Een hondefooi of een pot met goud? HEEN VANDAAG ,Ze schieten op ïaar het zuiden alles wat vaart" NGST VOOR DE TOECAJANA-INDIANEN GPV pleit voor,hardere afspraken tussen werkgevers en werknemers £ekkx2 Souxattt ZATERDAG 21 APRIL 1990 PAGINA 5 HAAG Onze oie taal is weer een ord rijker: „hondefooi". Nederlands Agrarisch igeren Kontakt be- ht deze uitdrukking duidelijk te maken het vond van het be- g van negentig miljoen den dat CDA-land- iwminister Gerrit voor de periode tot heeft uitgetrokken extra steun te kunnen lenen aan noodlijden- akkerbouwers. entig miljoen gulden... het toch een mooi bedrag de naar schatting driedui- graanboeren met finan- trubbels. Dat komt over- met zo'n dertig mille de Maar de agrariërs in stie zien dat niet zo. Uit advies van de commissie goede diensten, bestaande de 'wijze mannen' Jan de Koning, Wim Meijer en Hans Wiegel, hadden zij opgemaakt dat hun een financieel cadeau van jaarlijks ten minste negen tig miljoen gulden te wachten stond. Voorzitter Gerard Doornbos van het Landbouwschap sloot zich volmondig aan bij de kri tiek van het Jongeren Kon- takt. Alleen sprak hij liever van „kruimelwerk". Boer Jan Geluk, één van de vijf gene raals van de tractor-guerrilla van vorige maand, stelde op de beeldbuis onmiddellijk nieuwe schermutselingen in het vooruitzicht als de Tweede Kamer niet zou zorgen dat het door Braks geboden bedrag alsnog werd opgehoogd. Twee van de drie 'wijze man nen', Hans Wiegel en Wim Meijer, bleken eveneens onte vreden. De Friese commissaris der koningin stelde dat de ad viezen van de commissie van goede diensten voor een deel niet zijn opgevolgd. Hij noem de de negentig miljoen die Braks beschikbaar wil stellen „een bescheiden bedrag". Zijn Drentse collega Meijer drukte zich krasser uit over de geste van Braks: „Ver onder de maat". De beide CdK's toon den zich voorts teleurgesteld dat premier Lubbers heeft ge weigerd op de aanstaande Eu ropese topconferentie te Dub lin te pleiten voor een verho ging van de graanprijs. „De houding van de betrokken be windslieden is soms bij het on welwillende af", aldus Meijer. Veel milder De reactie van commissievoor zitter Jan de Koning was op vallend veel milder. Wat het nationale beleid betreft zou minister Braks de voorstellen van de 'wijze mannen' wel de gelijk hebben overgenomen. „Ik heb er alle vertrouwen in dat het kabinet die zal omzet ten in concrete maatregelen", aldus de oud-minister. Of het kabinet voldoende geld be schikbaar heeft gesteld, is vol gens De Koning afhankelijk van de mate waarin de boeren inspelen op de geboden moge lijkheden. „De omvang van de bijdrage zegt niet zoveel. Kri tiek is voorbarig. Die is pas aan de orde als er geld tekort is". Hoe is dat verschil tussen De Koning en Meijer te verkla ren? Boze tongen beweren dat de 'bloedbroeder' van premier Lubbers als enige tevoren ge weten heeft dat het kabinet geen moment van plan is ge weest de voorstellen van de commissie van 'wijze mannen' echt uit te voeren. In tegen stelling tot Meijer en Wiegel, die dachten dat de commissie echt als bemiddelaar zou op treden tussen regering en boe ren, zou De Koning er alleen op uit zijn geweest de actie voerders en - nog belangrij ker - hun trekkers van de straat te krijgen. Wat er waar is van dit 'com plot' van De Koning Lub bers zal wel nooit bekend wor den. Dat behoort tot het 'ge heim van het Torentje'. Maar het staat wel vast dat de mi nister-president op een zeker moment het boze-boerendos- sier in eigen handen heeft ge nomen. Volgens Lubbers had landbouwminister Braks al leen maar olie op het vuur ge gooid, met zijn tactloze uit spraken dat de akkerbouwers hun hoofd moesten houden omdat zij in feite niets te kla gen hadden. Braks wees daar bij dan op de 361 miljoen gul den die hij al had uitgetrokken voor steun aan noodlijdende akkerbouwers. 