Noord- en Zuid-Holland 150jaar gescheiden Drugsprobleem dat het nieuwe gerechtshof in Den Haag gevestigd zou worden. Een bittere pil voor Amsterdam, dat ook alle voordelen van de provinciale hoofdstad moest ont beren. En Mokum had nog wel vurig bij de regering gepleit om de Hoge Raad of het provinciale gerechtshof toegewezen te krijgen. GS van Noord-Holland steun den die pleidooien. Tevergeefs: Amster dam werd 'afscheept' met een 'criminele rechtbank', die alleen strafzaken zou be handelen. Dit sterkte Amsterdam in de mening dat men wellicht beter af zou zijn in een afzonderlijke provincie. Die wens zou spoedig in vervulling gaan. En wel bij de grondwetswijziging van 1840. Pas in 1839 gaf Willem I zijn verzet op tegen de afscheiding van België. Het ko ninkrijk werd hierdoor kleiner, dus moest de grondwet worden veranderd. Die wijziging leidde er onder meer toe dat de beide Hollanden nu formeel van elkaar werden gescheiden. Het landsbe stuur vond dit nodig omdat men Hol land als eenheid ten opzichte van de an dere provincies te groot en te rijk vond. Graafschap Het jaar 1889 wordt beschouwd als het geboortejaar van het latere graafschap Holland. Tot aan de afzwering van de Spaanse koning Filips II op 24 juli 1581 hebben vijf grafelijke geslachten over Holland geregeerd: het Hollandse Huis, het Henegouwse Huis, het Beierse Huis, het Bourgondische Huis en het Habs- burgse Huis. Hoewel Floris II (1091- 1121) in 1101 voor het eerst graaf van Holland (comes de Holland) werd ge noemd, beschouwen historici Dirk I (916-939) als de eerste graaf van het Hollandse Huis, dat in 1299 door gebrek aan mannelijke opvolgers was uitgestor ven. Vanaf 1291 noemden de landsheren van Holland zich graven van Holland en Zeeland en heren van Friesland. Zij wa ren leenheren van de Duitse keizer. Het grondgebied van de graven van Holland omvatte in de late middeleeuwen de hui dige provincies Noord- en Zuid-Holland en Zeeland en de voormalige Hollandse gebieden in het huidige Noord-Brabant, te weten: de Grote of Zuidhollandse Waard, stad en land van Heusden en het land van Altena. Na 1840 volgen Noord- en Zuid-Hol land bestuurlijk hun eigen weg. In de eerste vijfenzeventig jaar van de negen tiende eeuw werden in beide provincies veel wateren drooggelegd. In die tijd werd ongeveer 68.000 hectare grond ge wonnen en in cultuur gebracht. Hoewel het accent lag op het droogmaken van meren en plassen werden er ook een flink aantal min of meer boven de vloedlijn liggende kustgebieden inge DEN HAAG - Honderdvijftig jaar geleden gingen Noord- en Zuid- Holland formeel uit elkaar. Haar lem werd de hoofdstad van het noordelijke, Den Haag de bestuur lijke zetel van het zuidelijke deel. De scheiding kwam tot stand bij de grondwetswijziging in 1840. Toch was er voor die tijd al sprake van een 'scheiding van tafel en bed'. In 1807, toen de broer van Napoleon Bonaparte, Lodelijk Napoleon, in rns land aan het roer stond, werd het gewest Holland verdeeld in de lepartementen Amstelland (het hoorden) en Maasland (het zui- - den). )e reden van de deling was dat Holland in grootte populatie en vermogen, bui en proportie met de overige (gewesten) tond', meldt het gedenkboek '150 jaar «loord-Holland en Zuid-Holland', een litgave van De Bataafse Leeuw - in de erie Hollandse Historische reeks - ter ;elegenheid van de honderd vijftigste •eijaardag van de beide Hollanden. In boek belichten tien deskundige au teurs geschiedenis, bestuur, cultuur, de- nografie, verkeer en vervoer, handel, ,i conomie en landbouw van de twee lollanden. n 1814 - de Franse troepen hadden in- niddels Neerlands grondgebied verlaten, coning Willem I stond nu op de vader landse brug - werden in de nieuwe irondwet de departementen vervangen lltioor 'provincies of landschappen'. De provincie Holland werd deels her teld. Holland raakte het deel van Hol- ïdands Brabant, dat al eerder bij Noord- ui Irabant was gevoegd, definitief kwijt. In e 815 ging ook het restant van Hollands Brabant, het land van Altena, in Noord- kprabantse handen over. Maar Holland j reeg wel de waddeneilanden Vlieland n Terschelling terug. Deze eilanden verden overigens later bij Friesland ge voegd en staan nog altijd onder Fries be tuur. 