„Beter vroeg rijk doodgaan dan later arm een rot leven hebben" Volleybalteam nu uit kinderschoenen gegroeid Holsboer SPORT £oidóc6ow£i/nt ZATERDAG 21 APRIL 1990 PAGINA 8 hl Wereldspelen 1993 promotie voor niet-olympische sporten DEN HAAG De vierde Wereldspelen, die van 20 tot en met 30 juli 1993 in Den Haag worden gehouden, zullen vooral als promotie voor de 24 deelnemende, niet-olympische sporten die nen. De organisatie van het evenement, dat een begroting kent van circa vijf miljoen gulden (de gemeente draagt 1,75 miljoen bij), rekent op 100.000 tot 125.000 bezoekers. Volgens penningmeester H. Valken van de Internationale World Games Associatie (IWGA) verdienen ook de over drie jaar in en rondom het Haagse Houtrust Sport actuele sporten een dergelijke aandacht. „Wij kijken wel eens met lede ogen naar onze olympische broers en zusters die volop in de schijn werpers staan". Ook de Wereldspelen worden om de vier jaar gehouden, maar dat is wel zo ongeveer de enige reële vergelij king tussen beide „fenomenen". Valken: „Voor ons doel hoeven er geen drie nieuwe stadions worden gebouwd, geen metro's en hotelaccommodaties verbeterd". TOKYO Met maximaal zelfvertrou wen begint de Nederlandse volleybal- ploeg in een zetel aan het laatste week einde van de B-wereldtitelstrijd in Ja pan. Na de zege van 3-0 (15-3 15-9 15-12) op Spanje, op de eerste dag van de fina leronde, behoeft Nederland tegen Joego slavië en Zweden niet eens meer eer^ duel te winnen om plaatsing voor de A- wereldtitelstrijd in Brazilië af te dwin gen. Verlies tegen Joegoslavië komt echter niet voor in de gedachten van de Nederlanders. Coach Harrie Brokking bleef gisteren in het Metropo litan Gymnasium om de tegenstander van van daag te zien verliezen van Japan, waarvan Oranje zelf zo gemakkelijk won. Brokking: „Natuurlijk is onze situatie zeer com fortabel. Ik heb echter geen zin om kruidenier tje te spelen, om precies uit te rekenen hoe we ervoor staan. Als we van Joegoslavië winnen, zijn we geplaatst. Klaar. Dan kunnen we tegen Zweden een mooie finale spelen". De volleyballers spoedden zich na de partij van een uur tegen Spanje wederom naar de trai ningszaal. De laatste dagen is dat een normaal gebruik, vanwege de korte duur van de wed strijden. Vanaf het openingsduel tegen Polen (3-1) heeft Nederland in vijf wedstrijden geen set verloren en duurden de inspanningen steeds ongeveer een uur of nog minder aan zuivere speeltijd. Diner In het hotel lieten de volleyballers het diner uitstellen, om naar het tele visie verslag van Joe goslavië - Japan te kijken. Tegen Joegoslavië hebben ze wat goed te maken. Tijdens de Euro pese titelstrijd verloren ze van de Oosteuropea nen, nadat ze aanvankelijk veel beter waren. Nederland is nu de uitgesproken favoriet voor de eindzege. Zweden, vooraf als de andere gro te kanshebber beschouwd, speelde te wisselval lig en won met enig geluk van Polen. Rob Gra- bert vindt het niet erg dat Oranje als de te kloppen ploeg wordt gezien. „Dat wordt tijd. Daar hebben we vier jaar voor gewerkt". Volgens Grabert, die zijn 200e interland speel-!j. de, wint Nederland in hoog tempo aan interna-^ tionaal aanzien. „Wij spelen geen kleuter-ie school volleybal meer. Wij laten zien, wat er te bereiken is in betrekkelijk korte tijd. We zetten!, een standaard neer, waarop andere landen zichf kunnen richten. We groeien dus uit de kinder-), schoenen". De hoofdstopper/buitenaanvaller vraagt zichi af, of Nederland ooit zes