Nationale titel een unicum voor Schuilenburg Betaald voetbal is voor Marcel Valk geen utopie CcidócSouoatit ZATERDAG 10 MAART 1990 PAGINA 31 LEIDERDORP/LEIDEN - Al zo'n dertig jaar, sinds 1961, is de impo sante beker die verbonden is aan de nationale tennistitel in de cate gorie tot en met achttien jaar opge sierd met de naam van Tom Ok- ker. Vele corypheeën wonnen in de daarop volgende jaren deze fel be geerde wisseltrofee. Sinds afgelopen zondag mag ook Kees-Jan Schui lenburg zich voor een jaar de trotse bezitter noemen van dit brok ten- nishistorie. De Leiderdorper zorgde tevens voor een unicum door na de in 1984 veroverde titel bij de twaalfjarigen ook die van de oudste leeftijdsgroep op te eisen. Sinds jaar en dag is binnen de toch enge wereld van het geselecteerde jeugdtennis de stelling te beluisteren, dat het aan het einde van het juniorentijdperk pas echt menens wordt. „Dat hebben veel men sen mij inderdaad verteld toen ik in 1984 Nederlands kampioen werd bij de twaalfjarigen", bevestigt Kees-Jan Schui lenburg. „Heel veel mensen vonden, dat ik veel te verdedigend speelde om een goede tennisser te worden. En verder was ik een mazzelaar, omdat ik tegen Richard van Steenwijk het voordeel had van regenachtig weer en een trage baan met natte ballen. Maar ik heb nu op snelle indoorbanen en met ballen, vers uit het blik de titel bij de oudste groep (t/m 18 jaar) binnengehaald en dat is wel weer het andere uiterste". Het district Leiden heeft met Kees-Jan Schuilenburg een talent binnen haar grenzen. De zeventienjarige Leiderdor per noemt zichzelf weliswaar niet zo, maar beschikt naast een compleet arse naal aan slagen, ook over veel aanleg. En beschikt, zoals tennisleraar Cees Houwe- ling uitlegde aan zijn finaletegenstander, Timo Luca, over „een goede kop". De reeks van overwinningen in de nationale titelstrijd tot en met achttien jaar was ook beslist imponerend en getuigde van een sterke mentaliteit. Na een „warming up" tegen Tim van Veldhoven werd met 6-1, 6-2 revanche genomen op Eric Brummer, die Schui lenburg in het BI-toernooi van Wierden de voet had dwarsgezet. In de kwartfina le veroverde Dirk-Jan Schouten, die fa vorieten als Eddy Bank en Léon Nie- mandsverdriet had geëlimineerd wel de i eerste set, maar was daarna met 6-2 en 6-1 kansloos. Ingmar Boerhorst, de te genstander in de halve eindstrijd, had de feplaatste Richard van Steenwijk (7) en ander van Gelder (2) verslagen. De j voormalig jeugdkampioen tot en met 14 jaar (1988) en nummer één op de 'ran king' bij de zestienjarigen werd nuchter naar een 6-1, 6-4 nederlaag gespeeld. Ook de finale vergde met 6-4, 6-4 slechts twee sets. werd een beroep op Carel de Bruyn van Dekker gedaan. Daarnaast was er bege leiding in het programma, dat ondanks eindexamenverplichtingen, voerde langs sterke BI-toernooien in Vroomshoop, Enschede, Renkum, Wierden, Hoorn en Haaksbergen. Ook de kwalifïkatie van het A-toernooi van Bosheim in Bussum werd gespeeld. Schuilenburg: „De start was niet bepaald goed, maar de laatste twee toernooien kwam ik in de finale en de Twentse Open won ik zelfs. In de Krokusvakantie wilden we eerst een toernooi in Frankrijk spelen. Maar ik kon ook kiezen voor de Open Enschede- se, waar ik de titel moest verdedigen, of de jeugdnationales. Ik voelde mij in vorm en heb dus achteraf goed geko zen". Reputatie De wisselbeker staat als duidelijk bewijs van de juiste keuze op tafel. Vanaf 19o0 staan de namen van de nationale jeugd kampioenen op deze „Knickerbocker"- beker gerangschikt. Kees-Jan Schuilen burg treedt in de voetsporen van Jan Siemerink, de Rijnsburger die in 1988 de trofee veroverde. Tom Okker was in 1961 de grote man, die als opvolger een zekere Philip van der Kwast kreeg, in het