'Jool Hul' tot aan de
grens van banaliteit
Tussen zitten en staan
bij The Gipsy Kings
Isabelle van Keulen heeft
succes met Residen tie Orkest
Brabanders
leien
Sruckners
I evende
WIL JAN RAAS WILFRIED DE JONG BELLEN?
Pure pret bij Oud
Haagsche Brandweer
Magnolia op de grens van schaamteloos
EcidócSouoaivt
ZATERDAG 24 MAART 1990 PAGINA 17
Theater 't Hoogt
moet sluiten
UTRECHT Theater 't
Hoogt in Utrecht moet in ja
nuari 1991 zijn deuren slui
ten. Een meerderheid van de
gemeenteraad van Utrecht
heeft daartoe besloten. De
400.000 gulden die door de
sluiting vrijkomt, wordt ver
deeld onder het Springdance-
festival, het festival Theater
aan de Werd en de Blauwe
Zaal van de Stadsschouw
burg. Over de toekomst van
het Springdance-festival is
verwarring ontstaan. Volgens
de Rotterdamse wethouder
Linthorst komt het festival
in '92 naar Rotterdam.
Holland Festival dicht bij ideale begroting
AMSTERDAM De structurele financiering van het Holland
Festival zal dit jaar 56 procent van de begroting bedragen. Dat
nadert de verhouding van 60 procent structureel en 40 procent
incidenteel die als ideaal wordt gezien, zo werd gisteren in Am
sterdam meegedeeld door adjunct-directeur G. Dales van het
festival. Van de structurele bijdragen aan de begroting wordt is
31 procent afkomstig van het ministerie van cultuur (WVC), 13
procent van het ministerie van economische zaken en 12 procent
van dè gemeente Amsterdam. Van de incidentele subsidies is
onder meer 10 procent afkomstig van de kaartverkoop en 12
procent van zeven grote en vier kleine sponsors. „Het aandeel
van de sponsors mag niet hoger worden dan 15 procent omdat
wij niet te zeer afhankelijk van hen willen worden", aldus Da-
les. Het Holland Festival heeft dit jaar een begroting van 3,5
miljoen gulden, het dubbele vergeleken met vorig jaar. Dat is
onder meer te danken aan extra subsidies van de ministeries
van WVC en economische zaken. Het bestuur onder voorzitter
schap van prof. A. van der Zwan, in functie sinds maart vorig
jaar, wil in 1993 uit de schulden zijn die ontstonden onder het
vorige bestuur.
VPRO werpt zich op de kleuters
HILVERSUM De zondagochtendprogrammering van de
VPRO op Nederland 2 blijft in het komend winterseizoen ge
handhaafd. Dit is het resultaat van de onderhandelingen over de
zendtijd-indeling die de omroepen de afgelopen weken voerden.
Of het om een blijvende situatie gaat, kon Danielle Lunenborg,
hoofd kinderprogramma's van de VPRO, niet zeggen. „Volgend
jaar is heel onzeker. Er zijn nu eenmaal omroepen die graag te
genover de VPRO zitten". Grootste concurrent op het gebied
van kinder-televisie op de zondagochtend is momenteel Veroni-
que. Danielle: „Ook daar hebben ze door dat de zondagochtend
bij uitstek geschikt is voor de kleinsten. Ze hebben de afgelopen
weken met hun tekenfilmprogrammering heel wat kijkers bij
ons weggesnoept. Wij proberen ze voor te blijven door steeds
weer originele dingen te vervaardigen die daar vanaf wijken. Zo
beginnen we volgende week bijvoorbeeld met de negendelige
serie „Broodje Bras" over een pratende ontbijttafel en laten we
de kleuterprograinmering wat langer doorlopen. Uit de reacties
van ouders blijkt, dat de meeste kleuters om kwart over negen
weer bij hun bed staan met de mededeling dat er niks meer op
televisie is. Daar proberen we dus wat aan te doen".
