„Beter vroeg rijk doodgaan dan
later arm een rot leven hebben"
Volleybalteam nu uit kinderschoenen gegroeid
Holsboer
SPORT
£oidóc6ow£i/nt
ZATERDAG 21 APRIL 1990 PAGINA 8 hl
Wereldspelen 1993 promotie
voor niet-olympische sporten
DEN HAAG De vierde Wereldspelen, die van 20 tot en met
30 juli 1993 in Den Haag worden gehouden, zullen vooral als
promotie voor de 24 deelnemende, niet-olympische sporten die
nen. De organisatie van het evenement, dat een begroting kent
van circa vijf miljoen gulden (de gemeente draagt 1,75 miljoen
bij), rekent op 100.000 tot 125.000 bezoekers.
Volgens penningmeester H. Valken van de Internationale
World Games Associatie (IWGA) verdienen ook de over drie
jaar in en rondom het Haagse Houtrust Sport actuele sporten
een dergelijke aandacht. „Wij kijken wel eens met lede ogen
naar onze olympische broers en zusters die volop in de schijn
werpers staan". Ook de Wereldspelen worden om de vier jaar
gehouden, maar dat is wel zo ongeveer de enige reële vergelij
king tussen beide „fenomenen". Valken: „Voor ons doel hoeven
er geen drie nieuwe stadions worden gebouwd, geen metro's en
hotelaccommodaties verbeterd".
TOKYO Met maximaal zelfvertrou
wen begint de Nederlandse volleybal-
ploeg in een zetel aan het laatste week
einde van de B-wereldtitelstrijd in Ja
pan. Na de zege van 3-0 (15-3 15-9 15-12)
op Spanje, op de eerste dag van de fina
leronde, behoeft Nederland tegen Joego
slavië en Zweden niet eens meer eer^
duel te winnen om plaatsing voor de A-
wereldtitelstrijd in Brazilië af te dwin
gen.
Verlies tegen Joegoslavië komt echter niet voor
in de gedachten van de Nederlanders. Coach
Harrie Brokking bleef gisteren in het Metropo
litan Gymnasium om de tegenstander van van
daag te zien verliezen van Japan, waarvan
Oranje zelf zo gemakkelijk won.
Brokking: „Natuurlijk is onze situatie zeer com
fortabel. Ik heb echter geen zin om kruidenier
tje te spelen, om precies uit te rekenen hoe we
ervoor staan. Als we van Joegoslavië winnen,
zijn we geplaatst. Klaar. Dan kunnen we tegen
Zweden een mooie finale spelen".
De volleyballers spoedden zich na de partij van
een uur tegen Spanje wederom naar de trai
ningszaal. De laatste dagen is dat een normaal
gebruik, vanwege de korte duur van de wed
strijden. Vanaf het openingsduel tegen Polen
(3-1) heeft Nederland in vijf wedstrijden geen
set verloren en duurden de inspanningen steeds
ongeveer een uur of nog minder aan zuivere
speeltijd.
Diner
In het hotel lieten de volleyballers het diner
uitstellen, om naar het tele visie verslag van Joe
goslavië - Japan te kijken. Tegen Joegoslavië
hebben ze wat goed te maken. Tijdens de Euro
pese titelstrijd verloren ze van de Oosteuropea
nen, nadat ze aanvankelijk veel beter waren.
Nederland is nu de uitgesproken favoriet voor
de eindzege. Zweden, vooraf als de andere gro
te kanshebber beschouwd, speelde te wisselval
lig en won met enig geluk van Polen. Rob Gra-
bert vindt het niet erg dat Oranje als de te
kloppen ploeg wordt gezien. „Dat wordt tijd.
Daar hebben we vier jaar voor gewerkt".
Volgens Grabert, die zijn 200e interland speel-!j.
de, wint Nederland in hoog tempo aan interna-^
tionaal aanzien. „Wij spelen geen kleuter-ie
school volleybal meer. Wij laten zien, wat er te
bereiken is in betrekkelijk korte tijd. We zetten!,
een standaard neer, waarop andere landen zichf
kunnen richten. We groeien dus uit de kinder-),
schoenen".
