Rick
Moranis:
Hollywoods
serieuze
minkukel
'finale
„Ik hou van de romantiek
uit de tijd van De Brug"
'CeidócGotrtfMit'
LONDEN - Dat kleine, bebrilde
koppetje, de wat bollige wangen, de
ingebouwde uitdrukking van ver-
ongelijktheid geven hem het uiter
lijk van de intellectueel die het niet
gered heeft. Met een pietsie van het
schlemielige van Woody Allen. De
ideale minkukel en onderdeur voor
de populaire Hollywood-komedie:
Rick Moranis, in steeds meer films
te zien.
In omgekeerde tijdsorde: de in Canada
geboren Rick Moranis is de warhoofdige
professor die zijn eigen kinderen ver
kleint in het Disney-spektakel 'Honey, I
shrunk the kids'; in 'Parenthood' was hij
een oenige vader die zo nodig zijn doch
tertje van vijf tot genie wil drillen; in de
twee Ghostbuster-films was hij slachtof
fer van geesten en slijm in het komische
spoor van Dan Ayckroyd en Bill Mur
ray, in 'Spaceballs' ging hij aan de hand
van Mel Brooks parodistisch de ruimte
in, in 'Little shop of horrors' was hij
bloemist Seymour die het aan de stok
krijgt met de zingende en vleesetende
plant, in Walter Hills 'Streets of fire'
speelde hij een maniakaal managertje
van zangeres Diane Lane. Heeft u hem
voor zich? Dat zou dus lachen kunnen
worden in dat dure Londense Dorches-
ter-hotel waar hij op me zit te wachten
voor een babbel. Helemaél niet. Rick
Moranis is gewoon een serieus acteur,
die ze allemaal op een rijtje heeft, het
vertikt om in het dagelijks leven een rol
te spelen en nog altijd een beetje verbijs
terd is dat het hem zo goed gaat.
Nog in de schoolbanken van de 'high
school' in zijn geboorteplaats Toronto,
Canada, begon Moranis als leuke
schnabbel aan een radioprogramma mee
te werken. Hij kreeg er een vaste baan
door bij de Canadian Broadcasting Cor
poration, waar hij meteen eigen pro
gramma's ging produceren en tekstmate
riaal voor discjockey's schreef. „Tot
mijn verbazing vonden ze het leuk wat
ik er in die regionale programma's uit
kraamde", herinnert hij zich. „Ik mocht
eerst een paar keer kort komen opdra
ven in enkele tv-shows, en in 1980 kreeg
ik een kans bij Second City TV. Dat was
in Canada de tegenhanger van het Ame
rikaanse 'Saturday Night Life', dat satiri
sche programma waar komieken als
Ayckroyd en Eddie Murphy begonnen".
Moranis liet er imitaties zien van Dick
Cavett, Woody Allen en Merv Griffin.
Het programma had zo'n succes dat het
Amerikaanse NBC het overnam. En Mo
ranis kreeg Emmy Awards voor zijn
tekstbijdragen in '82 en '83. In '84 kwam
'Ghostbusters'. En inmiddels is Rick
Moranis vaste gast in Hollywood.
Frank oz
Zijn leukste rol tot nu toe? „Little shop
of horrors" antwoordt hij zonder naden
ken. Waarom? „Niet omdat het zo'n on
gelooflijk succes zou zijn geworden,
want dat wSs 't niet. Een musical met
horror in de titel? Niemand wist wat hij
er mee aan moest. Maar ik heb met re
gisseur Frank Oz hier enkele maanden
in Londen gezeten voor de opnames.
Een fantastische tijd. Oz is ongelooflijk,
wat kan die man veel. Al die stemmen
in de Muppet-shows, teksten maken, re
gisseren. En 'Little shop of horrors' was
natuurlijk zeer ongewoon, met die al
maar groter wordende, zingende en
vleesetende plant. We werkten met een
man of twintig die allemaal bezig waren
met één ding: de mond van die plant
synchroon met de muziek laten bewe
gen. Normaal gesproken zit je met één
poppenspeler voor één karaktertje in
zo'n soort film. Hier moesten de levens
grote lippen geloofwaardig bewogen wor
den. Dus had iedereen een mondspier
van die steeds enormer wordende plant
te bedienen. Via draden, op afstand. Dat
gaat zwaar, log. Dus weet je hoe we dat
opnamen? Met een versnelde camera.
