Informatie over vervuiling zit in de zeebodem Kuststaten komen afspraken over terugdringen lozingen niet na GESCHIEDENIS AARDE WEERSPIEGELD IN KALKHUISJES 'Ëeidóc Qowtcvnt dat!.-. ZATERDAG 3 MAART 1990 Links: De trotse duinenrij langs onze kust bleef ook deze week zwaar geha vend achter toen de woeste golven zich na de storm hadden teruggetrokken. Door het geweld waartoe zij in staat is, dwong de Noordzee vroeger vooral ont zag af. Maar tegenwoordig heeft ze ook te maken met minachting, want ze wordt schaamteloos gebruikt als vuil stortplaats. FOTO: MI LA V KON VA L IN KA Onder: Milieu-inspecteurs nemen mon sters van het smerige Noordzeewater. FOTO: CEES VERKERK Wanneer de Noordzee koppig breekt aan de hoge duinen en witte vlokken schuim uiteen slaan op de kruinen. Wanneer de vloed beukt op het zwart basalt en over dijken, duinen de grijze nevel valt. Wanneer bij eb het strand woest is als een woestijn en natte westenwinden gieren van venijn, dan vecht mijn land, mijn vlakke land. Ontzag en bewondering, zoals Jacques Brei het ver woordde, kenmerkte eeuwenlang de relatie van de mens met de zee. En nog steeds wordt het geweld van golven tijdens een hevige storm gerespecteerd. Gezien het onverantwoorde gemak waarmee zij ge bruikt wordt als stortplaats, heeft de Noordzee te genwoordig echter ook te maken met minachting. De landen die aan de drukst bevaren zee ter wereld grenzen zeggen dat het respect voor het milieu niet verdwenen is. Woensdag en donderdag zullen ze zich tijdens hun conferentie in Den Haag ongetwij feld weer laten voorstaan op meelevendheid. Maar daar blijft het dan ook bij. Meer en grotere rampen zijn er nodig voordat een serieus herstelplan op ta fel komt, zo vreest de milieuorganisatie Greenpea ce. DEN HAAG - Via Theems, Schel de, Maas, Rijn en Elbe loost West- Europa dagelijks vijftien miljoen kubieke meter chemisch afval en twintig miljoen kubieke meter huishoudelijk afval en rioolslib in de Noordzee. Speciale schepen dumpen in zee jaarlijks meer dan zeventig miljoen ton industrieel af val en ongezuiverd slib uit riolen en havens. Tientallen tonnen che misch afval worden er op zee ver brand. Regelmatig lozen schepen al dan niet ongewild olie en andere verontreinigende stoffen. Van de olieplatforms komt elk jaar onge veer veertigduizend ton olie in zee terecht. En dan zijn er nog de bio logische en chemische wapens in de ruimen van schepen die na de Tweede Wereldoorlog tot zinken zijn gebracht; volgens schattingen ligt er zo'n half miljoen ton aan mosterd- en zenuwgassen op de zeebodem. Vissers vissen de zee leeg en ploegen en passant de bo dem om. De Noordzee was ooit een van de bij zonderste ecologische systemen op de aarde. Door de gemiddelde diepte van nog geen negentig meter kon het zon licht tot op de bodem doordringen, waardoor overal in de Noordzee plank ton kon leven. Honderden vissoorten leefden in deze weelderige zee. Zoogdie ren als de zeehond, de tuimelaar en de bruinvis vormden het einde van deze voedselketen. De voedselketen is echter niet meer. Tal loze vissoorten zijn verdwenen, de zee hondenpopulatie is gedecimeerd, tuime laars en bruinvissen komen alleen nog per ongeluk in de Noordzee; ondertus sen tieren de algen welig, en zijn sommi ge schelpdieren en vogelsoorten in aan tal toegenomen. Het evenwicht is zoek. Dat besef is inmiddels ook doorgedron gen tot de regeringscentra van de acht landen die aan de Noordzee liggen. De komende week vergaderen ze voor de derde keer over de vervuiling van de zee. De vorige keer, in 1987 in Londen, hebben ze voor het eerst enkele afspra ken gemaakt. Die waren volgens de toenmalige minister Smit-Kroes zo ingrijpend dat van een 'historische door braak' gesproken moest worden. Zo kwamen de acht overeen dat ze voor 1995 de lozingen van 37 stoffen met vijftig procent terug gebracht zouden hebben. Het dumpen van industrieel af val zou uiterlijk 31 december 1989 wor den beëindigd. En het verbranden van