„Te veel organisaties om de macht" Vrees voor het grote woord brieven van lezer kerk wereld Biechtkaart beroepingen Passieboodschap *Sr CeidócSouumt GEESTELIJK LEVEN/OPINIE Eckbc Souuwit ZATERDAG 24 MAART 1990 PAGI [I Adviseur van Belgische nonnen wegens fraude gearresteerd BRUGGE Ronny Crab, die de Arme Klaren van Brugge heeft geadviseerd hun klooster in Brugge te verruilen voor een kasteel in het Zuidfranse Tarbes, is door de Belgische politie gearresteerd. Dat heeft een woordvoerder van het bisdom Brugge meegedeeld. Crab wordt verdacht van fraude, valsheid in geschrifte en mis bruik van vertrouwen. Op zijn advies hebben de acht nonnen, die de strenge leefregel van de Heilige Clara volgen, hun klooster voor 50 miljoen Belgische frank (ruim 2,5 miljoen gul den) verkocht aan een groep lokale textielbedrijven. De zus ters, van wie de oudste 93 jaar is, kochten van dat geld niet alleen het kasteel in Tarbes, maar ook een Amerikaanse slee, een boerderij en renpaarden. Crab had de zusters tot de aan koop weten over te halen met het argument dat Tarbes niet ver van het Mariabedevaartsoord Lourdes ligt. De woordvoerder sprak tegen dat de zusters uit angst voor ar restatie de benen naar Frankrijk hebben genomen. Wel zijn ze verhoord over de manier waarop de verkoop van hun klooster zonder toestemming van bisschop Roger Vangheluwe van Brugge heeft plaatsgehad. Vangheluwe heeft ook nog een appeltje te schillen met de vroegere abdis van het Klarenklooster in Nieuwpoort. Hij zette Maria Logghe (49) twee jaar geleden uit haar functie wegens haar luxe levensstijl. Logghe liet haar habijt in de kast hangen, rookte sigaren en reed in een snelle auto. Ze wil met Pasen in een deel van het klooster een luxe hotel openen om te voorko men dat het een ruïne wordt. De mens wordt niet op de proef gesteld door de manier waarop hij zijn zelf verkozen rol vervult, maar door de manier waarop hij zich weet te verstaan met de rol die hem door het lot wordt opgedrongen. Jan Patocka door Marinus van der Berg De biechtkaart van de bisschop van Roermond is onderwerp geworden van sensatie, spot en verguizing. Opmerkelijk is dat zij zoveel nieuws heeft getrokken. De biechtkaart was voorpaginanieuws. Dit in tegenstelling tot het schrijven van de bisschop van Breda over vergeving. De boeiende vraag is waarom er zoveel aandacht is voor de biechtkaart? Wat schuilt er achter de sensatie en de spot? Allereerst verstoorde herinnering: veel ouderen heb ik horen zeggen: ,mij krijgen ze de biechtstoel nooit meer in". De tijd van het biechten 'is voor velen geen tijd van echte bevrijding geweest, maar een tijd van angst/Slechts weinigen hadden in de biechtstoel een kontakt dat hen werkelijk hielp in het leven. Op de tweede plaats gaat er agressie schuil achter de spot en de sensatie. Er is boosheid in velen tegen een kerk die zo over de gewetens en het leven dat zij niet hielp om te leven volwassen gelovigen, maar mensen klein hield. In onze tijd laten steeds minder mensen zich kleineren? Op de derde plaats schuilt er achter de sensatie en de spot vermoedelijk veel verdringing en een grote hedendaagse verlegenheid. Zowel de bisschop van Breda als de bisschop van Roermond raken een centrale levensvraag- aan die magistraal is beschreven in het grote b'oek „Schuld en Boete" van Dostoyevksy. Schuld en boete is een levensthema in ieder mensenleven. Ontkennen dat een mens behalve zich schuldig voelen ook schuldig kan zijn, zou hetzelfde zijn als ontkennen dat een mens ook een verantwoordelijkheid heeft. Wie de verantwoordelijkheid en de vrijheid ontkent, ontkent de menselijke groei naar volwassenheid. Niemand zal het bestaan van schuld in volle