)nze
t
/inden"
'final
na ie
DIRECTIE HET WIEDENBROEK OVER COMAPATIËNTE INEKE STINISSEN
Uil
vprhin
IlldVlll
iHprHp nrK
PPT1 P
ZATERDAG 21 APRIL 1990 PAGINA 31
In Het Wiedenbroek in Haaksbergen
overleed in januari Ineke Stinissen nadat ze
er bijna zestien jaar in coma had gelegen.
Vrijwel al die jaren had haar echtgenoot
Gerard ervoor gestreden om haar dood te
bewerkstelligen.
Al die tijd vond hij directie en bestuur van
Het Wiedenbroek tegenover zich. In dit
interview legt de directie van Het
Wiedenbroek voor het eerst uit waarom
Ineke Stinissen zo lang op haar dood moest
wachten, maar ook waarom haar die begin
dit jaar uiteindelijk werd gegund. „Al jaren
geleden erkenden we dat er wat moest
gebeuren, maar door onze onmacht konden
we geen oplossing vinden".
tvi Q r»n t
y ui mij
Lvlvl vlv Ullö
vvil V
'piUJijlIlg
HAAKSBERGEN - Verpleeghuis
Het Wiedenbroek in Haaksbergen
ligt in een omlijsting van groene
bosschages en rustige waterpartijen.
Binnen gaan personeel en bewo
ners vriendelijk en ontspannen met
elkaar om. Niets herinnert aan de
turbulente tijden toen Het Wieden
broek tegen wil en dank het be
kendste verpleeghuis van Neder-
jland was. Toch is het nog maar
drie maanden geleden dat hier Ine-
jke Stinissen na een coma van 15
jaar, 9 maanden en 20 dagen over
leed.
„Wij hebben al die belangstelling niet als
prettig ervaren", zegt algemeen directeur
E.F.P.J. Nij Bijvank halverwege het ge
sprek. Wiedenbroek-medewerkers wer
den voortdurend geconfronteerd met
vragen en opmerkingen over Ineke Sti
nissen. „Op feestjes werd zij uitvoerig
besproken. Personeel werd door voor-
en tegenstanders van levensbeëindiging
i op ons beleid aangesproken. Dat heeft
voor een aantal medewerkers problemen
I opgeleverd, ook al doordat hun beroeps
geheim het onmogelijk maakte over me
vrouw Stinissen te praten", aldus ver
pleegkundig directeur E.C.J. Kruidenier-
Nijland. Nij Bijvank: „Daarnaast was er
de onzekerheid voor het personeel, de
I spanning, wat gaat er nu weer gebeuren,
<c wat lezen we nu weer in de krant",
oj „Uit de honderden reacties die we kre-
ojj gen bleek hoeveel mensen emotioneel
O meeleefden en hoe rechtlijnig of zelfs ex
's treem ze in hun standpunten soms wa-
ren. We hebben twee stapels brieven.
Een met reacties in de trant van 'hoe is
het mogelijk dat jullie hier vijftien jaar
mee doorgaan, ze heeft toch het recht te
j| sterven, je had al veel eerder met de
spuit moeten ingrijpen', een andere met
opmerkingen als 'hoe is het mogelijk op
deze manier een einde te maken aan dat
leven, je mag nooit aan het leven ko
men, onder geen enkele voorwaarde'.
Het waren persoonlijke brieven in niet
had een dagtaak aan de vele telefoontjes
jm die binnenkwamen, vertelt Kruidenier.
Wildvreemden wilden opheldering, bo-
den hun diensten aan ('Laat me bij haar,
ik kan haar wakker maken'), protesteer-
1 den tegen het voortzetten van de behan
deling of, later, tegen het stopzetten. Er'
waren bommeldingen (Nij Bijvank:
„Weinig mee gedaan. De politie gewaar
schuwd, we hebben het personeel niet
ingelicht"), en mensen die voorwendden
familie van Ineke Stinissen te zijn om
op die manier onder valse voorwendsels
informatie los te krijgen of toegang tot
haar kamer af te dwingen. Tegenstanders
van ingrijpen kwamen petities aanbie
den. Veel mensen belden hem thuis op
om over Ineke Stinissen te discussiëren.
