„Te veel organisaties om de macht"
Vrees voor het grote woord
brieven van lezer
kerk
wereld
Biechtkaart
beroepingen
Passieboodschap
*Sr CeidócSouumt
GEESTELIJK LEVEN/OPINIE
Eckbc Souuwit
ZATERDAG 24 MAART 1990
PAGI [I
Adviseur van Belgische nonnen wegens fraude gearresteerd
BRUGGE Ronny Crab, die de Arme Klaren van Brugge
heeft geadviseerd hun klooster in Brugge te verruilen voor een
kasteel in het Zuidfranse Tarbes, is door de Belgische politie
gearresteerd. Dat heeft een woordvoerder van het bisdom
Brugge meegedeeld.
Crab wordt verdacht van fraude, valsheid in geschrifte en mis
bruik van vertrouwen. Op zijn advies hebben de acht nonnen,
die de strenge leefregel van de Heilige Clara volgen, hun
klooster voor 50 miljoen Belgische frank (ruim 2,5 miljoen gul
den) verkocht aan een groep lokale textielbedrijven. De zus
ters, van wie de oudste 93 jaar is, kochten van dat geld niet
alleen het kasteel in Tarbes, maar ook een Amerikaanse slee,
een boerderij en renpaarden. Crab had de zusters tot de aan
koop weten over te halen met het argument dat Tarbes niet
ver van het Mariabedevaartsoord Lourdes ligt.
De woordvoerder sprak tegen dat de zusters uit angst voor ar
restatie de benen naar Frankrijk hebben genomen. Wel zijn ze
verhoord over de manier waarop de verkoop van hun klooster
zonder toestemming van bisschop Roger Vangheluwe van
Brugge heeft plaatsgehad.
Vangheluwe heeft ook nog een appeltje te schillen met de
vroegere abdis van het Klarenklooster in Nieuwpoort. Hij zette
Maria Logghe (49) twee jaar geleden uit haar functie wegens
haar luxe levensstijl. Logghe liet haar habijt in de kast hangen,
rookte sigaren en reed in een snelle auto. Ze wil met Pasen in
een deel van het klooster een luxe hotel openen om te voorko
men dat het een ruïne wordt.
De mens wordt niet op
de proef gesteld door de
manier waarop hij zijn
zelf verkozen rol vervult,
maar door de manier
waarop hij zich weet te
verstaan met de rol die
hem door het lot wordt
opgedrongen.
Jan Patocka
door Marinus van der Berg
De biechtkaart van de bisschop
van Roermond is onderwerp
geworden van sensatie, spot en
verguizing.
Opmerkelijk is dat zij zoveel
nieuws heeft getrokken. De
biechtkaart was
voorpaginanieuws. Dit in
tegenstelling tot het schrijven van
de bisschop van Breda over
vergeving. De boeiende vraag is
waarom er zoveel aandacht is voor
de biechtkaart? Wat schuilt er
achter de sensatie en de spot?
Allereerst verstoorde herinnering:
veel ouderen heb ik horen zeggen:
,mij krijgen ze de biechtstoel nooit
meer in". De tijd van het biechten
'is voor velen geen tijd van echte
bevrijding geweest, maar een tijd
van angst/Slechts weinigen
hadden in de biechtstoel een
kontakt dat hen werkelijk hielp in
het leven.
Op de tweede plaats gaat er
agressie schuil achter de spot en
de sensatie. Er is boosheid in velen
tegen een kerk die zo over de
gewetens en het leven
dat zij niet hielp om te leven
volwassen gelovigen, maar
mensen klein hield. In onze tijd
laten steeds minder mensen zich
kleineren? Op de derde plaats
schuilt er achter de sensatie en de
spot vermoedelijk veel verdringing
en een grote hedendaagse
verlegenheid.
