Zonder hiernamaals moet alles uit 'hier en nu' komen 'final naie Raadslidmaatschap wordt onderbetaald PROF. TEN HAVE OVER GEZONDHEIDSOBSESSI ■foklóe&Mj/tcuit1 ZATERDAG 17 MAART 1990 PAGINA 'Wat is het belangrijkste in uw leven?'. Op die vraag geven de meeste mensen als antwoord: 'gezondheid'. Zelfs gereformeerden - toch be horend tot de meest godvrezenden in ons land - vinden hun lijf en leden belangrijker dan zoiets als 'geloof of de zekerheid van ziele- heil. Het belang dat Nederlanders hechten aan gezondheid blijkt ook uit de cijfers. Per jaar be steden we met z'n allen zo'n veertig miljard gulden aan gezondheidszorg, dat is zo'n negen procent van wat de Nederlanders met elkaar verdienen. Sommigen noemen de wens om vooral gezond te zijn en te blijven een obsessie. Daarom nam de rooms-katholieke Thomas More Academie in haar lezingenserie 'De obses sies van de twintigste eeuw' ook het onderwerp gezondheid op. Een van de inleiders op die avond was prof. dr. Henk ten Have uit Maas tricht. Met hem een gesprek over de achtergron den van het huidige denken over gezondheid, en over actuele problemen bij de verdeling van de schaarse middelen die moeten leiden tot de zo gewenste gezondheid. Volgens prof. Ten Have is er altijd wel vrees voor de dood geweest. „Maar dat is wat anders dan die complete angst voor het grote verdwijnen van onze tijd". FOTO: SP MAASTRICHT - De vraag wie wel en wie niet voor een dure hart transplantatie in aanmerking zou moeten kunnen komen is interes sant, maar er gaat een vraag aan vooraf: ten koste van wie en van wat willen we eigenlijk hart-, lever en andere dure transplantaties? Vinden we bijvoorbeeld bij voor baat dat het geld beter daaraan kan worden besteed dan aan zorg voor gehandicapten en zwakkzinnigen? Sommige mensen zijn daar wel uit. Voor hen is het leven zo de moeite waard om geleefd te worden, dat ze vinden dat een harttransplantatie in het ziekenfondspakket moet worden opgenomen. Prof. dr. H.A.M.J. ten Have, bijzonder hoogleraar in Maastricht die zich vopral bezighoudt met medische ethiek vindt dat meer mensen intensiever over deze problematiek moeten nadenken. Dat doorbreekt de vanzelfsprekendheid waarmee nu allerlei keuzen worden ge maakt tussen inderdaad bijvoorbeeld dure transplantaties en zorg voor gehan dicapten. Dat nadenken helpt, denkt Ten Have, in het algemeen bij het oplos sen van de problemen met de schaarste in de gezondheidszorg. Hij is wat dat nadenken betreft best een beetje optimistisch. Onlangs was hij gastspreker in Den Haag op een cursusa vond van de katholieke Thomas More- Academie en ontmoette daar een groot en zeer belangstellend publiek voor pre cies deze onderwerpen. Het staat voor de hoogleraar (medicus èn filosoof) vast: de 'obsessie' voor de gezondheid die we in onze cultuur zien, heeft te maken met de wijze waarop we aankijken tegen leven en dood. Heel kortweg en zwartwit gezegd komt het er op neer dat wanneer m een samenleving het geloof in een hiernamaals niet meer bestaat, het hiernumaals vreselijk be langrijk wordt. Het hier en nu is het eni ge leven dat bestaat, dus moet ten koste van alles worden geprobeerd dat leven te verlengen. Ten Have: „In onze cultuur heerst de grote angst voor het totale verdwijnen; wie het leven verliest heeft alles verlo ren. Maar mensen kunnen ook anders denken, onze angst voor de dood is niet universeel. Dat blijkt ook wel uit histo risch onderzoek: in vroeger tijden werd het sterven zoveel mogelijk in eigen hand gehouden; bijna geénsceneerd werd er afscheid genomen en daarna overleed men. Er was geen reden om dat sterven uit te stellen, omdat de taken waren vol bracht". „Er is natuurlijk