'Deze enigszins hautaine hou ding maakte de boeren inder daad steeds driester. Op het laatst grendelden zij met hun tractoren zelfs het Binnenhof af en blokkeerden zij de par keergarage onder het Plein in Den Haag, waardoor gemotori seerde kamerleden gedupeerd werden. Eerder hadden enkele actievoerders al dreigementen geuit tegen CDA-landbouw- specialist Jan van Noord, die het had gewaagd te praten over het inschakelen van de Mobiele Eenheid. Zo kwam het dat voor het eerst in de ge schiedenis van ons land in vredestijd een kamerlid onder dook. Verkiezingen En de politie? De politie be perkte zich tot toekijken. Dat gebeurde op last van premier Lubbers, die zich - in tegen stelling tot zijn partijgenoot Van Noord - zeer goed bewust was van de op handen zijnde gemeentelijke verkiezingen. Naar Lubbers' mening zou het niet zo'n goede indruk maken op de kiezers in agrarische streken als de regering de boe renopstand in bloed zou smo ren. De 'politieministers' Dales van binnenlandse zaken en Hirsch Ballin van justitie lie ten zich gemakkelijk van de juistheid van die stelling over tuigen. Maar er moest natuurlijk wel iets gebeuren. Anders liep men de kans dat de niet-agra- rische kiezers, die het optre den van de boze boeren lang zamerhand spuugzat begonnen te worden, zich tegen de rege ringspartijen zouden keren. Welnu, wat doet een politicus als hij tijd moet winnen? Hij stelt een commissie in. Het viel vrijwel niemand op dat de commissie-De Koning op haar eerste persconferentie al precies bleek te weten hoe veel tijd zij voor haar advies nodig zou hebben: drie weken. Met andere woorden: de boe- renkwestie werd over de ver kiezingen heen getild. Deson danks hieven de akkerbou wers de blokkades op en keer den zij op hun trekkers terug naar hun hofsteden. Op 21 maart werden de ver kiezingen gehouden. Het CDA behaalde als enige grote partij een goed resultaat. Op 30 maart bracht de commissie van goede diensten advies uit en vorige week vond het kabi net de tijd om daarover zijn standpunt te bepalen. Merk waardig was dat premier Lub bers ook toen nog geen enkele inhoudelijke mededeling wilde doen. „Er moet eerst nog wat overleg worden gepleegd", mompelde hij na afloop van de ministerraad. Proces-verbaal Deze week werd duidelijk wie er met wie had moeten over leggen. Minister Ien Dales bleek met 'haar' commissaris sen der koningin te hebben af gesproken dat er nu wél opge treden zal worden tegen trac torblokkades. Protesten op au- to(snel)wegen zullen evenmin worden getolereerd. „De CdK's hebben het standpunt van de minister onderschre ven; zij hebben de burgemees ters in hun provincie hiervan op de hoogte gesteld", deelde Binnenlandse Zaken mee. Justitie deed ook een duit in het zakje: „Minister Hirsch Ballin is met de procureurs-ge neraal overeengekomen dat akkerbouwers die toch blok kades opwerpen, gearresteerd worden en een individueel proces-verbaal krijgen". Dat laatste is van belang voor be drijven die eventuele schade willen verhalen op actievoer ders. De Vuil Afvoer Maat schappij (VAM) kon vorige maand geen namen noemen van boeren die het bedijf in Wijster blokkeerden en ving daarom bot bij de rechter. Anders gezegd: als de 'honden' geen genoegen nemen met de hun toegeworpen 'fooi', gaat het baasje nu toch heus geweld gebruiken. Veel niet-boerende Nederlanders, tot wie is door gedrongen dat er op het depar tement van Landbouw voor de akkerbouwers een pot met goud staat (Braks heeft inmid dels nog eens 50 miljoen in het vooruitzicht