Dus ik moest héél langzaam, als in slow
motion bewegen. Dan leek het op film
net of de plant normaal zong en ik nor
maal bewoog". Moranis staat op. Het
wordt de enige keer in het gesprek dat
hij iets komisch doet: hij beweegt zich
door de hotelkamer als een astronaut tij
dens z'n eerste maanwandeling.
Hoe hij z'n rollen kiest. Om het geld?
De grootte? Het karakter? Moranis:
„Dat is van zoveel dingen afhankelijk.
Er moet iets zijn dat je leuk vindt. Geld
alleen is het nooit. Ik heb net een script
geweigerd waarmee ik een paar maanden
zoet was geweest. Nee, geen namen. Dat
betekent wel dat er even minder brood
op de plank is. Mijn vrouw is erg be
langrijk bij m'n beslissingen. Ze is een
buitenstaander in de filmwereld en heeft
een nuchtere kijk op scripts. Als zij het
niet ziet zitten, is het bijna zeker dat ik
het ook niet dóe. Maar zo'n 'Ghostbus
ters', dat is leuk werk. Bill Murray, Ha
rold Ramis, Dan Ayckroyd en ik, we
zijn allemaal schrijvers. Dus het script
belandt nog wel eens op de grond en ie
der gooit z'n eigen ideeën in de groep.
Net zoals bij 'Second City' indertijd.
Maar zo'n film als 'Space Balls'. Puur op
het script afgaande zou je denken: moet
dat nou? Wéér een parodie op Star
Wars? Maar ik wilde beslist één keer van
m'n leven met een komiek als Mei
Brooks gewerkt hebben. Zoiets kan ook
een reden zijn".
Bezem
In 'Honey I shrunk the kids' komt de
kleine Moranis voor de zoveelste keer in
kolderieke toestanden en tussen de 'spe
ciale effecten' terecht. Moranis moet er
in een soort gordel aan een hengel
droogzwemmen boven een tuin, waar de
via zijn machinerie tot kruimels ver
kleinde kinderen tussen de grasstengels
verborgen zitten. Een enorm succes in
Amerika en Engeland en in ons land een
van de grote trekkers in de bioscoop tij
dens de krokusvakantie. „Ongelooflijk,
die effecten", zegt Moranis oewonde-
rend. „Het lijkt zo gemakkelijk als je het
ziet op film. Maar als je in die studio's
in Mexico had kunnen rondkijken waar
we het opgenomen hebben De preci
sie waarmee ze een reusachtige bezem
nagemaakt hebben. Die werkelijk enor
me houten vloer die moet maken dat die
kinderen piepklein lijken". In Amerika
is Moranis mede door die film op straat
niet altijd meer even veilig voor fans.
Hij vertrekt z'n gezicht in een grijns: „Ik
word nogal eens staande gehouden en
dan hoor ik: 'Bedankt voor die film, ik
heb genoten'. Dan kan ik alleen maar
zeggen: Ik heb die film niet gemaakt
hopr, ik heb er alleen maar een rol in ge
speeld".
Ha, nu belandt Rick Moranis blijkbaar
op een stokpaardje: „Acteurs worden in
Amerika hogelijk overschat. In principe
voer je alleen maar uit wat anderen be
dacht hebben. En het succes van een
film is van zoveel factoren afhankelijk.
Het materiaal, de schrijver, de regisseur,
de acteurs, de montage waarin alles nog
eens door de molen gaat. Zoveel onder
delen, die misschien wél, misschien niet
werken. Daarom krijg je ook vaak een
eindresultaat dat niemand aan de start
van de opnames ooit gewild heeft. Criti
ci in Amerika willen dat allemaal niet
zien. Ik heb het heel moeilijk met al die
eenregelige kritieken bij ons op de tv.
Duim omhoog, of duim omlaag. Dat is
de kritiek en dat bepaalt dan of er pu
bliek naar een film toegaat. Er wordt
niet meer nagedacht over wat een film
wil, de film wordt niet meer in de con
text van de tijd waarin hij speelt gezet.
Als er iets niet goed gevonden wordt,
vertelt niemand je meer waaróm 't dan
niet goed was. Een belangrijke criticus
zei laatst over de film 'Glory', die gaat
over het eerste zwarte regiment dat mee
vocht in de Amerikaanse burgeroorlog,
dat het hem helemaal niet kon schelen
hoe de werkelijkheid er toen heeft uitge
zien. Dat de achtergrond van de film
hem niet interesseert. 'Ik ben gewoon
toeschouwer', zei hij. Dat vind ik een
verarming. Een criticus hóórt juist din
gen te signaleren die anderen niet zien.
