De onmogelijke stoel
Jan des Bouvrle wil dat interieur bij je past
II
UITGAVE SIJTHOFF
PERSBLADEN
WOENSDAG 28 MAART 1990
Madeleine Bosscher.
Vier poten, een zitting en
een rugleuning. De meest
elementaire vorm van ons
zitmeubel, kortom de kale
houten basisstoel. Maar wat
een mogelijkheden tot
variatie, zoals vijftien
Nederlandse vormgevers
laten zien. Hun ontwerpen
waren onder de titel 'Chair
Sweet Chairs' begin maart
te bewonderen in het Grand
Palais in Parijs; vanaf 30
maart worden de stoelen
geëxposeerd in het Centraal
Museum te Utrecht. In het
najaar gaan ze ook naar de
meubelbeurs in Milaan.
De ontwerpers was gevraagd
naar eigen inzicht en fantasie
een blankhouten basisstoel een
definitieve vorm te geven. Dat
dit niet hoeft uit te monden in
een gemakkelijk zitmeubel be
wijzen de resultaten. Handgre
pen aan de rugleuning, een fra
me voorzien van een gipsen rug-
en zitkussen, een stoel tot Cen
taur omgetoverd, een zitting als
een middeleeuws maliënkolder,
geen van alle uitnodigend tot
een moment van rust. Maar er
zijn ook ontwerpers die juist het
comfort en de betrokkenheid
tussen voorwerp en gebruiker
hebben willen benadrukken.
De namen van de ontwerpers
zijn: Ed Annink, Gijs Bakker,
Madeleine Bosscher, Peer de
Bruyn, Gerard Hadders, Jaap
van Heest, Annelies de Leede,
Georg Milbert, Ulf Moritz, Bru
no Ninaber van Eyben, Anja de
Roos, Willemken Schouten, Bob
Verheyden, Conita Vermeulen
en Niek Zwartjes.
Het is niet verwonderlijk dat de
basisstoel als uitgangspunt van
vrije fantasie een project is van
de Stichting Products of Imagi
nation te Rotterdam. Die stich
ting werd in 1987 opgericht om
experimentele vormgeving te
stimuleren en presenteren. Dat
zelfde jaar werd Nederlandse
experimentele vormgeving geëx
poseerd op de meubelbeurs in
Keulen. Daarna zijn enkele pro
jecten in Nederland verzorgd.
Q
Tl
Jan des Bouvrie bij zijn nieuwe roestvrij stalen keuken.
door RIA SCHUURHUIZEN
Hij behoort al weer enkele
jaren tot de selecte groep van
'bekende Nederlanders'. Een
status waar hij zich prettig bij
voelt en hij doet dan ook
geen moeite om dat te
ontkennen. Maar daarnaast is
Jan des Bouvrie zakenman
genoeg om er commercieel
van te profiteren. Bovendien
schuilt achter het uiterlijk
van de playboy een harde en
gedreven werker. Hij is wel
degelijk een goed ontwerper
en binnenhuisarchitect, al
wordt hij door sommige
collega's wel eens smalend
Jan des Copies genoemd.
Jan des Bouvrie ontwerpt meubels
en interieurs die bij het publiek in
de smaak vallen. Hij gaat uit het
van het simpele principe dat een
bank goed moet zitten, dat je pret
tig moet kunnen eten en werken
aan een tafel, dat een interieur bij
je moet passen en is afgestemd op
de manier van leven. Populair zou
je het kunnen noemen; hij ont
werpt geen moeilijke zaken waar
van hij van tevoren weet dat ze
moeilijk verkoopbaar zijn, hij is
geen man die in de studio of het
atelier zit te tobben over dat ene,
nieuwe fantastische ontwerp. Hij
staat gewoon midden tussen de
mensen.
Des Bouvrie vindt dat er meer
binnenhuisbeurzen moeten ko
men. „Mensen moeten zich nog
meer gaan oriënteren voor ze iets
kopen. Een interieur maken is een
ingewikkelde zaak, je hebt te ma
ken met licht, met vloerbedek
king, met lekker zitten. Het pu
bliek in Nederland bereidt zich
best behoorlijk voor op een veran
dering in huis, maar het is vaak
nog te fragmentarisch. En dat
komt voor een deel ook omdat
men hier in Nederland nog steeds
huiverig is van een binnenhuisar
chitect. Daarbij denkt men altijd
meteen aan een man die ze de al
lerduurste meubelen wil aansme
ren en waarbij ze geen enkele ei
gen zeggenschap meer hebben.
Onzin natuurlijk. Je kunt ook goe
de adviezen krijgen bij detaillisten,
en daar hoef je niets voor te beta
len, maar ik denk dat het wel be
langrijk is om zo'n advies in te
winnen, omdat je anders wel die
ene mooie dure stoel hebt gekocht,
maar die detoneert dan toch eigen
lijk een beetje in het gehele inte
rieur.