gesteld) zullen dat toejuichen. Her en der kon men dezer dagen op straat weer het oude gezegde horen: 'Een boer en een zog (zeug) hebben nooit genog'. RIK IN 'T HOUT ree dagen lang probeerde onze verslaggever vanuit Nickerie via de Corantijn-rivier naar oera te reizen. Dit bastion van de opstandige scajana-indianen wordt steeds vaker ge ïnd als het geheime cocaïne-centrum in het erste westen van Suriname. De reis ging uit- delijk niet door. Geen van de bootbezitters liet rijstdistrict Nickerie durfde die kant op, [s niet halverwege. En de smokkelaar uit het urland Guyana, die daar - voor veel geld en goede woorden - uiteindelijk wel toe bereid was, verloor na enkele uren varen de moed en keerde terug. De schrik voor de Toecajana's zit er goed in. Buitenstaanders die in het indianen- gebied proberen door te dringen, komen meest al terug zonder boot en soms met afgehakte vingers. Nickerie is bang, maar wel op z'n Suri naams. Een verslag vanuit een door indianen belegerd dorp, waar men ondertussen vrolijk de lambada danst. Het Colombiaanse cocaïne- vliegtuig dat onderweg was naar Apoera, staat na de noodlanding nog steeds in de jungle bij Moengo in Oost-Su- riname. voor betere medische zorg en scholing, worden niet serieus genomen. „Daar hebben we ze nooit eerder over gehoord", smaalt de plaatsvervanger van de districtscommissaris in Nic kerie. Het hele kantoor is het met hem eens: „De indianen zijn dom. Ze worden opge stookt door het leger". De middaghitte ligt zwaar en drukkend over Nickerie als aan de waterkant ineens op schudding ontstaat. Er is een korjaal met indianen uit Apoe ra gearriveerd. Ze kijken wat schichtig naar de omstanders. Ze komen om rijst te kopen. Een van hen noemt zich Mi chael. Hij draagt een Ameri kaanse baseball-pet en een donkere zonnebril. Hij zegt Je hova-getuige te zijn en wil, na aandringen, wel iets vertellen over de toestand in Apoera. -„Er gebeurt veel illegaals", fluistert hij. „Veel dat het dag licht niet verdraagt". Dat klinkt intrigerend, maar bij doorvragen blijkt Michael het beslist niet over cocaïne-han- del te hebben. „Nee, nee, daar heb ik nergens sporen van ge zien. Ik bedoel dat de Toecaja na's er veel gestolen spullen hebben". De meeste bewoners van Apoera zijn het dorp ont vlucht, vertelt hij. Zij wonen nu aan de overkant van de ri vier, in de Guyanese indianen dorpen Siparoeta en Oreala. Het vliegveld van Apoera is met oliedrums geblokkeerd, maar vliegtuigjes kunnen er gemakkelijk op de wegen lan den, zegt hij. Michael vertelt verder dat er twintig Jehova-ge tuigen in Apoera zijn, allen indianen, op een na: Jethro Rubenhagen, een blanke Westduitser. Uit Michaels woorden blijkt dat de Toecajana's de Duitser min of meer gijzelen. „Hij woont er al jaren maar nu denken ze in eens dat hij een huurling is. Gelukkig is hij als Jehova voorbereid om te lijden". De vraag of het leger in Apoera aanwezig is, vindt Michael moeilijk te beantwoorden. „Je kunt niet zien wie Toecajana is en wie militair. Ze dragen al lemaal uzi's en de meesten hebben een uniform aan. Ge wone mensen snappen er niets Opmerkelijk is in ieder geval dat het Surinaams leger de in dianen tot dusver met rust laat. Dat staat in tegenstelling tot de felheid waarmee het le ger de bosnegers van Ronnie Brunswijks Junglecommando bevocht. Het leger - zo is de algemene opinie in Surina me - bewapent de opstandige indianen en frustreert op deze wijzf opzettelijk het vredes overleg, omdat dat al te veel in het voordeel van Brunswijk leek te gaan uitvallen. Elektriciteit De twee grote Toecajana-lei- ders Tomas en Mato hebben al meerdere malen nadrukkelijk ontkend dat zij hun wapens van het leger