'Rolland kreeg omstreeks 1814 twee gou verneurs, een voor het noorden en een ioor het zuiden. De beide gewesten kre- .%n ook elk een eigen college van Gede- ie uteerde Staten (GS), maar zij moesten 'iet samen doen met een college van 'rovinciale Staten. De Staten vergader beurtelings in Haarlem en in Den laag. In de Residentie kwamen zij bij len in de huidige fraaie vergaderzaal van Ie Eerste Kamer. De Zuidhollandse Sta- en kregen overigens pas in 1975 een ei- ;en vergaderzaal in het huidige toen lieuwe provinciehuis. Tot die tijd ble ien zij op het Binnenhof vergaderen. ^democratie A ^Onder Willem I stond de democratie log in de kinderschoenen. Het gewone olk had niets in de melk te brokkelen, !3ok op provinciaal niveau niet. Zo nocht alleen de gegoede burgerij bij de 'rovinciale-Statenverkiezingen haar tem uitbrengen. Bovendien was een be langrijk deel van de statenzetels gereser veerd voor de adel (de Ridderschap). u let volk kon zich echter troosten met Ie wetenschap dat de invloed van de provinciaal beleid zeer ge- de andere kant speelde dit een belangrijke rol bij de sa- van de Tweede Kamer, de gewone man destijds niet De kamerzetels werden ver- afgevaardigden, die de gewesten aanwezen. De iten kiezen overigens nog van de T al onder Willem I de provinciaal bestel, vertrouwensman van Hij moest erop toezien dat verordeningen en besluiten 'an het hoogste gezag juist werden uitge- Hij kon besluiten van Provinciale opschorten, als ze in zijn ogen in varen met de wet. Willem I eiste n gouverneurs dat zij het rijksbe- oorop stelde. Wie dat niet deed aakte uit de gratie. En Zijne Majesteits egering probeerde via de gouverneurs le Staten te beïnvloeden bij hun keuze 'an de afgevaardigden voor de Tweede (amer. Niet voor niets had de liberale •oorman Thorbecke veel kritiek op de [ang van zaken in het koninkrijk. Hij imschreef het staatsbestel onder Willem als een 'Napoleontisch gereglementeer- ig le staat met een constitutionele gevel', )e regering van Willem I was ook niet a|enegen om de provincie veel eigen be voegdheden te geven. Het provinciaal e lestuur werd dikwijls beschouwd als een irievenbus en doorgeefluik van het Rijk. 'och had de provincie ook al eigen ta- en. Zo hielden GS financieel en be- tuurlijk toezicht op gemeenten en wa- erschappen. En zij benoemden raadsle- len van de plattelandsgemeenten. i gerechtshoven 'as in 1838 werd nog de uit de Franse r^ijd daterende rechterlijke organisatie ge wijzigd. Als gevolg daarvan werden de logeheten Hoven van Assisen opgehe en kreeg elke provincie een gerechts- lof. Holland had destijds twee Hoven Jan Assisen, een in Amsterdam en een n Den Haag. De Amstelstad had het na- öjken, want in 1838 besliste de regering )e gouverneur (de latere ton de koningin) was onder entrale figuur in het provir De trekschuit was in 1840 het belangrijkste vervoermiddel voor het interlokale verkeer trekschuit het veld ruimen voor de veel snellere diligence dijkt. Die landaanwinningen waren no dig als antwoord op de groei van de be volking, de toenemende vraag naar land- bouwprodukten en de stijging van de grond- en grondpachtprijzen. Op 1 janu ari 1840 telde Nederland 2.860.599 in woners. Bijna 34 procent woonde in Noord- en Zuid-Holland (969.354 perso nen). Op 1 januari 1988 telden de beide provincies samen 5.561.302 inwoners, bijna zes keer zoveel als in 1840, maar het aandeel in de totale Nederlandse be volking week met bijna 38 procent niet veel af van dat van 150 jaar geleden. Stoommachine Van grootschalige industrie was in de eerste helft van de vorige eeuw in Hol land geen sprake. De produkten werden nog op de traditionele manier gemaakt, dat wil zeggen in kleine ambachtelijke bedrijfjes, ondernemingen met zelden meer dan tien werknemers. Er werd veelal