wedstrijden op rij j degelijk heeft gespeeld. „We zijn in vorm, maken weinig fouten en accepteren veel 1 elkaar Als we een paar punten weggeven wor-jv den de koppen bij elkaar gestoken en dwingen» we elkaar in een hogere versnelling te spelen".jtr WIM MOSTERD DOET BEROEP OP OVERHEID TOT ONDERZOEK PLOTSE DOOD SPORTERS AMERSFOORT De schrik zit er in de sport wereld goed in. Na de acute dood van een tiental topsporters, onder wie veel wielrenners, zijn zo wel medici als sportbon den ervan overtuigd dat er van toeval geen sprake kan zijn. Wat zijn de oor zaken van een acute dood van een ogenschijnlijk toch zo gezonde sporter? Hoe kun je risico's opspo ren. En hoever mag en kan een topsporter eigen lijk wel gaan? Dit vraagstuk houdt momen teel menigeen bezig. Zo pro moveert dr. Gerard van Enst )iit het Gelderse Doorwerth volgende week aan de Univer siteit van Amsterdam op een proefschrift over een methode voor periodiek medisch onder zoek voor sporters. Op het wereldcongres Sportge neeskunde, dat volgende maand in Amsterdam wordt gehouden, zal de problematiek een belangrijk discussiepunt zijn. Twee universiteiten en het Nationaal Instituut voor de Sportgezondheidszorg zijn mo menteel met een gecombi neerd onderzoek bezig om het aantal doden en reanimatie- gevallen in de sport te achter halen. En ook de Koninklijke Nederlandse Wieier Unie, de KNWU, heeft een onderzoek aangekondigd. Maar is alle consternatie wel terecht en wat is er nu precies gaande in de sportwereld? De Amersfoortse cardioloog en hoogleraar sportgeneeskunde prof.dr. Wim Mosterd voorziet grote veranderingen in de top sport en pleit voor een geza menlijk, multi-disciplinair on derzoek. Tijdens het Amerikaanse con gres, waarvan Wim Mosterd zojuist is teruggekeerd, werd in de wandelgangen al veel aandacht aan de acute dood van topsporters. Thuisgeko men vond Mosterd de kranten nog vol met verhalen over mogelijke hartafwijkingen en dopingproblemen bij topspor ters. Hoewel de gegevens hem bekend waren, verraste de hausse van berichten over de plotselinge dood de* hoogleraar toch. Mosterd: „Tot voor kort was acute dood bij een topsporter een zeldzaamheid. Uit een on derzoek dat de Erasmusuni- versiteit in de jaren '78, '79 en '80 heeft gehouden, bliikt dat er toen elk jaar in Nederland honderd mensen tijdens of vlak na het sporten overleden. Dat betekent één op de 45.000 sportbeoefenaars. In- vergelij king met de vele verkeers slachtoffers is dat aantal dus heel klein". „Bij die honderd dodelijke ge vallen, was ook geen enkele topsporter. Des te merkwaar diger is nu dat de laatste an derhalf jaar zeker tien spor ters, en dan nog wel overwe gend wielrenners, acuut over lijden. En dat beeld doet zich ook in andere landen voor. Zo zijn er in Oostduitsland de laatste tijd enkele roeiers plot seling overleden. Geen won der dat iedereen zich nu gaat afvragen hoe dat komt". Gissen Bij veel gevallen moet men naar de oorzaak gissen. Me disch onderzoek bracht weinig concreets aan het licht en bij de overledenen bleef sectie achterwege. Trainer Wim Kruis van de Amersfoortse wielrenster Monique Knol be treurt dat: „Als nabestaanden met een sectie zouden instem men, kan dat meer duidelijk heid geven en in ieder geval de geruchten de wereld uithel pen. Nu wordt nogal eens ge suggereerd dat doping en sti mulerende middelen de doods oorzaak zijn. Maar ik denk dat bij de meeste gevallen een ver waarloosde griep en koorts parten hebben gespeeld. Dat