)nze t /inden" 'final na ie DIRECTIE HET WIEDENBROEK OVER COMAPATIËNTE INEKE STINISSEN Uil vprhin IlldVlll iHprHp nrK PPT1 P ZATERDAG 21 APRIL 1990 PAGINA 31 In Het Wiedenbroek in Haaksbergen overleed in januari Ineke Stinissen nadat ze er bijna zestien jaar in coma had gelegen. Vrijwel al die jaren had haar echtgenoot Gerard ervoor gestreden om haar dood te bewerkstelligen. Al die tijd vond hij directie en bestuur van Het Wiedenbroek tegenover zich. In dit interview legt de directie van Het Wiedenbroek voor het eerst uit waarom Ineke Stinissen zo lang op haar dood moest wachten, maar ook waarom haar die begin dit jaar uiteindelijk werd gegund. „Al jaren geleden erkenden we dat er wat moest gebeuren, maar door onze onmacht konden we geen oplossing vinden". tvi Q r»n t y ui mij Lvlvl vlv Ullö vvil V 'piUJijlIlg HAAKSBERGEN - Verpleeghuis Het Wiedenbroek in Haaksbergen ligt in een omlijsting van groene bosschages en rustige waterpartijen. Binnen gaan personeel en bewo ners vriendelijk en ontspannen met elkaar om. Niets herinnert aan de turbulente tijden toen Het Wieden broek tegen wil en dank het be kendste verpleeghuis van Neder- jland was. Toch is het nog maar drie maanden geleden dat hier Ine- jke Stinissen na een coma van 15 jaar, 9 maanden en 20 dagen over leed. „Wij hebben al die belangstelling niet als prettig ervaren", zegt algemeen directeur E.F.P.J. Nij Bijvank halverwege het ge sprek. Wiedenbroek-medewerkers wer den voortdurend geconfronteerd met vragen en opmerkingen over Ineke Sti nissen. „Op feestjes werd zij uitvoerig besproken. Personeel werd door voor- en tegenstanders van levensbeëindiging i op ons beleid aangesproken. Dat heeft voor een aantal medewerkers problemen I opgeleverd, ook al doordat hun beroeps geheim het onmogelijk maakte over me vrouw Stinissen te praten", aldus ver pleegkundig directeur E.C.J. Kruidenier- Nijland. Nij Bijvank: „Daarnaast was er de onzekerheid voor het personeel, de I spanning, wat gaat er nu weer gebeuren, <c wat lezen we nu weer in de krant", oj „Uit de honderden reacties die we kre- ojj gen bleek hoeveel mensen emotioneel O meeleefden en hoe rechtlijnig of zelfs ex 's treem ze in hun standpunten soms wa- ren. We hebben twee stapels brieven. Een met reacties in de trant van 'hoe is het mogelijk dat jullie hier vijftien jaar mee doorgaan, ze heeft toch het recht te j| sterven, je had al veel eerder met de spuit moeten ingrijpen', een andere met opmerkingen als 'hoe is het mogelijk op deze manier een einde te maken aan dat leven, je mag nooit aan het leven ko men, onder geen enkele voorwaarde'. Het waren persoonlijke brieven in niet had een dagtaak aan de vele telefoontjes jm die binnenkwamen, vertelt Kruidenier. Wildvreemden wilden opheldering, bo- den hun diensten aan ('Laat me bij haar, ik kan haar wakker maken'), protesteer- 1 den tegen het voortzetten van de behan deling of, later, tegen het stopzetten. Er' waren bommeldingen (Nij Bijvank: „Weinig mee gedaan. De politie gewaar schuwd, we hebben het personeel niet ingelicht"), en mensen die voorwendden familie van Ineke Stinissen te zijn om op die manier onder valse voorwendsels informatie los te krijgen of toegang tot haar kamer af te dwingen. Tegenstanders van ingrijpen kwamen petities aanbie den. Veel mensen belden hem thuis op om over Ineke Stinissen te discussiëren. Een mevrouw die het emotioneel bijzon der moeilijk had, belde hem een tijdje elke avond met allerlei suggesties en pleidooien. In december en januari kreeg Het Wiedenbroek een opvallende toena- jme in bezoek, vooral de afdeling van Ineke Stinissen, kennelijk allemaal men sen die haar met eigen ogen wilden zien. Die bemoeienissen van de buitenwereld waren vermoeiend, tijdrovend, soms zelfs bedreigend. Er waren dagen, vertel len Nij Bijvank en Kruidenier, dat het leek alsof Het Wiedenbroek maar één bewoonster kende: Ineke Stinissen. Kruidenier: „Het beïnvloedde de hele werkdag van een heleboel mensen, we j kwamen bijna niet meer aan andere din- V. i gen toe. Persoonlijk heb ik me redelijk jj kunnen afschermen. Nij Bijvank stond j middenin de publiciteit, hij kreeg alles op zijn dak". Nij Bijvank: „Het was een zeer intensie ve ervaring. Die raak ik niet meer kwijt. Het hield me constant bezig. Het was niet alleen een puur zakelijke aangele genheid. Zeer diepe emoties speelden een rol. Je werd in zekere zin door de omstandigheden geleefd. Als ik nu terug kijk kan ik niet zeggen, daar hadden we het anders moeten doen". Hij was verbijsterd dat de Nederlandse Patiënten Vereniging hem dwong nog tweemaal de gang naar de rechter te ma ken toen al besloten was de toediening van vocht en voedsel te stoppen. De NPV probeerde door middel van een kort geding en een hoger beroep op nieuw toediening van vocht en voedsel af te dwingen: „Het is ongelooflijk dat een patiëntenvereniging, die zich opeens opwerpt als belangenbehartiger van een willekeurige patiënt die niet eens tot het ledenbestand behoort, vanuit een extre me opvatting over leven en dood via de rechter verzoekt om toedoening van vocht en voedsel te herstellen. En dat in een situatie waarin we na zoveel zorg vuldigheid tot een besluit waren geko men. Dat heeft me persoonlijk diep ge raakt". Daar tegenover staan veel positieve re acties, vooral van collega-verpleeghui zen, en beiden erkennen dat er een be langrijke positieve kant is. Nij Bijvank: „Ineke Stinissen is katalysator geweest in de discussie over langdurige coma's in de samenleving. Wij hebben gemerkt hoe extreem de standpunten liggen. Er zal in de samenleving veel gepraat moeten worden om die uitersten dichter bij elkaar te brengen". Veel ervaring? Heeft Het Wiedenbroek veel ervaring met comapatiënten? Kruidenier: „Op een bepaald ogenblik hadden we er zes, van wie mevrouw Sti nissen er één was. Ze zijn inmiddels alle maal overleden. Een aantal is jarenlang verpleegd geweest. Ik herinner me een mevrouw die acht jaar in coma heeft ge legen voordat ze overleed". Nij Bijvank: „Bij die gevallen hebben we niet de problemen gehad die het coma van mevrouw Stinissen met zich bracht. De families aanvaardden dat. In het al gemeen is het onze ervaring dat de fami lies het natuurlijk verloop afwachten en niet de wens uiten om zo'n leven te beëindigen". Ik heb begrepen dat Stinissen al vrij snel probeerde een oplossing te forceren. Nij Bijvank: „De eerste vijf jaar was er een zekere aanvaarding, onzekerheid ook omdat niemand wist of zijn vrouw nog uit haar coma zou ontwaken. Later, toen duidelijk was dat de situatie uit zichtloos was, ontstonden vrij intensieve contacten tussen hem en de toenmalige medische staf. Hij heeft in die tijd al de wens geuit een einde aan de situatie te maken". Kruidenier: „In de beginjaren waren de contacten redelijk goed. Er waren regel matig zeer open gesprekken. Alleen ge durende de laatste jaren zijn Stinissen en het verpleeghuis als partijen tegenover elkaar komen te staan". Nij Bijvank geeft aan wat dat veroor zaakte: „De onmacht van het verpleeg huis om aan de wens van Stinissen tege moet te komen, het gebrek aan perspec tief ook. Ons beleid was, en dat hebben we ook altijd gezegd, dat we eventuele complicaties niet zouden behandelen. Ze was lichamelijk heel gezond en bleef doorleven. Zo ging het van jaar tot jaar verder. In de loop van de tijd is zijn aandrang op het verpleeghuis sterker ge worden. Op een gegeven moment heeft hij de zaak in de publiciteit gebracht om de druk te verhogen. Iedereen ging 'mee- E.F.P.J. Nij Bijvank, algemeen directeur van Het Wiedenbroek: „Al jaren geleden erkende Het Wiedenbroek dat er wat moest gebeuren". E.C.J. Kruidenier-Nij- land, verpleegkundig directeur: „Er is een verandering in het medisch denken. De belangrijke beslissingen worden al eerder, in de