verantwoordelijkheid willen ontkennen, ondanks mogelijk verzachtende omstandigheden. Dit geldt voor elke mens afzonderlijk. Dit kan ook gelden voor een volk. Nu in deze dagen de hereniging van beide Duitslanden dichterbij lijkt te komen, wordt het thema schuld, boete en vergeving opnieuw actueel. Vooraanstaande mensen in Duitsland, zoals president Heinemann hebben namens het West-Duitse volk schuld erkend en om vergeving gevraagd. We kunnen ons echter afvragen of er niet nog teveel krachten zijn in de beide Duitslanden die het Hitlerverleden ontkennen en verdringen. Nieuw nationalisme en anti-semitisme zijn een schaduwkant van de huidige ontwikkeling. Niet iedereen staat dan ook te juichen bij een herenigd Duitsland. Ook kan de vraag gesteld worden of in de landen om Duitsland heen, zoals Nederland, er een breed gedragen bereidheid is om voorzover mogelijk met nieuwe ogen naar Duitsland te kijken. Er zijn veel anti-Duitse gevoelens. Ook bij hen die de oorlog niet meemaakten. Een andere vraag die niet de nationale maar de direct persoonlijke verhoudingen raakt, is de vraag: „ben ik werkelijk bereid tot het schenken van vergeving?" Velen zullen met mij eens zijn dat echte vergeving een bevrijdend en genezend effect heeft, maar komt het ook tot die vergeving? En ook is de vraag: kan ik de persoonlijke stap maken naar het bekennen van schuld als ik in mijzelf weet dat ik schuldig ben, verkeerd handelde? De Oostenrijkse kunstenaar Arthur Paunzen schilderde zes etsen bij het boek „Schuld en boete". Op de zesde ets heeft hij de vergevende ontmoeting uitgebeeld. Opvallend is dat zowel de persoon die vergeving vraagt als de persoon aan wie schuld wordt bekend zijn afgebeeld als kleine kwetsbare mensen. Schuld en vergeving zijn kwetsbare gebeurtenissen. Ze vragen om grote zorgvuldigheid. Je kunt en mag er ook niet lichtzinnig over spreken omdat het kan gaan om grote dingen tussen mensen die de verhoudingen fundamenteel hebben verstoord. Een samenleving, klein of groot, die geen erkenning van schuld kent en die geen vergeving kent, zal steeds meer verzieken. Hoe je dan ook denkt over de biechtkaart: het is onvolwassen als we niet verder komen dan spot en sensatie. LEEUWARDEN Dr. W. J. Maas, doopsgezind predikant en tevens 'con sulent voor geloofs- en levensvragen' doet zijn verhaal keihard. „De kerk is vaak één grote stinkende put. Ik zeg dat niet om profeetje te spelen, maar uit brandende liefde want het is'ook mijn kerk. Het is harde kritiek, maar zachte heel meesters maken stinkende wonden. De naam van de kerk is nog steeds verbonden met die van Christus en dat realiseren we ons vaak te weinig. In de kranten kun je lezen hoe do minees ruzie maken. Dat is voor veel mensen reden om te zeggen: de kerk is pm Kot sen". In 1974 is het voor Maas alle maal begonnen. Hij begon toen als doopsgezind predi kant in zijn eerste gemeente in Zeeuws-Vlaanderen. Eind vorig jaar nam hij afscheid van zijn laatste gemeente, Sneek. „Ik vond dat het tijd werd iets anders te gaan doen. Ik wilde het werk op een an dere manier benaderen. Want voor mijn gevoel hinken de kerken op té veel gedachten. Je hebt Samen-op-weg, Con ciliair Proces, oecumene, christelijk onderwijs en wat al niet meer. Dat zijn zaken waarbij ik denk: bijzaken. Elke club die bang is te sterven, gaat orga niseren. Velen in de kerken maken nu het testament van hun organisatie op. Ze houden zich niet meer bezig met dat waar het om gaat. Dat is: de redding van deze wereld door de God van Israël. Nu zie je vaak in de kerk wat je in het Nieuwe Testament bij het Romeinse Rijk ziet: de vraag naar macht. En dat is een zielige vraag. De vraag waar het om gaat, is