Zowel de bisschop van Breda als
de bisschop van Roermond raken
een centrale levensvraag- aan die
magistraal is beschreven in het
grote b'oek „Schuld en Boete" van
Dostoyevksy. Schuld en boete is
een levensthema in ieder
mensenleven. Ontkennen dat een
mens behalve zich schuldig voelen
ook schuldig kan zijn, zou
hetzelfde zijn als ontkennen dat
een mens ook een
verantwoordelijkheid heeft. Wie de
verantwoordelijkheid en de
vrijheid ontkent, ontkent de
menselijke groei naar
volwassenheid. Niemand zal het
bestaan van schuld in volle
verantwoordelijkheid willen
ontkennen, ondanks mogelijk
verzachtende omstandigheden.
Dit geldt voor elke mens
afzonderlijk. Dit kan ook gelden
voor een volk. Nu in deze dagen de
hereniging van beide Duitslanden
dichterbij lijkt te komen, wordt het
thema schuld, boete en vergeving
opnieuw actueel.
Vooraanstaande mensen in
Duitsland, zoals president
Heinemann hebben namens het
West-Duitse volk schuld erkend en
om vergeving gevraagd. We
kunnen ons echter afvragen of er
niet nog teveel krachten zijn in de
beide Duitslanden die het
Hitlerverleden ontkennen en
verdringen. Nieuw nationalisme en
anti-semitisme zijn een
schaduwkant van de huidige
ontwikkeling. Niet iedereen staat
dan ook te juichen bij een herenigd
Duitsland. Ook kan de vraag
gesteld worden of in de landen om
Duitsland heen, zoals Nederland,
er een breed gedragen bereidheid
is om voorzover mogelijk met
nieuwe ogen naar Duitsland te
kijken. Er zijn veel anti-Duitse
gevoelens. Ook bij hen die de
oorlog niet meemaakten. Een
andere vraag die niet de nationale
maar de direct persoonlijke
verhoudingen raakt, is de vraag:
„ben ik werkelijk bereid tot het
schenken van vergeving?" Velen
zullen met mij eens zijn dat echte
vergeving een bevrijdend en
genezend effect heeft, maar komt
het ook tot die vergeving? En ook
is de vraag: kan ik de persoonlijke
stap maken naar het bekennen
van schuld als ik in mijzelf weet dat
ik schuldig ben, verkeerd
handelde? De Oostenrijkse
kunstenaar Arthur Paunzen
schilderde zes etsen bij het boek
„Schuld en boete". Op de zesde
ets heeft hij de vergevende
ontmoeting uitgebeeld. Opvallend
is dat zowel de persoon die
vergeving vraagt als de persoon
aan wie schuld wordt bekend zijn
afgebeeld als kleine kwetsbare
mensen. Schuld en vergeving zijn
kwetsbare gebeurtenissen. Ze
vragen om grote zorgvuldigheid.
Je kunt en mag er ook niet
lichtzinnig over spreken omdat het
kan gaan om grote dingen tussen
mensen die de verhoudingen
fundamenteel hebben verstoord.
Een samenleving, klein of groot,
die geen erkenning van schuld
kent en die geen vergeving kent,
zal steeds meer verzieken. Hoe je
dan ook denkt over de
biechtkaart: het is onvolwassen als
we niet verder komen dan spot en
sensatie.
LEEUWARDEN Dr.
W. J. Maas, doopsgezind
predikant en tevens 'con
sulent voor geloofs- en
levensvragen' doet zijn
verhaal keihard.
„De kerk is vaak één grote
stinkende put. Ik zeg dat niet
om profeetje te spelen, maar
uit brandende liefde want het
is'ook mijn kerk. Het is harde
kritiek, maar zachte heel
meesters maken stinkende
wonden.
De naam van de kerk is nog
steeds verbonden met die van
Christus en dat realiseren we
ons vaak te weinig. In de
kranten kun je lezen hoe do
minees ruzie maken. Dat is
voor veel mensen reden om te
zeggen: de kerk is pm Kot
sen".