De hoofdstopper/buitenaanvaller vraagt zichi
af, of Nederland ooit zes wedstrijden op rij j
degelijk heeft gespeeld. „We zijn in vorm,
maken weinig fouten en accepteren veel 1
elkaar Als we een paar punten weggeven wor-jv
den de koppen bij elkaar gestoken en dwingen»
we elkaar in een hogere versnelling te spelen".jtr
WIM MOSTERD DOET BEROEP OP OVERHEID TOT ONDERZOEK PLOTSE DOOD SPORTERS
AMERSFOORT De
schrik zit er in de sport
wereld goed in. Na de
acute dood van een tiental
topsporters, onder wie
veel wielrenners, zijn zo
wel medici als sportbon
den ervan overtuigd dat
er van toeval geen sprake
kan zijn. Wat zijn de oor
zaken van een acute dood
van een ogenschijnlijk
toch zo gezonde sporter?
Hoe kun je risico's opspo
ren. En hoever mag en
kan een topsporter eigen
lijk wel gaan?
Dit vraagstuk houdt momen
teel menigeen bezig. Zo pro
moveert dr. Gerard van Enst
)iit het Gelderse Doorwerth
volgende week aan de Univer
siteit van Amsterdam op een
proefschrift over een methode
voor periodiek medisch onder
zoek voor sporters.
Op het wereldcongres Sportge
neeskunde, dat volgende
maand in Amsterdam wordt
gehouden, zal de problematiek
een belangrijk discussiepunt
zijn. Twee universiteiten en
het Nationaal Instituut voor de
Sportgezondheidszorg zijn mo
menteel met een gecombi
neerd onderzoek bezig om het
aantal doden en reanimatie-
gevallen in de sport te achter
halen. En ook de Koninklijke
Nederlandse Wieier Unie, de
KNWU, heeft een onderzoek
aangekondigd.
Maar is alle consternatie wel
terecht en wat is er nu precies
gaande in de sportwereld? De
Amersfoortse cardioloog en
hoogleraar sportgeneeskunde
prof.dr. Wim Mosterd voorziet
grote veranderingen in de top
sport en pleit voor een geza
menlijk, multi-disciplinair on
derzoek.
Tijdens het Amerikaanse con
gres, waarvan Wim Mosterd
zojuist is teruggekeerd, werd
in de wandelgangen al veel
aandacht aan de acute dood
van topsporters. Thuisgeko
men vond Mosterd de kranten
nog vol met verhalen over
mogelijke hartafwijkingen en
dopingproblemen bij topspor
ters. Hoewel de gegevens hem
bekend waren, verraste de
hausse van berichten over de
plotselinge dood de* hoogleraar
toch.
Mosterd: „Tot voor kort was
acute dood bij een topsporter
een zeldzaamheid. Uit een on
derzoek dat de Erasmusuni-
versiteit in de jaren '78, '79 en
'80 heeft gehouden, bliikt dat
er toen elk jaar in Nederland
honderd mensen tijdens of
vlak na het sporten overleden.
Dat betekent één op de 45.000
sportbeoefenaars. In- vergelij
king met de vele verkeers
slachtoffers is dat aantal dus
heel klein".
„Bij die honderd dodelijke ge
vallen, was ook geen enkele
topsporter. Des te merkwaar
diger is nu dat de laatste an
derhalf jaar zeker tien spor
ters, en dan nog wel overwe
gend wielrenners, acuut over
lijden. En dat beeld doet zich
ook in andere landen voor. Zo
zijn er in Oostduitsland de
laatste tijd enkele roeiers plot
seling overleden. Geen won
der dat iedereen zich nu gaat
afvragen hoe dat komt".
Gissen
Bij veel gevallen moet men
naar de oorzaak gissen. Me
disch onderzoek bracht weinig
concreets aan het licht en bij
de overledenen bleef sectie
achterwege. Trainer Wim
Kruis van de Amersfoortse
wielrenster Monique Knol be
treurt dat: „Als nabestaanden
met een sectie zouden instem
men, kan dat meer duidelijk
heid geven en in ieder geval
de geruchten de wereld uithel
pen. Nu wordt nogal eens ge
suggereerd dat doping en sti
mulerende middelen de doods
oorzaak zijn. Maar ik denk dat
bij de meeste gevallen een ver
waarloosde griep en koorts
parten hebben gespeeld. Dat
heeft ook de sectie op wielren
ster Connie Meijer uitgewezen.