namelijk die naar de persoon van Christus. Het gaat om vragen Dr. W. J. Maas: „Mensen moeten weer leren bidden' van de spiritualiteit en het ge heimenis van de Schrift. Al die bijzaken vormen de aan leiding voor mijn 'time out' Lidtekens Gevolg was het oprichten van een bureau voor geloofs- en levensvragen. „Veel mensen die hier komen, dragen lidte kens vanwege de kerk. Ze lij den aan de gevolgen van een eigenwijs soort theologie die niets te maken heeft met die Man met dat gat in Zijn hand. Hij kent het lijden van- bin nenuit". Het kan wel anders. De taak van de gemeente zou moeten zijn dat ze andere mensen aansteekt. De kerk is niet iets van de middenklasse; kijk maar eens naar de Hebreeën brief. Hebreeën was een ver zamelnaam voor een zootje- ongeregeld, voor iedereen die niet meetelde. De gemeente moet er zijn voor de ver schoppelingen van de wereld. Het mag niet gaan om institu ten en hun macht". Grote organisaties als de We reldraad lijden daaronder, zo meent dr. Maas. „Het gaat te weinig om Jezus' werk en te vaak om mannetjesmakerij. De top van de kerk krijgt te veel aandacht. De kerk moet van onderaf komen. Dat geldt ook voor de politiek als daar over gerechtigheid wordt gesproken. Dat kunnen politici pas echt met als ze ook zelf alleen een uitkering heb ben. Dan weten ze waarover ze spreken. FOTO: PERS UNIE Je moet in alle bescheiden heid degenen oprapen die in de modder liggen. Beschik baar zijn. Systemen malen niet om mensen, ze vérmalen ze juist. Geestelijk, fysiek en politiek zijn we niet vrij; er is iets mis met ons geloven. En daar worden individuele mensen ziek van". Zulke mensen komen bij hem aankloppen: „Ik hoef niet te adverteren, mensen weten mij te vinden". Dr. Maas doet zijn werk als theoloog en niet als psycho loog. „Ik leer mensen op nieuw gestalte te geven aan hun geloof, aan hun gebed. Want waar nauwelijks ruimte is voor de God van Israël in ons leven, worden we ziek". Samenvattend zegt de man achter het bureau: „Ik ben op mijn manier bezig met het veranderen van de kerk. In de trant van: 'niet de leer, maar de Heer' en 'niet de kerk, maar het werk'. Ik ga zondags geregeld naar een doopsgezinde kerk. De domi nee daar is echt, wat hij zegt is hij zelf en hij kent zijn schapen. Maar ik haal mijn 'voedsel' uit het Leerhuis - dat is brood en uit de gebeds kring - dat is de wijn. We moeten ook ons gehoor trainen. De Groot Nieuws Bij bel is een commerciële stuipt rekking van het bijbelgenoot schap, en de kerk gaat daar helaas in mee. Geloof wordt gevoed door de Geest van de levende Heer. En je vastleggen in welke vertaling dan ook in de trant van 'dat staat er' is afgoderij. Iedere predikant die zijn vak verstaat, maakt een eigen vertaling vanuit de grondtekst. En zelfs die ligt niet altijd vast". Maar wat moet iemand die niet gewend is de bijbel te le zen en nog nauwelijks van iets weet, dan lezen? Maas: „Voordat die gaat lezen, moet hij leren bidden. En dan niet een ouderlingengebed". Wat dan? „Dat kom je hier dan maar le ren Bidden heeft alles te maken met alledaagse dingen bij God brengen. Met je hele hebben en houden naar Hem toegaan". Aan het slot van zijn betoog gaat Maas over op de 'preek toon'. „Je hoort heel vaak in de kerk bij de genadeverkon diging: 'Onze hulp is van de Heer die hemel en aarde ge maakt heeft'. Gemaakt hééft. Maar dat klopt niet. In Pfcalm 146 klinkt het: 'Die hemel en aarde maakt'. De schepping is gaande Maak die verbinding tussen aarde en hemel maar, zoals Hij die maakt tussen hemel en aarde". JULIA MOLENAAR Nederlandse Hervormde Kerk Beroepen te Genderen A. Prins te Werkhoven: aangenomen het beroep van de Generale Synode tot pred. voor