wel altijd vrees geweest voor de dood, denk ik. Maar dat is wat anders dan die complete angst voor het grote verdwijnen van onze tijd. In de biografieën van Franciscus zie je naar mijn idee heel duidelijk dat besef van het leven-na-dit-leven. Bij hem is er zo iets als: einde is nieuw begin. We gaan over naar een ander en beter leven. Van Franciscus wordt verteld dat hij vanaf de dag van zijn bekering onophoudelijk ziek was en toch opgewekt. Malaria, tu berculose, oogontstekingen, het deerde hem niet. Toch was hij geen masochist, noch een voorstander van tuchtiging en strenge ascese. Gezondheid en ziekte wa ren voor hem gewoon van minder be lang. Als er geen angst is voor de eindig heid en sterfelijkheid, ook al herinnert ziekte ons daar doorlopend aan, dan wordt gezondheid betrekkelijk en het te gendeel van een obsessie". Ziekte, gezondheid en religieus besef ho ren vanouds bij elkaar. Te denken valt aan de gezondheidsrituelen in allerlei culturen, maar ook het voorval waaro ver het Johannes-evangelie bericht. De discipelen vragen bij het zien van een blindgeborene: heeft hij of hebben zijn ouders gezondigd? Jezus wijst hen te recht; ziekte is niet het gevolg van een individuele zonde, maar wel een verwij zing naar de zondigheid, de onvolmaakt heid en eindigheid van het bestaan. Ziekte is - in de vaktaal van Ten Have - een metafysisch gegeven. Religieus In de westerse cultuur zijn die religieuze aspecten van ziekte en gezond-zijn uit de geneeskunde verdwenen; geboren wor den, lijden en sterven zijn tot technische problemen geworden. Toch heeft ook de moderne mens behoefte aan die andere context. Ten Have wijst op de bedevaart naar Cornelius (die vooral aan zenuw zieken kracht geeft) in het Limburgse Borgharen. Jaarlijks nemen daaraan zo'n vijftienduizend mensen deel. „En hoe veel gaan er niet naar Lourdes? Je kunt zeggen dat het volksgebruik is, maar net zo goed kun je zeggen dat je hieraan kunt zien hoeveel mensen bezig zijn met ziekte en gezondheid. Bedevaarten zijn niet in de eerste plaats gericht op een al ternatieve geneeswijze, zoiets van: ik heb nu chemotherapie gehad en nu ga ik nog naar Lourdes. Wat er gebeurt is dat ziekte en lijden op een andere manier, in een ander perspectief aan de orde wor den gesteld". „Ik denk trouwens dat het andere per spectief precies datgene was wat mensen oorspronkelijk naar de alternatieve ge neeswijzen trok. In de reguliere gezond heidszorg krijg je een pilletje en verder niet; maar medicijnen in alternatieve ge neeswijzen staan vaak in uitgesproken perspectief van een bepaalde mens- en wereldbeschouwing. Misschien moet je zeggen 'stonden', want allerlei middelen en technieken uit de alternatieve hoek zijn nu 'los' verkrijgbaar bij de gewone huisarts. Je hoeft niet meer in yin-yang te geloven om een acupunctuur te willen en te krijgen. Daarmee wordt overigens naar mijn oordeel het alternatieve ont kracht". Ethiek De filosofie en dat specifieke onderdeel dat zich bezighoudt met 'het goede le ven', de ethiek, is de afgelopen dertig jaar niet ontkomen aan "het 'technische' en op toepassing gerichte denken in de samenleving. Ethiek neemt op veel uni versiteiten een marginale positie in. En de aandacht die er aan aan ethiek wordt gegeven is vooral gericht op directe toe^ passing, vooral in de gezondheidszorg. Van de ethicus wordt een oordeel ge vraagd over een een concrete situatie: is die of die behandeling wel of niet oir- baar, bijvoorbeeld. Ten Have: „Eigenlijk is dat heel gek, dat steeds maar vragen naar het goed-of- kwaad-oordeel van de ethicus. Van een kunstfilosoof vragen we toch ook niet een goed schilderij te maken; van de we- tenschapsfilosoof toch ook niet dat hij zelf aangeeft hoe een experiment opgezet moet worden, uitgevoerd en geëva lueerd? Van de ethicus vragen we dat wel: hij moet in allerlei concrete situaties ja of nee zeggen. Gelukkig denken steeds meer ethici dat het zo eigenlijk niet kan. 