krijgen. Maar anderzijds geeft Toecajana-ide- oloog Noldus Jubitana onom wonden toe dat de indianen veel aan het leger te danken hebben. Jubitana: „In de tijd dat niemand zich iets van ons aantrok, konden wij altijd op de militairen rekenen. Zij had den hun kampen vlak bij onze dorpen en hielpen ons als wij zieken of problemen hadden. En toen Bouterse aan de macht kwam, kregen wij in eens elektriciteit in de dorpen en waterleiding. Nu er weer een gewone regering is, wor den wij wederom aan ons lot overgelaten". Hij vervolgt: „De regering wil zelfs een akkoord met het Junglecommando sluiten, waarbij de bosnegers als een soort politie in het binnenland wapens mogen blijven dragen. Dat kunnen wij als indianen nooit toestaan". Het is dezelfde redenatie die legerleider Bou terse er altijd op na heeft ge houden. Kan het feit dat Bou terse zelf half indiaan is, te maken hebben met de steun die hij de indianen verleent? Jubitana, aarzelend: „Dat kan meespelen, dat kan". Niet alleen bosnegers, creolen, hindoestanen en javanen wor den slachtoffer van de Toeca- jana-aanvallen - ook onder ling botert het niet erg. In het centrum van Paramaribo, vlak voor het parlementsgebouw, bivakkeren al twee maanden lang enkele tientallen indiaan se vrouwen onder een 'mama bon', een grote loofboom. De vrouwen eisen opheldering over de verdwijning van elf familieleden. De elf zouden ruzie hebben gekregen met de Toecajana-leiders Tomas en Mato. Sommigen, onder wie hun aanvoerder Pico, zouden in Apoera zijn vermoord, maar hun lijken zijn tot op heden niet gevonden. En omdat de politie het gebied niet in durft, blijven de vrouwen in onze kerheid. ARNHEM Overheid en werkgevers- en werknemers organisaties moeten op korte termijn met elkaar gaan over leggen om het vorig najaar overeengekomen algemeen be leidskader om te zetten in een concreet sociaal akkoord. Al leen op die wijze kan voorko men worden dat de koppeling tussen lonen en uitkeringen in gevaar komt en dat nog meer mensen door werkloosheid of arbeidsongeschiktheid aan de zijlijn van de samenleving te rechtkomen. Dat zei GPV-fractievoorzitter Schutte vandaag op de alge mene vergadering van zijn partij in Arnhem. Volgens Schutte is inmiddels wel ge bleken dat de afspraken in het algemeen beleidskader te vaag zijn. Vanuit het kabinet wordt er immers al voor gewaar schuwd dat als gevolg van de sterke loonstijging de koppe ling in gevaar komt. Volgens Schutte zullen in een af te sluiten sociaal akkoord de werknemers moeten instem men met een beperkte loon stijging. Werkgevers van hun kant zullen volgens de opvat tingen van het GPV-Kamerlid „concreet moeten toezeggen leden van minderheidsgroepen en andere langdurig werklo zen op te nemen, oudere en minder geschikte personeelsle den aangepaste arbeidsomstan digheden te bieden en extra milieu-investeringen te doen". Mocht er nog meer ruimte te verdelen zijn, dan zou gedacht kunnen worden aan winstde- lingsregelingen, aldus Schutte. Schutte wees er op dat als ge volg van de hoge loonstijging niet alleen de koppeling in ge vaar komt. Door de in de be drijven aanwezige winsten voor een flink deel te bestem men voor loonsverhogingen, zal in de bedrijven de bereid heid afnemen om mensen in dienst te nemen die moeilijk bemiddelbaar ziin en mensen in dienst te houden die het ar- beidstempo niet meer kunnen bijhouden, zo vreest hij. (ADVERTENTIE) DAMES INSTAPPER zwart linnen met fleurig bloem motief, maten 36/41. normaal 39.95 ROELOFARENDSVEEN, Noordeinde 96 de rand van de jungle, zoals Albina en Moengo in het oos ten en Nickerie in het westen, vallen daar eigenlijk ook on der, vinden de indiaanse re bellen. Wie de Nickerianen vrolijk