finale a film veren ZATERDAG 24 FEBRUARI 1990 iVER EEN STE URBANUS NT EEN TWEEDE ODY ALLEN" Urbain Servranckx, de meer dan verstan dige beroepsonnozelaar Urbanus. FOTO'S: PR verander hier en daar een handje en stuur ze terug. Dan inkt iemand het en een Nederlandse dame, Mirella, kleurt het in. Zo kunnen we drie tot vier al bums per jaar maken". Binnenkort komt er een videoband uit met oud werk van Urbanus ('Beter tien crises in de lucht, dan een in je land'), voorafgegaan door het eerste tekenfilmp je dat hij op z'n achttiende maakte. Een grapje dat nu kan. Urbanus: ,,Had ik dat filmpje vroeger laten zien dan had ieder een me nagewezen, want zo goed is 't natuurlijk niet. Maar nu ik zo bekend ben, is het weer leuk. Het is ontstaan omdat we zelf op school zijn gaan expe rimenteren. Inmiddels heeft die school een officiële tekenfilmopleiding". Nederland heeft het moeten missen, want de programma's werden voor de Belgische commerciële zender (VTM) gemaakt, maar Urbanus' populariteit groeide daar verder tegen de klippen op. Hij deed er het programma 'Klasgenoot jes' (Vlaamse versie van wat Koos Pos- tema hier deed), en het spelletje 'Wie ben ik'. Een immens succes en Urbanus wraak op de BRT. Loonzakje Urbanus: „Bij de BRT heerst het anti- vcdettisme. Ze zenden wel programma's voor de zesde keer uit. maar nooit komt iemand je feliciteren. Het lijkt er Rus land wel: of je in de goot ligt of je best doet, je krijgt uiteindelijk hetzelfde loon zakje. De emmer liep over, toen 'Hector' bij de BRT werd uitgezonden en echt alle kijkcijfers sloeg die de televisie ooit behaald had, inclusief songfestivals. De BRT meldde het zelfs op het nieuws. Maar ik heb er nog geen simpel telefoon tje over gehad. Ze hoeven voor mij niet de rode loper uit te leggen, maar een beetje waarderingBij VTM is het an ders. Tja, ik hoef maar m'n kop op de buis te laten zien of ze verkopen weer tien reclamespots ervóór en tien erné die ze zeven miljoen franken opleveren. Die quiz is een populair dingetje, met elke keer een bekende gast die moet raden wat ik ben en omgekeerd. Dan krijg ik als opgaaf: jij bent tweehonderd gram gehakt, en via vragen moet die ander daar achter komen. We hebben dat vi sueel gemaakt. Dus soms zweef ik als Batman door de studio, dan sta ik weer in brand, dan sla ik de champagne van tafel. Bij VTM roepen ze tegen de gas ten: Niet te snel raden, anders kunnen we nummers van Urbanus niet meer zien". Al die activiteiten houden het Urbanus- publiek groeiende. De meer dan verstan dige beroepsonnozelaar: „Natuurlijk zijn er ook mensen die mijn kop niet kunnen verdragen. Maar weet je wat ik echt het meest fantastische vind als artiest? Ik ben op m'n vierentwintigste begonnen. Ik ben nu veertig. Normaal is het zo dat je publiek mee oud wordt. Er sterven er een paar. ze krijgen andere zorgen, er vallen er af. Maar ik krijg er steeds pu bliek bij. Jong en oud. Door die strip boeken kennen kinderen mij al voor ze me ook maar live' gezien hebben. Bij een heleboel heeft dat een gek effect van: 'Urbanus** Hé. bestaat die echt? Dan be staat Kuifje ook echt'. Voor hun gevoel ben ik net als God of als de koning, ik ben er altijd al geweest". We praten over Urbanus' derde speel film, die hij misschien zelf gaat regisse ren, wanneer een publiciteitsvrouw laat weten dat het de hoogste tijd is het ge sprek te besluiten. Urbanus reageert meteen: „Tweede vraag graag". BERT JANSMA AMSTERDAM - Urbanus heeft er h\tt de Nederlandse première van ijn tweede speelfilm, 'Koko Fla ter, op zitten. Het is een uur of 's nachts geworden en 's och- ends zit Urbanus weer in het Am- 1 tclhotel gereed voor een interview 'Ik heb me alleen van boven kun nen wassen, voor beneden heb ik log geen tijd gehad'). lij is tevreden. In een stampvol Tu- chinski-theater is om elke grap gela- Q hen. Premières zijn enge dingen. Urba- ius: „Sta je op het toneel en wordt er te veinig gelachen, dan kun je er zelf nog vat aari doen. Als met film de machine °ucnmaal vertrokken is, dan kun je 'm liet meer bijstellen. Nederlanders lachen [clukkig gauw. Belgen geven zich niet zo )loot". En hij komt meteen