nts Orkest onder leiding van
ir Maga in werken van Schu-
w Jann en Bruckner. Solist de violist
Wlt|BHoelscher. Dr. Anton Philipszaal,
to oor zover bij Bruckner ooit
irake kan zijn van ,popu-
ir' is het misschien toch
ist de zevende symfonie die
aanduiding kan verdra-
k n. Bruckners imposante
i. ius werd gisteravond in de
I hilipszaal uitgevoerd door
et Brabants Orkest, een
meert in de Romantische
;rie van het Residentie Or-
st.
de opmaat van het concert
Schumann's vioolconcert
iten de musici duidelijk
inen aan de akoestiek
de Philipszaal. IJet or-
;t klonk dof alsof het en-
ible onder dekens speel-
Geen moment bloeide de
ik op. Maar vanaf de in-
van Brückners symfonie
ik het orkest een gedaante-
iling ondergaan te heb-
Dirigent Othmar Maga,
in 1987 bij het eerste cel
concours in Scheveningen
als gastdirigent van het
'identie Orkest een slech-
ibeurt maakte, leek die in-
ik te willen wegwissen
een glasheldere Bruck-
jyertolking. Een 'vlotte'
liking ook. Met name
eerste deel van deze
>nie is maatgevend voor
Ie aanpak. Niet als een
westie van het vaststellen
records maar ter verge-
Iking: Hans Vonk en het
lidentie Orkest spelen op
cd het Allegro moderato
20.35 minuten, Solti in
10, Maazel in 23.11. Oth-
lar Maga had gisteravond
geen twintig minuten
het Adagio bevestigde hij
eerder opgedane indruk
I hij geen diepgraver is,
laar daaraan moet onmid-
ellijk worden toegevoegd
it hij deze Bruckner glans-
jk en klankrijk heeft neer-
I szet. Boeiend ook al kende
t weergave een enkele in-
f j nking. Het Brabants Orkest
leeft deze partituur uitste-
ind in de vingers, er viel
eel te genieten en met
ame de blazers demon-
Frden in tal van passages
iteit.
iet vioolconcert van Schu-
nann blijft een wonderlijk
De weduwe Schu-
ïann wilde het concert niet
ubliceren omdat daarmee
an haar man geen recht ge-
laan zou worden en later
U irobeerde ook de dochter
ublicatie tegen te houden.
*Tlet is alsof de componist niet
)gang kan komen, zijn ge-
achten er niet bij kan hou-
an. Maar, er is wel veel
leer van te maken dan Ulf
oelscher deed. De violist
rekte de indruk niet in het
rerk te geloven en Othmar
Maga leek hem in deze ge
dachte te steunen.
ADRIAAN HAGER
ROTTERDAM „Ik wil
tot m'n tachtigste wielren
ner worden. Wielrennen.
Dat is het allermooiste.
Kan iemand Jan Raas
vragen, of hij me even
belt?" Wilfried de Jong,
met Martin van Waarden-
berg verantwoordelijk
voor de grootste theater-
grap tot nu toe, 'Jool hul',
nog te zien in 200 voor
stellingen, zit te trappelen
van ongeduld. „Laat 'm
nou even bellen! Het zou
bovendien fijn zijn, als het
hele verhaal over wiel
rennen kon gaan". Maar
omdat de grens tussen
schijn en werkelijkheid bij
Wilfried vliesdun is, als er
al een grens bestaat, mag
zijn verzoek worden bijge
zet bij alle voorgaande
grappen en die nog ko
men.
Wilfried: „We maken geen ca
baret, we maken theater. We
maken dat soort theater, waar
van de mensen zeggen dat het
niet kan. Het is bovendien niet
te benoemen, we vragen ons
steeds af, wat we nou weer
gaan doen. Maar er zit wel lijn
in, met name in het ritme van
de grappen, de opbouw, de
spanning en dynamiek". Mar
tin: „We houden niet van re
gels. Theaterregels".