afval op zee - de Noordzee is de enige zee ter wereld waar dit is toegestaan - zou uiterlijk in 1994 zijn gestaakt. Ten slotte spraken de ministers af dat in het vervolg pas lozingsvergunningen zouden worden verstrekt wanneer de aanvrager kon bewijzen dat de betreffen de stof onschadelijk voor het milieu zou zijn. Met dit zogenaamde voorzorgsprin cipe wordt de bewijslast omgedraaid: niet het milieu .moet bewijzen dat het beschadigd wordt, maar degene die iets in het milieu kwijt wil moet aantonen dat het geen kwaad kan. Hoewel de milieubeweging destijds vond dat de afspraken lang niet ver genoeg gingen, leek er politiek gezien toch spra ke te zijn van een trendbreuk. Maar is die breuk ook werkelijkheid geworden? Zijn de afspraken nagekomen? De internationale milieuorganisatie Greenpeace voert al vele jaren actie voor een 'schonere Noordzee'. Behalve publiciteitsacties (vooral op de smerigste rivier van Europa, de Schelde, en bij pesticidenfabneken in de omgeving van Rotterdam) worden rapportages opge steld over de mate van de vervuiling en de rol die industrieën en overheden daarbij spelen. De afgelopen jaren heeft de organisatie nauwlettend in de gaten gehouden of de afspraken van Londen wel zijn nageleefd. De conclusie: er is maar bar weinig van terechtgekomen. De halvering van de lozingen van het beperkte aantal van 37 stoffen (de Euro pese Gemeenschap hanteert een lijst van 129 stoffen die niet geloosd mogen wor den) is weliswaar voor enkele zware me talen nu al gehaald, maar dat betreft stoffen waarvan de reductie al voor het congres in Londen in gang was gezet. Miljoenen tonnen nitraten en fosfaten - verantwoordelijk voor de algengroei en daarmee voor de uitroeiing van plan ten en dieren - blijven jaarlijks het mi lieu in de Noordzee teisteren. Groot-Brittannié dumpt nog steeds rechtstreeks industrieel afval, ondanks de afspraak dat dat uiterlijk 31 december 1989 beëindigd zou zijn. De toezegging dat ze er in 1993 mee zullen stoppen is in de ogen van Greenpeace onvoldoen de. „Ze willen voor enkele grote vervui lers nog steeds een uitzondering ma ken". zegt Jan Bijlsma van Greenpeace Nederland. „Bovendien hebben ze het op de vorige conferentie voor elkaar ge kregen dat het storten van ongezuiverd rioolslib van de agenda werd afgevoerd; in Engeland lozen echter nog veel indus trieën zo op het riool". Laksheid De verwachtingen voor de conferentie in Den Haag zijn niet hoog gespannen bij Greenpeace. De milieuorganisatie ver wijt de nieuwe minister die de Noordzee in haar portefeuille heeft, Hanja Maij- Weggen, laksheid. Ondanks haar ferme uitspraken in de publiciteit en ondanks het feit dat Nederland deze keer voorzit ter is, heeft „de minister geen enkel initi atief genomen om de afspraken te ver scherpen", zegt Bijlsma. „Bovendien heeft ze tot dusverre geweigerd verder gaande voorstellen van andere Noord zeelanden te ondersteunen". Bijlsma doelt op enkele voorstellen die bekend zijn geworden door het uitlekken van de concept-eindverklaring van de Haagse conferentie. Daaruit blijkt dat West-Duitsland het gebruik, en met al leen de lozing, van dertig pesticiden wil verbieden. Denemarken heeft een voor stel ingediend om de uiterst giftige pcb's voor 1995 uit de roulatie te halen. Het is al verboden om pcb's te produceren, maar ze zitten nog in allerlei machines (bijvoorbeeld hydraulische apparaten en transformatoren). Daardoor blijft het ge vaar bestaan dat ze in het milieu terecht komen. „Het gaat om belangrijke voor stellen. Maar van Maij-Weggen taal noch teken. Ja, die Bntse toezegging heeft ze geaccepteerd", schampert Bijls ma. Met een verwijzing naar Zorgen voor Morgen, het onomstreden rapport van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne, stelt Bijlsma dat alle lozingen voor 1995 met zeventig tot ne gentig procent teruggebracht moeten worden om de Noordzee weer enigszins schoon te krijgen. Dat is dan een begin: in het jaar 2000 mag er niets meer in