heeft ook de sectie op wielren ster Connie Meijer uitgewezen. Vijf procent van de virus-in fecties veroorzaken namelijk een ontsteking aan de hart spier of het hartzakje en dat is zoiets als een sluipmoordenaar, want je merk er vaak niet veel meer van dan een beetje ver- moeiheid". Kruis pleit daarom voor goed en preventief onderzoek bij sporters. „Al hebben mensen wat klachten of blessures, vaak zijn ze zo bezeten van de sport, dat ze toch door blijven trainen. En dan moeten ze soms tegen zichzelf worden beschermd". Experimenteren Tempo-wielrenner Johnny Broers uit Maartensdijk reed zeven jaar als beroeps, behaal de diverse ereplaatsen en was een van de deelnemers van de Tour de France en de Ronde van Spanje. Vorig jaar wist hij als amateur ook nog eens vijf overwinningen te boeken. Volgens Broers is het gebrui kelijk om met griep door te fietsen. „Alleen met hoge koorts stappen de meesten er wel uit, maar of dat nu de oor zaak van een hartstilstand kan zijn? Dat is voor mij nog maar de vraag". „Er worden ook wel prepara ten en vitaminen gebruikt om op de been te blijven. De jon gens experimenteren daar ook zelf mee. Niet dat daarover wordt gepraat, dat doet ieder voor zich. De beroepswielren nerij is een geheimzinnig we reldje: de een z'n dood is de ander zijn brood. Zo gaat dat nu eenmaal. Maar of die pre paraten ook debet aan zo'n plotseling dood zijn, daar zul len we wel nooit achter ko men. Want voorlopig staan ook de artsen voor een raadsel. Ze -spreken elkaar allemaal te gen". Wim Mosterd werd als één der eersten geconfronteerd met de onzekerheid in de sportwereld. Sporters kwamen met onge ruste vragen. Collega-cardiolo gen kloppen regelmatig voor informatie bij hem aan. Mos terd is het met de sporters eens dat er een regelmatig, preventief medisch onderzoek moet komen voor mensen die actief zijn in duursporten, zo als wielrenners, roeiers, lang laufers zwemmers en mara thon-lopers. Daarbij doet het er niet toe of iemand beroeps of amateur is, het gaat er vol gens hem om of zo'n sporter prestaties wil leveren, steeds zijn eigen grenzen wil verken nen en verleggen. En mini maal drie tot vier uur per dag Onbekend Maar kun je wel iemand on derzoeken als de oorzaken van acute dood door sport nog on bekend zijn? „Nee", zegt Mos terd, „want je weet niet waar naar je moet zoeken. Daarom is een diepgaand, algemeen onderzoek ook hard nodig. We weten nu dan wel dat een spe cifieke groep van sporters slachtoffer wordt van een hartstilstand, maar we weten niet waardoor. En het is wel heel gemakkelijk om dan te zeggen dat het wel door do ping zal zijn. Maar daar geloof ik niet in". Mosterd gelooft wel in een aantal andere mogelijkheden: „Ik denk allereerst aan ernsti ge hartritme-stoornissen. Bij een intensief getrainde sporter verandert niet alleen het ze nuwstelsel, de stofwisseling, het hormonale systeem en de bloeddoorstroming van de spieren. Ook in het hart ver andert er het een en ander. Omdat al dat bloed rondge pompt moet worden, wordt het hart groter. We spreken dan van een sporthart, waarbij ook de ECG, het electro-car- diogram, anders is". „Het hart functioneert name lijk net als donder en bliksem. Je kunt geen donderslag, geen samentrekking van het hart krijgen, als je niet eerst een electrische stroom hebt. Daar door wordt de hartspier ge prikkeld. Wordt de duur van dit stroompje verlengd, dan kan. het hart in een fase ko men, die wij electrische insta biliteit noemen, waarbij