Een mevrouw die het emotioneel bijzon
der moeilijk had, belde hem een tijdje
elke avond met allerlei suggesties en
pleidooien. In december en januari kreeg
Het Wiedenbroek een opvallende toena-
jme in bezoek, vooral de afdeling van
Ineke Stinissen, kennelijk allemaal men
sen die haar met eigen ogen wilden zien.
Die bemoeienissen van de buitenwereld
waren vermoeiend, tijdrovend, soms
zelfs bedreigend. Er waren dagen, vertel
len Nij Bijvank en Kruidenier, dat het
leek alsof Het Wiedenbroek maar één
bewoonster kende: Ineke Stinissen.
Kruidenier: „Het beïnvloedde de hele
werkdag van een heleboel mensen, we
j kwamen bijna niet meer aan andere din-
V. i gen toe. Persoonlijk heb ik me redelijk
jj kunnen afschermen. Nij Bijvank stond
j middenin de publiciteit, hij kreeg alles
op zijn dak".
Nij Bijvank: „Het was een zeer intensie
ve ervaring. Die raak ik niet meer kwijt.
Het hield me constant bezig. Het was
niet alleen een puur zakelijke aangele
genheid. Zeer diepe emoties speelden
een rol. Je werd in zekere zin door de
omstandigheden geleefd. Als ik nu terug
kijk kan ik niet zeggen, daar hadden we
het anders moeten doen".
Hij was verbijsterd dat de Nederlandse
Patiënten Vereniging hem dwong nog
tweemaal de gang naar de rechter te ma
ken toen al besloten was de toediening
van vocht en voedsel te stoppen. De
NPV probeerde door middel van een
kort geding en een hoger beroep op
nieuw toediening van vocht en voedsel
af te dwingen: „Het is ongelooflijk dat
een patiëntenvereniging, die zich opeens
opwerpt als belangenbehartiger van een
willekeurige patiënt die niet eens tot het
ledenbestand behoort, vanuit een extre
me opvatting over leven en dood via de
rechter verzoekt om toedoening van
vocht en voedsel te herstellen. En dat in
een situatie waarin we na zoveel zorg
vuldigheid tot een besluit waren geko
men. Dat heeft me persoonlijk diep ge
raakt".
Daar tegenover staan veel positieve re
acties, vooral van collega-verpleeghui
zen, en beiden erkennen dat er een be
langrijke positieve kant is. Nij Bijvank:
„Ineke Stinissen is katalysator geweest
in de discussie over langdurige coma's in
de samenleving. Wij hebben gemerkt
hoe extreem de standpunten liggen. Er
zal in de samenleving veel gepraat
moeten worden om die uitersten dichter
bij elkaar te brengen".
Veel ervaring?
Heeft Het Wiedenbroek veel ervaring
met comapatiënten?
Kruidenier: „Op een bepaald ogenblik
hadden we er zes, van wie mevrouw Sti
nissen er één was. Ze zijn inmiddels alle
maal overleden. Een aantal is jarenlang
verpleegd geweest. Ik herinner me een
mevrouw die acht jaar in coma heeft ge
legen voordat ze overleed".
Nij Bijvank: „Bij die gevallen hebben we
niet de problemen gehad die het coma
van mevrouw Stinissen met zich bracht.
De families aanvaardden dat. In het al
gemeen is het onze ervaring dat de fami
lies het natuurlijk verloop afwachten en
niet de wens uiten om zo'n leven te
beëindigen".
Ik heb begrepen dat Stinissen al vrij snel
probeerde een oplossing te forceren.
Nij Bijvank: „De eerste vijf jaar was er
een zekere aanvaarding, onzekerheid
ook omdat niemand wist of zijn vrouw
nog uit haar coma zou ontwaken. Later,
toen duidelijk was dat de situatie uit
zichtloos was, ontstonden vrij intensieve
contacten tussen hem en de toenmalige
medische staf. Hij heeft in die tijd al de
wens geuit een einde aan de situatie te
maken".