het Noordzee-milieu terechtkomen. Natuurgebied Bijlsma: „Een echte aanpak van de Noordzee is pas mogelijk als je het de status van een 'special area' geeft. Dan is het vergelijkbaar met een natuurgebied op land. Controle op naleving en het op leggen van sancties kunnen dan effectie ver worden toegepast. Het 'voorzorgs principe', wat tot nu toe een loze kreet is gebleken, kan dan daadwerkelijk worden ingevoerd". Toepassing van dat principe wil bijvoorbeeld zeggen dat de lijstjes van stoffen die niet meer geloosd mogen worden omdat ze gevaarlijk zijn, worden vervangen door nog kortere lijstjes van stoffen die met zekerheid geen schade aan het zeemilieu toebrengen. Pas wan neer onomstotelijk bewezen is dat stoffen onschadelijk zijn, kunnen ze aan de 'witte' lijst worden toegevoegd. Een voorzorgsmaatregel derhalve. Met de eis tot de instelling van een 'spe cial area' gaat Greenpeace verder dan het voornemen van minister Maij-Weg- gen om de exclusieve economische zone (EEZ) van Nederland uit te breiden tot 200 mijl. „Met een EEZ heb je meer mo gelijkheden om milieuverontreinigingen te vervolgen. Maar daarmee worden geen scherpere regels aan het gedrag op en gebruik van de Noordzee gesteld", al dus Bijlsma. De politieke gang van zaken rond de Noordzee stemt de Greenpeace-mede- werker niet vrolijk. „Het Rijn Actie Plan kwam pas tot stand na de ramp bij San- doz in Zwitserland. Het is niet te hopen dat zoiets met de Noordzee ook eerst moet gebeuren. Als de talloze rampen die er al geweest zijn - het vergaan van de Anna Broere of de olielozing van de Borcea - niet tot een fatsoenlijk red dingsplan kunnen leiden, wat voor een ramp kan dat dan wel?". FRANS BOSSCHER AMSTERDAM - Het lijkt zomaar een bakje met zandkorrels. Mooi wit zand. Maar onder de microscoop worden die korrels schitterende kalkskeletjes in al lerlei fraaie vormen: bolletjes met naald jes, cirkels met perfect aangebrachte spa ken. Het zijn huisjes die gebouwd zijn door foraminiferen. Niet iedereen zal ze elke dag tegenko men. Foraminiferen zijn eencellige orga nismen die in zee leven. De minuscule kalkhuisjes die zij bouwen zijn een bron van informatie over het leven in zee zo als zich dat miljoenen jaren geleden af speelde. Maar ook de reactie van het zeemilieu op de recente vervuilende ac tiviteiten van de mens is in de kalkhuis jes terug te vinden. Gegevens die onder zoek naar foraminiferen in het Kattegat, tussen Denemarken en Zweden, oplever den. zijn wat dat betreft bepaald niet op wekkend. Het water in de Noordzee stroomt van uit het Kanaal langs de Hollandse en Britse kust naar het noorden. Bij de Shetland-eilanden gaat het oostwaarts naar de Noorse kust en daar buigt de stroom af naar Denemarken. Door deze stroming komt water uit het zuidelijk deel van de Noordzee terecht in het Ska- gerrak en het Kattegat. Vijftig tot zeven tig procent van de zwevende deeltjes in het water van de Noordzee belandt in dit zeegebied. Stoffen als zware metalen, nitraten en fosfaten die in de zuidelijke Noordzee worden geloosd komen bij de Scandinavische kust tot rust en zinken naar de bodem. Maar ook de zwaar verontreinigende in dustrieën uit de Oosteuropese landen dragen bij aan de hoge concentraties ver ontreinigende stoffen in het Kattegat. Ze lozen via rivieren op de Oostzee, waarna het in het grensgebied met de Noordzee naar de bodem zakt. West- en Oosteuro pees vuil wordt daar gestapeld op de heuveltjes die de Scandinaviërs er zelf al hadden neergelegd. Zo komt er nogal wat zink en nikkel uit het havengebied van Göteborg terecht in de smeerpoel die Kattegat heet. De Amsterdamse geoloog Simon Troel stra onderzoekt in het Kattegat forami niferen tot op ruim twintig meter onder de zeebodem. „Het gebied is dé bezink- vijver van de Noord- en Oostzee. De se- dimentlagen op de bodem van het Kat tegat groeien jaarlijks met ongeveer één centimeter; het gemiddelde voor de oce anen is twee centimeter per duizend jaar. Dat geeft