ande re centra ineens kunnen in springen". „Eén van de verklaringen voor een hartstilstand zou kunnen zijn dat dit inspringen chaotisch gebeurt, waardoor je ernstige ritmestoornissen krijgt, die tot een acute dood leiden. Een andere mogelijk heid is dat hormonale factoren of een verstoring van de mine rale huishouding een rol spe len. En weer een andere, heel hypothetisch, verklaring is dat zo'n sporthart echt over be paalde grenzen heen gaat en een totaal andere werking krijgt dan we gewend zijn. Maar een echt, concreet ant woord is er dus niet op te ge ven, het blijft voorlopig natte vingerwerk". Met griep Het doortrainen met een griep, dat Connie Meijer mogelijk noodlottig werd, is volgens Mosterd een veel minder waarschijnlijke factor bij hart klachten. „De spierziekte die daardoor optreedt, is veel zeld zamer. Dat zeg je als arts vaak als een verlegenheidsdiagnose. Maar bij mensen op wie sectie is verricht, is het zelden aan getroffen. Natuurlijk weet ie dereen, dat je na een virus ziekte of een antibiotica-kuur een poosje rustig aan moet doen. Maar het is niet zo dat mensen, die het niet doen, bij bosjes neervallen. Sterker nog, in de topsport doen velen het nog steeds. Vroeger was het zelfs de gewoonte om als je griep had te zeggen dat je het er moest uitlopen en gingen ze extra hard aan de gang. Die gedachte is nu al wel overge waaid, maar in de praktijk is het erg moeilijk om een paar weken te stoppen. Ten eerste is dan je seizoen naar de knop pen en als een topsporter zes weken niet traint krijgt hij al lerlei gekke verschijnselen zo als ritmestoornissen en slape loosheid, waarbij je je doodziek voelt". Geen Tour „Wat de wielrennerij", zegt Wim Mosterd, „zo uitzonder lijk maakt is dat er keihard wordt getraind. Een wielren ner die een dag moe is, gaat er de volgende dag twee keer zo hard tegen aan, terwijl een an dere sporter dan iets gas terug zal nemen. Het is ook een sport die onder extreme om standigheden wordt beoefend, 's Morgens rijden ze in de gloeiende zon en 's middags in de ijzel. Dat alles vergt enorme extensieve prestaties. Daarom heb ik jaren geleden al gezegd, en dat is me toen niet in dank afgenomen, dat de Tour de France zou niet gereden moeten worden. De Tour is een dermate grote inspanning dat het voor de helft van de deelnemers, die hem alleen met heel veel moeite kunnen uitrijden, eigenlijk onmense lijk is". „Hier in Nederland was de si tuatie vroeger nog een beetje in de hand te houden door een medische sportkeuring, al is dat nu nog maar tot een aantal sporten beperkt. Maar in Ame rika is er helemaal niets te re gelen. Je ziet daar heel merk waardige toestanden. Zo zijn er mensen die bij sport een heel groot risico lopen om acuut dood te blijven. Maar ze doen toch aan topsport, om de doodeenvoudige reden dat ze er veel geld mee kunnen ver dienen. Want wat denkt zo'n jongen uit een grote negerfa milie in de sloppen van Har lem: ik kan beter vroeg rijk doodgaan, dan later arm en een rot leven hebben. Dan heb ik mijn familie tenminste ook geholpen. Dat is in Amerika de praktijk van alledag". „Ik heb een film gezien, die straks ook op het Wereldcon gres Sportgeneeskunde in Am sterdam wordt getoond. Hierin is een basketballer te zien die een belangrijke wedstrijd speelt, met een defribilator on der handbereik. Die man had een hartspieratwijking en zou geen dag mogen sporten. Tij dens die wedstrijd kreeg hij dan ook een hartstilstand en zijn begeleider raakte zo