Vijf procent van de virus-in
fecties veroorzaken namelijk
een ontsteking aan de hart
spier of het hartzakje en dat is
zoiets als een sluipmoordenaar,
want je merk er vaak niet veel
meer van dan een beetje ver-
moeiheid".
Kruis pleit daarom voor goed
en preventief onderzoek bij
sporters. „Al hebben mensen
wat klachten of blessures,
vaak zijn ze zo bezeten van de
sport, dat ze toch door blijven
trainen. En dan moeten ze
soms tegen zichzelf worden
beschermd".
Experimenteren
Tempo-wielrenner Johnny
Broers uit Maartensdijk reed
zeven jaar als beroeps, behaal
de diverse ereplaatsen en was
een van de deelnemers van de
Tour de France en de Ronde
van Spanje. Vorig jaar wist hij
als amateur ook nog eens vijf
overwinningen te boeken.
Volgens Broers is het gebrui
kelijk om met griep door te
fietsen. „Alleen met hoge
koorts stappen de meesten er
wel uit, maar of dat nu de oor
zaak van een hartstilstand kan
zijn? Dat is voor mij nog maar
de vraag".
„Er worden ook wel prepara
ten en vitaminen gebruikt om
op de been te blijven. De jon
gens experimenteren daar ook
zelf mee. Niet dat daarover
wordt gepraat, dat doet ieder
voor zich. De beroepswielren
nerij is een geheimzinnig we
reldje: de een z'n dood is de
ander zijn brood. Zo gaat dat
nu eenmaal. Maar of die pre
paraten ook debet aan zo'n
plotseling dood zijn, daar zul
len we wel nooit achter ko
men. Want voorlopig staan
ook de artsen voor een raadsel.
Ze -spreken elkaar allemaal te
gen".
Wim Mosterd werd als één der
eersten geconfronteerd met de
onzekerheid in de sportwereld.
Sporters kwamen met onge
ruste vragen. Collega-cardiolo
gen kloppen regelmatig voor
informatie bij hem aan. Mos
terd is het met de sporters
eens dat er een regelmatig,
preventief medisch onderzoek
moet komen voor mensen die
actief zijn in duursporten, zo
als wielrenners, roeiers, lang
laufers zwemmers en mara
thon-lopers. Daarbij doet het
er niet toe of iemand beroeps
of amateur is, het gaat er vol
gens hem om of zo'n sporter
prestaties wil leveren, steeds
zijn eigen grenzen wil verken
nen en verleggen. En mini
maal drie tot vier uur per dag
Onbekend
Maar kun je wel iemand on
derzoeken als de oorzaken van
acute dood door sport nog on
bekend zijn? „Nee", zegt Mos
terd, „want je weet niet waar
naar je moet zoeken. Daarom
is een diepgaand, algemeen
onderzoek ook hard nodig. We
weten nu dan wel dat een spe
cifieke groep van sporters
slachtoffer wordt van een
hartstilstand, maar we weten
niet waardoor. En het is wel
heel gemakkelijk om dan te
zeggen dat het wel door do
ping zal zijn. Maar daar geloof
ik niet in".
Mosterd gelooft wel in een
aantal andere mogelijkheden:
„Ik denk allereerst aan ernsti
ge hartritme-stoornissen. Bij
een intensief getrainde sporter
verandert niet alleen het ze
nuwstelsel, de stofwisseling,
het hormonale systeem en de
bloeddoorstroming van de
spieren. Ook in het hart ver
andert er het een en ander.
Omdat al dat bloed rondge
pompt moet worden, wordt
het hart groter. We spreken
dan van een sporthart, waarbij
ook de ECG, het electro-car-
diogram, anders is".
„Het hart functioneert name
lijk net als donder en bliksem.
Je kunt geen donderslag, geen
samentrekking van het hart
krijgen, als je niet eerst een
electrische stroom hebt. Daar
door wordt de hartspier ge
prikkeld. Wordt de duur van
dit stroompje verlengd, dan
kan. het hart in een fase ko
men, die wij electrische insta
biliteit noemen, waarbij ande
re centra ineens kunnen in
springen".
