blijft Legersoep voedzamer Medisch nieuws bestaat niet -es I UIT THUIS CeidaeSoiwaut MAANDAG 23 APRIL 1990 PAGINA- HONDERD JAAR LEGER DES HEILS IN DEN HAAG Hij zou niet graag arro gant overkomen dus hij benadert de vraag met omzichtigheid. Maar uit eindelijk wil majoor E. Wind er toch niet om heen draaien en ant woordt hij met een krachtige bevestiging: ja wel, een kop soep van het Leger des Heils heeft meer kwaliteit dan een neutrale kop soep. Want de koks van het Leger leveren mèt hun soep, als nimmer afwezig ingre- dënt ervan, een christe lijk perspectief op inner lijk evenwicht. Majoor Wind (51) geeft lei ding aan een afdeling of korps van het Leger dat ge vestigd is aan de Prinse gracht 57 in Den Haag en dat dit jaar gedenkt dat het een eeuw geleden werd opge richt. „Den Haag Congres zaal" heet dit oudste Haagse korps. Met zojuist een hoop feestelijkheden achter de rug, blikt de majoor alvast de ko mende eeuw in. En in die ko mende eeuw ziet hij een ont wikkeling op het Leger afko men die hem zorgen baart: de afnemende bereidheid van de overheid om christe lijke soep te subsidiëren. Van die subsidie zijn veel hulp verlenende activiteiten van het Leger afhankelijk; bij voorbeeld in de sfeer van de thuislozenzorg, het maat schappelijk werk en de re classering. Op een aantal van 260 officieren (organisato risch te vergelijken met priesters in de Rooms-Katho- lieke Kerk) heeft het Leger in ons land namelijk zo'n 1700 werknemers in dienst. Het merendeel van hen ont vangt zijn salaris indirect uit de staatskas. Zonder God „De tendens bestaat", signa leert de majoor, „om bezuini gingen op de hulpverlening op zo'n manier door te voe ren dat de hulp wordt ont daan van zijn levensbeschou welijke wortels. Overheden sturen, door verandering van de subsidie-voorwaarden, steeds meer aan op een hulp- verlening-zonder-God. Daar hebben natuurlijk niet alleen wij mee te maken. Alle orga nisaties met een godsdiensti ge achtergrond worden er mee geconfronteerd. Maar omdat wij wat dit betreft geen concessies willen doen, voorzie ik voor de activitei ten van het Leger ingrij pende consequenties. Want wij zijn niet bereid om voor het behoud van subsidie de prijs te betalen van identi teitsverlies. Als wij geen christelijke hulp kunnen bie den, dan is onze opvatting dat we het beter kunnen la ten. Neutrale hulpverlening is immers elders ook ver krijgbaar? Dus dan stoppen wij. Ik ben bang dat dat in de komende jaren gaat gebeu ren. Dat wij gedwongen wor den activiteiten te staken en huizen te sluiten". Een concreet voorbeeld van deze voor het Leger bedrei gende ontwikkeling heeft zich vorig jaar afgespeeld rond het Haagse Goodwill- centrum in de Wagenstraat. Aan dit centrum, dat organi satorisch los staat van het korps Den Haag Congreszaal, zijn vijf maatschappelijk wer kers verbonden (vier forma tieplaatsen) van wie het sala ris wordt betaald door de ge meente. B. en w. zagen een mogelijkheid tot kostenbe sparing in overheveling van het dienstverband van deze functionarissen naar de Stichting Algemeen Maat schappelijk Werk. Met als consequentie voor het Leger dat men de beslissingsbe voegdheid in het aanstel- lingsbeleid zou moeten opge ven. En dat het Leger dus functionarissen toegewezen zou kunnen krijgen die heel het christendom als een ach- Majoor Wind: „Overheid stuurt aan op hulpverlening-zonder-God". terhaalde fabel aan hun laars lappen. Aanvankelijk zag het' er naar uit dat b. en w. hun zin wilden doordrukken