In 1974 is het voor Maas alle
maal begonnen. Hij begon
toen als doopsgezind predi
kant in zijn eerste gemeente
in Zeeuws-Vlaanderen. Eind
vorig jaar nam hij afscheid
van zijn laatste gemeente,
Sneek. „Ik vond dat het tijd
werd iets anders te gaan doen.
Ik wilde het werk op een an
dere manier benaderen. Want
voor mijn gevoel hinken de
kerken op té veel gedachten.
Je hebt Samen-op-weg, Con
ciliair Proces, oecumene,
christelijk onderwijs en wat al
niet meer.
Dat zijn zaken waarbij ik
denk: bijzaken. Elke club die
bang is te sterven, gaat orga
niseren. Velen in de kerken
maken nu het testament van
hun organisatie op. Ze houden
zich niet meer bezig met dat
waar het om gaat. Dat is: de
redding van deze wereld door
de God van Israël.
Nu zie je vaak in de kerk wat
je in het Nieuwe Testament
bij het Romeinse Rijk ziet: de
vraag naar macht. En dat is
een zielige vraag. De vraag
waar het om gaat, is namelijk
die naar de persoon van
Christus. Het gaat om vragen
Dr. W. J. Maas: „Mensen moeten weer leren bidden'
van de spiritualiteit en het ge
heimenis van de Schrift. Al
die bijzaken vormen de aan
leiding voor mijn 'time
out'
Lidtekens
Gevolg was het oprichten van
een bureau voor geloofs- en
levensvragen. „Veel mensen
die hier komen, dragen lidte
kens vanwege de kerk. Ze lij
den aan de gevolgen van een
eigenwijs soort theologie die
niets te maken heeft met die
Man met dat gat in Zijn hand.
Hij kent het lijden van- bin
nenuit".
Het kan wel anders. De taak
van de gemeente zou moeten
zijn dat ze andere mensen
aansteekt. De kerk is niet iets
van de middenklasse; kijk
maar eens naar de Hebreeën
brief. Hebreeën was een ver
zamelnaam voor een zootje-
ongeregeld, voor iedereen die
niet meetelde. De gemeente
moet er zijn voor de ver
schoppelingen van de wereld.
Het mag niet gaan om institu
ten en hun macht".
Grote organisaties als de We
reldraad lijden daaronder, zo
meent dr. Maas. „Het gaat te
weinig om Jezus' werk en te
vaak om mannetjesmakerij.
De top van de kerk krijgt te
veel aandacht. De kerk moet
van onderaf komen.
Dat geldt ook voor de politiek
als daar over gerechtigheid
wordt gesproken. Dat kunnen
politici pas echt met als ze ook
zelf alleen een uitkering heb
ben. Dan weten ze waarover
ze spreken.
FOTO: PERS UNIE
Je moet in alle bescheiden
heid degenen oprapen die in
de modder liggen. Beschik
baar zijn. Systemen malen
niet om mensen, ze vérmalen
ze juist. Geestelijk, fysiek en
politiek zijn we niet vrij; er is
iets mis met ons geloven. En
daar worden individuele
mensen ziek van".
Zulke mensen komen bij hem
aankloppen: „Ik hoef niet te
adverteren, mensen weten mij
te vinden".
Dr. Maas doet zijn werk als
theoloog en niet als psycho
loog. „Ik leer mensen op
nieuw gestalte te geven aan
hun geloof, aan hun gebed.
Want waar nauwelijks ruimte
is voor de God van Israël in
ons leven, worden we ziek".
Samenvattend zegt de man
achter het bureau: „Ik ben op
mijn manier bezig met het
veranderen van de kerk. In
de trant van: 'niet de leer,
maar de Heer' en 'niet de
kerk, maar het werk'. Ik ga
zondags geregeld naar een
doopsgezinde kerk. De domi
nee daar is echt, wat hij zegt
is hij zelf en hij kent zijn
schapen. Maar ik haal mijn
'voedsel' uit het Leerhuis -
dat is brood en uit de gebeds
kring - dat is de wijn.