Kruidenier: „In de beginjaren waren de
contacten redelijk goed. Er waren regel
matig zeer open gesprekken. Alleen ge
durende de laatste jaren zijn Stinissen en
het verpleeghuis als partijen tegenover
elkaar komen te staan".
Nij Bijvank geeft aan wat dat veroor
zaakte: „De onmacht van het verpleeg
huis om aan de wens van Stinissen tege
moet te komen, het gebrek aan perspec
tief ook. Ons beleid was, en dat hebben
we ook altijd gezegd, dat we eventuele
complicaties niet zouden behandelen. Ze
was lichamelijk heel gezond en bleef
doorleven. Zo ging het van jaar tot jaar
verder. In de loop van de tijd is zijn
aandrang op het verpleeghuis sterker ge
worden. Op een gegeven moment heeft
hij de zaak in de publiciteit gebracht om
de druk te verhogen. Iedereen ging 'mee-
E.F.P.J. Nij Bijvank, algemeen directeur
van Het Wiedenbroek: „Al jaren geleden
erkende Het Wiedenbroek dat er wat
moest gebeuren". E.C.J. Kruidenier-Nij-
land, verpleegkundig directeur: „Er is een
verandering in het medisch denken. De
belangrijke beslissingen worden al eerder,
in de ziekenhuizen, genomen".
FOTO: PERS UNIE
stroom publica-
Wat de buitenwacht niet heeft begrepen
is waarom dat coma zo lang heeft ge-'
duurd en waarom jullie plotseling van
fedachten zijn. veranderd.
lij Bijvank: „Het is een misvatting te
stellen dat wij ons beleid van de ene dag
op de andere hebben gewijzigd. Tegen
het einde van de jaren zeventig is ook
bij ons het denken over euthanasie en
langdurig comateuzen op gang gekomen.
Dat heeft geleid tot een nota van 1984.
Daarin stellen wij dat we, op basis van
onze christelijke grondslag, tegen actieve
euthanasie zijn, maar dat handelend op
treden in geval van een onomkeerbaar
coma mogelijk zou moeten zijn door on
der strikte voorwaarden in te grijpen:
toetsing vooraf door de rechter, rekening
houden met de familie, andere artsen
raadplegen. Op die lijn zaten we. De
Staatscommissie Euthanasie kwam met
een vergelijkbaar standpunt, maar de
wetgeving veranderde niet".
„Omdat we niet uit de patstelling kwa
men besloot Stinissen de zaak langs juri
dische weg te benaderen. Onze stelling
was dat onthouding van vocht en voed
sel ontluisterend was en dat je dan veel
eerder moest denken aan actief ingrij
pen, wat de wet niet toestaat. De recht
bank in Almelo bevestigde ons beleid.
Dat sloot aan op onze stellingname van
1984, maar leverde geen oplossing op.
De rechter zei in feite 'stoppen met toe
dienen van vocht en voedsel wilt u niet,
actief ingrijpen mèg u niet, er kan dus
niets gebeuren'. Belangrijk was wel, en
het hof in Arnhem bevestigde dat in ho
ger beroep, dat toedienen van vocht en
voedsel volgens de rechter medisch han
delen is. Dal was nieuw voor ons. Wij
hadden dat gezien als verzorging en
ieder mens heeft recht op verzorging".
„Ook wij vonden allemaal dat het na
vijftien jaar zo niet langer kon. Niemand
in huis nam aan dat voortzetting van
dat leven enige zin had, hoewel we be
seffen dat je voorzichtig moet zijn met
praten over de zin van het leven. Dat
verschilt per individu en per situatie, al
gemene normen zijn niet te geven. De
arts moet zich afvragen of zijn handelen
nog bijdraagt aan het belang van betrok
kene. Het is aan de arts te bepalen wat
hij in een bepaalde situatie moet doen of
nalaten. In dit geval was iedereen het er
over eens dat mevrouw Stinissen door
de bodem van het bestaan was gezakt.
