r
Rode vaandel
in schaduw
van Oranje
Wegwerpartikelen naar het museum
c
mal
Ie
ZATERDAG 28 APRIL 1990 PAGINA
HONDERD JAAR
1-MEIVIERING IN NEDERLAND
Troelstra, de grote roerganger van de sociaal-democratie. Maar een echt volksfeest is de
hielden aan vooroorlogse tradities. De
Arbeiders Jeugd Centrale (AJC) bracht
bloemen bij oudere partijgenoten en
stuurde gedrukte 1-meigroeten. Van on
dergrondse bladen verschenen 1-mei-
edities. De SDAP-minister Albarda (die
deel uitmaakte van de Nederlandse rege
ring in ballingschap) hield vanuit Lon
den mei-redevoeringen voor radio Oran
je. Willem Drees slaagde er zelfs in om
vanuit het concentratiekamp Buchen-
wald de traditie van de meiviering in
stand te houden.
Achturendag
Luchien Karsten uit Groningen is een
van de schrijvers van het boek. Een his
toricus die aan de faculteit bedrijfskunde
van de Rijksuniversiteit Groningen soci
aal-economische geschiedenis doceert en
vorig jaar bij Ger Harmsen promoveer
de op een studie over de invoering van
de achturendag (toen nog de term voor
de achturige werkdag). Karsten schetst
hoe de 1-meiviering feitelijk van Ameri
ka is overgewaaid naar Europa. Moving
Day, heette 1 mei in de Verenigde Sta
ten: de grote verhuisdag voor arbeiders,
die volgens ingesleten patronen op 1 mei
nieuwe contracten sloten en van de ene
naar de andere baas verhuisden. Acties
voor de invoering van een wettelijke
achturendag begonnen in Chicago.
Maar het was de Tweede Internationale
in Parijs die in 1889 besloot dat een jaar
later op 1 mei moest worden gedemon
streerd voor de wettelijke invoering van
de achturendag. „Het grappige is dat nog
helemaal niet was besloten om van die
1-meidag een traditie te maken", vertelt
Karsten. „Dat de actie positief zou uit
werken, merkte men pas op die dag. Het
probleem was: moest het een feestdag
worden' of een algemene werkstaking?
Dat probleem is eigenlijk al die jaren ge
bleven: Wat doen wij? Hoe vieren wij 1
mei?".
De eerste 1-meiviering sloeg aan. De
monstraties, veelal verboden, vonden
toch plaats. Friedrich Engels - met Karl
Marx grondlegger van het marxisme -
was diep onder de indruk. Had Marx dit
nog maar mogen meemaken, moet hij
hebben gezegd. Tot de Eerste Wereld
oorlog (die in 1914 uitbrak) stonden de
meivieringen in het teken van de invoe
ring van een achturendag. Karsten: „Dat
was een utopische, zeg maar niet te ver
wezenlijken gedachte in die tijd. Men
werkte gemiddeld twaalf tot dertien uur.
Maar de gedachte sprak aan. Er zat iets
in de leus. Het was een harmonieuze
verdeling tussen de tijd van de baas en
de eigen tijd". De burgerlijke samenle
ving reageerde honend.
Na de Eerste Wereldoorlog verbreedden
de thema's van de 1-meiviering zich
naar internationale verbroedering en we
reldvrede. Tijdens en na de oorlog werd
in veel landen de achturendag inge
voerd. De dreiging van revoluties be
spoedigde de invoering van het aloude
ideaal. Een nieuw Leitmotiv bleek no
dig.
Het interbellum, de periode tussen beide
wereldoorlogen, geeft aan de 1-meivie-
ring een steeds feestelijker karakter. De
AJC, in 1918 opgericht, laat zich steeds
nadrukkelijker zien. Vaandeloptochten
trokken door de straten. Dansen rond de
meiboom. De thema's voor de meifees
ten verwaterden, maar de gemeen
schapszin groeide. Nederland kende niet
alleen een rijk roomsch leven, de AJC
bloeide op de Paasheuvel, de heilige berg
voor al wat jong en rood van hart was.
