'Jool Hul' tot aan de grens van banaliteit Tussen zitten en staan bij The Gipsy Kings Isabelle van Keulen heeft succes met Residen tie Orkest Brabanders leien Sruckners I evende WIL JAN RAAS WILFRIED DE JONG BELLEN? Pure pret bij Oud Haagsche Brandweer Magnolia op de grens van schaamteloos EcidócSouoaivt ZATERDAG 24 MAART 1990 PAGINA 17 Theater 't Hoogt moet sluiten UTRECHT Theater 't Hoogt in Utrecht moet in ja nuari 1991 zijn deuren slui ten. Een meerderheid van de gemeenteraad van Utrecht heeft daartoe besloten. De 400.000 gulden die door de sluiting vrijkomt, wordt ver deeld onder het Springdance- festival, het festival Theater aan de Werd en de Blauwe Zaal van de Stadsschouw burg. Over de toekomst van het Springdance-festival is verwarring ontstaan. Volgens de Rotterdamse wethouder Linthorst komt het festival in '92 naar Rotterdam. Holland Festival dicht bij ideale begroting AMSTERDAM De structurele financiering van het Holland Festival zal dit jaar 56 procent van de begroting bedragen. Dat nadert de verhouding van 60 procent structureel en 40 procent incidenteel die als ideaal wordt gezien, zo werd gisteren in Am sterdam meegedeeld door adjunct-directeur G. Dales van het festival. Van de structurele bijdragen aan de begroting wordt is 31 procent afkomstig van het ministerie van cultuur (WVC), 13 procent van het ministerie van economische zaken en 12 procent van dè gemeente Amsterdam. Van de incidentele subsidies is onder meer 10 procent afkomstig van de kaartverkoop en 12 procent van zeven grote en vier kleine sponsors. „Het aandeel van de sponsors mag niet hoger worden dan 15 procent omdat wij niet te zeer afhankelijk van hen willen worden", aldus Da- les. Het Holland Festival heeft dit jaar een begroting van 3,5 miljoen gulden, het dubbele vergeleken met vorig jaar. Dat is onder meer te danken aan extra subsidies van de ministeries van WVC en economische zaken. Het bestuur onder voorzitter schap van prof. A. van der Zwan, in functie sinds maart vorig jaar, wil in 1993 uit de schulden zijn die ontstonden onder het vorige bestuur. VPRO werpt zich op de kleuters HILVERSUM De zondagochtendprogrammering van de VPRO op Nederland 2 blijft in het komend winterseizoen ge handhaafd. Dit is het resultaat van de onderhandelingen over de zendtijd-indeling die de omroepen de afgelopen weken voerden. Of het om een blijvende situatie gaat, kon Danielle Lunenborg, hoofd kinderprogramma's van de VPRO, niet zeggen. „Volgend jaar is heel onzeker. Er zijn nu eenmaal omroepen die graag te genover de VPRO zitten". Grootste concurrent op het gebied van kinder-televisie op de zondagochtend is momenteel Veroni- que. Danielle: „Ook daar hebben ze door dat de zondagochtend bij uitstek geschikt is voor de kleinsten. Ze hebben de afgelopen weken met hun tekenfilmprogrammering heel wat kijkers bij ons weggesnoept. Wij proberen ze voor te blijven door steeds weer originele dingen te vervaardigen die daar vanaf wijken. Zo beginnen we volgende week bijvoorbeeld met de negendelige serie „Broodje Bras" over een pratende ontbijttafel en laten we de kleuterprograinmering wat langer doorlopen. Uit de reacties van ouders blijkt, dat de meeste kleuters om kwart over negen weer bij hun bed staan met de mededeling dat er niks meer op televisie is. Daar proberen we dus wat aan te doen". nts Orkest onder leiding van ir Maga in werken van Schu- w Jann en Bruckner. Solist de violist Wlt|BHoelscher. Dr. Anton Philipszaal, to oor zover bij Bruckner ooit irake kan zijn van ,popu- ir' is het misschien toch ist de zevende symfonie die aanduiding kan verdra- k n. Bruckners imposante i. ius werd gisteravond in de I hilipszaal uitgevoerd door et Brabants Orkest, een meert in de Romantische ;rie van het Residentie Or- st. de