ziekenhuizen, genomen". FOTO: PERS UNIE stroom publica- Wat de buitenwacht niet heeft begrepen is waarom dat coma zo lang heeft ge-' duurd en waarom jullie plotseling van fedachten zijn. veranderd. lij Bijvank: „Het is een misvatting te stellen dat wij ons beleid van de ene dag op de andere hebben gewijzigd. Tegen het einde van de jaren zeventig is ook bij ons het denken over euthanasie en langdurig comateuzen op gang gekomen. Dat heeft geleid tot een nota van 1984. Daarin stellen wij dat we, op basis van onze christelijke grondslag, tegen actieve euthanasie zijn, maar dat handelend op treden in geval van een onomkeerbaar coma mogelijk zou moeten zijn door on der strikte voorwaarden in te grijpen: toetsing vooraf door de rechter, rekening houden met de familie, andere artsen raadplegen. Op die lijn zaten we. De Staatscommissie Euthanasie kwam met een vergelijkbaar standpunt, maar de wetgeving veranderde niet". „Omdat we niet uit de patstelling kwa men besloot Stinissen de zaak langs juri dische weg te benaderen. Onze stelling was dat onthouding van vocht en voed sel ontluisterend was en dat je dan veel eerder moest denken aan actief ingrij pen, wat de wet niet toestaat. De recht bank in Almelo bevestigde ons beleid. Dat sloot aan op onze stellingname van 1984, maar leverde geen oplossing op. De rechter zei in feite 'stoppen met toe dienen van vocht en voedsel wilt u niet, actief ingrijpen mèg u niet, er kan dus niets gebeuren'. Belangrijk was wel, en het hof in Arnhem bevestigde dat in ho ger beroep, dat toedienen van vocht en voedsel volgens de rechter medisch han delen is. Dal was nieuw voor ons. Wij hadden dat gezien als verzorging en ieder mens heeft recht op verzorging". „Ook wij vonden allemaal dat het na vijftien jaar zo niet langer kon. Niemand in huis nam aan dat voortzetting van dat leven enige zin had, hoewel we be seffen dat je voorzichtig moet zijn met praten over de zin van het leven. Dat verschilt per individu en per situatie, al gemene normen zijn niet te geven. De arts moet zich afvragen of zijn handelen nog bijdraagt aan het belang van betrok kene. Het is aan de arts te bepalen wat hij in een bepaalde situatie moet doen of nalaten. In dit geval was iedereen het er over eens dat mevrouw Stinissen door de bodem van het bestaan was gezakt. De directie heeft ook niet beslist over de zin van haar leven. Neen, haar arts is tot de conclusie gekomen dat zijn behande ling geen bijdrage meer leverde aan haar welzijn. Voor de samenleving is nu het dilemma: óf we laten het aan de artsen over, öf we moeten algemeen toepasbare criteria formuleren". Afwachtend Waarom die opvatting na vijftien jaar en niet na acht. of elf? Nij Bijvank: „Ik wees op gewijzigde op vattingen. over verzorgen en medisch handelen. We moeten niet vergeten dat alleen al met de gerechtelijke procedures in Almelo en Arnhem vele jaren ge moeid waren. Ook de landelijke discus sie rond euthanasie en de vraag of dit een nieuw licht zou werpen op deze pro blematiek leidde tot een afwachtende houding". Het verwijt van starheid, gebaseerd op re ligieus dogmatisme, vinden jullie niet te recht? Kruidenier: „De buitenwacht heeft mis schien de indruk gekregen dat we on buigzaam waren. Die weet onvoldoende wat al die jaren binnen vier muren de ontwikkelingen zijn geweest". Nij Bijvank: „We vonden tien jaar gele den al dat er een oplossing moest ko men, maar door onze onmacht slaagden we er niet in die te vinden". Kruidenier: „We moeten ook beseffen dat in de afgelopen tien, vijftien jaar veel is veranderd in het medisch denken met betrekking tot euthanasie en langdu rige coma's. Nu zijn er ontwikkelingen in het denken waarvan vijftien jaar gele den, toen mevrouw Stinissen in coma raakte, nog geen sprake was. De afgelo pen jaren hebben wij geen langdurig co mateuze patiënten meer opgenomen. Artsen in het ziekenhuis nemen eerder andere beslissingen dan