geproduceerd voor de lokale en regionale markt. Windmolens zorgden voor de aandrijving van de machines. Dit terwijl in Engeland de stoommachi ne, de uitvinding van James Watt al in de 18e eeuw op grote schaal werd ge bruikt. De Britten konden hierdoor grootschalig en goedkoper produceren. Aan de overkant van de Noordzee brak dan ook een ware industriële revolutie uit. De Hollanders waren niet zo happig op die nieuwerwetse machine, omdat die in het begin nogal onbetrouwbaar was. Bovendien was de turf, de brandstof voor de stoommachine, in Holland erg duur. De overheid had zelfs een extra heffing op het gebruik van turf voor de stoommachine ingesteld. Dit was onder meer voor de ondernemers in de Zaan streek reden om hun pas gekochte stoommachine weer van de hand te doen of stil te zetten. Zij schakelden weer over op de vertrouwde windmolen. Pas aan het einde van de negentiende eeuw schoot de industriële revolutie ook in Nederland wortel. En toen was de op mars van de stoommachine ook niet meer te stuiten. Kleine werkplaatsen maakten plaats voor grote fabrieken. De mechanisatie diende zich aan en werd na de Tweede Wereldoorlog vergaand doorgevoerd. Bovendien werd er steeds meer geauto matiseerd. De twee Hollanden slaagden erin binnen de Nederlandse economie een unieke plaats te veroveren. Dit geldt vooral op het gebied van vliegtuigbouw (Fokker), de staalindustrie (Hoogovens), de petro chemische industrie (Rijnmond) en de transport-, opslag- en communicatiesec tor (Rijnmond). Uit een beroepentelling van 1849 bleek dat Amsterdam, Rotter dam, Den Haag en Haarlem toen al een hoofdrol speelden in de economie van Holland. Daar waren de belangrijkste economische concentraties te vinden. Overigens waren de beide Hollanden, evenals de rest van Nederland, in 1840 nog grotendeels agrarisch. Wat dat be treft is er naderhand veel veranderd. Beide provincies beschikken nu over moderne industrieën en een geavanceer de dienstverlening. Die dienstverlening was overigens altijd al sterk vertegen woordigd in Holland. Verkeer Een belangrijke factor in de economi sche ontwikkeling is het verkeer. In 1840 in de beide Hollanden. Later moest de beschikten de twee Hollanden al èver een fijnmazig vertakt stelsel van water en landwegen. De trekschuit was destijds voor het interlokale vervoer van perso nen en goederen het belangrijkste trans portmiddel. Die schuit werd echter na derhand vervangen door de veel snellere diligence. Maar niet alle trekschuit-on dernemers gaven zich zomaar gewon nen. Een paar ondernemers introduceer den de zogeheten 'vliegende schuit', een boot die niet door één paard werd ge trokken, maar door twee. Hierdoor kon de schuit sneller varen. Maar het succes bleef uit. Later werd de rol van de post koets overgenomen door de trein. En nu is de auto het belangrijkste vervoermid del voor personen. In het gedenkboek wordt ook uitgebreid aandacht besteed aan de Hollandse cul tuur, hoewel ook de vraag wordt gesteld of gesproken kan worden van een speci fieke Hollandse cultuur. Wie geïnteres seerd is in de ontwikkeling van de recre atie in de beide provincies, het provinci ale bestuur, vindt eveneens veel van z(jn gading in het gedenkboek. Het boek laat zich overigens niet zo makkelijk lezen, wellicht doordat het is samengesteld door tien auteurs, waardoor er geen sa menhangend verhaal ontstond. De vaak wat droge teksten zijn overigens fraai geïllustreerd met foto's en afbeeldingen van landkaarten en schilderijen. Het boek is slechts in een kleine oplage ge drukt en is in beperkte mate te koop op een van de twee provinciehuizen. GÉ ANSEMS '150 jaar Noord-Holland en Zuid-Hol land'. Uitgeverij De Bataafse Leeuw. Prijs 50 gulden. De huidige vergaderzaal van de Provinciale Staten van Zuid-Holland. FOTO: MILAN KONVALINKA ZATERDAG 24 FEBRUARI 1990 PAGINA 31 door Bob van Huët PARIJS - Ondanks harde maatregelen die de opmars van drugs moesten tegengaan, is het gebruik van verdovende middelen in Frankrijk de laatste jaren gestaag