Wilfried, de meest ongeremde
van de twee: „Als je naar een
rode draad in ons werk zoekt,
kom je bij hekel aan gezeur en
geteut. Er zijn nog veel te veel
mensen die nog steeds vinden
dat een hoop niet kan. Je mag
niet met eten gooien, je mag
op het toneel geen spijker
slaan, je mag niet met water
knoeien en geen vuur maken.
Moet je het gezicht van de to
neelknecht eens zien als wij
bezig zijn geweest: zó'n lang
gezicht. We maken een hele
boel rottigheid, dat is wel
waar. We spugen naar elkaar,
we gooien met pakken vla en
we plenzen met water. Wat?
Nee, natuurlijk mag dat niet.
De planken trekken krom, het
loopt in de orkestbak, er moet
geweldig worden gedweild".
Maar het publiek vindt het
prachtig, dat vult elke keer
alle zalen waarin 'Jool hul'
wordt opgevoerd. Het Rotter
damse Luxortheater waar in
mei drie keer wordt gespeeld,
is nu al uitverkocht.
Martin: „We zullen wel weer
een extra nachtvoorstelling
geven. Dat hebben we eerder
gedaan, in Diligentia in Den
Haag onder meer. Dat is
prachtig. Zo'n nachtvoorstel
ling van twee keer drie kwar
tier, het is ook net een voet
balwedstrijd, heeft de sfeer
van. een groot popconcert. Ja
okee, je wordt er natuurlijk
erg moe van, maar we doen
het graag, omdat het ons niet
verveelt. We zouden het niet
leuk vinden, als we ander
mans grappen moesten spelen.
Maar we spelen onze eigen
grappen, we hebben niet eens
een regisseur en zolang we
leuk vinden wat we zelf ver
zinnen, blijven we al die voor
stellingen leuk vinden. Dat
kan nog heel lang duren".
Halverwege de snelweg
Amersfoort - Apeldoorn is in
1972 de parkeerplaats Jool hul
aangelegd. Zoals te doen ge
bruikelijk heeft deze naam te
maken met een plaatselijk be
kend bouwsel, maar te achter
halen is dat niet. Voor het duo
De Jong en Waardenberg ook
niet van belang. „We stonden
daar op een avond meisjes te
zoenen en we vonden die
naam wel bruikbaar. Het bete
kent helemaal niets en sugge
reert veel, maar niemand weet
Martin: „Bij de cabaretgroep
Van Santen had ik niets meer
te zoeken. Ik wilde solo ver
der, en toen kwam ik die eikel
Wilfried tegen, om samen solo
verder te gaan. We hebben
niet naar een gezamenlijke ar
tiestennaam gezocht, omdat
we ook zó weer uitelkaar kun
nen gaan en ik dan verder wil
kunnen met m'n naam Van
Waardenberg, die dan een
beetje bekend moet zijn".
Het is de 32-jarige Wilfried al
lemaal worst, broeiend op wat
hij eigenlijk wil worden, later,
behalve wielrenner. Hij doet
nu dit, over nog tweehonderd
voorstellingen weer dat. „Ik
heb ook flessen gecontroleerd
in eep flessenfabriek. Met een
vinger moest ik de halzen con
troleren op braampjes en als ik
er één vond, kwamen er meer.
Die moest ik dan allemaal in
een bak smijten, rinkeldeklet-
ter, dat was prachtig".
Theatervorm
In feite staat Wilfried de Jong
nog steeds flessen kapot te
smijten, nu met hulp van Mar
tin van Waardenberg en het
publiek geniet van deze thea
tervorm. Wilfried: „Maar we
kennen de natuurlijke grens
van de banaliteit, hoewel we
die ook maar moesten leren.