buitengewone werkzaamheden (geestelijk verzorger bij de Koninklij ke Marine) H. Poot te Nieuw-Stads- kanaal, wonende te Gouda - naar Everdingen W. Groenenboom, kand. te Capelle aan den IJssel en vicaris te Amstelveen; naar Ochten (toez.) A. den Besten te Kamperveen. Bedankt voor Wezep (toez.) P.J. den Admirant te Kampen. Gereformeerde Kerken vrijgemaakt Bedankt voor Vollenhove-Kadoelen P.M. de Wit te Bergentheim. MGR. BAR: Gelovigen hebben rol bij roepingen ROTTERDAM Bis- schop R. Bar van Rotter dam wil dat de gelovigen in zijn bisdom beter hun verantwoordelijkheid be seffen voor de groei van het aantal roepingen. „Wij hoeven niet veel moeite te doen om te constateren dat het voor de Heer soms erg moeilijk geworden is om zich verstaanbaar te maken", al dus Bar in een brief aan alle gelovigen bij gelegenheid van zondag Laetare (half-vasten). Bar beklemtoont, dat de RK Kerk niet zonder ambtsdra gers en bedienaars (priesters, diakens en pastoraal werk- (st)ers) kan voortbestaan. De situatie in het gezin, de school en de parochie kunnen van grote invloed kunnen zijn op iemands besluit te kiezen voor een gewijd leven. Ouders, on derwijsgevenden en de paro chiegemeenschap hebben daarom een grote verant woordelijkheid. Als zij het christendom voorleven, goede keuzes maken op het gebied van devnedia, „positief en op bouwend" over de kerk spre ken en „de stem van de Heer niet belachelijk maken", is de kans groter dat mannen en vrouwen kiezen voor het priesterambt, een leven als re ligieuze of een functie in de kerk. De bisschop van Rotter dam roept daarom de gelovi gen op het gesprek over de betekenis van de roepingen op gang te brengen. De bisschoppelijke brief geti teld „Mogen de bedienaren in Uw Kerk toenemen in aan tal" is de eerste van een serie activiteiten die worden onder nomen om het professioneel werken in de kerk onder de aandacht te brengen. In een vraaggesprek met De Groene Amsterdam mer wees onlangs Ceslaw Milosz, de met de Nobel prijs bekroonde Pools-Li- touwse dichter die op on geëvenaarde wijze de in kapseling van zijn schrij vende landgenoten be schreef in het communis tisch systeem, op het gro te nostalgische verlangen naar spirituele waarden bij velen in Oost-Europa. De desolaatheid van het land schap daar is een ding, maar zij verbergt een nog veel gro tere die het gevolg is van de geestelijke kaalslag die de al les omvattende communisti sche eenheidscultuur heeft aangericht. Wat erger is: dit monolithische systeem heeft het zicht op het culturele en religieuze voorland onmoge lijk gemaakt met alle desas treuze gevolgen vandien. Er is een ontreddering, een geeste lijke verpaupering die des te groter is naarmate de commu nistische ideologie die in de plaats moest treden voor de waarden uit het verleden voor iedereen slechts door zichtige leugens zijn gewor den waarvan iedereen zich noodzakelijkerwijze voor zijn eigen handhaving bedient. De nostalgie waar Milosz van rept is dus alleszins begrijpe lijk. Maar welke vorm moeten die waarden dan aannemen? Vaclav Havel, woordvoerder van Charta '77 en huidige president-tegen-wil-en-dank van Tsjechoslowakije die in „Poging om in waarheid te le ven" probeerde bij wijze van (zelf)reiniging de werking van deze geestelijke ondermij ning te verhelderen om daar zelf aan te kunnen ontkomen, heeft misschien in zijn toneel werk een aanzet tot zo'n ant woord willen geven. In ieder geval lijkt zijn succes en zijn reputatie mede verklaarbaar doordat auteur en tijdsbehoef ten op een heel treffende wij ze met elkaar lijken te sporen. Buitenstaander In een lang interview dat zijn in West-Duitsland verblijven de landgenoot Karei Hvizdala hem via de uitwisseling