door met beëindiging van de sub sidie te dreigen. Maar onder handelingen leidden tot een compromis waarbij het Good- willcentrum de autonomie in zijn personeelsbeleid voorals nog heeft weten te behouden. Voor de toekomst echter houdt men zijn hart vast. Een vergelijkbare botsing tussen overheid en Leger des Heils deed zich midden jaren tachtig voor in de reclasse ring. In dit geval was het de rijksoverheid die aan het christelijk geïnspireerde re- classeringswerk van het Le ger een eind wilde maken door dit te doen opgaan in de algemene, neutrale, organisa ties. Op straffe van een subsi- die-stop. Beginselvastheid van het hoofdkwartier in Amsterdam en een demon stratie van heilssoldaten op het Binnenhof leidden ertoe dat ook deze dreiging werd afgewend. Als enige levens beschouwelijke organisatie in de reclassering heeft het Le ger zijn zelfstandigheid be houden en. kan het dus zelf bepalen welke personen er worden aangesteld op de in totaal 130 formatieplaatsen waarvoor per jaar 9,6 miljoen gulden subsidie wordt ver strekt. Vrees Maar dat er in de toekomst nieuwe aanvallen zullen ko men op het verkondigend karakter van de hulpverle ning van het Leger, vreest majoor Wind met grote vre ze. Al zal het jubilerende korps waarover hij en zijn vrouw de scepter zwaaien daarvan geen directe hinder kunnen ondervinden. Deze afdeling, die in 1890 begon in een danszaal aan het Hofspui en in 1924 naar de Prinse gracht verhuisde, draait zon der subsidie. De majoor en zijn vrouw wonen zelf in het pand en zij zijn er de enige full time krachten. Ze wor den geassisteerd door zo'n 120 vrijwilligers, onder wie een honderd die de geloofs belijdenis voor heilssoldaten hebben afgelegd. De activiteiten aan de Prin segracht zijn talrijk. De vrij willigers musiceren in een zangbrigade en een muziek korps, organiseren wekelijks een beurs voor tweede hands kleding, en beleggen gezellig heidsbijeenkomsten van de Vrouwenbond, de Indische Bond, de Zestig Plus-club en de Tienerclub. Ook zijn ze betrokken bij bijbelstudie, bij noodopvang voor daklozen en bij de „Raad en Daad"-ba- lie, waar iedereen met een probleem dagelijks terecht kan van 9.00 tot 16.00 uur. Op zondag gaat majoor Wind tweemaal voor in een kerk dienst op de Prinsegracht. De ochtenddienst trekt zo'n 250 gelovigen en 's avonds ko men er tussen de tachtig en de honderd. De gemiddelde leeftijd van de vrijwilligers die aan het korps Den Haag Congreszaal zijn verbonden ligt hoog. Ma joor Wind schat dat tweeder de ouder is dan zestig jaar Of er dus sprake is van vergrij zing? „Misschien wel in enige mate", meent hij, „maar je moet daarbij bedenken dat de gemiddelde leeftijd van de vrijwilligers bij het Leger al tijd al vrij hoog heeft gele gen. Ik herinner me nog goed dat ik als jong officier ik was nog maar net afge studeerd aan onze Kweek school in Amstelveen in Klazienaveen werkte. Ik zag allemaal grijze haren om me heen en ik zei daar wat over tegen een oudere collega. Die zei: maak je geen zorgen, er komen altijd weer nieuwe 'oude mensen'. En dat is zo. Het ligt ook voor de hand dat vrijwilligers een meer gevor derde leeftijd hebben. Als je jong bent heb je doorgaans immers een baan, of werk je thuis voor je gezin, en heb je geen tijd voor vrijwilligers- De animo van de jeugd voor het Leger neemt af. Het jeugdwerk van het korps Den Haag Congreszaal omvat nu zo'n vijftig kinderen, te gen vroeger wel een twee honderd. Maar ook deze ont wikkeling relativeert de ma