Koos Vorrink beleefde zijn triomfen, be
zield en bezielend leider van de AJC, la
ter ook voorzitter van de SDAP. Het
was de tijd van spektakels en kinderop
tochten, waarvan de uitingsvorm niet
vrij was van de 'volksmennerij' die Vor
rink tentoonspreidde. Karsten: „Vorrink
voelde zich aangetrokken tot militaire
parades. Als je nu de foto's bekijkt dan
vertonen die AJC-parades verrekte veel
overeenkomsten met wat in Duitsland
gebeurde. Het is hetzelfde soort militair
optreden. Dat marcheren in colonnes,
die uitdossing. Het is massaal, het indi
vidu is opgenomen in het collectief.
Daar zijn we achteraf wel van geschrok
ken".
In 1935 werd het uniformverbod van
kracht. Bedoeld om de NSB te dwarsbo
men, trof het verbod ook de AJC. Het
paradepaardje van Vorrink vèrloor op
min of meer natuurlijke wijze zijn glans.
Wat ook meespeelde: in de crisisjaren
was er geen geld meer voor praalwagens;
de angst voor de oorlog werd sterk voel-
Oost-europa
Het drietal historici schetst de gestage
neergang van de 1-meiviering in Neder
land na 1945. Welke kunstgrepen ook
werden uitgehaald om de dag van de ar-
dag van de arbeid nooit geworden.
FOTO:
beid nieuwe impulsen te geven, h|
mocht niet baten. De beschrijving eij
digt bij de ommekeer in de Oostblokla^
den. Die zal het karakter van de 1-mj
vieringen daar grondig veranderen. D
haat tegen het communisme is groot.
bevolking zal weinig meer willen wet}
van het rituele orgasme dat door de 1<
ders elk jaar met veel hulpmiddelen
gang werd gebracht. In de DDR wt
vorig jaar al met een spandoek gelo]
waarop de regering werd gemaand
op 1 mei langs het volk te defileren
Luchien Karsten is lid van de PvdA
een trouwe 1-meivierder. Dit jaar zal
de trom roeren op een 1-meibijeenkor
in Zaandijk. „In Oost-Europa moeten
wortels van liberalisme en democrat!
worden herontdekt", signaleert h|
„Wellicht wordt een beroep gedaan q
onze traditie in het Westen". Het zfl
een nieuwe stimulans kunnen beteken}
voor de 1-meiviering, die voor Karsti
onverkort haar waarde behoudt,
eerste mei is een moment waarop mi
zijn idealen verwoordt. Dan laat je i<
merken van je utopische visie. Het
een moment van bezinning voor de soc
aal-democratie". En waarom zou de si
ciaal-democratie de 1-meifeesten ni
aangrijpen om zich het allesomvattenc
probleem van de teloorgang van de n
tuur toe te eigenen? Een sociaal-demi
craat moet, in de visie van Karstei
meer doen dan alleen op de winkel pa
sen.
Hij schampert op de nieuwe elite die
de moderne maatschappij niet kan vo
staan met een veertigurige werkwee
Vroeger heeft een elite van arbeide
zich steeds ingezet voor de invoerii
van een achturendag en een menswaa
dig bestaan. Nu ontleent een nieuwe el
te haar status aan een werkweek die
veertig uur ver te boven gaat. „Iederee
kankert dat hij geen tijd meer heeft voi
een goed boek of een bezoek aan
schouwburg. Een manager moet te
minste zestig uur per week werken, ma;
ik heb geen respect voor zo'n manager
„Dat is gek hè. Wij bouwen een maa
schappij waarin wij meer mens kunne
zijn. Maar zij die dat het hardsl
schreeuwen zitten zelf in een tredmole
van een zestigurige werkweek. Ik zeg d«
je juist in deze tijd alles moet doen or
je zelf te ontwikkelen en de intellectuel
bagage uit te breiden. Het is een curiei
ze ontwikkeling. De flexibilisering ve
eist een betere algemene ontwikkelini
Maar hoe kan iemand flexibel zijn,
hij niet geestelijk wordt uitgedaagd?".
ED VAN TELLINGEij
GRONINGEN - Honderd jaar ge
leden, op 1 mei 1890, vierden soci
alisten voor de eerste maal 'de dag
van de arbeid'. En dat is zo geble
ven, dwars tegen de verdrukking
in, ook in Nederland. Een dag van
strijd, maar ook een dag van vreug
de. De viering van 1 mei heeft voor
de ontwikkeling van de sociaal-de
mocratie enorme betekenis gehad.