opmaat van het concert Schumann's vioolconcert iten de musici duidelijk inen aan de akoestiek de Philipszaal. IJet or- ;t klonk dof alsof het en- ible onder dekens speel- Geen moment bloeide de ik op. Maar vanaf de in- van Brückners symfonie ik het orkest een gedaante- iling ondergaan te heb- Dirigent Othmar Maga, in 1987 bij het eerste cel concours in Scheveningen als gastdirigent van het 'identie Orkest een slech- ibeurt maakte, leek die in- ik te willen wegwissen een glasheldere Bruck- jyertolking. Een 'vlotte' liking ook. Met name eerste deel van deze >nie is maatgevend voor Ie aanpak. Niet als een westie van het vaststellen records maar ter verge- Iking: Hans Vonk en het lidentie Orkest spelen op cd het Allegro moderato 20.35 minuten, Solti in 10, Maazel in 23.11. Oth- lar Maga had gisteravond geen twintig minuten het Adagio bevestigde hij eerder opgedane indruk I hij geen diepgraver is, laar daaraan moet onmid- ellijk worden toegevoegd it hij deze Bruckner glans- jk en klankrijk heeft neer- I szet. Boeiend ook al kende t weergave een enkele in- f j nking. Het Brabants Orkest leeft deze partituur uitste- ind in de vingers, er viel eel te genieten en met ame de blazers demon- Frden in tal van passages iteit. iet vioolconcert van Schu- nann blijft een wonderlijk De weduwe Schu- ïann wilde het concert niet ubliceren omdat daarmee an haar man geen recht ge- laan zou worden en later U irobeerde ook de dochter ublicatie tegen te houden. *Tlet is alsof de componist niet )gang kan komen, zijn ge- achten er niet bij kan hou- an. Maar, er is wel veel leer van te maken dan Ulf oelscher deed. De violist rekte de indruk niet in het rerk te geloven en Othmar Maga leek hem in deze ge dachte te steunen. ADRIAAN HAGER ROTTERDAM „Ik wil tot m'n tachtigste wielren ner worden. Wielrennen. Dat is het allermooiste. Kan iemand Jan Raas vragen, of hij me even belt?" Wilfried de Jong, met Martin van Waarden- berg verantwoordelijk voor de grootste theater- grap tot nu toe, 'Jool hul', nog te zien in 200 voor stellingen, zit te trappelen van ongeduld. „Laat 'm nou even bellen! Het zou bovendien fijn zijn, als het hele verhaal over wiel rennen kon gaan". Maar omdat de grens tussen schijn en werkelijkheid bij Wilfried vliesdun is, als er al een grens bestaat, mag zijn verzoek worden bijge zet bij alle voorgaande grappen en die nog ko men. Wilfried: „We maken geen ca baret, we maken theater. We maken dat soort theater, waar van de mensen zeggen dat het niet kan. Het is bovendien niet te benoemen, we vragen ons steeds af, wat we nou weer gaan doen. Maar er zit wel lijn in, met name in het ritme van de grappen, de opbouw, de spanning en dynamiek". Mar tin: „We houden niet van re gels. Theaterregels". Wilfried, de meest ongeremde van de twee: „Als je naar een rode draad in ons werk zoekt, kom je bij hekel aan gezeur en geteut. Er zijn nog veel te veel mensen die nog steeds vinden dat een hoop niet kan. Je mag niet met eten gooien, je mag op het toneel geen spijker slaan, je mag niet met water knoeien en geen vuur maken. Moet je het gezicht van de to neelknecht eens zien als wij bezig zijn geweest: zó'n lang gezicht. We maken een hele boel rottigheid, dat is wel waar. We spugen naar elkaar, we gooien met pakken vla en we plenzen met water. Wat? Nee, natuurlijk mag dat niet. De planken trekken krom, het loopt in de orkestbak, er moet geweldig worden gedweild". Maar het publiek vindt het prachtig, dat vult elke keer alle zalen waarin 'Jool hul' wordt opgevoerd. Het Rotter damse Luxortheater waar in mei drie keer wordt gespeeld, is nu al uitverkocht. Martin: „We zullen wel weer een extra nachtvoorstelling geven. Dat hebben we eerder gedaan, in Diligentia in Den Haag onder meer. Dat is prachtig. Zo'n nachtvoorstel