderop weinig nieuws. GERT MEIJER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 15