Bloei van bollenhandel bedreigd j0f; Varkens met ingebouwde chip VIERHONDERD JAAR rULPEN IN NEDERLAND 3DEN - De tulp is, meer nog Jen van Jo de klomp of de molen, voor itenlanders hèt symbool van Ne land. Overal ter wereld wordt de lp gezien als de afspiegeling van land. Mooi en proper. <imalevi. ':h is die tulp van oorsprong niet van ierlandse bodem. Viérhonderd jaar len werden de eerste tulpenbollen, it meer dan een handje vol, in ons ;n 14 di d ingevoerd. Door de Fransman RRf/ISirles l'Ecluse, in Nederland al snel isius genoemd. Door het geduld en de richten wijding van de bollenkwekers worden ,3mp a iu jaarlijks 8,5 miljard bollen geteeld, it alleen tulpen maar ook gladiolen, :n, hyacinten en lelies en talloze an- bollensoorten. Bijna zeventig pro- it van die totale produktie is bestemd ir de export. Vorig jaar was met die >rt een bedrag gemoeid van meer een miljard gulden. Een bedrijfstak trots op te zijn. ir ook de bollenmedaille heeft twee nten. Om perfecte bollen te kunnen jduceren, die gegarandeerd bloeien en Eevrij zijn, worden steeds meer che- he middelen gebruikt. Die tasten milieu aan en daarom moeten 2e uit produktieproces verdwijnen. Export l,e: ir belangrijke klanten als de Verenig- Staten en Japan komt daardoor op de fat te staan. De bloembollenhandel Bt na vier eeuwen van bloei en uit- ïtueleliding op het moeilijke punt te jeten beslissen over voortgaan zonder (j rnicaliên of ten onder gaan aan de jieuwetgeving. Bij het zoeken naar i oplossing spelen de tulpènbollen die >eiendt eeuwen geleden als eerste soorten tden gemporteerd, opnieuw een be- grijke rol. F was de tijd dat Hollanders er toe ge pen waren de tulp te verafgoden en fan te maken wat een beoefenaar der lur nooit had durven maken van het iselijk geslacht, uit vrees,- God jaloers (naken. Dat schrijft Alexandre Dumas zijn boek De Zwarte Tulp. Een gero- vl ntiseerd verhaal over de tijd van de Ipomania die we moeten zoeken in de week|n dertig van de zeventiende eeuw. tijd van Jan en Cornelis de Witt en Ijjk k het Kind van Staat Willem III. De ook dat de tulpenhandel in Neder- |d floreerde. Zo zeer zelfs dat er voor rondere bollen vermogens werden [rgeteld. Schattingen in binnen- en Itenland over de betaalde bedragen pr een tulpenbol lopen uiteen maar ^lieren van drie- tot dertienduizend ^^^den. De prijzen zijn ook moeilijk te ^■Malen, omdat er voor één bol hele be- ^Hven, woningen of schepen werden be- Bn wijl" *™tatus m was mogelijk omdat rijke kooplie- S (we leven immers in de Gouden et makekw) de tulp als een soort statussym- nfJwPrfPJl beschouwden Waar andere planten enig nut voor de gezondheid of de iet maoitding hadden, was een tulp alleen l: j ar een plant om je aan te verlustigen. BDiea va| en een ingeboren gevoel van winst- nderwefg maakte de tulp tot het onderwerp l buitenissige handelspraktijken. Er tden Floristenclubs opgencht die lformati£mbollen verhandelden. De bijeen komsten werden in herbergen gehouden, wat iets zegt over de sterke verhalen en de steeds maar stijgende prijzen van de bollen. Die prijzen liepen op tot onge kende hoogte, de transacties werden schriftelijk vastgelegd om zekerheid te hebben. In het begin sloegen die over eenkomsten op partijen bollen die de verkoper zelf in aanbouw had of beheer de maar steeds vaker gingen de eigen- domsbrieven, uiteraard tegen steeds ho gere prijzen, over in handen van andere handelaren. Intussen kon de oorspronke lijke partij bollen door misoogst of ziek te al lang verloren zijn gegaan. Slimme en gewetenloze kooplieden maakten hiervan gebruik en handelden in