van banden afnam (Vaclav Havel, Fernverhör, uitgave Rowohlt) beschrijft Havel zijn afkomst: kind uit een gefortuneerde en in aanzien staand architecten milieu dat door zijn bourgeois afkomst bij de communisti sche machtsovername tot een Vaclav Havel buitenstaander werd, die tot geen enkele opleiding werd toegelaten maar desondanks zijn ambitie toneelschrijver te worden wist te verwezenlij ken. Zich van kinds af aan bevon den te hebben in een afgezon derde situatie heeft, zegt Ha vel in dit interview, zijn ge voel voor het absurde ver sterkt. 'Wat anders dan het diepe gevoel uitgesloten te zijn, maakt het de mens mo gelijk de absurditeit van de wereld en van zijn eigen be staan onder ogen te zien', zegt hij om daar aan toe te voegen dat hij het altijd als zijn taak zag „de waarheid over die wereld te zeggen". Overbodig te zeggen dat deze ervaring van absurditeit des te nadruk kelijker werd naarmate het bureaucratisch systeem zelf deze absurditeit voor allen verder benadrukte. Deze absurditeit die Havel in zijn toneelwerk laat zien, is niet zoals bij de Franse exis tentialisten een ingewikkeld filosofisch idee waarover in het toneelstuk breedvoerig kan worden gediscussieerd. Er is bij Havel juist een grote afkeer van welk stelsel dan ook, omdat de menselijke va riëteit zich nooit in een stelsel of welk isme dan ook laat comprimeren. Havel laat domweg de triviale omstan digheden zien waarin mensen verkeren die niet bij machte zijn hun eigen leven te bepa len omdat ze door een anonie me hand van boven daarvan worden afgehouden. In Largo Desolato, na zijn eenakters het eerste avond vullende stuk van zijn hand, waarin hij de obsessies van zijn verblijf in de gevangenis van zich afschreef, zien we een verstrooide professor schrijver, in feite Havels alter ego, die constant in de vrees leeft dat hij zal worden opge pakt. Daardoor is hij tot vrij wel niets meer in staat. Behal ve 4tot het aangaan van rela ties met mensen in zijn direc te omgeving. Het lijkt een loodzwaar gege ven, maar de hoofdfiguur be ziet zich ondanks zijn benarde omstandigheden met de nodi ge humor. Hij vertegenwoor digt niet dé Waarheid of hét Recht en de tegenpartij niet hét Kwaad. Hoe ernstig de si tuatie ook is, daardoor is er toch mogelijkheid tot relative ring. Het effect van het kijken naar dit stuk is dan ook niet zoals bij de Franse existentialisten belastend. Er wordt spelers en toeschouwers immers een uit komst geboden, die zich aan de kijker meedeelt in de vorm van een gevoel van opluch ting. Er is nóg een omstandig heid in dit onder totalitaire omstandigheden spelende stuk die daartoe bijdraagt. De hele handeling van Largo De solato vindt plaats in een huiskamer. Het is een ruimte die Havels behoefte aan men selijke maat weerspiegelt. In zijn interview met Hvizdala zegt Havel ergens dat de eni ge richtlijn voor een maat schappelijke ordening de mens zelf moet zijn. Hij dient de maat van alle structuren te zijn. Bevrijd van alle stelsels, - die hint lijkt de schrijver aan de toeschouwers te willen geven -, kan het onderzoek naar de waarheid, naar de zin van het leven opnieuw beginnen. Dat is een heel gelukkige uit komst van dit absurdistisch theater. Het is overtuigend, bevredigt de toeschouwer en vormt uiteraard ook een ver klaring voor haar succes. Utopieën Deze behoefte aan een on spectaculaire, menselijke maat bracht Havel ook onder woorden in de rede die hij vo rig jaar schreef ter gelegen heid van de uitreiking aan hem in oktober van de West- duitse Vredesprijs (Havel was verhinderd haar zelf uit te spreken, het communistisch regime in Praag bezweek kort daarna) sprak Havel over de dubbelzinnigheid van de