We moeten ook ons gehoor
trainen. De Groot Nieuws Bij
bel is een commerciële stuipt
rekking van het bijbelgenoot
schap, en de kerk gaat daar
helaas in mee.
Geloof wordt gevoed door de
Geest van de levende Heer.
En je vastleggen in welke
vertaling dan ook in de
trant van 'dat staat er' is
afgoderij. Iedere predikant
die zijn vak verstaat, maakt
een eigen vertaling vanuit de
grondtekst. En zelfs die ligt
niet altijd vast".
Maar wat moet iemand die
niet gewend is de bijbel te le
zen en nog nauwelijks van
iets weet, dan lezen?
Maas: „Voordat die gaat lezen,
moet hij leren bidden. En dan
niet een ouderlingengebed".
Wat dan?
„Dat kom je hier dan maar le
ren Bidden heeft alles te
maken met alledaagse dingen
bij God brengen. Met je hele
hebben en houden naar Hem
toegaan".
Aan het slot van zijn betoog
gaat Maas over op de 'preek
toon'. „Je hoort heel vaak in
de kerk bij de genadeverkon
diging: 'Onze hulp is van de
Heer die hemel en aarde ge
maakt heeft'. Gemaakt hééft.
Maar dat klopt niet. In Pfcalm
146 klinkt het: 'Die hemel en
aarde maakt'. De schepping is
gaande
Maak die verbinding tussen
aarde en hemel maar, zoals
Hij die maakt tussen hemel en
aarde".
JULIA MOLENAAR
Nederlandse Hervormde Kerk
Beroepen te Genderen A. Prins te
Werkhoven: aangenomen het beroep
van de Generale Synode tot pred.
voor buitengewone werkzaamheden
(geestelijk verzorger bij de Koninklij
ke Marine) H. Poot te Nieuw-Stads-
kanaal, wonende te Gouda -
naar Everdingen W. Groenenboom,
kand. te Capelle aan den IJssel en
vicaris te Amstelveen; naar Ochten
(toez.) A. den Besten te Kamperveen.
Bedankt voor Wezep (toez.) P.J. den
Admirant te Kampen.
Gereformeerde Kerken vrijgemaakt
Bedankt voor Vollenhove-Kadoelen
P.M. de Wit te Bergentheim.
MGR. BAR:
Gelovigen hebben
rol bij roepingen
ROTTERDAM Bis-
schop R. Bar van Rotter
dam wil dat de gelovigen
in zijn bisdom beter hun
verantwoordelijkheid be
seffen voor de groei van
het aantal roepingen.
„Wij hoeven niet veel moeite
te doen om te constateren dat
het voor de Heer soms erg
moeilijk geworden is om zich
verstaanbaar te maken", al
dus Bar in een brief aan alle
gelovigen bij gelegenheid van
zondag Laetare (half-vasten).
Bar beklemtoont, dat de RK
Kerk niet zonder ambtsdra
gers en bedienaars (priesters,
diakens en pastoraal werk-
(st)ers) kan voortbestaan. De
situatie in het gezin, de school
en de parochie kunnen van
grote invloed kunnen zijn op
iemands besluit te kiezen voor
een gewijd leven. Ouders, on
derwijsgevenden en de paro
chiegemeenschap hebben
daarom een grote verant
woordelijkheid. Als zij het
christendom voorleven, goede
keuzes maken op het gebied
van devnedia, „positief en op
bouwend" over de kerk spre
ken en „de stem van de Heer
niet belachelijk maken", is de
kans groter dat mannen en
vrouwen kiezen voor het
priesterambt, een leven als re
ligieuze of een functie in de
kerk. De bisschop van Rotter
dam roept daarom de gelovi
gen op het gesprek over de
betekenis van de roepingen
op gang te brengen.
