„Ik ben geen toneelbeest" LIADORANA OPEENS EEN CARRIÈRE HAD OP DE PLANKEN '£eidóc Souxont' Twintig jaar lang is ze weggeweest uit Nederland en leefde ze onder Spartaanse omstandigheden in De Lot in Frankrijk. Twintig jaar ook was zij niet op het toneel te zien. Maar ze is weer terug. Als 'fraülein Schneider' in de musical Cabaret. Een gesprek met een boeiende vrouw, die in die twintig jaar niet door het theaterpubliek vergeten is: Lia Dorana. ook verrassen met een mooie tekening. In die sfeer hielden mijn dromen zich op. Ik zag mezelf schitteren in het decor van madame Récamier. die voor haar goede vrienden salon houdt en hen ver rast met welgekozen Franse kazen en wijnen, aangename kout en welluidende muziek". „Ondanks die niet geringe ambities koos ik, toen ik "voor de eerste keer trouwde, de portier van de Amsterdamse Schouw burg. Ik geef toe dat het een niet voor de hand liggende keuze lijkt voor een meis je dat visioenen heeft van grote partijen. Maar daar moet dan ook bij worden aangetekend dat hij een zeer bijzondere portier was, die op dezelfde golflengte zat als ik. Mijn ideeén over het houden van een salon voor interessante mensen vond hij geweldig. En dat soort bijeen komsten vonden ook geregeld plaats in mijn ouderlijk huis aan de Wetering schans waar we na ons huwelijk waren gaan wonen". „Hij fungeerde daar als de stok achter de deur die ik thuis altijd gemist had. Die huishouding is niks voor jou. had hij al gauw door. Waarmee hij de spijker op de kop sloeg, want ik had nog nooit een stofdoek vastgehouden. Ik was met mijn gitaar en mijn tekendoos in feite zo van de schoolbanken dat enorme huis met vijf kamers van zes bij zes meter binnen gedanst". Dondersteen „Door zijn stimulans ben ik eindelijk se rieus gaan studeren. Ik bleef uiteraard een dondersteen, dat valt niet te ontken nen. Maar ik wilde hem niet teleurstel len. Hij zorgde er voor, dat ik zang- en spraakles kreeg en stuurde mij naar de balletschool van Nel Roos. Als hij 's a- vonds thuiskwam had ik mijn huiswerk keurig af. Ik had het lef niet om er met de pet naar te gooien, want daarvoor was hij te geïnteresseerd in mijn werk. Als ik een nieuw nummer had ingestu deerd zei hij: 'Laat maar eens horen'. Zodra ik uitgezongen was nep hij vaak: 'Doet me niks'. Wat is dat nou voor een opmerking?, zei ik dan. Wat heb ik daar aan? 'Doet me niks', herhaalde hij al leen. Dat was voor mij een bewijs dat het ook inderdaad niks was. Want hij weet toevallig alles van toneel en heen daarbij ook nog eens een hele goede smaak". „Op het podium van La Gaïté, waar ik met mijn Hongaarse liedjes voor de leeuwen ben geworpen, trad ook Wim Sonneveld op, die na afloop van een voorstelling zei: 'Zodra ik met mijn ei gen show begin zit jij erin'. Een tijd later was het zo ver en mocht ik inderdaad Aan Fraülein Schneider, die Lia Dorana in de musical 'Cabaret' speelt, heeft zij voorlopig haar han den vol. Wat overigens niet bete kent dat zij aan die rol nog veel toe voegt. Integendeel zelfs. „Het gaat ook niet om de fratsen, de versie ring, want die verzin je doorgaans alleen uit onmacht. Je zoekt wel naar de juiste nuances, je probeert bijvoorbeeld uit te vinden hoe lang de pauzes moeten duren tussen de zinnen. Zoiets doe je niet om nog meer indruk te maken, maar omdat je je werk zo goed mogelijk wilt verrichten. Dat zoeken naar extra dimensies houdt me in elk geval wakker. Ik blijf ook worstelen met de Nederlandse teksten, die stukken minder soepel en elegant klinken dan de Engelse. Neem alleen maar dat lied 'So what, who cares?'