„Eén van de verklaringen
voor een hartstilstand zou
kunnen zijn dat dit inspringen
chaotisch gebeurt, waardoor je
ernstige ritmestoornissen
krijgt, die tot een acute dood
leiden. Een andere mogelijk
heid is dat hormonale factoren
of een verstoring van de mine
rale huishouding een rol spe
len. En weer een andere, heel
hypothetisch, verklaring is dat
zo'n sporthart echt over be
paalde grenzen heen gaat en
een totaal andere werking
krijgt dan we gewend zijn.
Maar een echt, concreet ant
woord is er dus niet op te ge
ven, het blijft voorlopig natte
vingerwerk".
Met griep
Het doortrainen met een griep,
dat Connie Meijer mogelijk
noodlottig werd, is volgens
Mosterd een veel minder
waarschijnlijke factor bij hart
klachten. „De spierziekte die
daardoor optreedt, is veel zeld
zamer. Dat zeg je als arts vaak
als een verlegenheidsdiagnose.
Maar bij mensen op wie sectie
is verricht, is het zelden aan
getroffen. Natuurlijk weet ie
dereen, dat je na een virus
ziekte of een antibiotica-kuur
een poosje rustig aan moet
doen. Maar het is niet zo dat
mensen, die het niet doen, bij
bosjes neervallen. Sterker nog,
in de topsport doen velen het
nog steeds. Vroeger was het
zelfs de gewoonte om als je
griep had te zeggen dat je het
er moest uitlopen en gingen ze
extra hard aan de gang. Die
gedachte is nu al wel overge
waaid, maar in de praktijk is
het erg moeilijk om een paar
weken te stoppen. Ten eerste
is dan je seizoen naar de knop
pen en als een topsporter zes
weken niet traint krijgt hij al
lerlei gekke verschijnselen zo
als ritmestoornissen en slape
loosheid, waarbij je je doodziek
voelt".
Geen Tour
„Wat de wielrennerij", zegt
Wim Mosterd, „zo uitzonder
lijk maakt is dat er keihard
wordt getraind. Een wielren
ner die een dag moe is, gaat er
de volgende dag twee keer zo
hard tegen aan, terwijl een an
dere sporter dan iets gas terug
zal nemen. Het is ook een
sport die onder extreme om
standigheden wordt beoefend,
's Morgens rijden ze in de
gloeiende zon en 's middags in
de ijzel. Dat alles vergt enorme
extensieve prestaties. Daarom
heb ik jaren geleden al gezegd,
en dat is me toen niet in dank
afgenomen, dat de Tour de
France zou niet gereden
moeten worden. De Tour is
een dermate grote inspanning
dat het voor de helft van de
deelnemers, die hem alleen
met heel veel moeite kunnen
uitrijden, eigenlijk onmense
lijk is".
„Hier in Nederland was de si
tuatie vroeger nog een beetje
in de hand te houden door een
medische sportkeuring, al is
dat nu nog maar tot een aantal
sporten beperkt. Maar in Ame
rika is er helemaal niets te re
gelen. Je ziet daar heel merk
waardige toestanden. Zo zijn
er mensen die bij sport een
heel groot risico lopen om
acuut dood te blijven. Maar ze
doen toch aan topsport, om de
doodeenvoudige reden dat ze
er veel geld mee kunnen ver
dienen. Want wat denkt zo'n
jongen uit een grote negerfa
milie in de sloppen van Har
lem: ik kan beter vroeg rijk
doodgaan, dan later arm en
een rot leven hebben. Dan heb
ik mijn familie tenminste ook
geholpen. Dat is in Amerika
de praktijk van alledag".
„Ik heb een film gezien, die
straks ook op het Wereldcon
gres Sportgeneeskunde in Am
sterdam wordt getoond. Hierin
is een basketballer te zien die
een belangrijke wedstrijd
speelt, met een defribilator on
der handbereik. Die man had
een hartspieratwijking en zou
geen dag mogen sporten. Tij
dens die wedstrijd kreeg hij
dan ook een hartstilstand en
zijn begeleider raakte zo in pa
niek dat hij de hele defribila
tor vergat en de basketballer
dus dood werd afgevoerd. En
zulke toestanden komen niet
alleen in Amerika, maar in
veel meer landen voor".