'We moeten ons meer bezighouden met de filosofische vragen', vinden ze. Bij voorbeeld: wat voor soort leven willen we eigenlijk; wat houden kwaliteitsoor delen over 'leven' eigenlijk in. Of: wat zijn de achtergronden van het niet ac cepteren van de eindigheid van het be staan?". In ons land bestaan 220 medisch-ethi- sche commissies, verbonden aan instel lingen voor gezondheidszorg. Een goede zaak, vindt Ten Have, als mensen in de gezondheidszorg zich nadrukkelijk bezig houden met ethische vragen. Maar er is een gevaar. In Amerika is het al zicht baar: de medische commissie kan func tioneren als het morele geweten van het ziekenhuis dat dwingende adviezen geeft aan de behandelaars. „Je ziet in de Vere nigde Staten dat artsen, verpleegkundi gen gaan denken dat de medisch-e sche commissies de beslissingen ner en dat zij louter uitvoerders zijn van uitkomsten van dat morele beraad, ontstaat dan een beeld van een sc ethisch consulent diè samen met de handelaars de bedden langs gaat en ethisch oordeel uitspreekt. De arts is dan voor de 'technische uitvoering', immers apart iemand voor de ethisi vragen". Zo moet het dus niet, vindt Ten Ha maar de ontwikkeling in ons lands n wel er wel naar, waarschuwt hij Wie beslist? hij teg he Terug naar de harttransplantaties, beslist? Ten Have wijst op de merkw; dige situatie dat vrijwel alle advie over besteding van schaarse middelei de gezondheidszorg wijzen in de richt van de politiek. „Op centraal niv moeten beslissingen worden genom Maar wie luistert naar het politieke bat over volksgezondheid merkt dat politiek haar verantwoordelijkheid i oppakt. De oplossing wordt gezocht een of ander compromis. Zo van: doen alle dure operaties wel, maar alles een paar minder". „Dat is een kwalijke zaak, want de fe lijke beslissing wordt zo verschoven n het werkveld. Artsen staan voor ziekbed en moeten de beslissing nem hij wel of hij niet. En dus zijn ze dwongen allerlei niet direct medisch langrijke beslissingen te laten meewej Leeftijd bijvoorbeeld of de wijze waa iemand heeft geleefd (roken, drink drugs) en wie weet, of iemand veel ta spreektHet werkveld zoekt naar teria omdat het wordt opgezadeld keuzen die de politiek niet aandurft' „Door juristen wordt wel de nadruk legd op de gelijkwaardigheid van iet een; individuele factoren mogen meespelen bij de keuze van wel of behandelen van mensen. Iedereen m dezelfde kans op behandeling hebben het ideaal. Maar ik weet niet of je goed uitkomt met zo'n manier van c ken. Het is natuurlijk duidelijk dat in praktijk een arts veel meer weet van' patiënt dan diens puur medische g vens. En als hij voor een keuze kom staan: of de een of de ander helpen, gen dan die individuele aspecten meewegen? Moet een moeder van jonge kinderen voorgaan op een alle staande man van vijfenvijftig jaar moet dat niet?. Juristen zeggen dan: deze manier treedt veel verhulde selet op. Ik vind die interpretatie niet terei Het probleem is dat je in dit geval j algemene regels kunt maken. Maar je dat niet kunt, betekent toch niet da 'dus' moreel verkeerd zit?". Ethiek moet niet worden versmald 'morele technologie', vindt Ten Have filosofie omvat meer dan vragen kennis-theoretische aard. De filosofis vraag: 'wie is de mens' opent een wijder veld, ook voor de ethiek. Dai er ook ruimte voor de levensbeschou lijke invalshoek en komen waarden die de 'obsessie van de gezondheid' licht