. Dat zing je moeiteloos. Zulke woorden dansen over je lippen. In het Ne derlands is dat 'Nou en. En wat dan nog?' geworden. Dat klinkt rauw en weerbarstig. En dat moet zo'n liedje nou net niet hebben. Daarom peins ik me suf als ik 's nachts weer eens niet in slaap kan komen. Het moet toch anders kunnen, denk ik dan. Maar ik ben er helaas nog steeds niet achter waar de sleutel ligt die het Nederlands wat toegankelijker maakt". ZATERDAG 31 MAART 1990 Ï|AGINA 29 1EERLEN - „Als je twintig jaar n Frankrijk hebt gewoond en te- ugkomt in Nederland, valt het je op dat alles ruwer en rauwer is ge- vorden. Vroeger haalde geen jour- lalist het in zijn hoofd te schrijven ïoe oud je was. Nu zetten ze in elk nterview mijn leeftijd erbij. Het iefst twee, drie keer. En vetge- Irukt. Er wordt in je leven gewroet n mensen die ik nooit ontmoet ïeb, komen met privé-verhalen, lie ik als ik een bedreiging ervaar". Toen meneer Derksen in De Telegraaf chreef dat Lia Dorana niet mijn werke- jke naam is, stortte mijn wereld in. Ik [acht: waarom doe je dat nou? Besef je liet dat daar een hele simpele reden oor was? Toen ik in het cabaret La }aité in Amsterdam Hongaarse liedjes jng zingen, kon ik met mijn eigen naam iet uit te voeten. Die was te Hollands, zat geen peper en geen poesta in. Dé ianist Peter Kellenbach heeft toen Do- ana verzonnen, wat stukken beter klonk aast Gregor Serban, die mij begeleidde. )at is alles. Mijn eigenlijke voornaam is ilisabeth, maar die is ook alleen maar te ebruiken als je operazangeres bent. Dus rerd het Lia. En dat is daarna zo geble: 'en, omdat Lia Dorana beter pastte bij nijn carrière dan mijn eigen naam. Niks im over naar huis te schrijven. Maar lat kolommetje van meneer Derksen noest vol en daarom kwam hij, paf, met ijn onthulling, waarin hij mij afschil- erde als een mallotige dame die zich onodig een exotische naam meende te noeten aanmeten. Vervolgens nam half Jederland er kennis van en werd er ge nepen: Ha, ha, wat een kapsones heeft at mens". Ik heb verder gemerkt dat de gemiddel- e Nederlander tijdens mijn afwezigheid prekend op een Fransman is gaan lij- en. Ik heb de tijd nog meegemaakt dat ïensen wezenlijk in elkaar geïnteres- eerd waren. Maar nu luistert vrijwel iemand meer. Dat is onvoorstelbaar, iet is nu: ieder voor zich en God voor is allen. Net als in Frankrijk dus. En Is je in een winkel per ongeluk be- rhaafd Nederlands spreekt omdat je het levallig zo geleerd hebt, ben je op slag :n bekakte juffrouw en hoor je er niet ieer bij". „Een paar maanden geleden ik in Amsterdam met lijn 3 naar de :petitie van 'Cabaret'. Ik trof een be- jtuurder, die in zijn jeugd overduidelijk ;n tic van de botsautootjes heeft opge- >pen en die dacht: we rossen er effe fijn loorheen. Je moest je met twee handen an elkaar vastklampen om overeind te unnen blijven. Ik zei daar wat van. Ik iep: 'Die bestuurder is niet goed bij zijn ioofd'. Prompt haakten twee jongens fan achter in de twintig daar op in. Ik |ad de indruk dat ze net van een boot twamen waar ze het dek hadden ge- Iwabberd. Het was in elk geval duidelijk lat zij geen tijd hadden gehad om zich p wassen. Ik was nog niet uitgesproken |f ze begonnen mij uit de schelden: 'Dan lioet je niet met de tram meegaan, kak- Ïadam'. En meer van dat soort teksten, oen ze daarmee klaar waren spuugde :n van die jongens midden in mijn ge licht. En nog een keer. Het was dat Hius Verstraete bij me was, want anders id ik in het platste Rotterdams van lie Cyaankali geschreeuwd: „Hadden illie soms wat van me gehad willen bben jongens? Als je dat nog één keer likt krijg je een oplazer waar je u tegen !gt". dat soort situaties ga ik gelijk in de inval. Dat heb ik ovërgehouden van lijn jaren in Frankrijk. Ik had een huis De Lot, een godverlaten streek, waar zelden een mens ziet. In mijn Deux- ïevaux moest ik zeventien kilometer iden voor mijn boodschappen bij de ikker en de kruidenier. En tot tien jaar takelde ik het water emmer voor uit een put van veertig meter was ook geen elektrisch licht, het donker werd had ik de keuze uit kaars en een petroleumlamp. Pas la- tr is er een draad gespannen naar de perderij van mijn buurman, die hon- ferd