De kleurrijke democratie van Vaclav Havel 'finale Wel of niet een streepje door Tsjechoslowakije? Café om de hoek ZATERDAG 7 APRIL 1990 PAGINA 26 PRAAG - Een man in burger stopt onze Skoda op de weg van Plzen naar Praag. We rijden te hard. Drie en tachtig kilometer per uur in plaats van de geoorloofde zestig. Ter verontschuldiging: het zicht op een bord is ons ontnomen door een vrachtwagen voor ons met de zelfde snelheid. Naar de kant dus. De man in burger blijkt een poli- tie-hulp. Hij spreekt ons aan op een toon of hij om een lift smeekt naar het volgende dorp. Of we zo goed willen zijn te wachten op de politie. Die komt. Even vriendelijk. Te hard rijden? Daar staat 200 kro nen boete op. Aj, de portemonnee van de chauffeur telt er niet meer dan tachtig. Ik wil bijspringen. Laat maar, sist de chauffeur. De politieman trekt een je-beste-kame- raad-gezicht, doet de oorspronkelij ke bon weg en pakt een nieuwe. Vijftig dan maar, zegt hij. We rij den tevreden weg. „Ze zijn veran derd", zegt mijn chauffeur met een lachje. Ze zijn veranderd. Tsjechoslowakije is veranderd. De rigide staat die ik nu al jaren als een bijna tweede vaderland ken, is een kleurrijke aan het worden. De democratie heeft toegeslagen. Beter gezegd: alle facetten, goed èn kwaad, die wij uit onze maatschappij kennen zijn als een vloedgolf over het Tsjechoslo- waakse landschap geslagen. Wat die po litie betreft: vlak na de fluwelen revolu tie deed het verhaal de ronde van een vechtende raddraaier, opgepakt door de bewakers van recht en orde. Met een bloedende kop wordt hij naar de over valwagen gebracht. Inmiddels zijn er een paar omstanders. De man maakt er dankbaar gebruik van voor een slim stuk theater. Wijzend op zijn bloedende hoofd: „Kijk 'ns wat die schoften gedaan hebben?" De burgers grijpen het aan voor een openbare scheldkanonnade te gen die - in dit geval schuldeloze - rot zakken van de VB (openbare veiligheid). De politie heeft het niet gemakkelijk. Meer dan ooit zijn ze echt nodig voor de openbare veiligheid. De criminaliteit in Tsjechoslowakije is de laatste maanden driemaal zo hoog geworden, er verschij nen voortdurend waarschuwende berich ten over berovingen op straat, kranten brengen reportages vanuit de Praagse 'galerka' (onderwereld), maar de politie dient eerst z'n nieuwe geloofwaardigheid te vinden. Hetzelfde geldt voor de hele democratie. Er verschijnen de laatste maanden steeds meer nieuwe kranten. Elke an dersdenkende lijkt een blad te beginnen dat je voor twee en halve kroon kunt ko pen. Er is zelf een 'ónafhankelijke mid dagkrant' uitgekomen, de 'Expres', die zich volgens de kop specialiseert in 'sen satie, lezenswaardigheden en nieuws'. In die volgorde. Daar lezen we een adver tentie voor één-van de eerste striptease- zaken in Praag, de nachtclub Na Chmel- nici. Een discotheek met op drie dagen om elf uur 's avonds een 'revue-pro gramma met striptease'. In een ander nummer een reportage over een nieuw soort ondernemersschap: de body-buil- der L. Semerada heeft de competitie Grand Strip Nova '90 georganiseerd in het sportcomplex van Radlice. Het is er stampvol strippende dames en de ver slaggever is verontwaardigd. 'Adieu kuisheid, adieu esthetiek' begint hij zijn artikel. Óm te eindigen met: „Ik begrijp dat sportmensen' nu voor hun eigen brood moeten gaan zorgen. In Radlice is het nooit een vetpot geweest, maar nu zouden ze wel eens rijk kunnen wor den". Bij een glas bier De echte kranten hebben het nog steeds moeilijk om hun nieuwe situatie te benaderen. De nieuwe vrijheid heeft een lege plek in de verslaggeving opge leverd, die nog niet adequaat gevuld wordt. In de benadering van de nieuwe hoogwaardigheidsbekleder zie je vaak nog de kritiekloze oude toon terug. Het is keurig 'meneer de president' voor en na, wanneer het over Vaclav Havel gaat. Zijn handelingen in den vreemde krijgen de geur van heiligheid en in sommige interviews zie je nieuwe re geerders bijna knipmessend benaderd. Milan Lukes, de minister van cultuur, krijgt naar aanleiding van zijn bezoek aan Jiri Kylian in Den Haag een aantal vragen gesteld in het blad Tvorba (Schepping): Hoe „meneer de minister" zich „zo snel (en zo