huidige dagelijks leven de scepter zwaaiend over het tenniscentrum in Warmond. Andere gereputeerde win naars zijn Oegstgeestenaar Wouter Fok (1971) en Huub van Boeckel, alsmede René Moos en Christiaan Feenstra, die in twee achtereenvolgende jaren zege vierden. Uiteraard ontbreekt het grootste talent na Okker, Eric Wilborts niet. De Bra bander die in 1979 als vijftienjarige de hoogste eer voor zich opeiste, vervult voor Kees-Jan Schuilenburg een voor beeldfunctie. Wilborts brandde binnen het bondsgebeuren wel heel snel op en verschafte aan de leergierige Leiderdor per de informatie hoe snel reputaties kunnen knakken. De carrière van Schui- lenbqrg, op dit moment geklasseerd bij de beste 100 op de nationale ranking. verloopt veel gelijkmatiger. Wat allemaal niet wegneemt dat het ten nis voorlopig even op het tweede plan zal staan. Het is nu het eindexamen VWO dat de hoogste prioriteit bezit. Een keuze die ook betekent dat Kees-Jan Schuilenburg - oorspronkelijk als sterke reserve voor de hoofdklasse aangetrok ken - zijn door de jeugdtitel veroverde, vaste plek in de Unicum-basis niet we kelijks zal invullen. „Eerst wil ik dat vereiste diploma halen. Als ik met mijn examen in de knoop kom, moet de com petitie wijken. Als ik dan dat papiertje eenmaal heb, wil ik een jaar tennissen om te kijken wat er voor mogelijkheden zijn. Mislukt dat, dan ga ik gewoon stu deren. Lukt het wel, dan wordt het wel licht een combinatie van tennis en stu die in Amerika". Kees-Jan Schuilenburg toont met trots de „Ik denk wel dat ik voordeel gehad heb van het feit dat ik een toernooiprogram- ma had. Rogier Taphoorn gold als favo riet, maar is A-speler. Er zijn behalve de nationales geen jeugdtoernooien voor tot en met achttien jaar en in de twee winter A-toernooien heeft hij maar één enkele ronde gespeeld. Rogier had gewoon geen wedstrijdritme en dus kon Ralph Schol ten, die met Ingmar tot de beste zestien kampioensbeker met de vele illustere namen jarigen behoort, in twee sets van hem winnen". Schuilenburg heeft nog een toelichting op zijn winst in de finale: „Ik had in het Beemsterboertoernooi al van Timo Luca gewonnen. Wij kunnen het goed met elkaar vinden en daardoor ziet hij mij, denk ik, als een tegenstander waar hij niet tegen op kan". Kees-Jan Schuilenburg is een toernoois- peler geworden. De Leiderdorper, die na van vroegere winnaars. het behalen van zijn titel bij de twaalfja rigen in de groepen tot en met veertien en zestien jaar fanatiek maar tevergeefs probeerde een nieuwe erepalm te beha len, volgt een wedstrijdprogramma. „Toen ik vijftien was, heb ik het jeugd tennis vaarwel gezegd. Ik had toen zeven districtstitels op zak en zag het in jeugd toernooien eigenlijk niet meer zitten. Daarbij stopte Peter Klein, die ik steeds FOTO: HENK SNATERSE als privécoach heb gehad met de training in het district. Het eerste jaar heb ik se- niorentoernooien in C gespeeld en ver volgens heb ik de B-toernooien gepro beerd". Ook in het tiende jaar van de samenwer king tussen de jeugd ontgroeide Bi- speler en de inmiddels ook ervaren te noemen coach werd een Nederlands pro gramma opgesteld. Voor de trainingen Onder redactie van Kampioen? Wordt Quick Boys kampioen? Zullen de Katwijkers er twintig jaar na de instel ling van de zaterdagse eerste klasse nu eindelijk eens in slagen de afdelingstitel te veroverenZal dit seizoen voor eens en voor altijd worden afgerekend met een minderwaardigheidscomplex ten opzich te van streekgenoten als Noordwijk en Rijnsburgse Boys, dat zo langzamerhand gigantische vormen moet hebben aange nomen? Wijze mensen zullen zeggen dat de ant woorden op al die vragen pas over een kleine twee maanden kunnen worden verschaft. De eindstreep van de competi tie is immers