ling van twee keer drie kwar tier, het is ook net een voet balwedstrijd, heeft de sfeer van. een groot popconcert. Ja okee, je wordt er natuurlijk erg moe van, maar we doen het graag, omdat het ons niet verveelt. We zouden het niet leuk vinden, als we ander mans grappen moesten spelen. Maar we spelen onze eigen grappen, we hebben niet eens een regisseur en zolang we leuk vinden wat we zelf ver zinnen, blijven we al die voor stellingen leuk vinden. Dat kan nog heel lang duren". Halverwege de snelweg Amersfoort - Apeldoorn is in 1972 de parkeerplaats Jool hul aangelegd. Zoals te doen ge bruikelijk heeft deze naam te maken met een plaatselijk be kend bouwsel, maar te achter halen is dat niet. Voor het duo De Jong en Waardenberg ook niet van belang. „We stonden daar op een avond meisjes te zoenen en we vonden die naam wel bruikbaar. Het bete kent helemaal niets en sugge reert veel, maar niemand weet Martin: „Bij de cabaretgroep Van Santen had ik niets meer te zoeken. Ik wilde solo ver der, en toen kwam ik die eikel Wilfried tegen, om samen solo verder te gaan. We hebben niet naar een gezamenlijke ar tiestennaam gezocht, omdat we ook zó weer uitelkaar kun nen gaan en ik dan verder wil kunnen met m'n naam Van Waardenberg, die dan een beetje bekend moet zijn". Het is de 32-jarige Wilfried al lemaal worst, broeiend op wat hij eigenlijk wil worden, later, behalve wielrenner. Hij doet nu dit, over nog tweehonderd voorstellingen weer dat. „Ik heb ook flessen gecontroleerd in eep flessenfabriek. Met een vinger moest ik de halzen con troleren op braampjes en als ik er één vond, kwamen er meer. Die moest ik dan allemaal in een bak smijten, rinkeldeklet- ter, dat was prachtig". Theatervorm In feite staat Wilfried de Jong nog steeds flessen kapot te smijten, nu met hulp van Mar tin van Waardenberg en het publiek geniet van deze thea tervorm. Wilfried: „Maar we kennen de natuurlijke grens van de banaliteit, hoewel we die ook maar moesten leren. We waren een keer op het po dium aan het golfen, met een pingpong-balletje, toen ik dat balletje tegen iemand in de zaal opsloeg. Plok! Die man is met z'n vrouw vloekend de zaal uit gelopen. Hij zat kenne lijk de hele avond al naar iets te zoeken om weg te' kunnen, maar toch". Martin: „Ik heb een keer een voetbal iemand op de eerste rij recht in z'n ge zicht geschopt. Bloedneus, bril stuk, heel vervelend allemaal. Ik deed het niet expres, maar we leerden er wel veel van. Dit soort dingen is niet leuk, voor niemand". Wilfried kan de littekens to nen, op z'n hand en pal onder z'n oog. „Heeft Martin gedaan, met een reiger. Geen levende natuurlijk, want dat pikt het publiek niet en dat bedoel ik dus: er zijn natuurlijke gren zen. Ga je daar overheen, als er echt bloed aan te pas komt of een blauw oog, dan vindt niemand het leuk. Dan fixeert het publiek zich op dat oog en gaan ze elkaar aanstoten: zie je dat Marie, z'n oog wordt steeds blauwer". Jool hul is bedoeld als één brok slapstick. Martin: „Het is 't mooist, als de mensen begin nen te lachen als we opkomen en er pas mee ophouden als het is afgelopen. Slapstick is de humor van de eeuwigheid; wereldberoemd zijn Laurel en Hardy onder natuurlijk veel meer geworden met de act waarin ze eerst een koplamp van een auto rukken, dan de ruitenwissers, tot die hele rij auto's eraan gaat. De mensen die ons komen opzoeken, heb ben daar het gevoel voor hu mor voor, de humor van het absurde". Suggestie Wilfried: „Er zit heel veel sug gestie in ons spel. Het gaat maar om twee pakken vla. Maar als we die stuksmijten en het begint goed te druipen in een heel goede belichting, dan lijkt het of het hele podium onder de vla komt, liters. En als ik Martin begin .te storen met zo'n apparaat waarmee te gels vlak worden