De directie heeft ook niet beslist over de
zin van haar leven. Neen, haar arts is tot
de conclusie gekomen dat zijn behande
ling geen bijdrage meer leverde aan haar
welzijn. Voor de samenleving is nu het
dilemma: óf we laten het aan de artsen
over, öf we moeten algemeen toepasbare
criteria formuleren".
Afwachtend
Waarom die opvatting na vijftien jaar en
niet na acht. of elf?
Nij Bijvank: „Ik wees op gewijzigde op
vattingen. over verzorgen en medisch
handelen. We moeten niet vergeten dat
alleen al met de gerechtelijke procedures
in Almelo en Arnhem vele jaren ge
moeid waren. Ook de landelijke discus
sie rond euthanasie en de vraag of dit
een nieuw licht zou werpen op deze pro
blematiek leidde tot een afwachtende
houding".
Het verwijt van starheid, gebaseerd op re
ligieus dogmatisme, vinden jullie niet te
recht?
Kruidenier: „De buitenwacht heeft mis
schien de indruk gekregen dat we on
buigzaam waren. Die weet onvoldoende
wat al die jaren binnen vier muren de
ontwikkelingen zijn geweest".
Nij Bijvank: „We vonden tien jaar gele
den al dat er een oplossing moest ko
men, maar door onze onmacht slaagden
we er niet in die te vinden".
Kruidenier: „We moeten ook beseffen
dat in de afgelopen tien, vijftien jaar
veel is veranderd in het medisch denken
met betrekking tot euthanasie en langdu
rige coma's. Nu zijn er ontwikkelingen
in het denken waarvan vijftien jaar gele
den, toen mevrouw Stinissen in coma
raakte, nog geen sprake was. De afgelo
pen jaren hebben wij geen langdurig co
mateuze patiënten meer opgenomen.
Artsen in het ziekenhuis nemen eerder
andere beslissingen dan vijftien jaar ge
leden. Je kunt je afvragen of wij me
vrouw Stinissen nog hadden gekregen als
haar nü was overkomen wat haar vijf
tien jaar geleden is overkomen. Ik denk
het niet".
In een uitzending van Het Capitool in
november 1989 maakten deskundigen
duidelijk dat bij onthouding van vocht
en voedsel aan een comateuze patiënt
geen sprake hoeft te zijn van ontluiste
ring, waar Het Wiedenbroek tot dan van
overtuigd was geweest. Daarnaast ont
stonden contacten met andere verpleeg
huizen die ervaring hadden opgedaan
met deze vorm van levensbeëindiging.
Amerikaanse literatuur werd bestudeerd.
Deskundigen werden geraadpleegd.
Nij Bijvank: „Een aantal lijnen kwam
samen. We waren ervan overuigd dat ze
niet uit haar coma zou ontwaken. Er was
de aandrang van Stinissen. De rechter
had bepaald dat toedienen van vocht en
voedsel een medische handeling is. De
arts bepaalt of die zinvol is of met. Ont
houden van vocht en voedsel hoeft niet
ontluisterend en pijnlijk te zijn. We von
den het ethisch onaanvaardbaar om haar
na al die jaren naar een ander verpleeg
huis over te plaatsen, dat zou neerko
men op gesol; we wilden onze verant
woordelijkheid niet ontlopen. Dat alles
leidde tot de conclusie dat het medisch
en ethisch een aanvaardbare weg zou
zijn om te stoppen met de toediening
van vocht en voedsel".
Dat gebeurde op maandag 8 januari. Elf
dagen later overleed Ineke Stinissen heel
rustig, van ontluistering was geen spra
ke.
Kruidenier: „Achteraf gezien is dit een
goede manier geweest. Stinissen heeft
dat ook bevestigd. De familie heeft rus
tig afscheid kunnen nemen".