Ondankbaar werk
Topsportbegeleiding is volgens
Mosterd uiterst ondankbaar
werk, vooral als er geld mee is
gemoeid: „Zeker als Neder
landse arts kun je in dat cir
cuit heel moeilijk functione
ren. Als je iemand adviseert
niet te trainen of te spelen en
hij doet het toch, dan moet je
als arts maar weggaan. Dat is
dan maar voor diens eigen
verantwoordelijkheid".
In de sportwereld wordt er
momenteel over gedacht om
een medische keuring voor
sporters verplicht te stellen.
Maar welke konsekwenties
moeten daar dan aan worden
verbonden? Sportarts Van
Enst promoveert volgende
week aan de Universiteit van
Amsterdam op het proefschrift
„De ontwikkeling van een se
lectiemethode in het periodiek
preventief sportmedisch on
Prof. dr. Wim Mosterd is verbaasd over de hausse in de belang
stelling voor plotselinge sterfbevallen in de sportwereld.
foto: pers unie
derzoek", dat een bruikbaar
instrument wordt genoemd om
sporters verantwoord te kun
nen adviseren.
Maar volgens Mosterd hoort
de discussie over de sportkeu
ring niet meer in de medische
wereld thuis: „Het is een
ethisch, maatschappelijk en so
ciaal probleem geworden.
Daar zit je als arts gigantisch
gek tussen".
In Amerika heeft Mosterd on
langs ervaren hoe groot de in
vloed van de media op de
sport is. Om aardige program
ma's op de buis te brengen
sponsoren televisiestations
sportclubs en sporters voor
enorme bedragen. „Daardoor
wordt de greep van de media,
en vooral van de tv, op de
sport enorm. Dat betekent veel
goeds voor de sport, want je
kunt daardoor ook basis- en
fitness-sporten ontwikkelen,
die anders geen kans hebben.
Ook het gezond leven wordt
gestimuleerd en dat vermin
dert de risico's op hart- en
vaatziekten. Maar het bete
kent ook dat sporters gigan
tisch veel geld gaan verdienen
en dat laat zich niet door dok
ters regelen".
Of commerciële televisiesta
tions in Nederland en in ande
re Europese landen het Ame
rikaanse voorbeeld exact zul
len volgen, is nog maar de
vraag. Al ondertekende Vero
nica deze week wel een spon
sorcontract voor anderhalf
miljoen gulden met de voet
balclub Volendam. Maar het
fenomeen sport staat bij de
media wel volop in de belang
stelling.
Enorme publiciteit
Mosterd: „Dat er nu zoveel in
teresse is in de medische pro
blemen van sporters is natuur
lijk niet voor niets. Het trekt
enorme publiciteit als je in de
kranten leest dat een bekende
wielrenner dood neervalt".
„Los daarvan is het uiteraard
wel gek dat zulke calimiteiten
gebeuren. Er moet iets aan de
hand zijn. Toch loopt iedereen
nu wel te roepen dat het hoog
tijd is voor een onderzoek,
maar daarbij wordt over het
hoofd gezien dat er bij herha
ling susbisidie is aangevraagd
om zo'n onderzoek te kunnen
doen".
De KNWU heeft aangekon
digd dat er onder leiding van
de Reeuwijkse cardioloog Jan
Oudhof een medisch onder
zoek wordt gestart naar de ge
zondheid van wielrenners.
Maar dit project loopt pararel
met de onderzoeken die Mos
terd en sportcardioloog Pool
op stapel hebben staan.
Mosterd: „Ik weet niet wat
voor onderzoek de Wielerunie
gaat doet, maar ze zullen wel
enige tijd van beraad nodig
hebben. Het klinkt misschien
wat arrogant, maar een zinvol
onderzoek kun je alleen maar
doen in een heel goed samen
werkingsverband met een uni
versitaire centra die op dit ter
rein specifiek deskundig zijn.
Je moet het niet met een paar
mensen gaan doen, dit werhl
moet je heel breed opzetten.