in pa niek dat hij de hele defribila tor vergat en de basketballer dus dood werd afgevoerd. En zulke toestanden komen niet alleen in Amerika, maar in veel meer landen voor". Ondankbaar werk Topsportbegeleiding is volgens Mosterd uiterst ondankbaar werk, vooral als er geld mee is gemoeid: „Zeker als Neder landse arts kun je in dat cir cuit heel moeilijk functione ren. Als je iemand adviseert niet te trainen of te spelen en hij doet het toch, dan moet je als arts maar weggaan. Dat is dan maar voor diens eigen verantwoordelijkheid". In de sportwereld wordt er momenteel over gedacht om een medische keuring voor sporters verplicht te stellen. Maar welke konsekwenties moeten daar dan aan worden verbonden? Sportarts Van Enst promoveert volgende week aan de Universiteit van Amsterdam op het proefschrift „De ontwikkeling van een se lectiemethode in het periodiek preventief sportmedisch on Prof. dr. Wim Mosterd is verbaasd over de hausse in de belang stelling voor plotselinge sterfbevallen in de sportwereld. foto: pers unie derzoek", dat een bruikbaar instrument wordt genoemd om sporters verantwoord te kun nen adviseren. Maar volgens Mosterd hoort de discussie over de sportkeu ring niet meer in de medische wereld thuis: „Het is een ethisch, maatschappelijk en so ciaal probleem geworden. Daar zit je als arts gigantisch gek tussen". In Amerika heeft Mosterd on langs ervaren hoe groot de in vloed van de media op de sport is. Om aardige program ma's op de buis te brengen sponsoren televisiestations sportclubs en sporters voor enorme bedragen. „Daardoor wordt de greep van de media, en vooral van de tv, op de sport enorm. Dat betekent veel goeds voor de sport, want je kunt daardoor ook basis- en fitness-sporten ontwikkelen, die anders geen kans hebben. Ook het gezond leven wordt gestimuleerd en dat vermin dert de risico's op hart- en vaatziekten. Maar het bete kent ook dat sporters gigan tisch veel geld gaan verdienen en dat laat zich niet door dok ters regelen". Of commerciële televisiesta tions in Nederland en in ande re Europese landen het Ame rikaanse voorbeeld exact zul len volgen, is nog maar de vraag. Al ondertekende Vero nica deze week wel een spon sorcontract voor anderhalf miljoen gulden met de voet balclub Volendam. Maar het fenomeen sport staat bij de media wel volop in de belang stelling. Enorme publiciteit Mosterd: „Dat er nu zoveel in teresse is in de medische pro blemen van sporters is natuur lijk niet voor niets. Het trekt enorme publiciteit als je in de kranten leest dat een bekende wielrenner dood neervalt". „Los daarvan is het uiteraard wel gek dat zulke calimiteiten gebeuren. Er moet iets aan de hand zijn. Toch loopt iedereen nu wel te roepen dat het hoog tijd is voor een onderzoek, maar daarbij wordt over het hoofd gezien dat er bij herha ling susbisidie is aangevraagd om zo'n onderzoek te kunnen doen". De KNWU heeft aangekon digd dat er onder leiding van de Reeuwijkse cardioloog Jan Oudhof een medisch onder zoek wordt gestart naar de ge zondheid van wielrenners. Maar dit project loopt pararel met de onderzoeken die Mos terd en sportcardioloog Pool op stapel hebben staan. Mosterd: „Ik weet niet wat voor onderzoek de Wielerunie gaat doet, maar ze zullen wel enige tijd van beraad nodig hebben. Het klinkt misschien wat arrogant, maar een zinvol onderzoek kun je alleen maar doen in een heel goed samen werkingsverband met een uni versitaire centra die op dit ter rein specifiek deskundig