Nij Bijvank: „Voor veel oude mensen is
dit helemaal geen vreemde manier om
afscheid te nemen van het leven. Er zijn
nogal wat ouderen die op een gegeven
moment besluiten niets meer tot zich te
nemen. Die sterven op precies dezelfde
manier. Het is een natuurlijke dood".
Na de dood van Ineke Stinissen zijn ge
sprekken gevoerd met de betrokken me
dewerkers die iedereen als zinvol be
stempelde. Het Wiedenbroek gaat zich
als instelling nog eens bezinnen op het
beleid, maar voor die evaluatie is wat
meer afstand nodig, aldus Nij Bijvank.
„Als je vraagt naar de belangrijkste les
sen die we uit het geval Stinissen hebben
getrokken dan zeg ik: een coma van vijf
tien jaar mag niet weer gebeuren; geen
enkel geval is vergelijkbaar; een tijdsli
miet kun je niet stellen want ik heb het
diepste respect voor ouders die jarenlang
een kind in coma thuis liefdevol verzor
gen en verplegen; patiënten en familie
hoeven geen angst te hebben over wat
eventueel kan gebeuren, dat een leven zo
maar beëindigd kan worden. Mijn stand
punt is nu dat de wet niet gewijzigd be
hoeft te worden om actief ingrijpen mo
gelijk te maken. De wijze waarop het nu
gebeurd is, binnen de wettelijke moge
lijkheden. is een goede weg. Er is een
principieel verschil tussen de conclusie
'ons handelen heeft geen zin meer, we
trekken ons terug, we geven dit leven uit
handen' en op een gegeven moment zeg
gen 'we grijpen actief in, we komen
maandagochtend langs met de spuit'.
Wij kiezen voor die eerste benadering".
Moeilijke relatie
Soms leek het of Stinissen en Het Wie
denbroek elkaar over de rug van Ineke
heen zaten tegen te werken.
Nij Bijvank: „De relatie met Stinissen is
in de loop der jaren zeer moeilijk gewor
den. We communiceerden vaak via de
pers. Ik vond het grievend zoals hij te
gen Het Wiedenbroek tekeer kon gaan.
Hij dreigde te komen met een revolver,
hij dreigde mij in gijzeling te nemen, hij
adviseerde de bewoners een goed heen
komen te zoeken want hij was van plan
langs te komen met vrachtwagens en
tanks... Natuurlijk hadden we begrip
voor zijn wanhoop, maar zijn methoden
van druk uitoefenen namen onredelijke
proporties aan. De aanvankelijke be
wondering die we voor hem hadden is
later getemperd door zijn wijze van op
stelling. Hij heeft er geen begrip voor ge
had dat we met hem meedachten. Het
vervelende was dat hij onmiddellijk iets
anders bedacht als wij weer een stap ge
zet hadden. Er zat op een bepaald ogen
blik een week tussen een vergadering
van het dagelijks bestuur en een verga
dering van het algemeen bestuur. Dan
eiste hij op maandag uitsluitsel terwijl
die vergadering voor donderdag was
vastgesteld. Ook toen we hadden beslo
ten dat we zouden proberen een oplos
sing te vinden was dat niet goed, hij rea
geerde meteen door te dreigen zijn
vrouw mee te nemen naar Amsterdam.
Zijn stellingname werd steeds extremer.
Dat zorgde voor verwarring in het huis
en voor een groeiende afstand tussen
hem en ons. We kwamen steeds moeilij
ker tegenover elkaar te staan. In de laat
ste week dat zijn vrouw nog leefde wen
ste hij mij niet meer in het gebouw tegen
te komen, hoewel we toen een oplossing
gevonden hadden. Gelukkig was zijn
verstandhouding met het verplegend
personeel goed. Hij heeft er geen geheim
van gemaakt dat hij met wraakgevoelens
zit ten opzichte van alle autoriteiten die
meebeslist hebben over het leven en de
dood van zijn vrouw".
Jullie waren een tijdlang hel bekendste
verpleeghuis van Nederland.