geplet', met veel dieselrook en gigantisch veel lawaai en gestamp, dan lijkt het alsof het hele theater inelkaar stort. Maar in feite gebeurt er niet veel, Martin kan rustig z'n koffie drinken. Nou ja, rustig, in deze act gaat het ook om de irritatie. Martin begint steeds met iets, hij wil iets lezen of vertellen en dan kom ik er weer aan. Broem- breng, keihard en zo prachtig irritant. Het publiek geniet mee". Wilfried de Jong en Martin van Waardenberg hebben er nu zestig voorstellingen opzit ten en hebben er nog twee honderd voor de boeg. Martin: „Maar ons verveelt het niet, omdat we alleen doen wat we zelf bedenken en leuk vinden. Sommige dingen bleken niet leuk en schrapten we. Of von den we dingen leuk, maar het publiek niet en dan voel je on middellijk dat zo'n act eruit moet. We bouwen nog aan het ritme en wat we vandaag be denken, gaat er morgen in. Ik houd van dit soort theater en zal altijd wel iets in het theater blijven doen". Wilfried de Jong niet. Mis schien niet. „Ik weet nog steeds niet wat ik wil worden. Ik heb sociale academie ge daan en afgemaakt en vier jaar bas-les gehad. Dat komt nu wel goed uit. Maar ik vind zo veel dingen leuk, te veel misschien en ik heb de rust niet om me op één ding te con centreren. Behalve natuurlijk op wielrennen. Zou Jan Raas me echt even willen bellen?" FRITS BROMBERG The Gipsy Kings kregen, vóór het eenmalige optreden in Ahoy', een gouden plaat uitgereikt voor hun laatste elpee 'The Gipsy Kings'. foto: anp De beste remedie tegen voor jaarsmoeheid is The Gipsy Kings. Hoewel we tot nu toe niet te klagen hebben gehad, brengt deze groep zigeuners het zonnetje in huis. Gister avond was dat in een volge pakt Ahoy' in Rotterdam en werd het een concert tussen zitten en staan. The Gipsy Kings zijn niet zo maar uit de lucht komen val len. De groep, misschien het best te omschrijven als een vlammend gitaar-orkest, tim mert al vijftien jaar stevig aan de weg, maar zag vorig jaar zijn kans schoon, toen Kaoma met de Zuidamerikaanse dans rage de 'Lambada' Europa overspoelde. Temperamentvol als de gitaarmuziek van The Gipsy Kings is, wist het zestal in het kielzog van deze rage er een eigen (overigens dik ver diende) hit uit te slepen met 'Bamboleo'. Het moet even wennen zijn geweest voor The Gipsy Kings, dat ze niet langer in de kleine clubs van Europa wel kom waren, maar meteen de grote zalen kregen aangewe zen. Zo waren de 23.000 kaar tjes voor de twee Wembley Arena-shows in Londen bin nen enkele uren weg. En dat is voor Engelse begrippen vreemd, zeker voor een groep, die nauwelijks een Engels woord over de lippen krijgt. Ras-artiesten als ze zijn had den ze echter geen enkel pro bleem met het bespelen van mensenmassa's. Ahoy' gaf zich dan ook zonder veel tegen stribbelen gewonnen. Het eni ge probleem in de sporthal wa ren de stoelen. Het publiek was gekomen om zijn vorige zomer getrainde Lambada-pas- jes op de vurige gitaarklanken van The Gipsy Kings in prak tijk te brengen, maar werden door de beveiligingsmensen weer even snel op hun stoel teruggezet als ze eraf waren gekomen. Een duidelijke on voldoende dus voor de organi satie, die deze danstaferelen had moeten zien aankomen. The Gipsy Kings lieten zich er niet door ontmoedigen. Met schorre stem en een zee aan tokkelende, akoestische gitaar partijen zetten ze de zaal in vuur en vlam. Daarbij vonden ze een uiterst enthousiaste pu bliek tegenover zich, die het instrumentale en vocale werk naar binnenslokte als ware het een kruik Sangria. Virtuoos bespeelde het zestal hun in strumenten en wie dé vreug de-hitte inmiddels met genoeg bier had weggedronken, moeten hebben gedacht dat, mede door een uitgebalanceer de lichtshow, het inmense po dium in brand stond. The Gip sy Kings versmolten in deze