de lambada ziet dansen in de uit gaansgelegenheden van dit 20.000 inwoners tellende rijst- stadje, kan moeilijk begrijpen dat de meesten zeggen doods bang te zijn voor de indianen en dat velen weg willen. In specteur Humphrey Tjin Liep Shie, gewestelijk politiecom- mandant in Nickerie, is 54 jaar oud. Hij heeft er nu 35 dienst jaren opzitten en zegt op som bere toon: „Als het zo door gaat, stap ik op. Zo kan ik niet werken. Ik kan de mensen hier in Nickerie onvoldoende bescherming bieden". Zijn po litiebureau lijkt een fort. In de raamkozijnen zijn zandzakken gestapeld. Alle wegen naar het bureau worden, zodra het don ker wordt, afgesloten. Op straat staan met geweren ge wapende agenten. „We krijgen vaak telefoontjes dat de Toeca jana's hier de zaak komen op blazen", verzucht de inspec- Doelwit Zijn mensen durven 's avonds nergens heen. „Maar de bur gers zijn nog veel banger. De indianen zijn Nickerie nu tot op een uur varen genaderd. Ze arresteren? Denkt u dat ik gek ben? Als we de rivier opgaan, vormen we een prachtig doel wit. De indianen hebben auto matische wapens hoor, zo uit het leger. Hoe ze daar aan ko men weet ik ook niet. Ze zul len daar hun contacten heb ben, ha, ha, ha". Hij kijkt de verslaggever vorsend aan. „Ach, iedereen weet toch van wie ze die wapens krijgen, maar niemand durft het hard op te zeggen". Al ongeveer honderd mensen zijn in West-Suriname slacht offer geworden van de Toeca- jana-acties. In de meeste ge vallen raakten arbeiders en ja gers hun boten, buitenboord motoren, zaagmachines, geld en sieraden kwijt. Soms wer den ze geschopt en geslagen. De afgelopen week werden elf mensen drie dagen gevangen gehouden en gedwongen re genwormen te eten. Anderen moesten zich uitkleden en werden gedwongen orale seks met elkaar te plegen. Bij een enkeling die zich verzette, hakten de indianen een of meer vingers af. De meeste inwoners van Nic kerie (overwegend van hin- doestaanse en javaanse af komst) zien de indianen dan ook gewoon als criminelen. De Nickerianen geloven er niets van dat de Toecajana's met hun acties ook politieke bedoe lingen zouden kunnen hebben. Hun eisen voor gelijkberechti ging, voor stopzetting van de roofbouw op het regenwoud. sbUSKE EN WISKE DE BEZETEN BEZITTER (c) Standaard Uitgeverij/Wavery Productions (Van onze speciale verslaggever Rob Ruggenberg) NICKERIE Na een uur varen vanuit Nickerie wordt de brede grensri vier de Corantijn ineens een stuk smaller. Hier lig gen de Baboon-islands, dichtbegroeide jungle-ei- landjes waarboven gieren rondjes draaien. Charlie, een Guyanese smokke laar, draait zijn snelle mo torboot een onopvallende kreek in. Daar liggen nog veel meer van dergelijke boten. Een waar smokke laarsnest. Charlie wint bij zijn collega's inlichtingen in en komt al spoedig melden: „Ik durf niet ver der, ik wil terug. De Toe cajana's zitten een kwar tier verderop. Ze schieten op alles wat naar het zui den vaart". Zo blijft het mysterie bestaan. Wat speelt zich af in het afge legen en alleen nog via de lucht en de rivier bereikbare indianendorp Apoera? Het is de plaats waarheen het Colom biaanse vliegtuig met duizend kilogram cocaïne aan boord onderweg was, toen het drie weken geleden in Oost-Suri- name een noodlanding moest maken. En Apoera is ook de Westsurinaamse uitvalsbasis van de indianen bij hun hard handige acties om Bruynzeel en andere hout- en bouwbe drijven te verjagen uit wat zij als hun rechtmatig eigendom beschouwen: het regenwoud en zijn uitlopers. Dorpjes aan eUI to (links) en Tomas zijn de twee commandanten van de op- ndige Toecajana-indianen. foto'S: rob ruggenberg

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 5