Nij Bijvank: „Nu zijn we dringend toe
aan een periode van rust. We willen
goed kunnen functioneren in deze re
gio". Kruidenier: „Er is al die tijd grote
eensgezindheid geweest in het huis,
vooral op de afdeling waar mevrouw Sti
nissen lag. Natuurlijk was het ene perso
neelslid wat verder in zijn of haar den
ken dan een ander. Eén personeelslid
heeft om principiële redenen gevraagd
niet bij haar verzorging in de eindfase
ingeschakeld te worden. Dat hebben we
uiteraard gerespecteerd. Ze is wel op de
afdeling werkzaam gebleven, maar heeft
andere taken vervuld. Hoe groot de
saamhorigheid was bewijst wel het feit
dat juist zij een enorme steun en toever
laat is geweest voor alle anderen".
Nij Bijvank: „Dat was een positief pro
ces, dat we gezamenlijk tot een goed ein
de hebben gebracht, hoe moeilijk het
ook was."
LEO ENTHOVEN
Honderden reacties
HAAKSBERGEN - Het Wiedenbroek is
overstelpt met reacties. Het kreeg honder
den veelal zeer emotionele telefoontjes,
bijbelteksten, gedichten, brieven en peti
ties van wildvreemde mensen en organi
saties, vooral toen het besluit was geno
men de toediening van vocht en voedsel
te staken. Uit de reacties blijkt dat het
overlijden van Ineke Stinissen tot diep
gaande discussies leidde binnen vele ge
zinnen en organisaties. Sommige reacties
waren in harde, zelfs grove bewoordingen
gesteld. Een mevrouw stuurde een doekje
afkomstig uit het bedevaartsoord Lour-
des. De meeste reacties keurden om gods
dienstige redenen het besluit af om de
toediening van vocht en voedsel te sta
ken, maar een groot aantal betuigde steun
aan directie, artsen en verpleegkundig
personeel. Hieronder een bloemlezing uit
de honderden schriftelijke reacties.
..Ik heb geen woorden voor wat in uw
verpleeghuis is gebeurd. Waar gaan wij
heen in Nederland? Waar kan men onze
hulpeloze, hopeloze mensen nog laten op
nemen zonder bezorgd over hun leven te
zijn?"
,„Ik heb de meest mogelijke respectgevoe-
lens ten aanzien van u inzake mevrouw
Stinissen. Zo integer, zorgvuldig, door
dacht en gevoelvol doch ook gewetensvol
als u alles hebt benaderd dwingt mijn
grootste respect af'.
„Een comapatiënt is in een diepe slaap.
Héél Nederland is in een diepe slaap van
geestelijke armoede. Dit is geen euthana
sie, dit is laten kreperen".
Wij geloven dat God leven én sterven in
handen heeft. U neemt het heft in eigen
handen. Wij bidden en hopen dal u tot
inkeer komt. Leg ook het leven van me
vrouw Stinissen in Zijn handen".
Waarom de natuur niet afgewacht?
Veel mensen zullen het met deze afloop
niet eens zijn. Dit is een begin. Waar
eindigen we?"
„Ik ben beleidend en meelevend lid van
de Gereformeerde Kerk. De grote vraag
blijft voor mij tot hoever mogen wij door
gaan met levens verlengen?"
„Bah. wat een vieze, laffe en laaghartige
moordenaars om een moeder op zo'n laf
fe en laaghartige wijze van het leven te
beroven'"
„Aan de bevrijders van Ineke. Nu is ze
vrij, van alles, nu pas kan ze weer verder
leven gaan, al is het ook niet op aarde.
Jullie hebben haar bevrijd uit haar gees
telijk lijden".
„Als iemand z'n hond, kat of konijn geen
eten en drinken geeft, krijgt hij een recht
zaak met veroordeling. Maar een in
coma liggende mens mag men ongestraft
vocht en.voedsel onthouden tot de dood
er ten leste op volgt, wat de bedoeling is.