We waren een keer op het po
dium aan het golfen, met een
pingpong-balletje, toen ik dat
balletje tegen iemand in de
zaal opsloeg. Plok! Die man is
met z'n vrouw vloekend de
zaal uit gelopen. Hij zat kenne
lijk de hele avond al naar iets
te zoeken om weg te' kunnen,
maar toch". Martin: „Ik heb
een keer een voetbal iemand
op de eerste rij recht in z'n ge
zicht geschopt. Bloedneus, bril
stuk, heel vervelend allemaal.
Ik deed het niet expres, maar
we leerden er wel veel van.
Dit soort dingen is niet leuk,
voor niemand".
Wilfried kan de littekens to
nen, op z'n hand en pal onder
z'n oog. „Heeft Martin gedaan,
met een reiger. Geen levende
natuurlijk, want dat pikt het
publiek niet en dat bedoel ik
dus: er zijn natuurlijke gren
zen. Ga je daar overheen, als
er echt bloed aan te pas komt
of een blauw oog, dan vindt
niemand het leuk. Dan fixeert
het publiek zich op dat oog en
gaan ze elkaar aanstoten: zie je
dat Marie, z'n oog wordt steeds
blauwer".
Jool hul is bedoeld als één
brok slapstick. Martin: „Het is
't mooist, als de mensen begin
nen te lachen als we opkomen
en er pas mee ophouden als
het is afgelopen. Slapstick is
de humor van de eeuwigheid;
wereldberoemd zijn Laurel en
Hardy onder natuurlijk veel
meer geworden met de act
waarin ze eerst een koplamp
van een auto rukken, dan de
ruitenwissers, tot die hele rij
auto's eraan gaat. De mensen
die ons komen opzoeken, heb
ben daar het gevoel voor hu
mor voor, de humor van het
absurde".
Suggestie
Wilfried: „Er zit heel veel sug
gestie in ons spel. Het gaat
maar om twee pakken vla.
Maar als we die stuksmijten en
het begint goed te druipen in
een heel goede belichting, dan
lijkt het of het hele podium
onder de vla komt, liters. En
als ik Martin begin .te storen
met zo'n apparaat waarmee te
gels vlak worden geplet', met
veel dieselrook en gigantisch
veel lawaai en gestamp, dan
lijkt het alsof het hele theater
inelkaar stort. Maar in feite
gebeurt er niet veel, Martin
kan rustig z'n koffie drinken.
Nou ja, rustig, in deze act gaat
het ook om de irritatie. Martin
begint steeds met iets, hij wil
iets lezen of vertellen en dan
kom ik er weer aan. Broem-
breng, keihard en zo prachtig
irritant. Het publiek geniet
mee".
Wilfried de Jong en Martin
van Waardenberg hebben er
nu zestig voorstellingen opzit
ten en hebben er nog twee
honderd voor de boeg. Martin:
„Maar ons verveelt het niet,
omdat we alleen doen wat we
zelf bedenken en leuk vinden.
Sommige dingen bleken niet
leuk en schrapten we. Of von
den we dingen leuk, maar het
publiek niet en dan voel je on
middellijk dat zo'n act eruit
moet. We bouwen nog aan het
ritme en wat we vandaag be
denken, gaat er morgen in. Ik
houd van dit soort theater en
zal altijd wel iets in het theater
blijven doen".
Wilfried de Jong niet. Mis
schien niet. „Ik weet nog
steeds niet wat ik wil worden.
Ik heb sociale academie ge
daan en afgemaakt en vier
jaar bas-les gehad. Dat komt
nu wel goed uit. Maar ik vind
zo veel dingen leuk, te veel
misschien en ik heb de rust
niet om me op één ding te con
centreren. Behalve natuurlijk
op wielrennen. Zou Jan Raas
me echt even willen bellen?"
FRITS BROMBERG
The Gipsy Kings kregen, vóór het eenmalige optreden in Ahoy', een gouden plaat uitgereikt voor
hun laatste elpee 'The Gipsy Kings'.
foto: anp
De beste remedie tegen voor
jaarsmoeheid is The Gipsy
Kings. Hoewel we tot nu toe
niet te klagen hebben gehad,
brengt deze groep zigeuners
het zonnetje in huis. Gister
avond was dat in een volge
pakt Ahoy' in Rotterdam en
werd het een concert tussen
zitten en staan.