Nooit wapperde het rode vaandel
zo dapper als in de jaren twintig en
dertig. Maar na de oorlog werd het
rood al fletser. Socialisten hebben
geen passend antwoord gevonden
op die 'curieuze handicap' in Ne
derland, waar het rood altijd in de
schaduw heeft gestaan van oranje.
Nederland heeft 30 april, een nationale
feestdag die 1 mei heeft overschaduwd.
Het défilé en Dick Passchier zijn allang
van het beeldscherm verdwenen, maar
ook nu laat Koninginnedag zich niet
naar het tweede plan dirigeren. Eens in
de zoveel jaren verdwijnt de 1-meivie-
ring zelfs helemaal achter de brede rug
van Oranjegezind Nederland. Valt Ko
ninginnedag op zondag dan schijnt het
Oranjezonnetje op 1 mei uitbundiger
dan ooit.
Het blijft behelpen voor de socialisten in
Nederland. De PvdA deed in de jaren
zeventig nog een een zwakke poging om
1 mei te laten uitroepen tot iets dat op
een feestdag zou lijken. In België en
AVest-Duitsland was dat al jaren zo. Een
vrije dag werd bepleit, maar een kijk- en
luisteronderzoek van de NOS toonde
aan dat nauwelijks een kwart van de be
volking 1 mei wil laten uitgroeien tot
een nationale feestdag. Het is Oranje,
blijft Oranje.
De viering van de dag van de arbeid
toont in Nederland al jaren sleetse plek
ken. De honderdste 1 mei in Nederland,
die van 1989, was nauwelijks een histo
rische dag. Links Nederland was met
zijn gedachten meer bij het kapseizende
kabinet-Lubbers. Na de val van dat ka
binet, op 2 mei, verklaarde Wim Kok
dat de PvdA voortaan 2 mei ging vieren.
Wat een geploeter op die dag van de ar
beid. Socialisten en communisten heb
ben jarenlang, tot op de dag van van
daag, gescheiden meivieringen gehou
den. De haat is diep geworteld. Vakbe
weging en partij hebben binnen de
Rooie Familie ook al menige ruzie uitge
vochten.
Armetierig
In een doorsnee gemeente wordt op de
dag van de arbeid nog wel eens een bij
eenkomst belegd. Een spreker, een vrou
wenkoortje en stoere-mannentaal van
een-vakbondslid vullen het zaaltje; een
rimpelige hand is gauw gevuld met een
strijdlied uit de rode doos. De behoefte
aan de nestgeur blijft, maar het blijven
veelal armetierige bijeenkomsten die de
concurrentie met de beeldbuis bij voor
baat verliezen.
Maar honderd jaar 1-meiviering kent
ook glorieuze momenten en markeert,
elk eerste meidag opnieuw, de heroïsche
strijd voor de invoering van de achtu
rendag, de emancipatie van de arbeider
en de ontwikkeling van een sociaal-de
mocratische traditie in Nederland. Het
eeuwfeest van de meiviering is reden ge
noeg om terug te blikken voor het Inter
nationaal Instituut voor Sociale Geschie
denis in Amsterdam. Wie de tentoon
stelling daar niet bezoekt, kan zijn hart
ophalen aan het boek over de geschiede
nis van de dag van de arbeid dat deze
week is verschenen.
'Een dag is 't van vreugde, een dag is 't
van strijd' is geschreven door Jan Giel-
kens, Ger Harmsen en Luchien Karsten.
Het fraai geïllustreerde boek schildert de
geschiedenis van de eerste, nog maar
hier en daar georganiseerde. 1-meivie
ring, de ontwikkeling van de massale en
foed georganiseerde vieringen van de
DAP (de voorloper van de PvdA) tus
sen beide wereldoorlogen, en de beschei
den rol van de 1-meiviering van nu.
Duitse bezetting
Een belangrijk en nog niet eerder be
schreven onderwerp is de rol van 1 mei
tijdens de Duitse bezetting. Een vergeten
hoofdstuk in de vloedgolf van boeken
die over deze periode is verschenen en
nog verschijnt. Hoe wrang ook, maar
wat socialisten voor en na de Tweede
Wereldoorlog niet zou lukken, gebeurde
bijna wel onder nationaal-socialistische
leiding: 1 mei zou een nationale feestdag
moeten worden.