Een mensenfeven heeft dus minder waar
de dan dal van een huisdier. Vind het
wel een vreemde wereld worden".
„Mogen wij mensen tegenhouden om
naar Jezus te gaan? Tegenwoordig mag
je niet eens meer dood gaan!"
„Met ontsteltenis heeft de kerkeraad van
de Gereformeerde Kerk te kennis ge
nomen van het besluit tot staken van de
medische behandeling van mevrouw Sti
nissen
„U als rechter, en u als directeur van Het
Wiedenbroek. en u als dokter staan mij
gelijk als Hitier en zijn beulen die mil
joenen mensen in de vernietigingskam
pen hebben omgebracht".
„Laat haar, in Godsnaam, zacht sterven
en niet op een onmenselijke wijze".
„Zelfs een moordenaar krijgt in dit land
eten en drinken, en dat wilt u door mid
del van deze barbaarse manier haar ont
houden? Wie denkt u wel dat u bent?"
„Misschien is het voor haar te laat, maar
het is ook van algemeen belang: het leven
als gave van God dient te worden be
schermd".
„Ik vind het belachelijk dal de voeding is
gestopt. Eigenlijk is net moord", (briefte
van een 10-jarige)
Hitler was niet goed bij z'n hoofd, maar
de doktoren bij jullie nog minder. Als er
waarlijk een God bestaat die na onze
dood recht zal doen, dan krijgen jullie je
portie wel met deze onmenselijke en dui
velse praktijk".
„Mijn oprechte dank voor uw zeer ge
waardeerde zorg voor mevrouw Stinis
sen".
„Ik verzoek u dringend de behandeling te
hervatten. Ik kan er 's nachts niet van
slapen".
„Ik ondersteun jullie in de zaak Stinis
sen. Ik ben twee zoontjes kwijtgeraakt.
Ofschoon ik grote eerbied voor het leven
heb. ben ik dankbaar dal ze niet de
coma-lijdensweg van Ineke Stinissen
hebben moeten meemaken".
„Gerard Stinissen heeft gewonnen. Met
duivelse macht. Ik beschouw hem als
moordenaar".
„Als jullie te laf zijn voor euthanasie
mag ik hopen dat Ineke's geest jullie zal
bezoeken
„Ik vind dit geen manier van doen, zo
maar stoppen met eten geven", (briefte
van een 14-jarige)
„Mijn grote waardering voor de voortref
felijke wijze waarop u voor mevrouw Sti
nissen hebt gezorgd".
„Ik heb mij in uw moeilijke positie altijd
goed kunnen inleven, maar had ook be
grip voor de heer Stinissen. Nu echter
oen ik in beide partijen zleer teleurgesteld
omdat ze deze hongerdood toelaten".
„Ik ben ontroerd door het stopzetten van
de behandeling. Probeer haar niet meer
te laten lijden
„Ik kan er begrip voor opbrengen dat
aan haar lijden een eind moest worden
gemaakt
„Zo ver is het gekomen dat comapatiën
ten verhongeren en verdorsten en dat in
een humaan land als Nederland".
„U als bestuur en directie en uw mede
werkers werden voor vragen gesteld die
de menselijke competentie te boven
gaan
Wij kunnen het besluit niet anders zien
als moord met voorbedachten rade".
„Dit wordt een droevige kerst nu Ineke
Stinissen door u op 'n verschrikkelijke
manier in de steek wordt gelaten".
„Hartelijk dank voor de zorg en de inzet.
Mensen vol liefde voor de medemens die
uitgeschakeld is".
.V erontwaardigd ben ik dat toediening
van vocht en voedsel wordt gestaakt. Dat
is zwichten voor terrorisme".
,,U houdt me wakker. Wat doet u nu, na
15 jaar Ineke Stinissen laten verhonge
ren en laten uitdrogen?"
„Mijn complimenten voor de zeer zorg
vuldige wijze waarop u zich ten opzichte
van Ineke Stinissen hebt gedragen. Het
beleid van uw tehuis is bijzonder moe
dig".