De bisschoppelijke brief geti
teld „Mogen de bedienaren in
Uw Kerk toenemen in aan
tal" is de eerste van een serie
activiteiten die worden onder
nomen om het professioneel
werken in de kerk onder de
aandacht te brengen.
In een vraaggesprek met
De Groene Amsterdam
mer wees onlangs Ceslaw
Milosz, de met de Nobel
prijs bekroonde Pools-Li-
touwse dichter die op on
geëvenaarde wijze de in
kapseling van zijn schrij
vende landgenoten be
schreef in het communis
tisch systeem, op het gro
te nostalgische verlangen
naar spirituele waarden
bij velen in Oost-Europa.
De desolaatheid van het land
schap daar is een ding, maar
zij verbergt een nog veel gro
tere die het gevolg is van de
geestelijke kaalslag die de al
les omvattende communisti
sche eenheidscultuur heeft
aangericht. Wat erger is: dit
monolithische systeem heeft
het zicht op het culturele en
religieuze voorland onmoge
lijk gemaakt met alle desas
treuze gevolgen vandien. Er is
een ontreddering, een geeste
lijke verpaupering die des te
groter is naarmate de commu
nistische ideologie die in de
plaats moest treden voor de
waarden uit het verleden
voor iedereen slechts door
zichtige leugens zijn gewor
den waarvan iedereen zich
noodzakelijkerwijze voor zijn
eigen handhaving bedient.
De nostalgie waar Milosz van
rept is dus alleszins begrijpe
lijk. Maar welke vorm moeten
die waarden dan aannemen?
Vaclav Havel, woordvoerder
van Charta '77 en huidige
president-tegen-wil-en-dank
van Tsjechoslowakije die in
„Poging om in waarheid te le
ven" probeerde bij wijze van
(zelf)reiniging de werking
van deze geestelijke ondermij
ning te verhelderen om daar
zelf aan te kunnen ontkomen,
heeft misschien in zijn toneel
werk een aanzet tot zo'n ant
woord willen geven. In ieder
geval lijkt zijn succes en zijn
reputatie mede verklaarbaar
doordat auteur en tijdsbehoef
ten op een heel treffende wij
ze met elkaar lijken te sporen.
Buitenstaander
In een lang interview dat zijn
in West-Duitsland verblijven
de landgenoot Karei Hvizdala
hem via de uitwisseling van
banden afnam (Vaclav Havel,
Fernverhör, uitgave Rowohlt)
beschrijft Havel zijn afkomst:
kind uit een gefortuneerde en
in aanzien staand architecten
milieu dat door zijn bourgeois
afkomst bij de communisti
sche machtsovername tot een
Vaclav Havel
buitenstaander werd, die tot
geen enkele opleiding werd
toegelaten maar desondanks
zijn ambitie toneelschrijver te
worden wist te verwezenlij
ken.
Zich van kinds af aan bevon
den te hebben in een afgezon
derde situatie heeft, zegt Ha
vel in dit interview, zijn ge
voel voor het absurde ver
sterkt. 'Wat anders dan het
diepe gevoel uitgesloten te
zijn, maakt het de mens mo
gelijk de absurditeit van de
wereld en van zijn eigen be
staan onder ogen te zien', zegt
hij om daar aan toe te voegen
dat hij het altijd als zijn taak
zag „de waarheid over die
wereld te zeggen". Overbodig
te zeggen dat deze ervaring
van absurditeit des te nadruk
kelijker werd naarmate het
bureaucratisch systeem zelf
deze absurditeit voor allen
verder benadrukte.
Deze absurditeit die Havel in
zijn toneelwerk laat zien, is
niet zoals bij de Franse exis
tentialisten een ingewikkeld
filosofisch idee waarover in
het toneelstuk breedvoerig
kan worden gediscussieerd.
Er is bij Havel juist een grote
afkeer van welk stelsel dan
ook, omdat de menselijke va
riëteit zich nooit in een stelsel
of welk isme dan ook laat
comprimeren. Havel laat
domweg de triviale omstan
digheden zien waarin mensen
verkeren die niet bij machte
zijn hun eigen leven te bepa
len omdat ze door een anonie
me hand van boven daarvan
worden afgehouden.