vijftien jaar ge leden. Je kunt je afvragen of wij me vrouw Stinissen nog hadden gekregen als haar nü was overkomen wat haar vijf tien jaar geleden is overkomen. Ik denk het niet". In een uitzending van Het Capitool in november 1989 maakten deskundigen duidelijk dat bij onthouding van vocht en voedsel aan een comateuze patiënt geen sprake hoeft te zijn van ontluiste ring, waar Het Wiedenbroek tot dan van overtuigd was geweest. Daarnaast ont stonden contacten met andere verpleeg huizen die ervaring hadden opgedaan met deze vorm van levensbeëindiging. Amerikaanse literatuur werd bestudeerd. Deskundigen werden geraadpleegd. Nij Bijvank: „Een aantal lijnen kwam samen. We waren ervan overuigd dat ze niet uit haar coma zou ontwaken. Er was de aandrang van Stinissen. De rechter had bepaald dat toedienen van vocht en voedsel een medische handeling is. De arts bepaalt of die zinvol is of met. Ont houden van vocht en voedsel hoeft niet ontluisterend en pijnlijk te zijn. We von den het ethisch onaanvaardbaar om haar na al die jaren naar een ander verpleeg huis over te plaatsen, dat zou neerko men op gesol; we wilden onze verant woordelijkheid niet ontlopen. Dat alles leidde tot de conclusie dat het medisch en ethisch een aanvaardbare weg zou zijn om te stoppen met de toediening van vocht en voedsel". Dat gebeurde op maandag 8 januari. Elf dagen later overleed Ineke Stinissen heel rustig, van ontluistering was geen spra ke. Kruidenier: „Achteraf gezien is dit een goede manier geweest. Stinissen heeft dat ook bevestigd. De familie heeft rus tig afscheid kunnen nemen". Nij Bijvank: „Voor veel oude mensen is dit helemaal geen vreemde manier om afscheid te nemen van het leven. Er zijn nogal wat ouderen die op een gegeven moment besluiten niets meer tot zich te nemen. Die sterven op precies dezelfde manier. Het is een natuurlijke dood". Na de dood van Ineke Stinissen zijn ge sprekken gevoerd met de betrokken me dewerkers die iedereen als zinvol be stempelde. Het Wiedenbroek gaat zich als instelling nog eens bezinnen op het beleid, maar voor die evaluatie is wat meer afstand nodig, aldus Nij Bijvank. „Als je vraagt naar de belangrijkste les sen die we uit het geval Stinissen hebben getrokken dan zeg ik: een coma van vijf tien jaar mag niet weer gebeuren; geen enkel geval is vergelijkbaar; een tijdsli miet kun je niet stellen want ik heb het diepste respect voor ouders die jarenlang een kind in coma thuis liefdevol verzor gen en verplegen; patiënten en familie hoeven geen angst te hebben over wat eventueel kan gebeuren, dat een leven zo maar beëindigd kan worden. Mijn stand punt is nu dat de wet niet gewijzigd be hoeft te worden om actief ingrijpen mo gelijk te maken. De wijze waarop het nu gebeurd is, binnen de wettelijke moge lijkheden. is een goede weg. Er is een principieel verschil tussen de conclusie 'ons handelen heeft geen zin meer, we trekken ons terug, we geven dit leven uit handen' en op een gegeven moment zeg gen 'we grijpen actief in, we komen maandagochtend langs met de spuit'. Wij kiezen voor die eerste benadering". Moeilijke relatie Soms leek het of Stinissen en Het Wie denbroek elkaar over de rug van Ineke heen zaten tegen te werken. Nij Bijvank: „De relatie met Stinissen is in de loop der jaren zeer moeilijk gewor den. We communiceerden vaak via de pers. Ik vond het grievend zoals hij te gen Het Wiedenbroek tekeer kon gaan. Hij dreigde te komen met een revolver, hij dreigde mij in gijzeling te nemen, hij adviseerde de bewoners een goed heen komen te zoeken want hij was van plan langs te komen met vrachtwagens en tanks... Natuurlijk hadden we begrip voor zijn wanhoop, maar zijn methoden van druk uitoefenen namen onredelijke proporties aan. De aanvankelijke be wondering die we voor hem hadden is later getemperd door zijn wijze van op stelling. Hij heeft er geen begrip voor ge had dat we met hem