Dan kom je er achter".
„Bovendien heb je niet alleen
de know-how nodig, maar ook
de medewerking van de Wie
lerunie, van de sporters en
van de sponsors. Want je zult *-
de wielrenners echt voor een
onderzoek naar Nederland
moeten halen en ze voor een
bepaalde tijd moeten volgen.
,Daar gaat gigantisch veel mee
gemoeid. Want ga alleen maar
eens na waar alle topmensen
nu, midden in het seizoen, zit
ten: iedereen is in het buiten-
Het onderzoek dat Mosterd
voor ogen staat zal ongetijfeld
in de miljoenen gaan lopen.
Eerdere subsidie-aanvragen
werden door de overheid en
instanties als de Hartstichting
maar mondjesmaat gehono
reerd. Zoals de sportbonden de
laatste jaren ook zelf op we
tenschappelijk onderzoek heb
ben bezuinigd. De hamvraag is
dan ook: waar moet het geld
voor zo'n grootscheeps, multi
disciplinair onderzoek van
daan komen?
Mosterd: „De schrik zit er nu
bij iedereen goed in. En je
kunt deze zaak nu eenmaal
niet oplossen met een simpel
onderzoekje. Dus ik denk dat
de overheid uiteindelijk toch
wel over de brug zal komen".
HELMA VAN DEN BERG
LEIDEN De topper
Amsterdam-HGC, die in
het Wagener-stadion de
landskampioen bij de hoc
keyende dames zal aan
wijzen, kan Noor Holsboer
morgenmiddag slechts als
toeschouwer meemaken.
Een scheurtje in haar
rechterpink verhindert
haar actieve deelname.
„Heel jammer, dan moet
ik ze maar zo hard moge
lijk aanmoedigen", zucht
de 22-jarige middenveld-
ster die twee dagen later
wel op het vliegtuig naar
Australië stapt. „Het we
reldkampioenschap hoef
ik niet te missen, een ge
luk bij het ongeluk".
De blessure liep de al van
jongs af aan bij het Haagse
HGC spelende Holsboer op tij
dens een vierlandentoernooi
dat het afgelopen Paas-week-
einde in de Westduitse stad
Düsseldorf werd gespeeld. „Er
werd een hoge bal uit de de
fensie geslagen en ik probeer
de hem te stoppen. Maar ik
kwam een fractie van een se
conde te laat en die bal be
landde vol op m'n hand. Dat
betekende een flinke wond
aan de binnenkant van m'n
pink en een barstje in het bot.
Gelukkig was-ie niet vol door
gebroken, anders had ik het
WK ook meteen wel moeten
vergeten. Later besef je pas
dat het nog veel erger had
kunnen aflopen. Nu ben ik er
zo'n dag of tien mee zoet,-het
heelt snel gelukkig".
De allesbeslissende confronta
tie met eeuwige concurrent, ti
telhouder én Europa-Cupwin-
naar Amsterdam (HGC heeft
aan een gelijkspel voldoende
voor een geslaagde revanche)
is nu niet voor Noor Holsboer
weggelegd. De persoonlijke
duels met directe tegenstand
ster en collega-international
Carina Benninga zal iemand
anders moeten opknappen.
„Wie dat zal worden, weten
we nog niet. We hebben nog
geen contact kunnen krijgen
met onze coach, Hans Stree-
der. Hij is ergens op vakantie,
maar is voorlopig nog onvind
baar", zo klonk het woensdag
middag op haar zolderkamer
tje in hartje Leiden waar Noor
Holsboer voor het tweede jaar
medicijnen studeert. Vergoelij
kend: „Maar we komen er best
uit, hoor. Trouwens, het zal
wel moeten, want Carina is
natuurlijk wel een speelster
die goed afgestopt dient te
worden".