joor door te wijzen op het af nemende kindertal per gezin: „Als ik vroeger de kinderen uit tien gezinnen op het jeugdwerk had zitten, had ik misschien veertig kinderen. En nu maar vijftien". Kweekschool Toch blijven er uit dat jeugd werk jongeren naar voren treden die zozeer gegrepen worden door de levensbe- eoto milan konvalinka schouwing van het Leger dat zij zich bij de Kweekschool voor officieren in Amstel veen melden. Vorig jaar werd een vijftiental nieuwe officieren bevestigd, dit jaar zes en volgend jaar zullen er naar verwachting achttien nieuwelingen aan een leven als heilsofficier beginnen. Dat wil zeggen aan een leven waarin hulpverlening en verkondiging van het evan gelie hand in hand gaan. Majoor Wind, op de drempel van een tweede eeuw „Den Haag Congreszaal": „Soep en brood zijn nodig, maar op zichzelf niet voldoende. Met alleen eten en een dak boven je hoofd, blijf je geestelijk in het luchtledige hangen. Naast het gewone brood heeft de mens ook Christus nodig, het brood des levens. Christus, de Heiland, de heelmaker is uit eindelijk het enige genees middel tegen alle kwaad. Onze hulpverlening houdt per definitie in dat wij naar Hem de weg wijzen. Daarom maar dit mag niet arro gant overkomen is onze hulpverlening beter dan de hulpverlening van neutrale WILLEM SCHEER Kindermode in marine Kinderen zien er tegenwoordig veel leuker uit dan vroeger. Weg met de saaie blauwe jacks met ca puchon, de eenkleurige lange broeken en t-shirts van dertien in een dozijn op de speelplaats van de school. Kleurig is het wachtwoord! Katoenen broeken, tricots, jackjes en jurkjes zijn bedrukt met oranje, rose en paarsook bloemen en streepdessins vieren hoogtij. De haartjes zijn navenant opgekamd, bijeengebonden of in staartjes ge vlochten tot een bos die als een waterval tot in de nek valt. Schoenen doen mee, ze zijn kleu rig. gemaakt van textiel of leer in allerei vlakjes. In de lieve-meisjes- look krijgen bloemdessins in tere pastels aandacht. Vaak is een hel der witte afgeronde kraag de „kroon" op het werk. Maar de Tex-Mex is er ook. Dit kun je de eigenwijze inspiratie uit Texas en Mexico noemen. Hier voeren spijkerbroeken en jackjes de hoofdtoon. Soms met stoere stiksels in opgewekte prints van mexicaantjes, sombrero's, cactus sen en indianen- of inka-motie- Ook de marine-look is een terug kerend thema deze zomer. TINY FRANCIS David Shilling is de bedenker van de meest vreemde modellen. foto: pr Vreemde hoeden Hoeden voor hoogvliegers. Die ontwerpt hoedenmaker David Shilling voor deze zomer. De En gelsen zijn altijd gek op hoeden ge weest. Vooral als ze naar de paar denrennen in Ascot of (minder chic) naar de Derby gaan. Bij die gelegenheden worden de fraaiste hoofddeksels gedragen. Onlangs toonde Shilling in Lon den zijn laatste creaties die met de hand beschilderd zijn of vreemde draaisels van stro vertonen in de vorm van een muziekinstrument, hoog in de lucht gestoken. Andere modellen bestaan uit een structuur van afgebiesde zijde in de vorm van een halve cirkel, gemonteerd- op een hartvormig petje tot op het voorhoofd. Een hoed waarmee geen vrouw in een kleine (of gro te) auto kan stappen... De naam van Shilling staat in Groot-Brit tan nië voor avant garde en ver beeldingskracht. Hij vormt we reldwijd een inspiratiebron voor hoedenmakers, want dit is een feit de hoed komt weer in. Ook onze bloedeigen couturiers lieten op hun shows voor de zomer prachtigste hoeden zien. TINY FRANCIS Medische wetenschap