zijn. Je moet het niet met een paar mensen gaan doen, dit werhl moet je heel breed opzetten. Dan kom je er achter". „Bovendien heb je niet alleen de know-how nodig, maar ook de medewerking van de Wie lerunie, van de sporters en van de sponsors. Want je zult *- de wielrenners echt voor een onderzoek naar Nederland moeten halen en ze voor een bepaalde tijd moeten volgen. ,Daar gaat gigantisch veel mee gemoeid. Want ga alleen maar eens na waar alle topmensen nu, midden in het seizoen, zit ten: iedereen is in het buiten- Het onderzoek dat Mosterd voor ogen staat zal ongetijfeld in de miljoenen gaan lopen. Eerdere subsidie-aanvragen werden door de overheid en instanties als de Hartstichting maar mondjesmaat gehono reerd. Zoals de sportbonden de laatste jaren ook zelf op we tenschappelijk onderzoek heb ben bezuinigd. De hamvraag is dan ook: waar moet het geld voor zo'n grootscheeps, multi disciplinair onderzoek van daan komen? Mosterd: „De schrik zit er nu bij iedereen goed in. En je kunt deze zaak nu eenmaal niet oplossen met een simpel onderzoekje. Dus ik denk dat de overheid uiteindelijk toch wel over de brug zal komen". HELMA VAN DEN BERG LEIDEN De topper Amsterdam-HGC, die in het Wagener-stadion de landskampioen bij de hoc keyende dames zal aan wijzen, kan Noor Holsboer morgenmiddag slechts als toeschouwer meemaken. Een scheurtje in haar rechterpink verhindert haar actieve deelname. „Heel jammer, dan moet ik ze maar zo hard moge lijk aanmoedigen", zucht de 22-jarige middenveld- ster die twee dagen later wel op het vliegtuig naar Australië stapt. „Het we reldkampioenschap hoef ik niet te missen, een ge luk bij het ongeluk". De blessure liep de al van jongs af aan bij het Haagse HGC spelende Holsboer op tij dens een vierlandentoernooi dat het afgelopen Paas-week- einde in de Westduitse stad Düsseldorf werd gespeeld. „Er werd een hoge bal uit de de fensie geslagen en ik probeer de hem te stoppen. Maar ik kwam een fractie van een se conde te laat en die bal be landde vol op m'n hand. Dat betekende een flinke wond aan de binnenkant van m'n pink en een barstje in het bot. Gelukkig was-ie niet vol door gebroken, anders had ik het WK ook meteen wel moeten vergeten. Later besef je pas dat het nog veel erger had kunnen aflopen. Nu ben ik er zo'n dag of tien mee zoet,-het heelt snel gelukkig". De allesbeslissende confronta tie met eeuwige concurrent, ti telhouder én Europa-Cupwin- naar Amsterdam (HGC heeft aan een gelijkspel voldoende voor een geslaagde revanche) is nu niet voor Noor Holsboer weggelegd. De persoonlijke duels met directe tegenstand ster en collega-international Carina Benninga zal iemand anders moeten opknappen. „Wie dat zal worden, weten we nog niet. We hebben nog geen contact kunnen krijgen met onze coach, Hans Stree- der. Hij is ergens op vakantie, maar is voorlopig nog onvind baar", zo klonk het woensdag middag op haar zolderkamer tje in hartje Leiden waar Noor Holsboer voor het tweede jaar medicijnen studeert. Vergoelij kend: „Maar we komen er best uit, hoor. Trouwens, het zal wel moeten, want Carina is natuurlijk wel een speelster die goed afgestopt dient te worden". Eerste doelpunt Waren de „gevechten" Hols- boer-Benninga en vice versa op clubniveau immer op het venijnige af, in het Nederlands elftal vormen beide midden- veldsters een hechte twee-een heid. „Carina zorgt voor het aanvallende deel, ik pas meer op de verdediging, ik moet de eventuele gaatjes dichten. Aan aanvallen