The Gipsy Kings zijn niet zo
maar uit de lucht komen val
len. De groep, misschien het
best te omschrijven als een
vlammend gitaar-orkest, tim
mert al vijftien jaar stevig aan
de weg, maar zag vorig jaar
zijn kans schoon, toen Kaoma
met de Zuidamerikaanse dans
rage de 'Lambada' Europa
overspoelde. Temperamentvol
als de gitaarmuziek van The
Gipsy Kings is, wist het zestal
in het kielzog van deze rage er
een eigen (overigens dik ver
diende) hit uit te slepen met
'Bamboleo'.
Het moet even wennen zijn
geweest voor The Gipsy
Kings, dat ze niet langer in de
kleine clubs van Europa wel
kom waren, maar meteen de
grote zalen kregen aangewe
zen. Zo waren de 23.000 kaar
tjes voor de twee Wembley
Arena-shows in Londen bin
nen enkele uren weg. En dat
is voor Engelse begrippen
vreemd, zeker voor een groep,
die nauwelijks een Engels
woord over de lippen krijgt.
Ras-artiesten als ze zijn had
den ze echter geen enkel pro
bleem met het bespelen van
mensenmassa's. Ahoy' gaf zich
dan ook zonder veel tegen
stribbelen gewonnen. Het eni
ge probleem in de sporthal wa
ren de stoelen. Het publiek
was gekomen om zijn vorige
zomer getrainde Lambada-pas-
jes op de vurige gitaarklanken
van The Gipsy Kings in prak
tijk te brengen, maar werden
door de beveiligingsmensen
weer even snel op hun stoel
teruggezet als ze eraf waren
gekomen. Een duidelijke on
voldoende dus voor de organi
satie, die deze danstaferelen
had moeten zien aankomen.
The Gipsy Kings lieten zich er
niet door ontmoedigen. Met
schorre stem en een zee aan
tokkelende, akoestische gitaar
partijen zetten ze de zaal in
vuur en vlam. Daarbij vonden
ze een uiterst enthousiaste pu
bliek tegenover zich, die het
instrumentale en vocale werk
naar binnenslokte als ware het
een kruik Sangria. Virtuoos
bespeelde het zestal hun in
strumenten en wie dé vreug
de-hitte inmiddels met genoeg
bier had weggedronken,
moeten hebben gedacht dat,
mede door een uitgebalanceer
de lichtshow, het inmense po
dium in brand stond. The Gip
sy Kings versmolten in deze
regen van licht bekend werk
als 'Volaré', 'Bonna Bonita' en
een Spaanse versie van 'My
Way' aaneen met veel instru
mentaaltjes, die, hoewel vir
tuoos, toch minder enthousais-
te reactie bij het publiek ont
lokten. De show van bijna
twee uur, kreeg in het deel na
de pauze een wat ander karak
ter. The Gipsy Kings gebruik
ten die tijd om hun zigeuner
bloed te laten koken en kozen
(gedeeltelijk) voor echte zigeu
nerwijsjes, die in verschillende
samenstellingen over het voet
licht werden gebracht. Wat
The Gipsy Kings duidelijk
maakten, was dat hun muziek
voor een breed publiek is weg
gelegd en dat ze geen club no
dig hebben om een feestje te
bouwen. In Ahoy' kunnen ze
HANS PIËT
het ook.
De Oud Haagsche Brandweer met
het blijspel: „Het begon in Monte
Carlo" van Hans van Wijngaarden in
de regie van Nic Vink. Theater De
Poort te Den Haag, gisteravond.
Herhalingen: Vanavond en morgen.
Het décor fris opgepoetst en de
costuums gestreken. De negen
spelers van de Oud Haagsche
Brandweer hadden er zin in.