is oorlog, schreef ik vorige week, een gena deloze concurrentieslag tussen el kaar beconcurrerende theorieën en therapieën. „Let u maar eens op hoe de bedenkers van ons Ne derlandse wondermiddel tegen aids besprongen zullen worden door de felle kritiek van hun regu liere collega's". Nu, een dikke week later, weet u hoe het gegaan is. Nauwelijks had professor Buck gezegd dat de ziekte aids binnen enkele jaren tot het verleden zou behoren, of collega Goudsmit liet weten dat Buck uit zijn nek had zitten praten. Een andere collega, prof.dr. C. van Boeckel, heeft in middels uit protest tegen de gang van zaken ontslag genomen. Heeft Buck dan helemaal niets bijzon ders gevonden? Dat niet. Integendeel. Hij heeft een buitengewoon elegante vondst gedaan die mogelijkerwijs, mis schien, eventueel kan leiden tot een afdoend geneesmiddel tegen het aidsvirus. Dat is al heel wat, want tot nu toe is er, behalve het middel AZT, eigenlijk niets dat echt iets uithaalt tegen dit sluwste van alle virussen. De situatie is als volgt. Elke lichaamscel bestaat uit een kern met erfelijk materiaal, het DNA, waarin, als in een gigan tisch receptenboek, alles wat men selijke cellen moeten doen precies beschreven staat. Bovendien heeft elke lichaamscel de beschikking over celfabriekjes waarin die mooie plannen kunnen worden uitgevoerd. Zegt de celkern 'maak spuug', dan wordt het DNA recep tenboek opengeslagen op de blad zijde 'hoe spuug te bereiden' en de celfabriekjes voeren dat dan ook Befehl ist Befehl prompt uit. Maar een virus kan dat niet. Want een virus bestaat uitsluitend uit er felijk materiaal en heeft geen cel- fabrieken om nieuwe virusdeeltjes aan- te maken. Het kan zichzelf zonder hulp niet eens vermenig vuldigen. Het virus is als een ge neraal zonder leger, een directie zonder bedrijf, een receptenboek zonder keuken of kok. Daar heeft het aidsvirus (ofwel HIV) het vol gende op gevonden. Het duikt met zijn erfelijk materiaal onder in dat van de cel en voegt aan het grote DN A-receptenboek van die cel een paar bladzijden toe waarop precies beschreven staat hoe je aidsvirus dient aan te maken. Nu leest geen enkele lichaamscel alle bladzijden van zijn allesbe- schrijvende DN A-receptenboek. De galcel slaat die voornamelijk open op de bladzijde 'hoe maak je gal?' en de pancreascel op de pagi na 'alles over het maken van insu line'. Dat verklaart waarom aids pas jaren na besmetting kan toer slaan. Op een kwade dag nie mand weet wanneer, niemand weet waarom slaat de cel zijn receptenboek open op de fatale pa gina, vindt daar het recept voor de bereiding van aidsvirus en doet dat dan ook. Plakkerig Precies dat laatste denkt professor Buck met zijn vondst te kunnen voorkomen. Hij heeft een deel van het erfelijk materiaal van het aids virus nagebouwd en zo bewerkt dat, het als het ware plakkerig is geworden. Stel nou dat iemand met aids is besmet. Het middel van Buck spoort dan het ondergedoken erfelijk materiaal van het aidsvi rus in de besmette lichaamscellen op, maakt dat materiaal plakkerig, en lijmt als het ware de pagina's waarop het recept voor de berei ding van aidsvirus staat aan elkaar vast. Gevolg: de fatale pagina's waarop precies staat hoe het virus zich moet vermenigvuldigen blij ven voor altijd ongelezen, zodat het virus zijn boze plannen nim mer tot uitvoer kan brengen. Een schitterende, principiële en elegante vondst. „Een nieuw ge neesmiddel tegen aids"?, zoals de Telegraaf schreef. Is het aids nu echt