Tussen 1940 en 1945 werd 1 mei in Ne
derland niet alleen - ondergronds - ge
vierd door de traditionele vierders uit de
socialistische beweging. Ook de Natio
naal Socialistische Beweging, de NSB,
deed het - in navolging van de Duitse
nationaal-socialisten die in 1933 de eer
ste mei hadden geannexeerd en tot na
tionale feestdag hadden gebombardeerd.
Al op 1 mei 1934 had de NSB-leider
Mussert verkondigd dat straks 1 mei een
feestdag voor gansch het volk zou wor
den.
Luisteren naar toespraken bij het beeld van
Mussert in die dagen: „Tot voor kort
was 1 mei de dag bij uitnemendheid
voor de sabotage van de arbeid
Onze eerste mei zal staan in het teken:
arbeiders van Neerlands stam, verenigt
U". En op 1 mei 1940, wanneer de NSB
hunkert naar de naderende bevrijding
door Duitse troepen, ronkt Mussert ver
der: „Onbedwingbaar verheft zich het
Germaansche bloed in ons volk. In on
tembare levensdrang streeft 't naar be
vrijding van zich en zijn arbeid". In een
ander artikel van het partijorgaan: „De
mei is rood. Niet van het wilde bloed,
maar van de oorlogsgloed. De mei is
rood van de weerschijn van een nieuwe
tijd, die aan de kim gloeit. Een morgen
rood van volks ontwaken".
Maar al een jaar later, op 1 mei 1941,
was van een nationale feestdag geen
sprake meer. De 1-meiviering was feite
lijk een interne NSB-aangelegenheid ge
worden, al werd er wel over geschreven
in een aantal kranten.
De 1-meiviering gebeurde ook onder
gronds. Na de Duitse inval in Rusland,
bekeerden communisten zich massaal
tot het verzet, terwijl de socialisten vast
Tussen de twee wereldoorlogen leek de viering van de eerste mei, met dansen rond de
meiboom, een nieuw elan te krijgen.
BOXTEL - Enig optimisme kan
Jan Juffermans, beleidsmedewerker
van het Milieucentrum De Kleine
Aarde in Boxtel, niet ontzegd wor
den. Statiegeldsystemen en maatre
gelen om vervuilers van onze aarde
écht te laten betalen zullen volgens
hem binnen tien jaar een einde
maken aan de wegwerpcultuur in
onze maatschappij. Wat hem be
treft is haast dan ook geboden om
de laatste wegwerpartikelen voor
het nageslacht te bewaren in een
heus wegwerpmuseum.
„Jongeren zullen over tien jaar nog
vreemd staan te kijken bij een wegwerp-
regenjas of een pvc-eetservies", zegt Juf
fermans.
door minister Alders omcieel geopend
wordt, wil Juffermans al wel iets laten
zien van de aangelegde verzameling weg
werpartikelen. Op een blauw vlieselinen
wegwerpkleedje stalt hij een deel van
zijn waar uit. Het is een bonte verzame
ling, die de toeschouwer al snel het
schaamrood naar de kaken zal doen stij
gen. Van wegwerpaanstekers tot luxe
borrelglaasjes, van wegwerpfotocamera's
tot -rekenmachines, -slipjes en -eierdop
jes, Juffermans plaatst ze allemaal in de
vitrines van zijn museum. „De krank
zinnigste dingen zitten er tussen", zegt
hij, en hij toont een zaklantaarn waar
geen batterijen in kunnen. Gemaakt om
weg te gooien. Uit een Japans hotel haal
de Juffermans een plastic tandenborstel,
waar het streepje tandpasta al op zit.
Éénmaal gebruiken en weggooien aub.
En natuurlijk ontbreken de talloze va
rianten op plastic tassen, bekertjes van
koffieautomaten en lepeltjes niet.
„We hebben nog getwijfeld of we hier
een condoom tussen moesten leggen",
zegt Juffermans, „maar goed beschouwd
valt het condoom niet binnen onze defi
nitie van wegwerpartikel". Die definitie
houdt in dat een artikel bedoeld moet
zijn voor eenmalig gebruik en dat er een
meermalen te gebruiken alternatief voor
moet bestaan. En met name dat laatste
is bij het condoom (nog) niet het geval.