Het Theater De Poort zat tot
de nok vol om de klucht in
drie bedrijven te aanschou
wen. Nic Vink heeft als regis
seur vooral goed op de timing
gelet en alle grappen en
woordspelingen tot hun recht
laten komen. Het verhaal is
eenvoudig. Vader komt steen
rijk uit Monte Carlo en het
thuisfront wordt met allerlei
problemen opgezadeld. Na tal
loze verwikkelingen komt al
les toch op zijn pootjes terecht.
Leo van Rijswijk als Sjef Kruk
vervulde een indrukwekken
de hoofdrol. Hij wist constant
zijn medespelers de stuipen op
het lijf te jagen door eigen
tekstveranderingen aan te
brengen en dat maakte het kij
ken wel spannend. Anneke
Engelbert als Sally leefde zich
helemaal uit in het volkse
type, dat zij naderhand toch
niet bleek te zijn en Aleid
Mooy als de Mien Dobbelsteen
van Den Haag zag er niet uit.
Een steile rode pruik en een
onmogelijke bril maakte haar
haast een karikatuur. Het sa
menspel kwam heel natuurlijk
over en de teksten werden
duidelijk verstaanbaar ge
speeld zodat er geen fragment
de mist in ging. Het is vooral
een prestatie om constant het
hoge speltempo te behouden,
maar de Oud Haagsche Brand
weer had er totaal geen moeite
mee. Leny van Loenen maak
te als laatste haar opwachting
en zij speelde met veel verve
de juffrouw van het advoca
tenkantoor. Op dat moment
wist niemand meer wie nou
wie was en dat is leuk voor de
kijkers. De amusante ontkno
ping zorgde voor een daverend
slotapplaus en dat heeft de
Brandweer met deze kluchtige
avond meer dan verdiend.
ROB VAN DER MIJL
Benny Carter
trekpleister
Bredase
Jazz Festival
BREDA De 83-jarige
Amerikaan Benny Carter
wordt het klapstuk van het
20ste Oude Stijl Jazz Festival
Breda. Hij is een van de
laatst levende coryfeeën uit
de begintijd van de oude stijl
Ondanks zijn hoge leeftijd
speelt Benny Carter nog
steeds trompet, saxofoon en
klarinet. Het 20ste Oude Stiil
Jazz Festival Breda wordt
gehouden van 24 tot en met
27 mei. Behalve Benny Car
ter zullen daar nog ongeveer
70 andere solisten en orkes
ten uit negen verschillende
landen te beluisteren zijn. In
totaal komen er ruim 400
muzikanten.
nolia speelt Alvast bedankt voor
komen. Orkestband: Het groot
te vermijden dans- en showor-
Diligentia, gisteravond.
Mevrouw Ferneodos. Een hys-
frische oversexte broekrok.
Üevrouw Van Putten. Last
ren dwangneurosen. Onaf-
cheidelijk van haar iets te
?ote tas. Beide dames dragen
k brillepoten over het ge
klakte kapsel met de ver
leerde scheiding. Mevrouw
fok, hun pinnige leidster,
foarsrecht, borst vooruit, han
en elkaar geslagen. Daad-
«acht, beheerstheid en quasi-
nvoelendheid verbergen een
frigide, door en door valse
®achtswellustelinge.
Dit trio heet Magnolia en reist
!n de troubletram door het
land om met hun problemen
Ms voorbeeld te werken aan
een groter welbevinden van
het publiek. Zij doen dat in ui
terst lijzige zwarte kleren met
gele biezen en pantykousjes.
Mevrouw Kok leidt de sessie
en hééft natuurlijk geen pro
blemen. Als u dat maar weet.
In een paar uur leert u om
gaan met kwellende zaken als
overtollige haargroei, jalouzie,
nervositeit, slechte adem, zol
derisolatie, stress, zware de
pressies, eenzaamheid en pyro
manie. Dit alles vanuit de filo
sofie: problemen zijn geen
straf, maar een oefening.