kom ik niet zo hee1 veel toe. Voor HGC heb ik deze competitie nog geen en kele keer gescoord en dat komt er nu met de laatste wedstrijd tegen Amsterdam voor mij dus ook niet meer Noor Holsboer, met haar olympische mascotte uit Seoul: „Als je echt iemand helemaal gek kunt maken door zo goed te verdedigen, dat vind ik schitterend". foto: cees verkerk van. In het Nederlands elftal heb ik onlangs mijn eerste doelpunt gemaakt. In m'n 59e interland was het. Maar helaas speelden we toen in Engeland een hele slechte wedstrijd, dus ik wel al te veel zin om een feestje te vieren, was er dus niet". Holsboer beperkt zich dan ook liever tot haar actuele rol van „stofzuiger". Zij: „Ik weet wat het bijvoorbeeld vooral van hard werken hebben, de tech niek kan nog wel wat beter, ja. Ik voel me uitstekend thuis in die rol. Als je echt iemand he niet kan. Ik moet lemaal gek kunt maken door zo goed te verdedigen, dat vind ik schitterend. Hoe ze dan reageren als je weer een bal afpakt. Zo'n tegenstandster wordt dan soms zichtbaar moedeloos. Ja, dat is leuk hoc keyen, dan krijg ik een heel goed gevoel over me", lacht Holsboer die dan het liefst voor een hockey-technische oplossing zoekt. „Pas als het écht niet anders kan, wil ik wel eens een overtreding ma ken, maar dat is dan echt pas bij de allerhoogste nood". Door bondscoach Gijs van Heumen werd Holsboer omge schoold van linksachter tot verdedigende middenveldster. „Ik heb heel veel van Gijs ge leerd", aldus dankt ze de voor ganger van de nu de scepter zwaaiende Roelant Oltmans. Ook over de als Holsboer uit komstig, niets dan lof. „Olt mans is de perfecte coach. Hij moest beginnen met een hele jonge, onervaren ploeg, maar als je toch ziet hoe goed het nu al als geheel functioneert, knap hoor. Hij speelt zowel technisch-taktisch als mentaal een hele belangrijke rol. Hij kan pe echt zelfvertrouwen ge- Creatief Binnen het uitgestippelde stra mien, hebben de speelsters bij Roelant Oltmans ook voldoen de vrijheid naar eigen inzicht te handelen, zo beseft Noor Holsboer. „Hij laat ons heel vrij, we mogen doen en laten wat we willen, zo lang dat het totale belang niet schaadt na tuurlijk. Het elftal speelt daar door heel creatief hockey. We zijn echt op de goede weg. Ons hoofddoel is Barcelona, de Olympische Spelen in 1992. Maar als we daarvoor een leuk wereldkampioenschap kunnen afwerken, zullen we het niet laten. De sfeer is heel goed, ik heb het volste vertrouwen in een lekker toernooi. Dat heb ben ook de resultaten uit de voorbereiding al laten zien". Noor Holsboer, die met haar gespalkte pink voorlopig op het conditionele vlak kan blij ven meetrainen, verheugt zich nu al op het toernooi in Syd ney. Met een blik naar buiten, waar een fikse hagelbui op de Vrouwensteeg neerdaalt: „Heerlijk, het zal daar rond de twintig graden zijn. Perfect weer om te hockeyen dus. Al leen de vliegreis is een beetje een probleem. We komen daar om half zes 's ochtends aan, dat kan niet ongunstiger, hè. Maar ach, daar zal onze medi sche staf ook wel weer iets op vinden. En we hebben nog een volle week om te acclimatise ren, dat komt dus in mijn ge val ook wel goed uit", aldus de Leidse studente die het gast land Australië, Engeland, de Bondsrepubliek Duitsland en eventueel Zuidkorea als de ge vaarlijkste concurrenten be schouwt. „Met Nederland zijn dat de kandidaten voor de we reldtitel", klinkt het optimis tisch. DICK KIERS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 8