met een hal ve anekdote: „We hebben de Brusselse ircmiöre in Kinepolis gehad, drie zalen, •en van zeven-, een van zes- en een van vijfhonderd mensen. In die zaal van zaten betalende bezoekers, lus daar was de sfeer het beste. Die zaal van zeshonderd, daar zaten de tweede-' angs-genodigden. Zo werden die ge- ïoemd. Niet zo prettig want daar had- len ze een heleboel vrienden van mij in 'estoken. die ik persoonlijk had uitgenJ- ligd. De belangrijke mensen zaten ir de irootstc zaal. Daar was dan ook de min- ite stemming". iP rote plannen vi( Jrbanus heeft grote plannen met film. £ijn éerstëling 'Hector' haalde in België 1.2 mtbóëü V-bezoekers. ;n Nederland 700.00$:ftCtÈrankrijk 70000, won prij zen or eëh Fl'ans humo'festiyal (Cham- oussc) en in het Portigese Braga. Regis- ersscur Stijn Coninx girë met de film (ook zijn eersteling) zelfs naar een festival in Calcutta en hoor*'e nog nooit zoveel jmensen lachen. Jrbanus: „We wilden Efeerst een totaaUndere film maken. Het idee van een 'Kèctor.2' schrikte ons vre selijk af. We -ijn daar niet voor honderd ?h )rocent in g-'slaAgd. Maar na het succes van 'Hecto' ga je niet opeens de thriller van de eeiw maken. Placide Smellekens wel em iets ander karakter, maar hij to-h op Hector. Woody Allen blijft lenslote ook hetzelfde, en Charlie Chap lin pi Buster Keaton veranderden ook lie? De pers verwijt me wel eens dat ik tóh de Urbanus van het podium blijf, foaar het is toch eigen aan een humorist at hij een eigen stijl creëert? Dat mag lan toch niet tegen je gebruikt worden? ds acteur denk ik wel dat ik een ernsti- e rol zou kunnen spelen. Een gevaarlij- in e man in een bloedernstige thriller, rtaar dan zou geen enkele seconde één inkel gezichtsspiertje uit de plooi mo len, anders is het onmiddellijk totaal ingeloofwaardig. Misschien zou het pu- iliek het na twee. drie films van me ac- lepteren. Maar er lopen al zoveel acteurs end die dat kunnen. Humoristen zijn lunner gezaaid. Dus waarom niet choenmaker blijf bij je leest? Ik wilde bewijzen dat 'Hector' geen oevalstreffer vas". Onuitstaanbaar -Urbanus (in het dagelijks lev<rn Urbain Servranckx) liet cr zijn potóumcarrière voor liggen. „Ik »en ^mand die nogal .nel op iets uitgkeken was. Vroeger 'held ik werk nooi' langer dan drie jaar vol. Ik was eigefl/k voortdurend in af- vachting van.J'e <aE dat ik zou vinden vat ik eige-"Jk vilde. M'n hele jeugd neb ik al"-n 8ewiten wat ik niet wilde. Vandaar dat ik een nogal onuitstaanbaar kereltje was. Pas toen ik vierentwintig was en met een gitaar om m'n nek op het podium stond, wist ik 't plots. Ik heb vijftien jaar 'live' opgetreden. Het is frustrerend als artiest in een klein taalge bied. Je moet tien keer creatiever zijn dan Duitsers of Fransen. Zeker wanneer je humor t>rengt. Een schlagerzanger of een rocker kan honderd keer datzelfde liedje neerzetten, maar ik kan niet drie keer dezelfde grap vertellen. Voor een Vlaming is het dan noodzakelijk dat je in Nederland doorbreekt. Ik heb acht of negen jaar lang in alle hoeken en gaatjes van jullie land gestaan. Kun je je voor stellen wat dat is voor iemand die snel op iets uitgekeken is? Ik wilde hoger dan in het tweede of derde theater van de provincie. Ik dacht: als ik mijn verbale humor visueel kan vertalen, dan ben ik niet meer afhankelijk van taal. Dan ben ik weer vrij. Een film kan nagesychroni- seerd worden. Ik kan in Frankrijk. Duitsland of Italië terecht. Wanneer ik merk dat mijn afzetgebied niet alleen maar Nivlerland en Vlaanderen is, zou het be«i kunnen zijn dat ik mijn volgen de f/lm in het Engels opneem". Woody allen Het is Urbanus menens met film. De komiek wil de wereld veroveren. De we reld die hem als jongen maar een rare snuiter vond. Een verlegen buitenstaan der die als hij ergens binnenkwam maar meteen een grap over zijn uitstaande oren maakte, om die niet van anderen te hoeven horen. Die niet met een nieuwe tas naar school wilde, om maar vooral niet op te vallen. Een betrekkelijke laat bloeier, die heel goed weet wat hij wil en niet wil. En die de tijd nodig heeft om de dingen in zijn eigen tempo uit te vin den. „In België werd nogal