bollen die alleen op papier bestonden. De markt was willig en er werden hoge prij zen gemaakt. Een pamflet uit die tijd dat waarschuwt tegen de handel van de Flo- risten geeft een overzicht van wat er al lemaal voor de prijs van één bol kon worden aangeschaft: Twee lasten tarwe Vier lasten rogghe Vier vette ossen Acht vette verekens Twaelf vette schapen Twee oxhoofden wijn Vier tonnen acht guldensbier Twee tonnen boter Duysent pont kaes Een bedde met sijn loebehooren Een pack kleeren Een silver en beecker 448 gulden 558 gulden 480 gulden 240 gulden 120 gulden 70 gulden 32 gulden 192 gulden 120 gulden 100 gulden 80 gulden 60 gulden Doet hier noch by een schip om alle dese waren te voeren weerdich 500 guldens, zo SWIJK - Het zijn spannende ken voor de bedrijven Texas In- juments in Almelo, Nedap in oenlo en SIS in Aadorp. Zij :hten om een belangrijke op- icht: de levering van vele miljoe- i 'transponders'. Kleine staafjes t een chipje erin dat een cijfer- ,jnbinatie bevat. Bedoeld als elek- nisch, fraudebestendig levens- mmer voor varkens. zijn nogal wat van die transponders lig: jaarlijks worden er in ons land i 24 miljoen varkens geslacht of geëx- teerd. Het Produktschap voor Vee en «s in Rijswijk wil nog vóór de vakan- •eriode de eerste testresultaten op ta- Waarna nog enkele zware proefron- volgen die tot een uiteindelijke keu- moeten leiden. En het buitenland :t belangstellend toe. Want dat is wat uws: varkens met ingebouwde chips, hun levensloop nauwgezet laten vol- Ijoenen varkens, en ze lijken allemaal elkaar. Terwijl allerlei instanties ui- st nieuwsgierig zijn naar de levens- p van het dier. Bijvoorbeeld om snel eageren mocht er zoiets besmettelijks varkenspest uitbreken. Dan dient te worden getraceerd welke weg de mste varkens afgelegd hebben. Maar i de keurmeester die een ovennatige tveelheid residuen van antibiotica (treft in het varkensvlees zal z'n voor weten te doen met een sluitend identificatie- en registratiesysteem. Het varken moet derhalve uit de anonimi teit. Het moet een naam krijgen. Of, in dit geval, een eigen levensnummer. Zo danig aangebracht dat fraude onmogelijk is. En het moet levenslang meegaan: voor een mestvarken is dat overigens maar een half jaar. Het voornaamste uitgangspunt voor het verbeteren van de zogeheten Identifica tie- en Registratieregeling is volgens ir. T. de Boer, hoofd sectie landbouw van het Produktschap voor Vee en Vlees (PVV), dat varkens nauwkeurig van be drijf tot bedrijf kunnen worden getra ceerd op het moment dat een besmette lijke ziekte uitbreekt. En na het openen van de Europese binnengrenzen zal er een nieuwe vorm van export-identifica tie plaatsvinden. Niet meer aan de gren zen, maar via garanties vanaf het bedrijf van herkomst. Kortom: de transponder hééft een grote toekomst. De transponder is een vier millimeter dik en dertig millimeter lang staafje, waarin een chip, een condensator en een antennespoeltje zitten. Die chip bevat de informatie in de vorm van een digitaal registratienummer. Met negentien cij fers, voldoende voor 34 miljard varkens. De transponder beschikt niet over een eigen stroombron, maar reageert op een elektro-magnetisch veld, dat door een speciale zender-ontvanger wordt afgege ven. Uit proeven is gebleken dat onder huids, achter het oor, de beste plaats is om hem bij de varkens aan te brengen. Overigens worden ze na de slacht weer verwijderd, zodat de consument geen De praktijkproeven met de transponder zijn al in gang gezet. FOTO'S: PR injectiepistool waarmee de staafjes in de duizenden varkens moeten worden inge