wel aan welke geweldige hoeveelheden zand daar naartoe gaan. En met die hoeveelheden komen ook de vervuilende stoffen die als het ware aan de zandkorrels vastgekleefd zitten. De stoffen hechten zich juist aan de fijne zandkorrels. Die stromen naar het Noor den en de grovere korrels blijven achter. Waardoor het sediment in het zuidelijk deel van de Noordzee relatief schoon is". De metersdikke algendekens die zich de afgelopen jaren hebben ontwikkeld voor de Noorse en Zweedse kusten zijn het resultaat van de bezinkingen. De aange voerde fosfaten en nitraten zijn bij uit stek voedingsmiddelen voor algen. De gevolgen zijn ingrijpend, zegt Troelstra. „In de laatste twintig jaar heeft zich in het Kattegat periodiek zuurstofloosheid voorgedaan. Door de algendekens sterft het leven in de zee. De dode planten en dieren zakken naar de bodem. Daar ver teren ze en bij dat proces wordt de zuur stof volledig opgebruikt. De situatie is nu zo dat er in de bovenste sedimentlaag van pakweg anderhalve centimeter nog zuurstof voorkomt; daaronder niet meer. Veel planten en dieren zijn verdwenen uit het Kattegat. Kreeften zie je bijna niet meer en als je er een ziet is het een totaal mismaakt exemplaar. Maar bij de foraminiferen heeft zich iets interessants voorgedaan. Een soort die tegen weinig zuurstof kan, bloeit als nooit tevoren". „Wat nou zo aardig is van deze beestjes, is dat ze ook aan het einde van de laat ste IJstijd voorkwamen in het oostelijk deel van de Middellandse Zee. Door het afsmelten van het ijs raakte de watercir culatie verstoord, waardoor er ook zuur stofloosheid optrad. Graaf je iets dieper in het bezinklagen, dan blijkt dat fora miniferen 65 miljoen jaar geleden leken te zijn uitgestorven door een ecologische ramp die werd veroorzaakt door enkele meteorietinslagen op de aarde. De dino saurussen legden het loodje en kwamen nooit meer terug. De foraminiferen wel". De ontwikkelingsgeschiedenis van de aarde weerspiegeld in eencellige organis men. Continenten die schuiven, het ont staan van oceanen, golfstromen en moessonshet is allemaal terug te zien in dat kalkhuisje, waarvan er al gauw een miljoen of vier in een vinger hoed gaan. Die huisjes laten ook zien dat milieuca tastrofes van het kaliber Kattegat al eerder hebben plaatsgevonden. „Er heb ben zich in het verleden vergelijkbare ontwikkelingen voorgedaan, alleen ge beurt het nu door toedoen van de mens. En met onderzoek naar foraminiferen kun je echt aantonen waar het fout zit". Zo is bijvoorbeeld bekend dat er in de rotsen langs de Noorse kust veel cadmi um voorkomt. Daarvan wordt een deel naar het Kattegat vervoerd. Sinds enkele decennia wordt dit zware metaal ook aangevoerd door de zandkorrels uit het zuidelijk deel van de Noordzee, waar het als industrieel afval is terechtgekomen. Om nu de omvang van die laatste aan voer te kunnen vaststellen, moet het se diment van voor de Industriële Revolu tie onderzocht worden. Immers, toen was er nog sprake van een natuurlijke aanvoer. Op die manier heeft het onderzoek waar Troelstra aan meewerkt aangetoond dat op sommige plaatsen de hoeveelheid zware metalen negen keer zo hoog is als twee eeuwen geleden. Verder is duidelijk geworden dat zich vanaf 1970 een sterke toename van de verontreinigende stoffen heeft voorgedaan. Daarbij zijn ook radioactieve stoffen aangetroffen. Afval dat afkomstig is van de nucleaire opwerkingsfabrieken in het Noordfranse La Hague en in het West- engelse Sellafield. Ook van de kernramp bij Tsjemobyl zijn sporen teruggevon den. Radioactieve neerslag in Centraal- Europa is met name via de Elbe en de Rijn in het Kattegat terecht gekomen. Het komend voorjaar trekt Troelstra weer naar het Kattegat. Met ondere an deren collega-onderzoekers van het Ne derlands Instituut voor het Onderzoek van de Zee. gevestigd op Texel, gaat hij verder speuren naar de fascinerende 'vertellingen' van de foraminiferen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 25