toegenomen. Volgens de laatste schattingen van de overheid zijn er momenteel honderdduizend heroïne- en vijftigduizend cocaïneverslaafden. Tien procent van de Franse jongeren tussen elf en twintig jaar zou al op een of andere wijze drugs hebben geprobeerd. Vorig jaar werden in Frankrijk 33.400 mensen aangehouden wegens bezit of gebruik van verdovende middelen, of omdat zij er in handelden. Vergeleken met 1988 betekende dal een stijging van zeven procent. Gendarmerie en grenspolitie namen 938 kilo cocaïne en 300 kilo heroïne in beslag, respectievelijk 342 en 80 kilo meer dan het jaar daarvoor. Aan een overdosis stierven 318 mensen (236 in 1988). Alleen de hasjvangst verminderde met een derde, tot bijna 18 ton. „Die cijfers zijn uiterst zorgwekkend, hoewel ze nog altijd minder erg zijn dan in andere landen", zegt Georgina Dufoix, ex-onderminister van sociale zaken. Onlangs is ze door premier Rocard benoemd tot 'Madame Anti- Drugs' met als voornaamste taak de coördinatie van het Franse anti- drugsbeleid. „Als je ziet dat de douane steeds grote voorraden in beslag neemt lopen de rillingen je over de rug. De cocaïne komt meestal via Spanje en Nederland het land in. Nu de Amerikaanse markt steeds ontoegankelijker wordt, zoeken de Colombianen via Spanje een alternatieve afzetmarkt in Europa. Maar ook via Amsterdam komen er drugs, omdat de Nederlandse traditie op het gebied van drugsbestrijding minder dwingend is dan de Franse. In sommige landen zijn de dealers meer beschermd. Daarmee wil ik niemand nawijzen, maar wel zeggen dat de Franse wet handel en gebruik van drugs veroordeelt. Gebruikers hebben hier de mogelijkheid van een alternatieve straf, dat wil zeggen ze kunnen zich onderwerpen aan een therapeutische behandeling. In de discussie, die momenteel ook bij ons gaande is, om het gebruik van drugs toe te staan, is de Franse regering vastbesloten de huidige politiek te handhaven. Toelaten van het gebruik kan slechts leiden tot het toelaten van de handel. Kijk naar Spanje waar het debat inmiddels die kant opgaat. Op dat hellende vlak willen we niet komen 'Madame Anti-Drogue' beschouwt het als een van haar taken de uitwisseling van ervaringen in de verschillende landen te bevorderen, zowel op het gebied van drugsbestrijding als therapeutische zorg. „Wat het laatste betreft worden in Nederland interessante dingen gedaan. Maar net zo min als de Amerikanen, die zo ongeveer alle mogelijke ontwenningskuren hebben uitgeprobeerd, heeft Nederland het tovermiddel gevonden. Wij werken dan wel niet op dezelfde manier, maar volgen wel met interesse wat er bij u gebeurt". Hoewel de bestrijding van drugsgebruik vooralsnog prioriteit zal hebben wil de ex-onderminister van volksgezondheid de regering binnenkort voorstellen het aantal plaatsen in afkick-klinieken (nu beperkt tot ongeveer duizendte verhogen. De Franse hulpverlening zou volgens haar een 'gecombineerde medische en sociale opvang' moeten omvatten. Recent onderzoek heeft een profielschets van de Franse drugsverslaafden opgeleverd. Zo'n tachtig procent van hen zijn mannen. De gemiddelde leeftijd ligt even boven de 25, maar heeft een tendens te zakken. De helft van alle 'toxicomanes' woont rond de hoofdstad, de andere helft hoofdzakelijk in verstedelijkte gebieden als Marseille, Lyon, Straatsburg en de streek Languedoc. Slechts een derde van de verslaafden heeft een baan; de helft is heroïnegebruiker en besmet met het aidsvirus. Bijna veertig procent heeft al eens in de gevangenis gezeten, terwijl 24 procent een of meer zelfmoordpogingen heeft gedaan. Typisch voor Frankrijk en volgens Dufoix een eveneens zorgwekkend verschijnsel is de consumptie van 'legale drugs' in de vorm van kalmerende middelen. Het gebruik is de laatste tien jaar met tien procent toegenomen. Daarnaast blijft het alcoholisme relatief het ernstigste probleem met naar schatting tussen de veertig- en zestigduizend doden per jaar. CeidócSouAcmt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 31