bracht. En of ze vlot overweg kunnen met de apparatuur waarop de gegevens zijn af te lezen die via de staafjes wor den verstrekt. Bij het produktschap leeft echter goede hoop dat rond de jaarwisse ling besluiten genomen kunnen worden. Verder vergt de invoering van het sy steem een goede organisatie ten aanzien van het verzamelen en verwerking van de gegevens. De opbouw van een derge lijk bestand moet nog beginnen. Als daarover duidelijkheid is moeten var kensfokkers. -houders, -vervoerders en - slachters uitgebreid worden geïnfor meerd over de nieuwe opzet. En de in structie zal veel aandacht vragen. Want niet iedere varkenshouder zal er meteen in slagen het injectiepistool met verve te hanteren bij z'n tegenstribbelende, vier weken oude biggen. Het Produktschap is al doende met het opstellen praktijkge richt documentatie- en instructiemateri aal. waarbij het videofilmpie niet zal ontbreken. Met al die voorbereidingen zal het nieuwe identificatiesysteem zeker niet eerder dan begin 1992 in gebruik worden genomen. BOB GEVERS Het staafje met ingebouwde chip is enkele geheimzinnig zendertje in zijn varkens lapje zal vinden. De proeven die niet noodzakelijk in de praktijk (op varkens dus) hoefden te worden uitgevoerd, maar ook in het la boratorium konden worden gedaan, zijn zo goed als achter de rug. Nu is het sta dium van de praktijkproeven aangebro ken. Een proces waarvoor ook Denen, Fransen, Duitsers en Engelsen belang stelling hebben en die bij gebleken ge schiktheid overwegen het systeem over te nemen. Waarmee de belangen voor de drie fabrikanten ingrijpend toenemen. Er zijn vier varkensproefbedrijven waar millimeters dik en drie centimeter lang. de transponder in de praktijk wordt ge test. Van elke fabrikant worden er zo'n honderd bij varkens geimplanteerd. Daarna zal een test volgen op grotere schaal, waarbij tien tot vijftien varkens houderijen worden ingeschakeld. Tegen die tijd worden er dan vijfduizend trans ponders per fabrikant uitgeprobeerd. Die uiterst belangrijke grote praktijk proef - van doorslaggevend belang voor de uiteindelijke keuze van de produ cent - zal een jaar, of misschien iets korter, in beslag nemen. Dat is enigszins afhankelijk van de snelheid waarmee de varkenshouders leren omgaan met het streek. Voor de overheid aanleiding om in te grijpen. Er werd een algemene maatregel van bestuur afgekondigd die voorschriften voor de handel in bollen bevatte. Ondanks dat werden veel han delaren van het ene moment op het an dere van welgestelde burgers tot straatar me lieden die moesten leven van de be deling. Cultus Eeuwenlang heeft men gedacht dat de tulp uit Turkije kwam. Nu weten we dat we de oorsprong van deze plant in Cen traal-Azië moeten zoeken. Via Afghanis tan en Iran kwamen de bollen terecht in Turkije waar er een ware cultus omheen gevormd werd. Aan de boorden van de Gouden Hoorn in Constantinopel (nu Istanbul) bouwden de sultans hun serais met harems en imposante tuinen. Daar in speelden de tulpen een grote rol. Mede omdat de Turkse naam voor de tulp, 'lale', een mystieke betekenis heeft. Er komen dezelfde medeklinkers in voor als in het woord Allah. Onder sultan Suleiman de Grote groeide Constantinopel uit tot 'de mooiste stad ter wereld'. Gezant van keizer Ferdi nand I van Oostenrijk in Constantinopel was in die tijd Ogier Ghislain de Bus- becq. Hij was gefascineerd door de Turkse belangstelling voor de tulp, wist enkele bollen te bemachtigen en stuurde die naar zijn vorst in Wenen. Clusius, in die tijd beheerder van de Keizerlijke Kruidentuinen in Wenen, kreeg ook en kele