meter verderop woont. Vanaf dat Renblik had ik in een van de vier ka- hers van mijn maison Maïtre een peer- je dat op het laagste ampère brandde en Lia Dorana: Het theater is de enige plaats waar ik kan laten zien dat ik wat kan". opdraven in zijn programma 'Alleen voor Vrouwen'. Zo heeft hij me het vak binnengesluisd. Ik ben er ingegleden zonder er erg in te hebben dat mijn toe komst daarmee bepaald was. Ik werd nauwelijks gedreven door ambitie of door ijdelheid. Ik hoop niet dat ik ijdel ben, want ik vind het een van de verve lendste eigenschappen die een mens kan hebben". „Sonneveld had er een handje van na zijn openingsconférence achter de coulissen te roepen: 'Er zit vanavond weer brandhout in de zaal'. Dan moes ten Hetty Blok en ik nog beginnen. Met lood in onze schoenen gingen wij daarna het toneel op. Dat ging zo door totdat ik een boek in handen kreeg waarin stond dat acteurs negatieve invloeden vanuit een zaal moeten negeren. Hetty en ik hebben toen uitgedokterd, dat we voort aan oostindisch doof waren voor de kri tiek van Wim en er van uitgingen dat we een fantastisch publiek hadden. En dat werkte. Als Wim weer eens had geroe pen dat het een waardeloze avond zou worden, gingen wij op en hadden we geen centje pijn. We moesten alleen eerst herstellen wat hij kapot had ge maakt. Dat duurde hooguit een minuut. Zodra de mensen doorhadden dat we er heilig in geloofden, dat we van ze hiel den, ging het allemaal van een leien dak je". „De overstap van Sonneveld naar Kan is me daarna niet meegevallen. Sonne veld was ons'aller vader en daarnaast ook nog eens ons aller echtgenoot. De mannen die we hadden vond hij maar niks. Daarom was hij altijd in de weer om voor ons te zorgen. Ook buiten de voorstellingen. We waren constant bezig met leuke dingen voor de mensen". „In de groep van Kan viel ik in een groot zwart gat. Er was opeens geen mens meer die zich om me bekommer de. Ik modderde voor de pauze maar wat aan, tussen kinderen die net kwa men kijken in het vak. Er werd ook nau welijks geregisseerd. Dat liet Kan over aan Corrie Vonk. En daar had ik eerlijk gezegd geen al te hoge pet van op". „Corrie en Wim vormden een clan waar je niet tussen kwam. Ze sloten zich her metisch af van de anderen en gaven je nauwelijks de kans voor een gesprek. Als je wat op je hart had, moest je het af handelen met de manager, meneer Van Liempt. Toch beschouw ik dat ene jaar bij Kan beslist niet als verloren tijd. Ik stond elke avond tussen de coulissen en luisterde ademloos naar zijn conféren ces. Alleen die waren al de moeite waard om naar het theater te komen. Van zijn timing en zijn schitterende voordracht heb ik veel geleerd". Sprookje „Op een avond zat Jan Teulings in de zaal. Na afloop- van de voorstelling vroeg hij of ik zin had om bij het Rot terdams Toneel een hoofdrol te spelen in het stuk 'Thee en sympathie'. Zulke dingen gebeuren gewoonlijk alleen in sprookjes. In je dromen maak je bij het Grote Toneel moeiteloos de ene blik semcarrière na de andere. Maar je moet niet wakker worden. Want dan staat er gegarandeerd geen toneeldirecteur met een contract te wapperen". „Bij mij is dat wel gebeurd. Ik werd wakker of misschien droomde ik nog en ik speelde opeens in stukken van Tsje- chov, Shakespeare, Goldoni, Molière, Ibsen en Anouihl. Ik had de hoofdrollen in de musicals Irma La Douce en Kiss me Kate en kreeg voor mijn vertolking van Grusche in de Kaukasische Krijt- kring de Bouwmeestermedaille en werd ook nog uitgeroepen tot de actrice van het jaar. Dat zijn wonderlijke ervaringen voor iemand die nooit achter een carriè re heeft aangejaagd. Ik ben het tegendeel van een toneelbeest. Voor mij hoeft niet alles te wijken voor het theater. Als dat het geval was had ik het nooit kunnen opbrengen twintig jaar te zwijgen. En dat zonder noemenswaardige inzinkingen. Die camère is me ook maar komen