uitstekend!) heeft kunnen oriënteren in zijn nieuwe vak gebied". Het klinkt slijmerig. Lukes is nota bene ex-dramaturg van het Na- rodni Divadlo (Nationaal Theater). In het altijd al redelijk onafhankelijke Mlada Fronta (Jong Front) schrijft re dacteur Karei Pacner een Open Brief aan Havel. „Meneer de President, wan neer wij u met de bewoners van het Zuidelijke stadsdeel van Praag zien praten, wanneer we u zien eten in de mensa tussen de studenten van Brno, wanneer u uw toespraak houdt voor het Amerikaans Congres, wanneer wij u met een minister bij een glas bier zien zitten, heeft u onze sympathie". Het is het begin van een waarschuwing aan Havel dat er ook wel eens kritiek kan komen. Maar, meneer de presi dent, opbouwend. De journalist eindigt met een hartelijke uitnodiging aan Ha vel de redactionele burelen eens te be zoeken en sluit zijn lange epistel met een wat komische oratio pro domo: „Dan kunt u zien in welke middel eeuwse omstandigheden wij en onze kameraden drukkers moeten werken". Het vroegere 'partijblad' Rudé Pravo is inmiddels gedegradeerd tot een kleiner formaat, maar wordt nog altijd behoor lijk gelezen. Binnenkort verschijnt het tot voor kort illegale Lidové Noviny (Volksnieuws) als dagblad. De eerste twee samizdat-jaargangen zijn gebun deld- te koop. In die krant lees je voor lopig het meest oafhankelijke commen taar. Grootste idioot In het laatste nummer zelfs een stuk van ex-dissident Petr Uhl, waarin hij Obcanské Forum (Burgerforum) aan valt. Ze zijn er niet hard genoeg, ze handhaven te veel oude communisten. Die moeten overal uitgegooid worden. Uhl is extreem, maar hij vertolkt één van de vele stromingen die nu hoor baar zijn in Tsjechoslowakije. Bijna te veel in zo'n korte tijd, ben je geneigd te denken. „We moeten oppassen dat we niet uiteenvallen in een vooroorlogs particularisme", zegt een Tsjech. „Ie dereen begint een eigen partij, mensen stappen uit het Forum, dat geen partij is, om er zelf één te beginnen. Straks is het land niet meer bestuurbaar". Ingezonden brieven genoeg in de kran ten. Met steeds meer brokjes kritiek. In Mlada Fronta schrijft een mevrouw dat die mooie geest die rond de fluwelen revolutie van het land bezit nam, al weer weg is. Haar bewijs: een bus chauffeur rookte tijdens het rijden en toen zij er iets van zei, was het: 'als 't u niet zint, stapt u maar uit'. Een andere briefschrijfster vindt het maar niks met die populaire president op de Burcht: „De grootste 'blbecek' (idioot) die we ooit gehad hebben". Het is voor sommi gen even wennen dat Havel andere wegen bewandelt dan de presidenten vóór hem. Havel heeft een nieuwe wind door de Burcht laten waaien. Ook protocollair. Tussen de korte berichtjes tweemaal onder elkaar het nieuws dat Havel op de Burcht ontmoetingen heeft gehad met belangrijke mensen, onder wie Zbigniew Brzezynski, in café-res taurant Vykarka. De kroeg om de hoek, om het populair te zeggen. In een interview met de Engelse Independent, zegt Havel de heren journalisten dat het zo wel genoeg geweest is. „We kun nen nog wel even doorgaan, maar dan heb ik geen tijd om soep te eten, of er moet soep in de Burcht zijn, dan hoef ik niet naar het café". Er gaan zelfs geruchten als zou Havel voorgesteld hebben zich om snelheid te winnenmaar op een autoped door die immense Burcht te bewegen. In elk ge val heeft hij de uniformen van de wacht laten veranderen door kostuum ontwerper Theodor Pistek, die in Hol lywood een Oscar verdiende voor. 'Amadeus' en dit jaar een nominatie had voor de uitmonstering van de ac teurs in 'Valmont'. Rode en blauwe tu nieken, gouden tressen, witte broek. Theater. Klassiek. Maar de stramme paradepas van de Burcht-bewakers is Vaclav Havel FOTO: AP afgeschaft. Havel zegt het leuk te vin den verschillende kleuren auto's te ne men voor zijn colonnes in plaats van de bekende rouwstoeten. Hij laat bij offi ciële gelegenheden een stel trompetters uit het raam van de Burcht hangen om fanfares te blazen. „Bij mijn weten nog nooit door een president gedaan", ver telt hij. Kleurrijk dus. De Amsterdams- Tsjechische galeriehouder Gottlieb was aanwezig bij het oudejaarsfeest van Ha vel in' een afgehuurd restaurant. Hij zag