bollen in handen. In West-Europa is de bloei van de eerste 'Tulp der Turken' beschreven door Con rad Gesner in 1561. Clusius deed veel proeven met zaad en bollen van tulpen en maakte in zijn Weense periode al kruisingen. Hij zette dit voort tijdens zijn verblijf in Frankfurt en nadat hij door de Leidse universiteit naar Neder land was gehaald om in Leiden de eerste hortus in ons land aan te leggen. Clusius reisde graag en veel en op ver schillende reizen maakte hij flora's: be schrijvingen van alle planten en bloe men die hij in een bepaald gebied tegen kwam. Bij een van de flora's over Spanje hoort een aanhangsel dat niets met Spaanse planten te maken heeft. Clusius beschrijft daarin een grote hoeveelheid bolgewassen die hij uit Turkije heeft ontvangen. Vooral tulpen hebben zijn aandacht. Deze oude rassen bestaan nog steeds in Nederland in ongewijzigde vorm. In de Hortus Bulborum in Lim- men worden de oude rassen elk jaar op nieuw in bloei getrokken en vermeer derd. Een selectie uit deze soorten bloeit ook in de Leidse hortus. Zo worden deze voor uitsterven behoed. Bij de oudste hoort de Zomerschoon die in ons land al in 1620 beschreven en afgebeeld is. Wetenschapper Clusius beheerde zijn bollen als een ech te wetenschapper, aan verkoop ervan dacht hij niet. Dat kort na zijn komst naar Leiden in de wijde omgeving van die plaats toch tulpen werden verbouwd kan slechts een ding betekenen: jaloerse kwekers hebben de bollen gewoon uit de tuin van Clusius gestolen. Als een eerbetoon aan Clusius is in 1932 een reconstructie gemaakt van de tuin die hij in de zestiende eeuw aanlegde. Daarbij werden, door het gebruik van verschillende plantennamen, fouten ge maakt. Nieuwe informatie zoals de in Krakow teruggevonden aquarellen, ge maakt voor de boeken van Clusius en het herbarium van de Leidse apotheker Gaymans uit 1650, maken het mogelijk de Clusiustuin nu volledig identiek te maken aan het plan uit de zestiende eeuw. Begin deze maand is deze voor de tweede keer gereconstrueerde tuin hero pend. Het is de meest complete renais- sance-tuin van Nederland. Na de ingrijpende maatregelen van de staat die een einde maakten aan de windhandel, ontwikkelde de bollenin dustrie in Nederland zich langzaam maar zeker tot de grootste op dit gebied in de wereld. Afhankelijk van de economie - de bol lenhandel is zeer conjunctuurgevoelig en in slechte tijden worden aanmerkelijk minder bollen verkocht - klom de om zet gestaag. De oorspronkelijke teeltge- bieden werden te klein en de produktie breidde zich uit naar de klei van Noord- Holland en de IJsselmeerpolders. Tegen woordig worden ook in Zeeland, Lim burg, Brabant, Groningen en Drenthe bollen gekweekt. Nederlandse kwekers die het in ons land benauwd kregen door de milieuwetgeving zijn de laatste jaren al uitgeweken naar Frankrijk, Canada en de Verenigde Staten. Toekomst De bollenindustrie heeft een rijk en bloeiend verleden. De toekomst ziet er op dit moment echter niet al te gunstig uit. Belangrijke afnemers als Japan en de Verenigde Staten zijn bang voor schim mels, insecten en andere organismen in bollen en bloemen. Die kunnen binnen hun eigen grenzen tot ziekten en plagen in inheemse gewassen leiden. Vandaar dat al in 1951 het US Departement of Agriculture besloot exportpartijen in Ne derland zelf te controleren vóór versche ping naar de VS. Op de veiling in Aals meer zijn sinds enkele jaren ook vier Ja panse controleurs bezig de bollen en bloemen die bestemd zijn voor hun va derland, uitvoerig te onderzoeken. Om de eisen te voldoen worden in de bollen industrie grote