aan waaien. Maar toen het eenmaal zover was heb ik me er wel met body en soul ingestort. Het bleek voor mij toch de enige manier te zijn om te laten zien dat ik wat kan". LEO THURING bitter weinig voorstelde. Je kon elkaar nog net onderscheiden, maar daar hield het dan ook mee op". „Twintig jaar heb ik in die uithoek van Frankrijk een volstrekt alternatief leven geleid. In de winter brandden in de open haarden grote houtvuren en werd er je never gestookt van de pruimen die in de herfst geraapt waren. Ondertussen bleef ik voor mijn buurman vreemd volk waar hij weinig mee te schaften had. Zijn vrouw en hij zijn allerliefst, maar het enige wat voor die mensen telt is hun eigen familie. En de schapen na tuurlijk. Die krijgen ook alle aandacht". „Ik had wel een afspraak met hem ge maakt. Als er onraad dreigde, zou ik mijn revolver pakken en uit een raam in de richting van zijn boerderij schieten. Of hij dat dan zou horen was overigens twijfelachtig, want hij wordt geplaagd door een hardnekkige doofheid en daar bij slaapt hij ook nog met alle luiken dicht". „Die voorzorgsmaatregelen waren hard nodig, want door zijn geïsoleerde ligging heeft De Lot niet alleen een onweer staanbare aantrekkingskracht op rustzoe- kers, maar ook op mensen die wat op hun kerfstok hebben. Misdadigers weten al jaren blindelings de weg te vinden naar dat gebied waar ze zich moeiteloos kunnen verbergen". „Dat realiseerde ik me nog eens terdege toen ik op een dag weer alleen thuis was. Ik hoorde steeds een helikopter laag overkomen en vond dat verdacht. Want dat is een geluid waar je in De Lot nooit op getrakteerd wordt. Ik liep naar buiten en zag op de weg een politieauto staan waar links en rechts lange sprieten uit- - staken. De agent die er naast stond riep. uit de verte: 'Verhip, ik wist niet dat er iemand thuis was'. Hoezo, Vroeg ik, wat is er aan de hand? 'Van alles', zei hij, 'twee zware criminelen zijn vanmorgen uit de gevangenis van Tulle ontsnapt. Ze zijn vanuit de helikopter bij uw huis ge signaleerd. Ik raad u aan naar binnen te gaan en de luiken te sluiten. Als er straks geschoten mocht worden kunnen we u dan in elk geval niet per ongeluk raken'. Uren heb ik daarna met mijn revolver in de aanslag in mijn donkere hol geze ten. Gelukkig had ik inmiddels een tele foonaansluiting gekregen, zodat ik tegen een uur of zeven het politiebureau in het dichtstbijzijnde dorp kon bellen. Doe de luiken maar weer open, werd mij mede gedeeld, ze zijn gepakt". „Natuurlijk weet ik verduveld goed, wat er kan gebeuren met een vrouw die in haar dooie eentje in een afgelegen huis zit. Maar bang ben ik in die twintig jaar toch nooit geweest. Je hebt bewust voor de eenzaamheid gekozen en accepteert het ongerief waarmee die keuze je opza delt. Ik heb er ook achteraf geen spijt van dat ik deze periode in mijn leven heb meegemaakt. Ik heb geen seconde heimwee gehad. Ik vond het best zo. De grond rondom het huis bestond uit grij ze kalk waar ternauwernood een gras sprietje wilde groeien. Als het dan toch lukt om met engelengeduld pn honder den emmers water uit de put wat rozen op te kweken ben je zielsgelukkig". „Ik heb me rot gewerkt in De Lot. Ge metseld, geschilderd, gevoegd, gezaagd en getimmerd om van die bouwval een bewoonbaar huis te maken. Elke minuut die ik daar aan besteed heb is de moeite waard geweest. Toch kwam onvermijde lijk dat moment waarop ik dacht: het is te koud, te vochtig, te geïsoleerd om hier mijn oude dag te slijten. Dat mag ik me zelf niet aandoen. Toen ik mij dat reali seerde werd mij een rol in de musical 'Cabaret' aangeboden. Dat had het lot zo bepaald. Daar ben ik heilig van over tuigd. Het was een godsgeschenk, dat ik te danken heb aan Willem Nijholt, die zich bijtijds herinnerde dat ergens diep in Frankrijk nog steeds Lia Dorana leef de. 