In Largo Desolato, na zijn
eenakters het eerste avond
vullende stuk van zijn hand,
waarin hij de obsessies van
zijn verblijf in de gevangenis
van zich afschreef, zien we
een verstrooide professor
schrijver, in feite Havels alter
ego, die constant in de vrees
leeft dat hij zal worden opge
pakt. Daardoor is hij tot vrij
wel niets meer in staat. Behal
ve 4tot het aangaan van rela
ties met mensen in zijn direc
te omgeving.
Het lijkt een loodzwaar gege
ven, maar de hoofdfiguur be
ziet zich ondanks zijn benarde
omstandigheden met de nodi
ge humor. Hij vertegenwoor
digt niet dé Waarheid of hét
Recht en de tegenpartij niet
hét Kwaad. Hoe ernstig de si
tuatie ook is, daardoor is er
toch mogelijkheid tot relative
ring.
Het effect van het kijken naar
dit stuk is dan ook niet zoals
bij de Franse existentialisten
belastend. Er wordt spelers en
toeschouwers immers een uit
komst geboden, die zich aan
de kijker meedeelt in de vorm
van een gevoel van opluch
ting. Er is nóg een omstandig
heid in dit onder totalitaire
omstandigheden spelende
stuk die daartoe bijdraagt. De
hele handeling van Largo De
solato vindt plaats in een
huiskamer. Het is een ruimte
die Havels behoefte aan men
selijke maat weerspiegelt. In
zijn interview met Hvizdala
zegt Havel ergens dat de eni
ge richtlijn voor een maat
schappelijke ordening de
mens zelf moet zijn. Hij dient
de maat van alle structuren te
zijn.
Bevrijd van alle stelsels, - die
hint lijkt de schrijver aan de
toeschouwers te willen geven
-, kan het onderzoek naar de
waarheid, naar de zin van het
leven opnieuw beginnen. Dat
is een heel gelukkige uit
komst van dit absurdistisch
theater. Het is overtuigend,
bevredigt de toeschouwer en
vormt uiteraard ook een ver
klaring voor haar succes.
Utopieën
Deze behoefte aan een on
spectaculaire, menselijke maat
bracht Havel ook onder
woorden in de rede die hij vo
rig jaar schreef ter gelegen
heid van de uitreiking aan
hem in oktober van de West-
duitse Vredesprijs (Havel was
verhinderd haar zelf uit te
spreken, het communistisch
regime in Praag bezweek kort
daarna) sprak Havel over de
dubbelzinnigheid van de taal.
Had de taal van de marxisti
sche utopie in de vorige eeuw
niet miljoenen begeesterd, en
was de praktijk in de commu
nistische bureaucratieën van
de twintigste eeuw niet het
volstrekte tegendeel van die
utopie geworden? Verkeren
alle woorden die in deze bu
reaucratieën worden gebruikt
niet in hun volstrekte tegen
deel? Bureaucratisch bestuur
wordt volksbestuur genoemd,
de arbeidersklasse wordt tot
slaaf gemaakt uit naam van
de arbeidersklasse, de verne
dering van het individu wordt
gepresenteerd als zijn uitein
delijke bevrijding, enz.
„In het begin was het woord"
zegt Havel in die rede, daarbij
verwijzend naar het bekende
bijbelvers dat wil uitdrukken
dat de bron van iedere creatie
het goddelijk woord is. Het is
ook de taal die de relaties tus
sen de mensen bepaalt, hun
idealen en doeleinden stuurt,
hun mens zijn bepaalt. Alle
ideologiën, de christelijke niet
uitgezonderd, hebben zich be
diend van het (grote) woord.