hoeveelheden chemica liën gebruikt. De chemische middelen die gebruikt worden om bollen en bloemen helemaal 'schoon' te krijgen vormen een bedrei ging voor het milieu en voor de gezond heid van de werkers in deze bedrijfstak. Dat is al tientallen jaren zo. Voorbeeld: Kort na de Tweede Wereldoorlog, toen de export van bollen weer op gang kwam, eisten de Scandinavische landen dat de Nederlandse bollen ontsmet wer den met DDT. Scholieren die een zak centje wilden bijverdienen, waren in het seizoen wéken achtereen bezig de inge pakte bollen te bestrooien met het zeer giftige DDT alvorens de dozen werden gesloten. Deze week werd aan de univer siteit van Leiden een symposium aan deze kant van de bloembollenmedaille gehouden. 'Gehuld in Nevelen' was de titel. De bedrijfstak voelt zich bedreigd, maar is aan de andere kant ook optimistisch. Óp vele bedrijven gaat het kruisen en zoeken naar nieuwe variëteiten gestadig door. Er wordt naarstig gezocht naar middelen en methoden om de bollen op een milieuvriendelijke wijze te telen. Op bescheiden schaal worden bijvoorbeeld proeven genomen met bestrijding van schimmels en insecten door bollenvel den geruime tijd onder water te zetten. Met name bij de kweek van lelies levert dat goede resultaten op. Onderzoek heeft al bewezen dat de oud ste rassen die in de zestiende eeuw van uit Turkije naar ons land kwamen, ei genschappen bezitten die ze ongevoelig maken voor bepaalde ziekten waar mo derne soorten wel onder te lijden heb ben. De cirkel wordt daarmee na vier honderd jaar weer rond. Als deze eigen schappen overgedragen kunnen worden aan nieuwe variëteiten ziet de toekomst er voor de bollenindustrie al weer een stuk kleuriger uit. De bollenindustrie heeft een rijk en bloeiend verleden, maar de toekomst ziet er wat zorgelijk uit door allerlei eisen die aan de bollenteelt worden gesteld. Links: De tulp is - meer nog dan klomp of molen - voor buiten landers hèt symbool van Nederland. FOTO'S: PR hebt ghy 3000 guldens, om welcke som- me de beste tulp-bolle niet en is te koop- en (soo de Floristen segghen). Inderdaad een niet onaardige handel. Schilders De gigantische handel in bloembollen betekende ook een impuls voor de Ne derlandse schilders. De verhandelde bol len toonden immers niet hoe de zich uit de bol ontwikkelende bloemen zouden zijn. Veel kunstenaars kregen dan ook de opdracht de bloemen te tekenen en te schilderen in het seizoen dat de bollen bloeiden zodat in de herfst de binnen- en buitenlandse klanten konden zien wat ze kochten. Beroemd zijn de afbeeldin gen gemaakt door de Nederlandse schil deres Judith Ley ster, een leerlinge van Frans Hals. In het Teylers Museum in Haarlem is een grote hoeveelheid boe ken met tekeningen en schilderingen van bolplanten uit alle tijden bewaard geble ven. Daarbij aquarellen die gemaakt zijn van de plantenverzameling van Clusius die de eerste hortus botanicus in ons land stichtte. De prenten zijn pas in 1974 herontdekt in de bibliotheek van de universiteit in het Poolse Krakow. De zeventiende-eeuwse windhandel in bollen duurde niet lang, na enkele jaren waren er meer verkopers dan kopers. Tijdens een bollenverkoop in Haarlem in 1637 stortte de handel in. Omdat de verbindingen nog niet waren zoals wij die kennen, konden in Alkmaar nog en kele dagen langer bollen voor fantasti sche bedragen verkocht worden. Toen was het ook daar gebeurd. De ineenstor ting leidde tot grote ontwrichting van het economische leven in de Bollen ZATERDAG 19 MEI 1990 PAGINA 31 'eeidóc&hittmit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 31