Daartussendoor amusement,
want het nuttige kan slecht
zonder het aangename. Liedjes
verzorgen de dames zelf, zin
gend als meisjes, wat bedeesd,
maar zuiver in de harmonieën.
Ook een canon, waarbij de
zaal in drie groepen wordt
verdeeld blijft ons niet be
spaard. En het wonder van het
theater geschiedt weer: de op
gezweepte groepen zingen om
het hardst tegen elkaar op.
Muziek maakt tenslotte alle
emoties los.
Ook gasten dragen bij aan het
algemeen welzijn. De Limara's
komen na de pauze met een
weinig overtuigend disconum
mer uit de lucht vallen, maar
van de hypernerveuze Kathy
en van de dames Bakker en
Bloedwijn valt weer veel op te
steken.
De voorstelling zit heel slim in
elkaar en verraadt een groot
psychologisch inzicht bij de
Magnolia's. De mevrouwen
maken daar volop misbruik en
benaderen de grens van het
genante soms schaamteloos
dicht. Nieuwe truttigheid een
uitgemolken en achterhaalde
trend? Welnee. Niet zolang die
nog tot een voorstelling als Al
vast bedankt voor het komen
kan leiden.
DICK VAN TEYLINGEN
Isabelle van Keulen
Meesterserieconcert door het Resi
dentie Orkest met medewerking van
Isabelle van Keulen (viool), onder
leiding van Bruno Weil. Werken van
Mozart. Gehoord in de Stadsgehoor
zaal op 23 maart.
Voor het meesterserieconcert
dat gisteravond in de Stadsge
hoorzaal werd gegeven, waren
vrijwel alle kaarten verkocht.
Ongetwijfeld zal hier het op
treden van Isabelle van Keu
len in Mozarts concert voor
viool en orkest in D (K.V. 218)
uit 1775 op van invloed zijn
geweest. Gedragen door een
solide ondersteuning van het
orkest, maar zich volkomen
vrij in haar partij bewegend,
legde zij in dit concert van
meet af aan een persoonlijk
stempel op het geheel.
De voortreffelijke voordracht
waarmee zij Mozarts schepping
tot leven bracht, muntte met
name uit in' een glasheldere
frasering. Nergens gehinderd
door een te beperkt klankpa-
let, slaagde zij er bovendien in
om elk nieuw motief en elke
reprise van dit eigenzinnige
stuk van een eigen kleur en
accent te voorzien. Het breek
bare samenspel met het orkest
bereikte zijn hoogtepunt in
een heel kalme uitvoering van
het andante cantabile, dat zo
een opmerkelijk bezonken uit
straling werd verleend.
Voor het optreden van deze
topsoliste was een strijkers-
groep van iets bescheidener
omvang deze Mozart-avond al
begonnen met de geliefde se
renade in G, (K.V. 525) uit
1781, beter bekend als „Eine
kleine Nachtmusik". Bruno
Weil leidde het orkest met
veel inzet in een levendige uit
voering. Toch had het contact
met het orkest soms nog wat
directer mogen ziin. Nu had
den Weils zinvolle wenken
niet altijd het gewenste effect.
Zo klonk het menuetto na een
knap gespeeld allegro en een
tedere romance andante, hier
en daar wat nonchalant. In de
grote „Jupiter-symfonie" (in
C, K.V. 551 uit 1788) daarente
gen was het samengaan van
dirigent en orkest voorbeeldig.
Met overrompelende overtui
gingskracht legden de musici
al hun muzikale kunnen in
het allegro vivace, waarmee
het schrijdende andante canta
bile daarna een heerlijk con
trast vormde. De geniaal gedo
seerde frivoliteit in het me
nuetto was vervolgens niet
minder aan het gezelschap be
steed dan de prachtige synthe
se die de rijpe Mozart in zijn
slotdeel molto allegro legde.