binnen enkele jaren de we reld uit?, zoals Buck beweerde. Bij lange, lange na niet. Het middel schijnt bij kuikens niet giftig te zijn, en kan, zoveel is zeker, in een reageerbuis de vermenigvuldiging van het aidsvirus stoppen. Maar tussen reageerbuis en werkelijke toepassing op mensen is een jaren lange weg te gaan. Men zal eerst moeten nagaan of het bij mensa pen iets uithaalt. Vervolgens moet men nagaan of mensen er geen on overkomelijke schade van oplo pen. Dan volgt langdurig onder zoek of het wel werkt, en als het werkt, of het middel niet erger is dan de kwaal. Tijdens dit jarenlange onderzoek kunnen onvoorspelbare problemen opduiken. Het zou bijvoorbeeld best mogelijk kunnen zijn dat het middel van Buck de verkeerde bladzijden in het erfelijk materiaal vastplakt, zodat het recept voor pakweg het bereiden van insuline plotseling onleesbaar is geworden. Een andere moeilijkheid - profes sor Goudsmit wees daar al op - is dat ook hersencellen vaak met het aidsvirus zijn besmet, en het is maar de vraag of het nieuwe mid del de geduchte bloed-hersenbar- rière kan passeren. Enzovoort, en- zoverder. Hoe spectaculaire vondsten in de praktijk uitpakken is volmaakt on voorspelbaar. Neem, bijvoorbeeld, interferon, het tovermiddel van 1981. Vlak voordat een lichaamscel door een virus onder de voet wordt gelopen slaakt het een che mische waarschuwingskreet: inter feron. Omdat een gewaarschuwde cel voor twee telt sluiten alle cel len hun poorten voor het aanstor mende virus. Welnu. Men kon dit interferon onbeperkt aanmaken en dacht daarmee een universeel wondermiddel tegen virusinfecties in handen te hebben. Heeft u er ooit nog wat van gehoord? Wanprodukt Er bestaat een modieus Engels woord voor die onvoorspelbare mee- en tegenvallers: serendipity. Niemand van de NASA kon be vroeden dat de vlucht naar de maan niet-aankoekende Tefalpan- nen op zou leveren. Een Piet Mo lecuul dacht de ideale lijm gevon den te hebben, maar die bleek niet goed te plakken. Hij kwam op het briljante idee om dit wanprodukt op de achterkant van memo's te smeren en is nu schatrijk. Zo kan de prachtige vondst van Buck een zeperd blijken te zijn voor aids-pa- tiënten, maar een geweldig middel tegen 'hairy cell-leukemie' (een zeldzame vorm van bloedkanker waartegen interferon wel helpt). Wie zal het zeggen? De moraal. Medisch nieuws bestaat niet. Met 'medisch nieuws' bedoel ik dan wel praktisch medisch nieuws. Het is ondenkbaar dat ie mand vandaag in een laborato rium 'eureka' schreeuwt en de we reld morgen verlost is van een van de gesels der mensheid als kanker, aids, honger, dood, veroudering, dementie of aangeboren gebreken. Komt het Journaal toch met zo'n doorbraak, draai dan zonder par don de knop om. Leest u zoiets in de krant, leg dan de krant onmid dellijk in de kattebak. Dit soort medisch nieuws bestaat niet, want als het nieuws is weet niemand of het werkt, en tegen de tijd dat men dat wel weet, is het allang geen nieuws meer. door Joke Forceville-Van Rossur TUNESIË L Het blauw is voorhanden <^JE Daar tegen de lucht gen3(t kerd. odd hu Freddy de Vree. We zijn met zijn tienen nfc,ejC Tunesië geweest. Een kleLt w vrij onverwacht snoepreisU-] een grote ervaring. Verwïme1 u nu niet dat ik u een coLco sociologie ga geven. Dat kf helemaal niet want veerfiRT dagen vertoeven is weinihp. meer geweest dan „sight- seeing", buitenkant bekijl^ani dus. Wat er allemaal stee1 achter het uiterlijk gedrag,R». de bewoners van dit boeit)er< land, zul