aantasten. De kerk zou, aldus Ten Have in dat p ces wel wat creatiever kunnen zijn, best een bepaalde inbreng kunnen h ben in de verwoording van allerlei dendaagse problemen en oplossin daarvoor. Er zijn voldoende rooms- tholieken die zich heel nadrukkelijk zighouden met dergelijke kwesties. Ze internationaal gezien spreken rooms- tholieke ethici een belangrijke rol. Daartegenover staat het officiële, het sloten circuit' van de kerk. De bijdr aan de discussie beperkt zich meestal louter een afwijzing van allerlei ontv kelingen. Daardoor zet de kerk zich buiten spel en gaan kansen verloren juist als kérk de discussie en de ontv* kelingen te beïnvloeden. LUTSEN KOOIST to (Vervolg vorige pagina) DEN HAAG - Hoewel veel men sen dat niet weten, staat aan het hoofd van een gemeente niet de burgemeester doch de raad. Maar de salariëring is omgekeerd evenre dig. Zelfs in de vier grote steden bedraagt de honorering van raads leden een schijntje van het salaris dat de burgemeester en wethouders genieten. Ter informatie: de eerste burger van Den Haag 'vangt' jaarlijks rond de twee ton, woont in een fraaie ambtswoning (waarvoor hij overigens wel huur moet betalen) en heeft de beschikking over een limousine-met-chauffeur. Een raads lid in de Residentie krijgt maximaal 38.500 gulden per jaar, waarvan een deel bestaat uit een vergoeding voor onkos ten. Havermans vindt dat dat bedrag zo spoedig mogelijk opgetrokken dient te worden. „Je schrikt van de toename van het tijdsbeslag. Raadsleden in een stad als Den Haag maken werkweken van twintig tot dertig uur. En dat voor een vergoeding die veelal onder het be staansminimum ligt. Er gaan nu steeds meer stemmen op om van het raadslid maatschap een deeltijdbaan te maken. De functie zou daardoor aantrekkelijk kunnen worden voor mensen die elders part-time werken óf willen gaan werken. Maar dan moeten we die mensen voor hun werk als raadslid ook naar evenre digheid honoreren. En dan kom je op een belangrijk hoger bedrag dan ze nu krijgen. Maar als je uitrekent wat dit de nationale schatkist zou kosten, dan is het eigenlijk helemaal niet zo veel. Als samenleving zouden we dat er best voor over kunnen hebben". „Als gemeente Den Haag verrichten wij coördinerend werk voor de vier grote steden wanneer het gaat om contacten met het ministerie van binnenlandse za ken over dit soort financiële kwesties. Wij gaan weer aankloppen bij BiZa. Er moet wat gedaan worden. Je kunt van mensen niet verlangen dat ze de werk zaamheden als raadslid er zo maar even bij doen. Het is ook lang niet altijd dankbaar werk. Je krijgt heel wat voor je kiezen. Als je dat gewetensvol wilt doen dan moet je er heel veel tijd in stoppen. Bovendien is het zo dat alleen ambtena ren vrij krijgen voor het raadswerk. An dere werknemers krijgen dat niet. Als je de rechtspositie beter regelt, zou je ook van dat probleem af zijn". „Ik zeg dit alles niet omdat ik zou vin den dat de kwaliteit van de raadsleden op dit moment niet goed genoeg is. Inte gendeel. In een stad als Den Haag vind ik dat wij ons gelukkig mogen prijzen met onze raadsleden. Ik zeg dit, omdat ik vind dat wij een te groot beroep doen op onze mensen. Het is onvoorstelbaar als je ziet hoeveel uur raadsleden bezig zijn. En ze zijn er elke keer weer, hè. Als ik de raadsvergadering voorzit en om me heen kijk, dan denk ik weieens: nou ja, het is mijn vak, ik word er voor be taald en goed ook, maar al die anderen hebben gewoon een andere baan. En toch zitten ze er ook weer en hebben ze de Stukken weer gelezen! Is het dan ver antwoord om die lage beloning te hand haven? Ik vind van niet". -

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 28