taal. Had de taal van de marxisti sche utopie in de vorige eeuw niet miljoenen begeesterd, en was de praktijk in de commu nistische bureaucratieën van de twintigste eeuw niet het volstrekte tegendeel van die utopie geworden? Verkeren alle woorden die in deze bu reaucratieën worden gebruikt niet in hun volstrekte tegen deel? Bureaucratisch bestuur wordt volksbestuur genoemd, de arbeidersklasse wordt tot slaaf gemaakt uit naam van de arbeidersklasse, de verne dering van het individu wordt gepresenteerd als zijn uitein delijke bevrijding, enz. „In het begin was het woord" zegt Havel in die rede, daarbij verwijzend naar het bekende bijbelvers dat wil uitdrukken dat de bron van iedere creatie het goddelijk woord is. Het is ook de taal die de relaties tus sen de mensen bepaalt, hun idealen en doeleinden stuurt, hun mens zijn bepaalt. Alle ideologiën, de christelijke niet uitgezonderd, hebben zich be diend van het (grote) woord. Woorden die bevrijding leken in te houden, werden soms onderdrukking. Havel pleit daarom voor een verantwoor delijkheid van het woord. Om te eindigen met deze bekente nis die tevens een vorm van bekering is: het woord moet geijkt worden aan het Woord dat aan het begin van alles stond. PAUL VAN VELTHOVEN De tekst van Havels rede is zowel verschenen bij uitgeve rij Rowohlt, Hamburg als bij Ed. de l'Aube, La Tour d'Ai- gues. ÊcidóG Somcm dl' i r Vlak na de omwentelingen in Oost-Europa hebber|en mensen het gedacht en een enkeling heeft het geze Gods hand. Het weten wat de wil van God is en het zieLjj 'Gods hand' in de gebeurtenissen is kennelijk een vei i lijk fenomeen. De Franse kloosterling Bernard van vaux wist dat God de Kruistochten wilde; rooms-kathol 'e£ en protestanten claimden in de tijd van reformatie en ci reformatie het goed recht van hun standpunten en omdat zij wisten dat God aan hun kant stond. Mense speuren soms ook in de dingen om hen heen Gods han protestantse scholen werd vroeger bij stormweer psa p gezongen: ,,'s Heeren stem, op 't hoogst geducht, rolt ei tert door de lucht"; Gods stem klonk in het natuurgt Trouwens, de bijbelschrijvers 'wisten' ook veel van Go grijpen in de geschiedenis. Denk maar aan de verhalen al die oorlogen die God Israël al dan niet liet winnen stf Er ie. I ;r zijn ook mensen voor wie het moeilijk, zo niet onl.0 lijk is in de dingen om hen heen Gods hand te zien. Ze fen dat het gevaar erg groot is om zo God naar eigen hl zetten; God te laten functioneren als rechtvaardiging v gen handelen. Wie zegt: 'het is de wil van God', heeft zelf bij voorbaat buiten kritiek gesteld omdat het eigen delen beladen wordt met Gods onaantastbare autorite bovendien, heeft God ook de hand in het lijden als Hi zo met ons leven bezighoudt? ja ee Het is niet voor niets dat juist in verband met interi'a, ervaringen bij vreugde en bij verdriet God wor noemd. Bij dankbaarheid voor een genezing, voor een bVa ding of voor een nieuwe kans. In de ervaring van de zi t heid van een sterfgeval of van lijden komt de vraag Gods wil soms als een kreet naar buiten. De mens he grenssituaties van geluk en lijden kennelijk niet genoe zichzelf; hij heeft God nodig om tegen te praten of om te schreeuwen. ÜE In de weken voor het Paasfeest wordt in de kerk nage rt' over het lijden \fan Jezus. Ook Hij heeft in eenzaamhe strijd tegen het leed gestreden en Hij heeft God aangen met de klacht waarom het zo moest gaan. Mensen Hem bespot: als Hij Gods Zoon is, waarom redt God Henjan niet? Iedereen kan die vraag herkennen: waarom laat het lijden toe? Waarom overkomt mij dit? We krijgen antwoord op de waarom-vraag; wel laten het sterven va zus en de realiteit in ons eigen leven zien dat God