je als reiziger nil Pr maar even ontdekken. Af^ar i een impressie kan ik u wfege geven. Van het verre zuiden L. reden uren door dor -L' woestijnland is me de <1 (h warmte en kaalheid rey i bijgebleven. Geen wondei(|1 (I raakt daar aan de Sahara. Red de randen, in de buurt vaitTL- oase nog al eens, zie je métoe F uiterst sobere onderkomeilER( Veelvuldig onafgebouwdexxor huizen vallen je op. De i— mensen blijken al hun gel hebben gestoken in de aanbouw en ze houden e/l'w maar mee op als dat geld c*E5 's Lands wijs, 's lands eerL" ons wordt daarin voorzien door het aangaan van een rui lening in de vorm van ee»n 1 hypotheek. Zou dat systeeP de zichzelf al een welvaartsverschijnsel zijnli< Het tempo hier is bepaald*on\ westers. Daar heeft orr ongetwijfeld het klimaat ^?QC te maken, maar stellig oofes lage levensstandaard. De Easy begint vroeg. En talloze K)Ai mannen zitten vanaf dat vroege morgenuur eindelo Hu| discussiëren bij hun éne 1\ is.' koffie. Haast heeft geen vrabt hen. Hebben ze geen taak^ ^t weet het antwoord niet. B\ op de velden waar wèl vva^r groeien, in de buurt van i oase bijvoorbeeld en in helll 1' vruchtbaarder noorden, P ®v werken vrouwen in grote^j getale, kleurrijk gekleed, j vrouw hier nog vooral deiv 1 onderdanige, de slaafse, c/n-k|i achtergeblevene? Het is ARA moeilijk te peilen. Want kleine weeffabriek heb iA.Viei uitsluitend mannen in zee hoog tempo zien werken. Opvallend was dat. Als he\.^ haar uiterlijk gaat, zie je vrouwen in de meest naga uiteenlopende kledij. Web na; vaak met die éne wijde over alles heen. Over jeaften s bijvoorbeeld. De slip van (os i sluier houden ze dikwijls mers geheel voor mond en ogefi- dat verplichting, uiting w zedigheid? Voor mij een vfrije' Maar als ik er woonde, d{ in ik vast óók zo'n sluier. Heft Pe in deze droogte dringt dofi 30 alle poriën heen. Ik heb i|4 Q( verwonderd over het L' veelsoortige schoeisel en <fen p meest moderne fantasie- inh kousjes die ik zag dragen, over de vele roodgelakte 143 nagels. lc'ai Wie beseft dat toerisme e»cert niet te onderschatten bron30 K inkomsten voor Tunesië moet als gast wel eens slik[ok[ Ik had er moeite mee: omu; vakantie vieren waar andchtri in zeer beperkte omstandigheden leven. /A,* weet niet of ik om deze ij/C nog wel ooit naar dit lanii, terug zou willen. Zegt mijl 4 dierbare echtgenoot dat ji ons vakantiegeld hun economie bevordert. s' Ongetwijfeld bouwen grorr westerse investeerders deIr toeristenindustrie hier opjl c verdienen daar aan. Maai verschaffen tevens aan a duizenden werk. n Wij als toeristen moeten oC. zulke gevallen maar erg mor royaal opstellen. Daarbij i het dan vooral om de vroiL die als kamermeisjes stil mg onopvallend haar taak _Jor verrichten. Die moeten uL. k vrijgevig bedenken. Ober^. de terrassen en de slimmL J lastige, je bijna voortduren om je nek hangende verkt^ w in de soeks halen hun buiL^ binnen. Tunesië: land van tegenstellingen, scherper l navranter dan bij ons. Tü en enkele andere grote st zijn in veel opzichten wel vergelijkbaar met Parijs. het zuiden vind je Bedoel! en Berbers die in tenten i holen woningen leven. (Mi zouden die anders willen). |(q ik toch nog eens terug ga neem ik honderd bicpenil mee. Om al die mooie vragende kindertjes een plezier te doen. Een „stilt— blijkt welhaast het mooist geschenk. Dan weet ik overigens op voorhand d/gen: er minstens tweehonderdiop kort zal komen. ter in op Ier

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 8