meedachten. Het vervelende was dat hij onmiddellijk iets anders bedacht als wij weer een stap ge zet hadden. Er zat op een bepaald ogen blik een week tussen een vergadering van het dagelijks bestuur en een verga dering van het algemeen bestuur. Dan eiste hij op maandag uitsluitsel terwijl die vergadering voor donderdag was vastgesteld. Ook toen we hadden beslo ten dat we zouden proberen een oplos sing te vinden was dat niet goed, hij rea geerde meteen door te dreigen zijn vrouw mee te nemen naar Amsterdam. Zijn stellingname werd steeds extremer. Dat zorgde voor verwarring in het huis en voor een groeiende afstand tussen hem en ons. We kwamen steeds moeilij ker tegenover elkaar te staan. In de laat ste week dat zijn vrouw nog leefde wen ste hij mij niet meer in het gebouw tegen te komen, hoewel we toen een oplossing gevonden hadden. Gelukkig was zijn verstandhouding met het verplegend personeel goed. Hij heeft er geen geheim van gemaakt dat hij met wraakgevoelens zit ten opzichte van alle autoriteiten die meebeslist hebben over het leven en de dood van zijn vrouw". Jullie waren een tijdlang hel bekendste verpleeghuis van Nederland. Nij Bijvank: „Nu zijn we dringend toe aan een periode van rust. We willen goed kunnen functioneren in deze re gio". Kruidenier: „Er is al die tijd grote eensgezindheid geweest in het huis, vooral op de afdeling waar mevrouw Sti nissen lag. Natuurlijk was het ene perso neelslid wat verder in zijn of haar den ken dan een ander. Eén personeelslid heeft om principiële redenen gevraagd niet bij haar verzorging in de eindfase ingeschakeld te worden. Dat hebben we uiteraard gerespecteerd. Ze is wel op de afdeling werkzaam gebleven, maar heeft andere taken vervuld. Hoe groot de saamhorigheid was bewijst wel het feit dat juist zij een enorme steun en toever laat is geweest voor alle anderen". Nij Bijvank: „Dat was een positief pro ces, dat we gezamenlijk tot een goed ein de hebben gebracht, hoe moeilijk het ook was." LEO ENTHOVEN Honderden reacties HAAKSBERGEN - Het Wiedenbroek is overstelpt met reacties. Het kreeg honder den veelal zeer emotionele telefoontjes, bijbelteksten, gedichten, brieven en peti ties van wildvreemde mensen en organi saties, vooral toen het besluit was geno men de toediening van vocht en voedsel te staken. Uit de reacties blijkt dat het overlijden van Ineke Stinissen tot diep gaande discussies leidde binnen vele ge zinnen en organisaties. Sommige reacties waren in harde, zelfs grove bewoordingen gesteld. Een mevrouw stuurde een doekje afkomstig uit het bedevaartsoord Lour- des. De meeste reacties keurden om gods dienstige redenen het besluit af om de toediening van vocht en voedsel te sta ken, maar een groot aantal betuigde steun aan directie, artsen en verpleegkundig personeel. Hieronder een bloemlezing uit de honderden schriftelijke reacties. ..Ik heb geen woorden voor wat in uw verpleeghuis is gebeurd. Waar gaan wij heen in Nederland? Waar kan men onze hulpeloze, hopeloze mensen nog laten op nemen zonder bezorgd over hun leven te zijn?" ,„Ik heb de meest mogelijke respectgevoe- lens ten aanzien van u inzake mevrouw Stinissen. Zo integer, zorgvuldig, door dacht en gevoelvol doch ook gewetensvol als u alles hebt benaderd dwingt mijn grootste respect af'. „Een comapatiënt is in een diepe slaap. Héél Nederland is in een diepe slaap van geestelijke armoede. Dit is geen euthana sie, dit is laten kreperen". Wij geloven dat God leven én sterven in handen heeft. U neemt het heft in eigen handen. Wij bidden en hopen dal u tot inkeer komt. Leg ook het leven van me vrouw Stinissen in Zijn handen". Waarom de natuur niet afgewacht? Veel mensen zullen het met deze afloop niet eens zijn. Dit is een begin. Waar eindigen we?" „Ik ben beleidend en meelevend lid van de Gereformeerde Kerk. De grote vraag blijft voor mij tot hoever mogen wij door gaan met levens verlengen?" „Bah. wat