Ik denk dat de voorlichting aan
het publiek de komende jaren
steeds belangrijker zal worden en
dan zullen we het van de beurzen
moeten hebben, want de tijdschrif
ten, daar ben ik de laatste tijd ern
stig in teleurgesteld. Vroeger had
Avenue nog wel eens echt goede
ideeën, maar tegenwoordig hebben
al die bladen, en dat zijn er nogal
wat in Nederland, allemaal dezelf
de rubriek. Tips en trends heet die
dan ook nog overal, met allemaal
dezelfde nieuwigheidjes met tutti
ge bijschriften, geen eigen produk-
ties, maar klakkeloos fotootjes
overnemen. Daar maak je het pu
bliek echt niet wijzer mee".
Decorating
Jan des Bouvrie is een gemakke
lijk prater. Als je hem een goed
onderwerp aanreikt, krijg je daar
ook een goed verhaal over.
„Ja, maar ik wil niet al te nadruk
kelijk over trends praten. Zoals
het wit worden van het interieur,
waarvoor ik in heel Nederland
verantwoordelijk wordt gesteld: de
man die Nederland wit maakte.
En toen was ik degene die decora
ting introduceerde en nu, moet je
kijken, staat er in een heus woon
blad een verhaal dat ik nog steeds
decorating dicteer. Niets is minder
waar, daar ben ik al lang weer
vanaf. Omdat decorating toch ei
genlijk iets onechts is. Decorating
is het verschuilen van de vorm,
terwijl design het laten zien van
de vorm is. En daar geloof ik veel
meer in voor de jaren '90. Waarbij
eerst het misverstand omtrent de
sign uit de wereld moet worden
geruimd. Veel mensen denken dat
design, zeker modern design, een
koel kunstig voorwerp is, waar je
wel naar kunt kijken, maar nau
welijks op kunt zitten. Niets is
minder waar. Design betekent ge
woon ontwerp en dat kan dus van
alles zijn, dat kan ook klassiek
zijn. Waarom niet"?
„Nee, nee", hij schudt zijn krullen
en steekt een nieuw sigaartje op.
Eigen ontwerp trouwens. „O nee,
begrijp me niet verkeerd. Het zal
knusser worden, huiselijker, brui
ner ook - ja, lach maar - maar het
is echt zo. Parketvloeren komen
terug, bruinige tinten, rotan, groe
ne planten, gewoon gezellig, niet
steriel. Speels klassiek. Er zal so
wieso speelser met het interieur
worden omgegaan.
En dan zal er een leuke mix ko
men. Basic, no-nonsensmeubelen
afgewisseld met een gek object bij
voorbeeld. Of een combinatie van
een paar verschillende stijlen in
huis. Waarom niet. Dat Schöner-
Wohnenstijltje zal verdwijnen".
„Jawel, maar je mag toch best van
stijl en smaak veranderen en nu is
er dus eigenlijk geen bepaalde stijl.
De mens zal in de komende jaren
nog individueler worden en dus
ook zo zijn huis gaan inrichten. Ie
dereen was en is trots op zijn eigen
interieur. Bovendien zegt de ma
nier waarop je woont, heel veel
van iemand; interieur is heel veel
zeggend.
De laatste jaren, zeg maar na de
Tweede Wereldoorlog, ziin mensen
steeds meer aan hun huis gaan
doen. Eerst de woonkamer, toen
de keuken en badkamer en nu zijn
de meeste mensen met de slaapka
mer bezig; ware paleisjes worden
het.
Hausse
Er wordt nu enorm veel gespro
ken over het interieur en er zijn al
mensen die zeggen dat dat dé
trend van de jaren '90 wordt. Ik
geloof daar niets van. Er is nu een
interieur-hausse, maar wie zegt
dat dat over twee jaar ook nog zo
is? Dat zijn het misschien weer
kleren, of de auto, of reizen of nog
iets heel anders.
Wat wel een trend zal worden
voor de komende jaren is mobiele
keukens en badkamers. In steeds
meer nieuwe huizen zijn keukens
en badkamers niet meer ingericht.
Dat kun je zelf doen en met die
mobiele keukens en badkamers
kun je je huis ook meer flexibel in
richten. En als je gaat verhuizen,
kun je die dure keuken inderdaad
meenemen. Ik heb nu een roestvrij
stalen keuken ontworpen, heel
leuk, heel nieuw en wie zegt dat
bepaalde materialen koel zijn, die
moet maar eens goed naar roest
vrij staal kijken. Dat is helemaal
niet koel, dat lééft.
De techniek zal ook een grote rol
gaan spelen. Elke bank kan tegen
woordig wel wat, kantelen, uit
schuiven noem maar op".
LC
K.v-