Volgens Juffermans moet zijn museum
op humoristische wijze, maar met een
uiterst serieuze ondertoon, duidelijk ma
ken hoe onverantwoord wij als rijk land
met onze grondstoffen omgaan. „Het be
kende Brundtland-rapport geeft met koe
le cijfers nog eens scherp de grote af
stand aan die er bestaat tussen de .rijke
en arme landen. Met een kwart van de
wereldbevolking leggen wij beslag op
zo'n vijfentachtig procent van de fossiele
energie en grondstoffen die per jaar wor
den verhandeld. Voor onze vleescon
sumptie moeten hele bossen in Braziliè
gekapt worden. Stel je eens voor wat er
zou gebeuren wanneer zo'n land net zo
veel vlees gaat consumeren en dus net
zoveel grond nodig heeft als wij!".
Het is voor Juffermans dus wel duidelijk
dat onze consumptiegewoontes op deze
manier niet langer verantwoord zijn.
„Wanneer je onze aanslag op de grond
stoffen mondiaal bekijkt, kun je bijna
spreken van een schending van de men
senrechten. Onze consumptie gaat im
mers ten koste van de welvaart van an
deren". De meest navrante uiting van
onze spilzucht vindt Juffermans wel de
wegwerpcultuur. „De nieuwste trend op
deze markt is een wegwerpoverall voor
landbouwers", zegt Juffermans cynisch.
Maar volgens hem betreft het hier een
produkt dat ver achter de trends aan
loopt, want duidelijk is dat onze weg
werpcultuur op zijn retour is.
„Ik krijg daar steeds meer aanwijzingen
voor", aldus Juffermans. „Het idee voor
ons museum ontstond na een aanbie
ding, een paar maanden geleden, van
wegwerpfotocamera's. De verkoop daar
van liep dus slecht, anders gooi je een
produkt niet in de aanbieding". Daar
naast vindt Juffermans aanwijzingen in
het onlangs uitgelekte concept van het
NMP-pIus (het milieubeleidsplan van de
overheid). „Daarin worden voorstellen
gedaan tot een verbod op reclame voor
wegwerpartikelen. Ook de minister vindt
die produkten dus overbodig. Natuurlijk
zou een verbod op de produktie van die
artikelen veel effectiever zijn, maar he
laas is de overheid nog steeds te voor
zichtig met verboden".
Dat er bij het grote publiek steeds meer
bereidheid bestaat bewuster met grond
stoffen om te gaan, staat voor Juffer
mans vast. „Ik ken verscheidene winkels
waar het personeel niet meer automa
tisch met een plastic tas klaar staat. Bij
de keten van Body-shops kunnen consu
menten gebruikte flesjes laten bijvullen.
Dat loopt prima". Dat soort mogelijkhe
den zijn er te over, volgens Junermans.
„Een manier om plastic nu eens goed te
gebruiken is in de vorm van een harde
eierdoos. Uit milieu-technisch oogpunt
zou het vele malen voordeliger zijn wan
neer de consument met zijn eigen eier
doos naar de supermarkt kwam in plaats
van steeds maar weer zo'n kartonnen
doos te kopen en weg te gooien".
Plastic koffiebekertjes; nog zo'n ridicule
verspilling, volgens Juffermans. „In hoe
veel bedrijven en instellingen staat niet
een automaat opgesteld die van die witte
bekertjes uitspuwt. Vele miljoenen be
kertjes worden op die manier per jaar
verspild. Wat zou het alleen al voor de
afvalberg van Zuid-Holland, waar men
met het huisvuil geen raad weet, niet
kunnen betekenen wanneer iedereen zijn
eigen stenen koffiemok bij zich ^roeg?",
vraagt Juffermans zich af.
Het wegwerpmuseum van de Kleine
Aarde zal vanaf 17 juni geopend zijn.
Juffermans verwacht vele bezoekers.
„Nu al ontvangen wij jaarlijks zo'n der
tienduizend gasten". Tot die tijd blijven
nieuwe wegwerpartikelen welkom bij De
Kleine Aarde. „Maar", zo voegt Juffer-
mans eraan toe, „het mag niet zo zijn
dat mensen speciaal voor ons museum
wegwerpartikelen gaan kopen".
JEAN-PIERRE GEELEN
Ccidóc Goutcmt'
Jan Juffermans bij enkele wegwerpartikelen.
FOTO: GÉRARD