Hij is als toeschouwer nóóit vrij".
Dat is andere koek dan komische rollen,
meneer Moranis. De kleine komiek van
Russische afkomst („de staart van mijn
naam is ergens bij de komst van m'n
grootouders naar Canada verloren ge
gaan. De meeste Amerikanen denken
dat ik een Griek ben") kijkt even be
trapt. „Ja, 't is dat je er naar vraagt.
Meestal hoef ik alleen maar te vertellen
hoe leuk het is een scène met die en die
beroemdheid te spelen". Een feit is dat
hij steeds meer naar de voorgrond
schuift in zijn Hollywood-komedies.
Straks is hij te zien in 'Blue Heaven',
naast hoofdrolspeler en komiek Steve
Martin. Moeilijk, Rick Moranis? „Ach"
- de kleine, nog altijd verongelijkt kij
kende acteur haalt z'n schouders op -
„wat is moeilijk in de context van het
echte leven?". Prima. Zo mogen we 't
horen.
BERT JANSMA
AMSTERDAM - „Volgens mij
heb je toch een soort kronkel als je
toneel wilt spelen. Wie haalt zich
anders elke keer zoveel zenuwen
op de hals, want die heb je met
elke voorstelling weer. Soms denk
ik wel eens: waarom doe ik dit me
zelf aan? Maar als je iets goed
speelt, krijg je applaus en dat is
heerlijk. Bij film is de confrontatie
met het publiek minder direct,
maar als ik dan zie dat elke afleve
ring door meer dan drie en een half
miljoen mensen wordt bekeken,
dan is dat een soort super-applaus.
Dat kan ik in mijn hele toneelcar
rière nooit bij elkaar spelen", zegt
Carine Crutzen, die in de KRO-se-
rie 'De Brug' gestalte geeft aan de
doktersvrouw Loes Meerdink.
Maar op het televisiescherm schitteren is
slechts een van de (momenteel half slui
merende) talenten van deze negenent
wintigjarige actrice. Een andere is zin
gen. Carine: „Ik heb altijd graag gezori-
gen, heb ook, vanaf mijn vijftiende, in
verschillende groepen gezeten. Een er
van was Bluer Than You. Kun je nagaan
hoe blue wij waren. Ik was de zangeres
en we schreven zelf de muziek en tek
sten. We traden op in Maastricht en om
streken, want daar kwamen we vandaan.
En soms gingen we in het weekeinde
naar Amsterdam om wat gastoptreden-
tjes te doen in kroegen, in van die tenten
waar je muziek kunt spelen. Dan voel
den we ons hele pieten. In eerste instan
tie wilde ik ook niet naar de toneel
school, maar naar het conservatorium.
Ik wilde zang studeren omdat ik van
opera hield. Die muziek vind ik echt
prachtig, hoewel er vaak erbarmelijk
slecht wordt geacteerd. De combinatie
van spelen en zingen sprak mij enorm
aan, toch vond ik dat de vorm niet klop
te. Te bombastisch, het was voor mij
niet menselijk genoeg. Ik heb uiteinde
lijk voor de Maastrichtse Toneelacade
mie gekozen, maar ben wel altijd trouw
naar zangles gegaan. Geen vergeefse
moeite want ik heb in het verleden gere
geld chanson-avondjes op kastelen gege
ven, samen met een pianiste. Nummers
gezongen van Brei, Brecht en Gershwin,
want ik vind wel dat een nummer iets te
vertellen moet hebben, zij het dan in een
zangvorm. 'Ik hou van je', vind ik niet
genoeg".
Ursuldegeer
,,Ik mis het zingen wel, maar heb er mo
menteel geen tijd voor. HoewelIk
ben bezig met de voorbereidingen van
een toneelstuk dat volgend seizoen op de
planken is te zien. Het wordt geregis
seerd door Ursul de Geer, dezelfde man
die dat praatprogramma doet bij de
NCRV. Het is een verhaal over Maria
Callas en Jacqueline Kennedy dat spe
ciaal voor mij en een andere actrice
wordt geschreven door Thomas Ver
bocht. We waren op zoek naar twee my
thische figuren uit deze tijd en kwamen
VEELZIJDIGE CARINE CRUTZEN ZIET TONEEL ALS STUDIE
uit op Callas, een heel talentvolle vrouw,
die ten onder is gegaan aan haar eigen
passie en Jacqueline Kennedy, een heel
andere vrouw, veel materialistischer. De
overeenkomst tussen beiden is Onassis,
met wie Jacqueline was getrouwd en met
wie Callas voordien een onstuimige ver
houding heeft gehad. Het thema van dit
Callas-Kennedy-pxogramma is dan ook
de liefde* zoals alle stukken over liefde
gaan. Ik speel de rol van Callas en dat
biedt genoeg ruimte om ook te zingen.