regen van licht bekend werk als 'Volaré', 'Bonna Bonita' en een Spaanse versie van 'My Way' aaneen met veel instru mentaaltjes, die, hoewel vir tuoos, toch minder enthousais- te reactie bij het publiek ont lokten. De show van bijna twee uur, kreeg in het deel na de pauze een wat ander karak ter. The Gipsy Kings gebruik ten die tijd om hun zigeuner bloed te laten koken en kozen (gedeeltelijk) voor echte zigeu nerwijsjes, die in verschillende samenstellingen over het voet licht werden gebracht. Wat The Gipsy Kings duidelijk maakten, was dat hun muziek voor een breed publiek is weg gelegd en dat ze geen club no dig hebben om een feestje te bouwen. In Ahoy' kunnen ze HANS PIËT het ook. De Oud Haagsche Brandweer met het blijspel: „Het begon in Monte Carlo" van Hans van Wijngaarden in de regie van Nic Vink. Theater De Poort te Den Haag, gisteravond. Herhalingen: Vanavond en morgen. Het décor fris opgepoetst en de costuums gestreken. De negen spelers van de Oud Haagsche Brandweer hadden er zin in. Het Theater De Poort zat tot de nok vol om de klucht in drie bedrijven te aanschou wen. Nic Vink heeft als regis seur vooral goed op de timing gelet en alle grappen en woordspelingen tot hun recht laten komen. Het verhaal is eenvoudig. Vader komt steen rijk uit Monte Carlo en het thuisfront wordt met allerlei problemen opgezadeld. Na tal loze verwikkelingen komt al les toch op zijn pootjes terecht. Leo van Rijswijk als Sjef Kruk vervulde een indrukwekken de hoofdrol. Hij wist constant zijn medespelers de stuipen op het lijf te jagen door eigen tekstveranderingen aan te brengen en dat maakte het kij ken wel spannend. Anneke Engelbert als Sally leefde zich helemaal uit in het volkse type, dat zij naderhand toch niet bleek te zijn en Aleid Mooy als de Mien Dobbelsteen van Den Haag zag er niet uit. Een steile rode pruik en een onmogelijke bril maakte haar haast een karikatuur. Het sa menspel kwam heel natuurlijk over en de teksten werden duidelijk verstaanbaar ge speeld zodat er geen fragment de mist in ging. Het is vooral een prestatie om constant het hoge speltempo te behouden, maar de Oud Haagsche Brand weer had er totaal geen moeite mee. Leny van Loenen maak te als laatste haar opwachting en zij speelde met veel verve de juffrouw van het advoca tenkantoor. Op dat moment wist niemand meer wie nou wie was en dat is leuk voor de kijkers. De amusante ontkno ping zorgde voor een daverend slotapplaus en dat heeft de Brandweer met deze kluchtige avond meer dan verdiend. ROB VAN DER MIJL Benny Carter trekpleister Bredase Jazz Festival BREDA De 83-jarige Amerikaan Benny Carter wordt het klapstuk van het 20ste Oude Stijl Jazz Festival Breda. Hij is een van de laatst levende coryfeeën uit de begintijd van de oude stijl Ondanks zijn hoge leeftijd speelt Benny Carter nog steeds trompet, saxofoon en klarinet. Het 20ste Oude Stiil Jazz Festival Breda wordt gehouden van 24 tot en met 27 mei. Behalve Benny Car ter zullen daar nog ongeveer 70 andere solisten en orkes ten uit negen verschillende landen te beluisteren zijn. In totaal komen er ruim 400 muzikanten. nolia speelt Alvast bedankt voor komen. Orkestband: Het groot te vermijden dans- en showor- Diligentia, gisteravond. Mevrouw Ferneodos. Een hys- frische oversexte broekrok. Üevrouw Van Putten. Last ren dwangneurosen. Onaf- cheidelijk van haar iets te ?ote tas. Beide dames dragen k brillepoten over het ge klakte kapsel met de ver leerde scheiding. Mevrouw fok, hun pinnige leidster, foarsrecht, borst vooruit, han en elkaar geslagen. Daad- «acht, beheerstheid en quasi- nvoelendheid verbergen een frigide, door en door valse ®achtswellustelinge. Dit trio heet Magnolia en reist !n de troubletram door het land om met hun problemen Ms voorbeeld te werken aan een