waar het Quick Bovs be treft nog negen wedstrijden ver en de con statering dat de eind prijzen pas aan de meet worden verdeeld, is niet voor niets al zo vaak gemaakt. Nog even. geduld dus, zullen aie wijze mensen een ieder, ongetwijfeld goed bedoeld aanraden. Kampioen? (2) Wij van Hutspo(r)t evenwel, denken het eerder te weten. Óm precies te zijn: van- Peter van der Hulst middag al. Direct na de confrontatie die Quick Bovs op het schiereifand Marken met de club van die naam wacht, kan wat ons betreft de rekening worden opge maakt. Die confrontatie immers, is de laatste seizoenen steeds een juiste graad meter gebleken voor de werkelijke kam pioenskansen van de Katwijkse blauwwit- ten. Hoe hoog Quick Boys ook op de ranglijst vertoefde, hoe diep Marken ook richting kelder was afgezakt, als het echt moest, won Quick Boys nooit. Het gelijk spel dat de tegen degradatie knokkende eilanders dit seizoen in Katwijk afdwon gen. is wat dat betreft al veelzeggend. Winst van Quick Boys op Marken bete kent voor ons dus eenvoudig dat voorzit ter Guyt en zijn mannen de champagne alvast kunnen bestellen. Of Noordwijk nu wint of verliest, of Rijnsburgse Boys nu wel of niet de hoop op een kampioen schap heeft opgegeven; Katwijkse winst op Marken is in alle opzichten winnend. Eigenwijs als wij zijn, geven wij u dat bij deze op-dit briefje. En als Quick Boys daar nu niet wint? Welnu, dan vrezen wij voor onze Kat wijkse vrienden dat de geschiedenis zich ook in dit twintigste seizoen best wel eens zou kunnen herhalen... LEIDEN - Het Leidse voetbal is niet meer wat het geweest is. Waar in het verleden nog met enkele ver enigingen (UVS, Roodenburg, Lugdunum en LFC) werd gestre den op het hoogste amateurplan, daar verloor de Sleutelstad het af gelopen seizoen met de degradatie van UVS zijn laatste exponent in die amateurtop. In de strijd om het verloren gegane terrein weer goed te maken, worden de Leidse clubs hardnekkig gestoord door trainers en scouts uit het betaalde voetbal. Het spaarzame talent van met name UVS en Roodenburg dat even met het hoofd boven de spe- lersruif uitsteekt, wordt er steevast uitgepikt. Marcel Valk is zo'n speler voor wie het betaalde voet bal geen utopie meer is. Hij staat in de belangstelling van clubs als FC Den Haag en Roda JC. Van kindsaf aan droomde Marcel Valk al van volle stadions. Zijn ambitie om betaald voetbal te spelen dateren dan ook niet van gisteren. Begonnen bij de v.v. Koudekerk belandde hij via Rood enburg („De trainer, Harry Talsma, wil de tegen mijn zin in dat ik rechterspits ging voetballen") en RCL („Ik kon niet aarden tussen al die oude gasten") bij UVS. Intussen is Valk daar aan zijn der de seizoen bezig en wordt wekelijks be wezen dat hij pas optimaal rendeert in een prettige voetbalomgeving. „Af en toe op de training denk ik wel eens dat de sfeer zelfs te goed is", aldus Valk. De verstandhouding bij zijn laatste vereni ging is niet altijd rozegeur en maneschijn geweest. „Vorig jaar liepen er drie spe lers rond die de sfeer een beetje verpest ten", is alles wat Valk hierover kwijt wil. Stoppen Hoewel de liefde voor het voetbalspelle tje diep zit bij hem, liep de inwoner van Hazerswoude Rijndijk aan het einde van de vorige voetbaljaargang rond met het plan om te stoppen. „En dat had niets met de degradatie te maken. Ik was het vorig seizoen 11 van de 26 wedstrijden geschorst, en daar baalde ik flink van". Omdat volgens Valk zelf voetbal het be langrijkste is in zijn leven („Naast mijn vriendin, anders krijg ik ruzie thuis"), is het niet verwonderlijk dat het plan geen uitvoering vond. „Ik wilde laten zien dat ik het wel kan, en ik moet zeggen dat het aardig gaat tot nu toe. Op grof spel van tegenstanders reageer ik al bijna niet