Geen opera hoor, want het zou dom zijn
te proberen Callas te imiteren".
„Als de KRO had meegewerkt, was ik al
lang zingend op televisie verschenen. Ik
ben namelijk, toen ik net van de toneel
school was, door die omroep benaderd
om 'Tussen Hemel en Aarde' te presen
teren, het programma dat Milou van
Sprang zo goea heeft gedaan. Ik voelde
er niet veel voor omdat ik dacht: als ik
dat aanbod aanneem, denkt iedereen dat
ik presentatrice ben, terwijl ik actrice wil
worden. Zeg ik ja, dan kom ik nooit
meer tot spelen. Ik zei dus: als jullie mij
willen hebben, dan moet ik in elk pro
gramma ten minste één liedje kunnen
zingen. Maar daar voelde de KRO niets
voor. Dat ging niet samen vonden ze,
want een serieus programma heeft dat
nooit. Onzin".
Bedrijfsfilms
Carine Crutzen koos voor het toneel,
speelde vijf jaar bij onder meer het Pu-
bliekstheater en toneelgroep Het Vervolg
en wilde toen haar blik verruimen. „Ik
wilde heel graag film gaan doen, kwam
terecht in bedrijfsfilms, kreeg gastrolle
tjes in televisieseries en kon op die ma
nier vast aan het medium wennen, want
het is heel vreemd om de eerste keer
met jezelf te worden geconfronteerd. Dat
was echt schrikken. Twee jaar geleden
werd ik gevraagd voor de eerste screen
test van 'De Brug'. Ik was verschrikke
lijk blij toen ik de rol kreeg, omdat ik
inmiddels een eerste versie van het
script had gelezen en dacht: daar pas ik
in".
„In de eerste versies van het verhaal was
de rol van Loes nauwelijks uitgewerkt.
'De Brug' is gebaseerd op werk van An-
toon Coolen, maar de schrijver vertelt
een serie anekdotes, hij zet geen drama
tische figuren neer. Loes was in het boek
een oudere vrouw, een beetje een grijze
muis en daar had ik niks aan. In overleg
met Tomas Ross, de scriptschrijver, en
later met regisseur Rimko Haanstra zijn
we de rol van Loes gaan op- en ombou
wen. We moesten alles verzinnen; wat
wil die vrouw van het leven, wat doet ze
naast haar huishoudelijke werk nog
meer, waar komt ze vandaan, wat is
haar achtergrond? We hebben haar ook
jonger gemaakt. Ik heb echt enorme in
vloed gehad. Tomas Ross zei vanaf het
begin: als je kritiek hebt, kom dan alsje
blieft, want ik kom er zelf niet goed uit.
Nou, dat hoor je schrijvers niet vaak
zeggen. Dat vond ik heel prettig, dus ik
lcwam steeds met dikke pakken op- en
aanmerkingen. Op het moment dat
Mare (Klein Essink, hij speelt de rol van
dokter Anton Meerdink) erbij kwam, ge
beurde hetzelfde. Wij hebben met z'n
vieren ontzettend veel voorbereidend
werk gedaan. Dat was het moeifijkst.
Niet het spelen, maar om die rollen hel
der te kriigen. En Loes is echt heel erg
veranderd. Ik vond haar in eerste instan
tie te veel een zeurderig type, een matte
vrouw, echt heel passief. Ik dacht: als je
dat als hoofdrolspeelster wilt hebben,
lijkt mij dat niet interessant. Ik zou als
kijker elke keer als ze in beeld kwam,
denken: daar heb je die zeur weer. Ik
heb gezocht naar een manier om die
vrouw actief te maken, zonder dat ze
enorm veel bezigheden moest hebben.