een vieze, laffe en laaghartige moordenaars om een moeder op zo'n laf fe en laaghartige wijze van het leven te beroven'" „Aan de bevrijders van Ineke. Nu is ze vrij, van alles, nu pas kan ze weer verder leven gaan, al is het ook niet op aarde. Jullie hebben haar bevrijd uit haar gees telijk lijden". „Als iemand z'n hond, kat of konijn geen eten en drinken geeft, krijgt hij een recht zaak met veroordeling. Maar een in coma liggende mens mag men ongestraft vocht en.voedsel onthouden tot de dood er ten leste op volgt, wat de bedoeling is. Een mensenfeven heeft dus minder waar de dan dal van een huisdier. Vind het wel een vreemde wereld worden". „Mogen wij mensen tegenhouden om naar Jezus te gaan? Tegenwoordig mag je niet eens meer dood gaan!" „Met ontsteltenis heeft de kerkeraad van de Gereformeerde Kerk te kennis ge nomen van het besluit tot staken van de medische behandeling van mevrouw Sti nissen „U als rechter, en u als directeur van Het Wiedenbroek. en u als dokter staan mij gelijk als Hitier en zijn beulen die mil joenen mensen in de vernietigingskam pen hebben omgebracht". „Laat haar, in Godsnaam, zacht sterven en niet op een onmenselijke wijze". „Zelfs een moordenaar krijgt in dit land eten en drinken, en dat wilt u door mid del van deze barbaarse manier haar ont houden? Wie denkt u wel dat u bent?" „Misschien is het voor haar te laat, maar het is ook van algemeen belang: het leven als gave van God dient te worden be schermd". „Ik vind het belachelijk dal de voeding is gestopt. Eigenlijk is net moord", (briefte van een 10-jarige) Hitler was niet goed bij z'n hoofd, maar de doktoren bij jullie nog minder. Als er waarlijk een God bestaat die na onze dood recht zal doen, dan krijgen jullie je portie wel met deze onmenselijke en dui velse praktijk". „Mijn oprechte dank voor uw zeer ge waardeerde zorg voor mevrouw Stinis sen". „Ik verzoek u dringend de behandeling te hervatten. Ik kan er 's nachts niet van slapen". „Ik ondersteun jullie in de zaak Stinis sen. Ik ben twee zoontjes kwijtgeraakt. Ofschoon ik grote eerbied voor het leven heb. ben ik dankbaar dal ze niet de coma-lijdensweg van Ineke Stinissen hebben moeten meemaken". „Gerard Stinissen heeft gewonnen. Met duivelse macht. Ik beschouw hem als moordenaar". „Als jullie te laf zijn voor euthanasie mag ik hopen dat Ineke's geest jullie zal bezoeken „Ik vind dit geen manier van doen, zo maar stoppen met eten geven", (briefte van een 14-jarige) „Mijn grote waardering voor de voortref felijke wijze waarop u voor mevrouw Sti nissen hebt gezorgd". „Ik heb mij in uw moeilijke positie altijd goed kunnen inleven, maar had ook be grip voor de heer Stinissen. Nu echter oen ik in beide partijen zleer teleurgesteld omdat ze deze hongerdood toelaten". „Ik ben ontroerd door het stopzetten van de behandeling. Probeer haar niet meer te laten lijden „Ik kan er begrip voor opbrengen dat aan haar lijden een eind moest worden gemaakt „Zo ver is het gekomen dat comapatiën ten verhongeren en verdorsten en dat in een humaan land als Nederland". „U als bestuur en directie en uw mede werkers werden voor vragen gesteld die de menselijke competentie te boven gaan Wij kunnen het besluit niet anders zien als moord met voorbedachten rade". „Dit wordt een droevige kerst nu Ineke Stinissen door u op 'n verschrikkelijke manier in de steek wordt gelaten". „Hartelijk dank voor de zorg en de inzet. Mensen vol liefde voor de medemens die uitgeschakeld is". .V erontwaardigd ben ik dat toediening van vocht en voedsel wordt gestaakt. Dat is zwichten voor terrorisme". ,,U houdt me wakker. Wat doet u nu, na 15 jaar Ineke Stinissen laten verhonge ren en laten uitdrogen?" „Mijn complimenten voor de zeer zorg vuldige wijze waarop u zich ten opzichte van Ineke Stinissen hebt gedragen. Het beleid van uw tehuis is bijzonder moe dig".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 31