de presidentiële chauffeur zich steeds wanhopiger tot Havel wenden: „Meneer de president, het is echt de hoogste tijd dat we vertrekken". Nog even, zei Havel. En nog eens. En daar na: „Ga jij maar alvast, ik neem wel een tram of een taxi". Anekdotes uit de nieuwe Tsjechoslowaakse mythologie? In elk geval wel menselijk. Inclusief hetgeen opmerkzame Nederlandse tv- kijkers hebben kunnen lien in Martin Simeks reportage voor Studio Sport over tennisser Ivan Lendl terug in Praag. De camera ving een Havel die wanhopig met zijn eeuwige peuk om handen zat. Geen asbak. Ten einde raad liet hij hem op de (sjieke) vloer vallen en draaide hem met zijn voet uit. Mevrouw Havel zag het ook. „Jezi- se, Vasku", riep ze duidelijk hoorbaar. Foei Vaclav. Rondedans om banen Niets menselijks is het nieuwe Tsjecho slowakije vreemd. Opeens wordt zicht baar dat de wereld nooit alleen bestaan heeft uit communisten en dissidenten. Dat er veel meer stromingen, menin gen en vooral ménsen zijn, die nu alle maal tegelijkertijd hun mond kunnen opendoen. Voor de wat sceptische Tsje- choslowaak is het wennen, in elk geval geen aanleiding tot borstklopperij. Oude 'besmette' werknemers worden uit banen gezet. Nieuwen staan te trap pelen om hen op te volgen. Er wordt gewaarschuwd: het heeft geen zin 'net te communisten' van destijds, die alleen maar partijlid waren omdat ze anders elke fatsoenlijke baan wel konden ver geten, op straat te zetten. Op die ma nier houden we helemaal geen kader meer over. Er is een soort rondedans om openbare functies aan de gang, die opvallend vaak terechtkomen bij figu ren uit het onafhankeijke culturele le ven van voorheen. De nieuwe burge meester van Praag is Jaroslav Koran, een gerespecteerd vertaler van Faulk ner, Hemingway enzovoort. Eén van de naaste adviseurs van Havel is een ex- dissidente schrijver, Jiri Krizan. De man die het ceremonieel protocol rond officiële bezoeken vastlegt, is Ladislav Kantor, leider van de zanggroep C K Vocal en tekstschrijver. Hij is als 'regis seur' aanwezig bij het jazzfestival van Karlovy Vary (Karlsbad), heeft - vol gens wie het kunnen weten - inmid dels 'iets belangrijks' over zich gekre gen en klaagt dat hij door de staatsbe zoeken aan Parijs en Londen dagen geen oog dicht heeft gedaan. Over Ha- vels bezoek aan Nederland zegt hij: „Hmm. Als de gezondheid dat maar toelaat". Die van Vaclav Havel bedoelt hij, die vorige week is opgenomen in een Praags ziekenhuis voor een opera tie aan een breuk. Op het festival één van de organisatoren van het festival, een jazzkenner, die met gefronst hoofd bij mij aan tafel komt zitten: „Ik heb een probleem, ik heb de baan van am bassadeur bij jullie aangeboden gekre gen". Er is duidelijk een speurtocht aan de gang naar nieuwe hoofden voor de plekken waar de oude nog moeten sneuvelen. Het kader was altijd com munistisch, onbesmette niet-communis- ten met ervaring zijn er dus bijna niet. vraag naar winkels De praktische veranderingen in de Tsjechoslowaakse maatschappij moeten in feite nog plaatsvinden. Minister Klaus van economische zaken reist evehals Havel stad en land af om zich te informeren. De grote Skodafabrie- ken (diverse onderdelen van de me taalindustrie) zullen uiteenvallen in aparte, zelfstandige staatsbedrijven. Ve len hebben angst. Hoe gaat t straks? Inflatie als in Polen, Hongarije? Moeten we uitverkoop houden? En de werk loosheid? Niemand weet het precies. Net zoals men in de vroeger financieel redelijk gedoteerde kunstsector niet weet hoe het zal gaan. In filmstudio Barrandov weet men niet hoeveel geld er overblijft voor eigen produkties. Jazz-journalist en producer Antonin Matzner: „Hoe het met de festivals ver der gaat weten we nog niet. Ik denk ook dat onze eigen jazzplatenproduktie het best eens heel moeilijk zou kunnen krijgen als in de naaste toekomst het internationale marktmechanisme gaat werken". Er liggen talloze verzoeken van Tsjechen om eigen winkeltjes te openen. Er is echter nog geen overkoe pelende wet' op het privé-ondernemer- schap. De horeca is een geliefde ne- ringsvorm, maar een zegsman ver moedt dat de staat die liever nog in ei gen hand houdt. Iedereen lijkt een taxi-vergunning te