meer. Alleen tegenover scheidsrechters vergeet ik mezelf nog weieens, maar ik leer er elke keer weer van". Zijn oogst voor het 'verbale geweld' kostte hem tot nog toe twee boekingen. Van de toegenomen zelfbeheersing profi teert Valk niet alleen. Ook de geïnteres Marcel Valk in actie voor het Leidse UVS. seerden uit het betaalde voetbal zien hem wat vaker aan het werk nu hij niet meer wordt gestoord door hinderlijke schorsingen. De aandacht uit het prof voetbal heeft tot nu toe geresulteerd in enkele trainingen. Drie maal met de A- selectie van Den Haag en eenmaal met de tweede selectie van het Limburgse Roda JC. „Twee jaar geleden heb ik al eens een training bij Volendam meege maakt. Samen met twintig anderen was ik daarvoor uitgenodigd. Ik voelde me toen net een nummer. Bij Den Haag en Roda was ik de enige, en dat ging met een ook een stuk lekkerder". Valk merk te hier echter dat er op voetbalgebied nog veel leren valt. „Het is uiteraard fel ler en sneller. Je moet er veel directer spelen, naast luchtduels en verdedigen duidelijk niet mijn sterkste punt". De faam van de balvaardige middenvelder is inmiddels ook al doorgedrongen tot de meeste tegenstanders. „Vooral na de winterstop merk ik dat ik wat minder ruimte krijg. Reden temeer om flink te werken aan het sneller handelen in bal bezit". Wie minder blij is met de publiciteit rondom Valk is UVS-trainer Ruud de Een shirt dat hij in het nieuwe seizoen Groot. Hij is bang dat zijn topscorer ver geet dat hij nog bij UVS, dat nog in felle strijd geleverd is om het kampioen schap, voetbalt. „Leuk voor Valk al die trainingen, als hij wel maar onthoudt dat UVS op de eerste plaats komt op het ogenblik. Dat betaalde voetbal komt dan vanzelf wel. En tenslotte is het allemaal nog niet zover". Marcel Valk zelf is zich ook terdege bewust dat de aandacht rond zijn persoontje verplichtingen met zich meebrengt. „In je onderbewustzijn speelt het toch een rol. In dienst ben ik een stuk stiller. Je gedachten dwalen toch af naar wat er eventueel gebeuren gaat. Je teamgenoten vragen of je al wat meer weet, kortom je wordt er elke keer weer aan herinnerd. Maar het brengt wel met zich mee dat ze nu wat meer van mii verwachten. Ik moet gewoon laten zien dat ik die aandacht waard ben", zegt de in de Residentie gelegerde dienstplichtig militair. Voorlopig is het echter nog afwachten, maar indien de interesse van betaalde clubs concretere vormen aan gaat nemen dan weet hij zich altijd gesteund door Fred Fillipo en Wim Rijsbergen. „Bei jk verruilt voor dat van een profclub. FOTO: ANDRÊ VAN HAASTEREN den kennen het klappen van de zweep". Tot die tijd zal hij zich inzetten voor UVS, want uit zijn woorden blijkt dat hij niet voornemens is de Kikkerpolder om een andere reden de rug toe te keren. „De sfeer is hier prima. Qua organisatie denk ik ook dat je het niet beter kan treffen. Oké, in het zaterdagvoetbal is de publiciteit wat groter, maar als je al bij een paar clubs hebt gezeten dan weet je onderhand wat er wel en niet te koop is". En als het een beetje meezit, speelt UVS volgend jaar weer in de hoofdklas se. Valk zelf vindt dat er in Leiden niet gewanhoopt hoeft te worden indien dit niet lukt. „We hebben een jong team, voor sommigen zou het geen ramp zijn zich nog wat verder te ontwikkelen in de eerste klasse, want het verschil met de hoofdklasse is toch behoorlijk". Van in vloed zal deze uitspraak van Valk niet zijn op zijn strijdlust. „Ik heb altijd voor het voetbal geleefd. Ik ben geen stapper, rook niet en drink af en toe een biertje na de westrijd. Ik wil het betaalde voet bal dolgraag in. Als ik de kans krijg dan wil ik hem ook met beide handeti pak ken". YVAN HERMANS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 31