Het moest een vrouw worden uit het
eind van de jaren dertig, geloofwaardig,
maar tegelijkertijd iemand met wie de
kijker zich zou kunnen identificeren. Ik
heb opa's en oma's, maar ook mijn ou
ders geraadpleegd over die periode en
door films en boeken heb je op de een of
andere manier zelf al een beeld van die
tijd. Waar ik tijdens het filmen wel voor
moest oppassen, was het gebruik van
moderne woorden en uitdrukkingen.
Scheldwoorden konden natuurlijk hele
maal niet, maar in die tijd zei ook nie
mand 'sorry' bijvoorbeeld. Het was
'neem mij niet kwalijk'.
„Ik hou heel erg van die periode, de
kleuren, de sfeer, het dorpse, het uiterlijk
ook. Vrouwen gingen veel eleganter ge
kleed. Er was een bepaalde hoffelijkheid,
terwijl er toch hard werd gewerkt. Ik
vind dat er momenteel te veel verloren
gaat aan romantiek. Dan praat ik niet al
leen over de romantiek van kaarsjes op
tafel, maar als je kijkt naar die feesten
van vroeger, die bals, dan denk ik: heer
lijk. Ik zou willen dat het nu nog zo
„Net als Anton en Loes zijn ook Mare
en ik totaal verschillende mensen, maar
vanaf de eerste voorbereidingen zaten
we op één lijn over wat we wilden. We
spelen graag samen. Het was echt heel
leuk. Tijdens de screentest al. Ik heb,
omdat ik als eerste werd gekozen, tijdens
de voorbereidingen zo'n dertig mannen
tegenspel moeten bieden. Soms dacht ik
wel eens: als die het maar niet wordt,
maar je moet bij iedereen met dezelfde
inzet spelen, anders is het oneerlijk.
Toen Mare kwam was het zo beklonken.
Het enige waarover de produktiemaat-
schappij heeft ingezeten, was Marcs ver
leden als arts in 'Medisch Centrum
West'. Ze wilde van 'De Brug' geen
tweede 'Medisch Centrum West' maken.
Ik ben blij dat zijn geschiktheid voor de
rol uiteindelijk heeft gewonnen".
Demonstreren
„Ik kijk met plezier terug op de vijfen
vijftig draaidagen die de serie voor mij
heeft geduurd Er was eigenlijk maar
één moeilijke scène. Dat is wanneer
Mare mij komt vertellen dat hij met
Ruth Oldenzaal (Barbara Feldbrugge),
mijn rivale, naar bed is geweest en dat
ze zwanger is. Dat is een scène waar ik
achteraf heel tevreden over ben, want
zo'n fragment kan heel snel vervallen in
een pathetiek van ontzetting en oh, wat
een leed. Dat is niet gebeurd. De groot
ste moeilijkheid was eigenlijk meer: hoe
doe je het voor een camera, want acte
ren en toneelspelen hebben wel dezelfde
oorsprong, maar zijn toch heel anders.
Op het toneel moet je meer demonstre
ren, je moet over een zaal van mensen
heen, terwijl het voor film allemaal klei
ner moet, die camera ziet alles. Ik dacht
dat ik er veel meer moeite mee zou heb
ben, maar dank zij de voorbereidingen
met onze drama-coach viel het mee. Hij
riep in het begin nog wel eens: je staat te
demonstreren, dat is toneel, maar dat
werd snel minder. Ik begrijp nu ook
waarom er in Nederland zo vaak wordt
gezegd: ze spelen zo toneelmatig op film.
Dat komt doordat maar weinig toneel
mensen gewend zijn om voor de camera
te staan en ze worden er meestal plomp
verloren voor gegooid".
„Het is niet zo dat nu definitief mijn
liefde heb verklaard aan de film, want ik
zie toneel nog steeds als een studie. Ik
heb zoiets van: op toneel kun je alles uit
proberen. Je moet je fantasie meer aan
boren omdat het vaak ook absurder is
dan film. Toneel is een rijke voedingsbo
dem. Ik zie het dus echt als studeren, als
even weer les krijgen. Het heerlijke van
een rolprent is echter weer dat je een
scène opneemt en er nog naar kunt kij
ken ook. Mijn videorecorder wordt elke
maandag aan het werk gezet. Aan toneel,
hoe leuk het ook is, hou je niks over. Je
speelt en het is weg. Maar wat toneel
spannend maakt, is het ontbreken van
de mogelijkheid om het over doen, zoals
bij film. Daarom is toneel spelen ook
niet saai, zelfs niet als je eenzelfde stuk
honderd keer speelt, want je moet elke
dag een nieuw publiek veroveren".
HANS PIET