willen hebben. Het gilde van taxichauffeurs houdt vast aan een regulering van het aantal vergun ningen. „Zijn jullie bang voor concur rentie?", vraagt een journalist. „Nee, want we zijn al eikaars concurrenten". Eigenlijk zou iedereen, bij een werk zaam markmechanisme, recht op een licentie moeten hebben, concludeert de journalist. Maar dan krijg je de situatie van '68, dat Jan en Alleman als taxi chauffeur bijverdient. In de internationale tijdschriftenwinkel van PNS liggen ze allemaal te koop: de Züricher Zeitung, de Frankfurter All- gemeine, de Herald Tribune. Ze kosten aardig wat. Nu de verhouding van de kroon tegenover buitenlandse valuta wat rechtvaardiger is geworden, heeft de inflatie toegeslagen. Tsjechen kun nen vrij naar het buitenland, maar de trein- en vliegtickets zijn kapitaal duur voor ze geworden. Ze kunnen nu bui tenlands geld bij de bank kopen, maar dat kost ze een stevige kroon. Buiten landers krijgen inmiddels meer voor hun geld. Nederlanders rond de zes kronen voor wat er officieel per ver- blijfsdag gewisseld moet worden. Voor alles daarboven betaalt de staat tussen de zeventien en een halve kroon. Daar mee is de zwarte markt nog niet uitge schakeld. Daar wordt twee en twintig kronen voor je gulden geboden. In de tijdschriftenwinkel een curiositeit in de etalage, de Nedelny Hlasatel, het Zon- dagsnieuws. Een Tsjechische krant uit Amerika, ergens uit de staat Illinois. Ik wil hem graag hebben en iemand gaat voor me in de rij staan. De krant is er nog niet. Er wordt alleen getest of er belangstelling voor is. Dus zit er ie mand op te letten wie dat ene exem plaar van het Tsjechisch-Amerikaanse Zondagsnieuws inkijkt. En zet bij elke nieuwsgierige een streep in een boek. Marktonderzoek. Moravië vrij Het meest opvallende affiche bij een Informeelgewoon en gezellig: Vaclav Havel tijdens een persconferentie. FOTO: EPA benzinepomp draagt de tekst Svobodna Morava, oftewel: Vrij Moravië. In dat deel van Tsjechoslowakije (tussen Bo- hemen en Slowakije, lopend van Polen tot de Oostenrijkse grens) heeft het re gionaal nationalisme de kop opgesto ken. Maar er is meer aan de hand. Pre sident Havel moest vorige week zelfs z'n ziekbed uitkomen om een zitting van het parlement bij te wonen waarbij het woord 'socialistisch' uit de naam van de staat werd geschrapt. Dat ging gemakkelijk. Maar hoe verder? Zou het Republika Cesko-Slovenska worden? Of: Cesko-Slovenské federativni Repu blika? Moest Tsjechoslowakije aan el kaar worden geschreven of met een streepje ertussen? De Slowaken (spre kers van het lang geleden vanuit een Tsjechisch dialect ontstane Slowaaks) hebben ook al last van nationalistische kriebels. Er wordt zachtjes om afschei ding geroepen. Er wordt weer over de tijd van Mgr. Tiso gepraat die in '39 een onafhankelijk Slowakije vormde. In het parlement wordt urenlang gedebat teerd over de naam. Tot er een compro mis uit de bus komt: de Tsjechen mo gen het hebben over Tsjechoslowakije, de Slowaken over Tsjecho-Slowakije. Er komen twee vlaggen voor de beide federatieve republieken, de driekleur (rood-wit-blauw) blijft de landsvlag. Al eerder is hevig gekibbeld over het wapen van het land. Wat moet er alle maal op? De Boheemse leeuw met twee staarten? De Moravische en Silezische adelaars? En het wapen van Slowakije dan? Hilariteit alom. Een briefschrijver in het blad Obzory (Horizonten) schrijft: we noemen het land gewoon Tsjesmoslowaakse Sokolistische Repu bliek. Met 'mo' voor Moravië, en de verwijzing naar de Sokol (de vooroor logse, vanuit de lichamelijke opvoeding ontstane volksbeweging) in plaats van het 'Socialistische'. Een briefschrijver in Mlada Fronta maakt er een briljant stukje parodie Van. Hij mikt alle wa pens door elkaar, gooit er de strijdwa gen van de Hussieten bij, de laarzen en de hondekop uit de twee wapens van Chodsko en sluit af met: „En dan dat alles op een veld van twee roze heuvels die een zeker menselijk lichaamsdeel voorstellen waar alles eindigt als we ons niet met belangrijker zaken bezig houden". Juist, ons achterste. 'V prdeli' is de Tsjechische uitdrukking. mag haar zelf vertalen. BERT JANSMA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 26