niet1(j( ons believen ingrijpt: de dood is er en lijden wordt on bespaard. Kennelijk laat God niet van zich horen al Hem ter verantwoording roepen; Hij is niet op afroe schikbaar. Er is echter ook een andere realiteit, die van het getui van mensen die (achteraf) zeggen: ik heb God ervan voelde Zijn hand in mijn leven. De zinloosheid van h(* staan werd omgebogen naar een perspectief van zinervi >tr Net als het feit van Jezus' lijden en sterven op het Paa >p wordt omgebogen naar de realiteit van de opstanding r hebben de Heer gezien'. De dingen zoals ze zijn hebbeiBe: het laatste woord; God geeft betekenis aan de loop de gen. Zo eindigt de geschiedenis niet in de leegte van 1- den maar in de volheid van de tijd. GODS hand in de geschiedenis, Gods leiding in mijn het zijn uitdrukkingen van geloofservaringen, vaak ve gen na bloed, zweet en tranen. Mensen kunnen elkaar ervaringen nooit opleggen. Wel kunnen ze elkaar toewi dat ook voor hen geldt dat de harde werkelijkheid ligt ok+ de stralen van het licht van Pasen. Dat is de passieboods bij uitstek. it ge: Ie Brieven graag kort en duidelijk geschreven. De redactie behoudt zich het recht voor ingezor stukken te bekorten. li VuUverbran ding Het Milieu-effectrapport (MER) over de vuilverbran ding Ypenburg ligt ter inzage. Het 800 pagina's tellende rap port is echter moeilijk en voor velen zelfs niet leesbaar. Het rapport staat vol met ingewik kelde tabellen en moeilijke zinnen. Het is puur technisch en gaat nauwelijks in op de ef fecten voor het milieu. De te verwachten grootste neerslag- concentratie van dioxines en zware metalen in de naast de vuilverbrander nieuw te bou wen woonwijk Leizo en de weiden van Stompwijk wordt onvoldoende belicht. Boven dien zijn de cijfers en getallen uit het MER voor de burger oncontroleerbaar. Met name ten aanzien van de dioxine- uitstoot zijn er nog vele vraag tekens zoals het MER zelf toe geeft. Volgens het MER blijft de uitstoot van giftige stoffen binnen de normen va Richtlijnen Vuilverbra [f] 1985, echter niet binnei van 1989. Door techner kunstgrepen, c.q. verni ring van het afvalaa denkt men echter de ui net binnen de huidige no te kunnen brengen. Wat. ter indien de huidige no'n wéér worden verlaagd? Z schoonste vuilverbrander i nu de smerigste vuilver ders van de toekomst? Be i rijk is nu hoe de politieke tijen in Leidschendam, m zeggen de gemeente groi willen houden, zich opsti vi Het is nauwelijks voor te e len dat zij het voor hun 0r antwoording willen neme een gedeelte van hun gen te (Leizo met circa 25.00! woners) dat direct onde rook van de vuilverbra komt te liggen, 'zwart' wc IJ. Feeke, I LEIDSCHENDAM. Uitgave: Westerpers (behorende tot Sijthoff Pers). Kantoor: Apothekersdijk 34, Leiden. Telefoon: 071 - 122 244. Postadres: postbus 11, 2300 AA Leiden. Hoofdkantoor: Koopmansstraat 9, Rijswijk. Telefoon: 070-3190 933. Postadres: postbus 9, 2501 CA 's-Gravenhage. Abonnee service Telefoon: 071 - 313 677 van ma. t/m vr. van 8.30 tot 17.00 u. Nabezorging Telefoon: 071 - 122 248 van ma. t/m vr. Van 18.00 tot 19.00 u. op za. van 14.00 tot 15.00 u. Abonnementsprijzen (inclusief 6% BTW.) r- Bij automatische betaling: Bij betaling per accept-girokaafA per maand f. 24,85 per maand per kwartaal 74,10 per kwartaal f. per jaar f. 284,50 per jaar f. 2 Het abonnementsgeld dient vooruit te worden voldaan. Advertenties Informatie en tarieven over advertenties tel. 071 - 122 244. Telefax voor uitsluitend advertenties 071 - 134 941. Voor uitsluitend het doorgeven van advertenties kantoor Rijswijk 070- 3902 702. Bankiers AMRO BANK NV 473 575 515 POSTBANK NV 663 050 FJ

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 2