Eerste doelpunt
Waren de „gevechten" Hols-
boer-Benninga en vice versa
op clubniveau immer op het
venijnige af, in het Nederlands
elftal vormen beide midden-
veldsters een hechte twee-een
heid. „Carina zorgt voor het
aanvallende deel, ik pas meer
op de verdediging, ik moet de
eventuele gaatjes dichten. Aan
aanvallen kom ik niet zo hee1
veel toe. Voor HGC heb ik
deze competitie nog geen en
kele keer gescoord en dat
komt er nu met de laatste
wedstrijd tegen Amsterdam
voor mij dus ook niet meer
Noor Holsboer, met haar olympische mascotte uit Seoul: „Als je echt iemand helemaal gek kunt
maken door zo goed te verdedigen, dat vind ik schitterend". foto: cees verkerk
van. In het Nederlands elftal
heb ik onlangs mijn eerste
doelpunt gemaakt. In m'n 59e
interland was het. Maar helaas
speelden we toen in Engeland
een hele slechte wedstrijd, dus ik wel
al te veel zin om een feestje te
vieren, was er dus niet".
Holsboer beperkt zich dan ook
liever tot haar actuele rol van
„stofzuiger". Zij: „Ik weet wat
het bijvoorbeeld vooral van
hard werken hebben, de tech
niek kan nog wel wat beter, ja.
Ik voel me uitstekend thuis in
die rol. Als je echt iemand he
niet kan. Ik moet lemaal gek kunt maken door
zo goed te verdedigen, dat
vind ik schitterend. Hoe ze
dan reageren als je weer een
bal afpakt. Zo'n tegenstandster
wordt dan soms zichtbaar
moedeloos. Ja, dat is leuk hoc
keyen, dan krijg ik een heel
goed gevoel over me", lacht
Holsboer die dan het liefst
voor een hockey-technische
oplossing zoekt. „Pas als het
écht niet anders kan, wil ik
wel eens een overtreding ma
ken, maar dat is dan echt pas
bij de allerhoogste nood".
Door bondscoach Gijs van
Heumen werd Holsboer omge
schoold van linksachter tot
verdedigende middenveldster.
„Ik heb heel veel van Gijs ge
leerd", aldus dankt ze de voor
ganger van de nu de scepter
zwaaiende Roelant Oltmans.
Ook over de
als Holsboer uit
komstig, niets dan lof. „Olt
mans is de perfecte coach. Hij
moest beginnen met een hele
jonge, onervaren ploeg, maar
als je toch ziet hoe goed het nu
al als geheel functioneert,
knap hoor. Hij speelt zowel
technisch-taktisch als mentaal
een hele belangrijke rol. Hij
kan pe echt zelfvertrouwen ge-
Creatief
Binnen het uitgestippelde stra
mien, hebben de speelsters bij
Roelant Oltmans ook voldoen
de vrijheid naar eigen inzicht
te handelen, zo beseft Noor
Holsboer. „Hij laat ons heel
vrij, we mogen doen en laten
wat we willen, zo lang dat het
totale belang niet schaadt na
tuurlijk. Het elftal speelt daar
door heel creatief hockey. We
zijn echt op de goede weg. Ons
hoofddoel is Barcelona, de
Olympische Spelen in 1992.
Maar als we daarvoor een leuk
wereldkampioenschap kunnen
afwerken, zullen we het niet
laten. De sfeer is heel goed, ik
heb het volste vertrouwen in
een lekker toernooi. Dat heb
ben ook de resultaten uit de
voorbereiding al laten zien".
Noor Holsboer, die met haar
gespalkte pink voorlopig op
het conditionele vlak kan blij
ven meetrainen, verheugt zich
nu al op het toernooi in Syd
ney. Met een blik naar buiten,
waar een fikse hagelbui op de
Vrouwensteeg neerdaalt:
„Heerlijk, het zal daar rond de
twintig graden zijn. Perfect
weer om te hockeyen dus. Al
leen de vliegreis is een beetje
een probleem. We komen daar
om half zes 's ochtends aan,
dat kan niet ongunstiger, hè.
Maar ach, daar zal onze medi
sche staf ook wel weer iets op
vinden. En we hebben nog een
volle week om te acclimatise
ren, dat komt dus in mijn ge
val ook wel goed uit", aldus de
Leidse studente die het gast
land Australië, Engeland, de
Bondsrepubliek Duitsland en
eventueel Zuidkorea als de ge
vaarlijkste concurrenten be
schouwt. „Met Nederland zijn
dat de kandidaten voor de we
reldtitel", klinkt het optimis
tisch.
DICK KIERS