Woorden die bevrijding leken
in te houden, werden soms
onderdrukking. Havel pleit
daarom voor een verantwoor
delijkheid van het woord. Om
te eindigen met deze bekente
nis die tevens een vorm van
bekering is: het woord moet
geijkt worden aan het Woord
dat aan het begin van alles
stond.
PAUL VAN VELTHOVEN
De tekst van Havels rede is
zowel verschenen bij uitgeve
rij Rowohlt, Hamburg als bij
Ed. de l'Aube, La Tour d'Ai-
gues.
ÊcidóG Somcm
dl'
i r
Vlak na de omwentelingen in Oost-Europa hebber|en
mensen het gedacht en een enkeling heeft het geze
Gods hand. Het weten wat de wil van God is en het zieLjj
'Gods hand' in de gebeurtenissen is kennelijk een vei i
lijk fenomeen. De Franse kloosterling Bernard van
vaux wist dat God de Kruistochten wilde; rooms-kathol 'e£
en protestanten claimden in de tijd van reformatie en ci
reformatie het goed recht van hun standpunten en
omdat zij wisten dat God aan hun kant stond. Mense
speuren soms ook in de dingen om hen heen Gods han
protestantse scholen werd vroeger bij stormweer psa p
gezongen: ,,'s Heeren stem, op 't hoogst geducht, rolt ei
tert door de lucht"; Gods stem klonk in het natuurgt
Trouwens, de bijbelschrijvers 'wisten' ook veel van Go
grijpen in de geschiedenis. Denk maar aan de verhalen
al die oorlogen die God Israël al dan niet liet winnen
stf
Er
ie.
I
;r zijn ook mensen voor wie het moeilijk, zo niet onl.0
lijk is in de dingen om hen heen Gods hand te zien. Ze
fen dat het gevaar erg groot is om zo God naar eigen hl
zetten; God te laten functioneren als rechtvaardiging v
gen handelen. Wie zegt: 'het is de wil van God', heeft
zelf bij voorbaat buiten kritiek gesteld omdat het eigen
delen beladen wordt met Gods onaantastbare autorite
bovendien, heeft God ook de hand in het lijden als Hi
zo met ons leven bezighoudt? ja
ee
Het is niet voor niets dat juist in verband met interi'a,
ervaringen bij vreugde en bij verdriet God wor
noemd. Bij dankbaarheid voor een genezing, voor een bVa
ding of voor een nieuwe kans. In de ervaring van de zi t
heid van een sterfgeval of van lijden komt de vraag
Gods wil soms als een kreet naar buiten. De mens he
grenssituaties van geluk en lijden kennelijk niet genoe
zichzelf; hij heeft God nodig om tegen te praten of om
te schreeuwen.
ÜE
In de weken voor het Paasfeest wordt in de kerk nage rt'
over het lijden \fan Jezus. Ook Hij heeft in eenzaamhe
strijd tegen het leed gestreden en Hij heeft God aangen
met de klacht waarom het zo moest gaan. Mensen
Hem bespot: als Hij Gods Zoon is, waarom redt God Henjan
niet? Iedereen kan die vraag herkennen: waarom laat
het lijden toe? Waarom overkomt mij dit? We krijgen
antwoord op de waarom-vraag; wel laten het sterven va
zus en de realiteit in ons eigen leven zien dat God niet1(j(
ons believen ingrijpt: de dood is er en lijden wordt on
bespaard. Kennelijk laat God niet van zich horen al
Hem ter verantwoording roepen; Hij is niet op afroe
schikbaar.
Er is echter ook een andere realiteit, die van het getui
van mensen die (achteraf) zeggen: ik heb God ervan
voelde Zijn hand in mijn leven. De zinloosheid van h(*
staan werd omgebogen naar een perspectief van zinervi >tr
Net als het feit van Jezus' lijden en sterven op het Paa >p
wordt omgebogen naar de realiteit van de opstanding r
hebben de Heer gezien'. De dingen zoals ze zijn hebbeiBe:
het laatste woord; God geeft betekenis aan de loop de
gen. Zo eindigt de geschiedenis niet in de leegte van 1-
den maar in de volheid van de tijd.