'Zij is de ideale fraülein Schneider', zei hij tegen Joop van den Ende. Als Willem toen niet op mijn naam was ge komen zou ik nu nog steeds in De Lot zitten". Tomaten „Ik ben indertijd naar Frankrijk ver huisd nadat in Nederlandse schouwbur gen mensen als Guus Oster, Ellen Vogel en Ank van der Moer met tomaten wa ren bekogeld. Ik was de dans ontspron gen omdat ik in die periode voor het eerst in mijn leven in een ziekenhuis lag. Ik had al vijfentwintig jaar onafgebroken last van migraine-aanvallen, die me grondig hadden gesloopt. Op het laatst was ik vel over been, broodmager en uit geteld. Ik sleepte me naar de voorstellin gen en toen ik tenslotte ook mijn laatste reserves had opgesnoept zeiden de art sen: 'U moet maar eens grondig bekeken worden'. Vandaar da! ik een van de wei nige oudere actrices ben die de tomaten in die tijd gewoon op een bord geser veerd kregen". „In mijn ziekenhuisbed heb ik me vaak afgevraagd: is die actie-Tomaat noodza kelijk en rechtvaardig? Het antwoord heb ik tot op de dag van vandaag niet gekregen. Misschien zat het Nederlandse toneel inderdaad in het slop en was het de hoogste tijd voor een frisse wind en een nieuw elan. Achteraf weet ik alleen dat het gros van de mensen die toen de tomaten hebben gegooid, later hele lelij ke dingen in de schouwburgen hebben laten zien. De meeste raddraaiers van toen hebben er bedroevend weinig van gebakken". „Toch heeft die actie-Tomaat ook mijn leven drastisch veranderd. Ik kwam uit het ziekenhuis met de gedachte: in dit wereldje heb ik niks meer te zoeken. Ik hoorde er niet langer bij. Ik had opeens zin in een compleet ander leven. Die bouwval in Frankrijk leek daarvoor een geschikt uitgangspunt. Daar lag voor mij een nieuwe uitdaging. Mijn carrière kon den ze toch niet van me afpakken. Ik had trouwens al meer bereikt dan ik ooit voor mogelijk heb gehouden. Ik had ge zongen, televisie gedaan. Familie Door snee, Boerin in Frankrijk, in de Bouw meester Revue gespeeld, samengewerkt met Sonneveld en Kan, een eigen show gehad en op het hoogste niveau meege draaid bij het Grote Toneel. Dat vond ik meer dan genoeg". Kleine lord „Ik was amper vijf toen mijn grootmoe der me meenam naar een voorstelling van 'De Kleine Lord'. Toen ik dat ge zien had dacht ik: zoiets wil ik later ook doen. Mijn probleem was alleen dat ik te veel wilde. Mijn ouders vonden alles wat ik deed prachtig. Ik sprong van de hak op de tak en maakte niks af. Ik ging op vioolles en kreeg gelijk van de eerste violist van het Concertgebouworkest te horen dat ik een meer dan middelmatig talent was. Ik had ook een tien voor te kenen. En als op schoolavonden een ge dicht moest worden voorgedragen, deed ik dat. Want ik had zo'n mooie stem, zeiden ze". „Op een gegeven moment vroeg mijn moeder aan de directrice van de middel bare meisjesschool wat ik moest worden. 'Tja', zei ze hoofdschuddend, 'daar vraagt u me wat. Uw dochter is er een voor twaalf ambachten en dertien onge lukken, vrees ik. Ze kan doorgaan met tekenen, maar voor hetzelfde geld wordt ze zangeres of violiste'. De directrice was niet de enige, die er mee zat. Ik wist het zelf ook niet. Ik was overdonderd door de vele mogelijkheden waar ik uit kon kiezen. En het lukte me niet om er lijn in te brengen. Het waren trouwens al leen maar vrijetijdsbestedingen waar ik me mee bezighield. Alles wat ik aanpak te deed ik uitsluitend voor mijn eigen lol. En geen moment peinsde ik er over van een van mijn hobby's een beroep te maken. Daarvoor had ik te veel op met mijzelf'. „Het enige wat ik wilde was trouwen. Dat was mijn grote ideaal. En ik vond het al mooi meegenomen dat ik dan voor mijn man viool kon spelen. Als hij van zijn werk thuiskwam zou ik hem Na ruim honderd voorstellingen werkt Lia Dorana nog steeds dan de verfijning van haar rol als Fraülein Schneider musical 'Cabaret', in de succesvolle

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 29