groter welbevinden van het publiek. Zij doen dat in ui terst lijzige zwarte kleren met gele biezen en pantykousjes. Mevrouw Kok leidt de sessie en hééft natuurlijk geen pro blemen. Als u dat maar weet. In een paar uur leert u om gaan met kwellende zaken als overtollige haargroei, jalouzie, nervositeit, slechte adem, zol derisolatie, stress, zware de pressies, eenzaamheid en pyro manie. Dit alles vanuit de filo sofie: problemen zijn geen straf, maar een oefening. Daartussendoor amusement, want het nuttige kan slecht zonder het aangename. Liedjes verzorgen de dames zelf, zin gend als meisjes, wat bedeesd, maar zuiver in de harmonieën. Ook een canon, waarbij de zaal in drie groepen wordt verdeeld blijft ons niet be spaard. En het wonder van het theater geschiedt weer: de op gezweepte groepen zingen om het hardst tegen elkaar op. Muziek maakt tenslotte alle emoties los. Ook gasten dragen bij aan het algemeen welzijn. De Limara's komen na de pauze met een weinig overtuigend disconum mer uit de lucht vallen, maar van de hypernerveuze Kathy en van de dames Bakker en Bloedwijn valt weer veel op te steken. De voorstelling zit heel slim in elkaar en verraadt een groot psychologisch inzicht bij de Magnolia's. De mevrouwen maken daar volop misbruik en benaderen de grens van het genante soms schaamteloos dicht. Nieuwe truttigheid een uitgemolken en achterhaalde trend? Welnee. Niet zolang die nog tot een voorstelling als Al vast bedankt voor het komen kan leiden. DICK VAN TEYLINGEN Isabelle van Keulen Meesterserieconcert door het Resi dentie Orkest met medewerking van Isabelle van Keulen (viool), onder leiding van Bruno Weil. Werken van Mozart. Gehoord in de Stadsgehoor zaal op 23 maart. Voor het meesterserieconcert dat gisteravond in de Stadsge hoorzaal werd gegeven, waren vrijwel alle kaarten verkocht. Ongetwijfeld zal hier het op treden van Isabelle van Keu len in Mozarts concert voor viool en orkest in D (K.V. 218) uit 1775 op van invloed zijn geweest. Gedragen door een solide ondersteuning van het orkest, maar zich volkomen vrij in haar partij bewegend, legde zij in dit concert van meet af aan een persoonlijk stempel op het geheel. De voortreffelijke voordracht waarmee zij Mozarts schepping tot leven bracht, muntte met name uit in' een glasheldere frasering. Nergens gehinderd door een te beperkt klankpa- let, slaagde zij er bovendien in om elk nieuw motief en elke reprise van dit eigenzinnige stuk van een eigen kleur en accent te voorzien. Het breek bare samenspel met het orkest bereikte zijn hoogtepunt in een heel kalme uitvoering van het andante cantabile, dat zo een opmerkelijk bezonken uit straling werd verleend. Voor het optreden van deze topsoliste was een strijkers- groep van iets bescheidener omvang deze Mozart-avond al begonnen met de geliefde se renade in G, (K.V. 525) uit 1781, beter bekend als „Eine kleine Nachtmusik". Bruno Weil leidde het orkest met veel inzet in een levendige uit voering. Toch had het contact met het orkest soms nog wat directer mogen ziin. Nu had den Weils zinvolle wenken niet altijd het gewenste effect. Zo klonk het menuetto na een knap gespeeld allegro en een tedere romance andante, hier en daar wat nonchalant. In de grote „Jupiter-symfonie" (in C, K.V. 551 uit 1788) daarente gen was het samengaan van dirigent en orkest voorbeeldig. Met overrompelende overtui gingskracht legden de musici al hun muzikale kunnen in het allegro vivace, waarmee het schrijdende andante canta bile daarna een heerlijk con trast vormde. De geniaal gedo seerde frivoliteit in het me nuetto was vervolgens niet minder aan het gezelschap be steed dan de prachtige synthe se die de rijpe Mozart in zijn slotdeel molto allegro legde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 17