GODS hand in de geschiedenis, Gods leiding in mijn
het zijn uitdrukkingen van geloofservaringen, vaak ve
gen na bloed, zweet en tranen. Mensen kunnen elkaar
ervaringen nooit opleggen. Wel kunnen ze elkaar toewi
dat ook voor hen geldt dat de harde werkelijkheid ligt ok+
de stralen van het licht van Pasen. Dat is de passieboods
bij uitstek.
it ge:
Ie
Brieven graag kort en duidelijk geschreven.
De redactie behoudt zich het recht voor ingezor
stukken te bekorten. li
VuUverbran ding
Het Milieu-effectrapport
(MER) over de vuilverbran
ding Ypenburg ligt ter inzage.
Het 800 pagina's tellende rap
port is echter moeilijk en voor
velen zelfs niet leesbaar. Het
rapport staat vol met ingewik
kelde tabellen en moeilijke
zinnen. Het is puur technisch
en gaat nauwelijks in op de ef
fecten voor het milieu. De te
verwachten grootste neerslag-
concentratie van dioxines en
zware metalen in de naast de
vuilverbrander nieuw te bou
wen woonwijk Leizo en de
weiden van Stompwijk wordt
onvoldoende belicht. Boven
dien zijn de cijfers en getallen
uit het MER voor de burger
oncontroleerbaar. Met name
ten aanzien van de dioxine-
uitstoot zijn er nog vele vraag
tekens zoals het MER zelf toe
geeft. Volgens het MER blijft
de uitstoot van giftige stoffen
binnen de normen va
Richtlijnen Vuilverbra [f]
1985, echter niet binnei
van 1989. Door techner
kunstgrepen, c.q. verni
ring van het afvalaa
denkt men echter de ui
net binnen de huidige no
te kunnen brengen. Wat.
ter indien de huidige no'n
wéér worden verlaagd? Z
schoonste vuilverbrander i
nu de smerigste vuilver
ders van de toekomst? Be i
rijk is nu hoe de politieke
tijen in Leidschendam, m
zeggen de gemeente groi
willen houden, zich opsti vi
Het is nauwelijks voor te e
len dat zij het voor hun 0r
antwoording willen neme
een gedeelte van hun gen
te (Leizo met circa 25.00!
woners) dat direct onde
rook van de vuilverbra
komt te liggen, 'zwart' wc
IJ. Feeke, I
LEIDSCHENDAM.
Uitgave: Westerpers (behorende tot Sijthoff Pers).
Kantoor: Apothekersdijk 34, Leiden.
Telefoon: 071 - 122 244.
Postadres: postbus 11, 2300 AA Leiden.
Hoofdkantoor: Koopmansstraat 9, Rijswijk.
Telefoon: 070-3190 933.
Postadres: postbus 9, 2501 CA 's-Gravenhage.
Abonnee service
Telefoon: 071 - 313 677 van ma. t/m vr. van 8.30 tot 17.00 u.
Nabezorging
Telefoon: 071 - 122 248
van ma. t/m vr. Van 18.00 tot 19.00 u. op za. van 14.00 tot 15.00 u.
Abonnementsprijzen (inclusief 6% BTW.) r-
Bij automatische betaling: Bij betaling per accept-girokaafA
per maand f. 24,85 per maand
per kwartaal 74,10 per kwartaal f.
per jaar f. 284,50 per jaar f. 2
Het abonnementsgeld dient vooruit te worden voldaan.
Advertenties
Informatie en tarieven over advertenties tel. 071 - 122 244.
Telefax voor uitsluitend advertenties 071 - 134 941.
Voor uitsluitend het doorgeven van advertenties kantoor Rijswijk
070- 3902 702.
Bankiers
AMRO BANK NV 473 575 515
POSTBANK NV 663 050
FJ