smalend ge daan over de ontvangst van 'Hector' in Frankrijk" - herinnert hij zich. „Omdat de film bij ons alle records had gebro ken. Maar' Frankrijk kende mij niet. Dan helpt een prijs op een festivalletje bij Grenoble niet. Dan moet je op z'n minst Cannes winnen. Het is toch al duizend keer sneller gegaan dan ik zelf wilde. Met 'Hector' wilde ik eigenlijk al lereerst het vak leren. Als we 't met de hakken over de sloot zouden halen, was ik al tevreden geweest. Maar het werd veel meer, ondanks alle fouten en zwak ke plekken in die film". We proberen zijn humor een plaats te geven. De naam van Jacques Tati valt naar aanleiding van 'Hector'. „Ja, die grootschalige grappen met die wielren ners. Dat is de Tati waarvan ik houd", zegt Urbanus. En lacht: „Ik weet wel van wie ik 't best kan leren. Louis de Funes daar houd ik helemaal niet van. Van Woody Allen wel, van Buster Keaton ook. Van Chaplin soms. Dan hoor je vaak: wat moet jij nou met Woody Al len. dut is toch heel iets anders? Ja na tuurlijk! Ik wil ook geen tweede Woody Allen zijn. ik ben liever een eerste Urba nus. Zelfs als ik iets imiteer, wordt het vanzelf Urbanus. Ik zong liedjes van Bob Dylan. Prachtig vond ik ze. Dat wil de ik ook maken. En dan pikte ik tek sten, vertaalde ik zinnen. Dan zei ik te gen collega's: ik durf dat eigenlijk niet te gebruiken, dat is niet van mij. Dan zei den zei: Maar dat is geen vertaling. Je hebt 't helemaal verkeerd begrepen wat die man bedoelde. En dan bleek mijn tekst leuker dan het origineel". Twee wcs „Alles wat ik doe, doe ik voor mezelf', zegt Urbanus over z'n werkwijze. „Er zijn artiesten die integer bezig zijn, maar niemand vindt 't leuk wat ze doen. Ik hoef me nooit in bochten te wringen. De grappen die ik het leukste vind, vindt het publiek ook 't leukste". De tournees mist hij niet („Ik was razend populair, maar als ik ging optreden zat ik alleen in m'n auto, stond alleen bij de benzine pomp, zat alleen in een restaurant, stond alleen op het podium, en zat daarna al leen in de kleedkamer"). Zingen doet hij nog wel eens. „Ik heb thuis twee we's. En in alletwee staat een gitaar. Dus kan ik daar nog rustig m'n nummers van Dylan zingen. Soms maak ik nog wel een nieuw liedje, voor een meisje, een vrouw, bij een gebeurtenis. Ik zou er tien of twaalf op een elpee kunnen zet ten. maar dan word ik weer het land in gestuurd om die plaat te promoten". Hij zegt het op een manier van: dat sta dium hebben we definitief gehad. Hij heeft met zijn films ook financieel een gok genomen, heeft er zelf geld in gesto ken („Wordt 't een succes dan zijn we lachende bazen, anders heb ik een scheur in m'n broek"). Maar geld lijkt niet het probleem voor Urbanus. Hij geeft meer om het succes, dan om het geld. Al heeft hij van beide genoeg. In Vlaanderen is een complete Urbanus-in- dustrie ontstaan. Er zijn inmiddels meer dan vijfentwintig albums van Urbanus als stripfiguur. Met titels als Het Fritkot- mysterie. De Hittentitten, Het Pap- schoolgenie, Urbanus tegen de Dikke- nekken. In zes jaar zijn er in totaal zo'n 1,5 miljoen exemplaren van verkocht. Urbanus bedenkt ze samen met tekenaar Willy Linthout, die verder de merchan dizing van alle Urbanus-artikelen be heert: schoolagenda's, Urbanus-poppen (aanprijzing achter op een stripalbum: "Nog even geduld, ze zijn bijna klaar. Urbanus is zelf de poppetjes één na één aan het inkleuren'. Er zijn Urbanus' On nozele Spelletjesboeken. Urbanus kleur boeken (vier stuks) en Urbanus Puzzles. Tekenfilmpje Al wilde Urbanus ooit striptekenaar worden en zat hij jarenlang op de avondacademie („ik ben jaren achtereen in de derde klas blijven zitten omdat daar een leraar zat die me iets kon ver tellen"), de strips maakt hij niet zelf. „Ik ben iemand van efficiency", zegt de ko miek. „In het begin tekende ik beter dan Linthout. Dat was wat frustrerend. Maar inmiddels is dat stadium al lang achter de rug. Samen bedenken we een verhaal, dan krijg ik via de fax de schetsen, ik Urbanus als Placide Smellekens in 'Koko Flanel', geflankeerd door Bea van der Maat. CeulóeSou/tcwt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 25