A.an een
graadje over
^ijzingwekkende
-dieptes
Wie verre reizen doet.
moet eerst veel lezen
1299,-
Sa,ari
f\ ZATERDAG 10 FEBRUARI 1990 PAGINA 37
i inai
Ie
'ie het écht wil doen, bestijgt de
igste berg van Europa slechts
jt touwen en ijzers. Maar het
.n ook op een gemakkelijkere
ianier. Met de kabelbaan vanuit
:t Franse Chamonix naar de hei
van het massief van de
iont-Blanc. Natuurlijk niet hele-
iaal naar de 4807 meter hoge top.
iaar vanaf de Aiguille du Midi
1842 meter) heb je ook een prach-
zicht op het dak van Europa,
foewelHet weer wil nog wel-
ns roet in het eten gooien.
ONT-BLANC-MASSIEF PER KABELBAAN
cao
Een kleine cabine aan een dunne draad biedt een adembenemend uitzicht op een woeste wereld van sneeuw, rotsen en ijs, waarin sommige mensen hun krachten meten met die van
de natuur. FOTO: PERS UNIE
'HAMONIX - Wanneer in Cha-
iionix de avond valt en de straat-
trlichting aanfloept, gloeit hoog
bven het Vallée d'Arve de be-
Deeuwde top van de Mont-Blanc
ig na in het avondlicht. Arrogant
ongenaakbaar. Onberekenbaar
k, vooral voor bergsporters die
gjjroberen de massa van steen en ijs
lun wil op te leggen. Donkere,
^eerloze stipjes op immense witte
gakken.
B Als u naar boven wilt, ga dan 's och-
;nds zo vroeg mogelijk", luidt het ad-
ies van de juffrouw in het kantoor van
e VVV van Chamonix, veruit de drukst
ezochte plaats in het voor de rest wei
nig bezienswaardige stadje. Druk, omdat
niflier een uitgebreid weerbericht hangt
angeplakt en er informatie is te verkrij-
en over de gondelbanen. „Gaat u, als
fet even kan, met de eerste lift. Maar ik
noet u waarschuwen; het is dan altijd
irg druk. U moet op een wachttijd van
letv minste een half uur rekenen".
De volgende ochtend staan we in alle
^.vroegte bij de gondelbaan, gekleed in de
Oikste kleren die we in onze zomerkoffer
bonden vinden. Want terwijl de thermo-
neter beneden in het dal overdag mak-
lelijk tot ver boven de twintig graden
tornt, kan het boven verraderlijk koud
Mijn. In een tasje zitten verder zonnebril-
en, zonnecrème en een paspoort. Voor
_)et geval dat.
Met enkele tientallen andere vroege vo
gels begeven we ons op weg naar de Ai
guille du Midi, in een gondel die plaats
biedt aan ruim zeventig mensen, van
wie een aantal een professioneel ogende
bergsportuitrusting bij zich hebben.
Voorproefje
De eerste etappe gaat naar het Plan de
l'Aiguille (2309 meter). Het uitzicht dat
zich bij helder weer uitstrekt tot het Ber-
ner Oberland in Zwitserland en de Fran
se Dauphine, Chartreuse en Vercors is
prachtig. Maar het is slechts een voor
proefje van wat nog komen gaat.
Toch stappen ook hier al mensen uit.
Voor een wandeling naar de Glacier des
Bossons, een van de twee gletsjers die
tot bijna in het dal van Chamonix rei
ken. Of voor een urenlange tocht naar
Montenvers, waar in het ijs van de Mer
de Glacé een grot is uitgehouwen. Aan
de binnenzijde zijn 'beeldhouwwerken'
uitgehakt. Nergens is kunst vergankelij
ker dan hier. Door het verschuiven van
de gletsjer (zo'n twintig meter per jaar)
moet elk jaar een nieuwe grot met nieu
we decoraties worden uitgehakt. Het is
dat de toeristen er zo massaal op af ko
men, anders zou waarschijnlijk niemand
zo gek zijn om steeds opnieuw in het ijs
te hakken.
Wij hebben echter 'hogere idealen'. Op
naar de eeuwige sneeuw! Bungelend aan
dikke staalkabels gaat de cabine snel en
steil verder omhoog, heftig schuddend
als weer een draagmast wordt gepas
seerd.
Uiteindelijk schuift de cabine het berg-
station (3790 meter) van de Aiguille du
Midi binnen. Daarvandaan kan, tegen
extra betaling, nog een liftje worden ge
nomen naar het op 3842 meter gelegen
uitzichtpunt. Het panorama dat zich
daar ontvouwt tart elke beschrijving:
links en rechts steken de Alpenreuzen de
hoogte in. De Mont-Blanc du Tacul
(4248 meter), de Mont-Maudit (4465
meter), de Mont-Blanc, het massief van
de Aiguilles Rouges, Les Grandes Joras-
ses (4208 meter) en de Dent du Geant
(4013 meter). Bij helder weer is in zuid
oostelijke richting ook de markante top
van de Matterhorn zichtbaar. Je hoeft
geen bergen-freak te zijn om hierdoor
geïmponeerd te raken.
Bij terugkomst in het station van de Ai
guille du Midi moet een moeilijke keus
gemaakt worden. Hoewel, zo moeilijk is
het niet. Je kunt terug naar beneden.
Maar er gaat ook nog een kabelbaantje
naar Pointe Helbronner op 3452 meter.
En er is in de hele Alpen geen ervaring
vergelijkbaar met deze tocht. Met z'n
vieren persen we ons in een kleine cabi
ne, waarvan er telkens drie op uit wor
den gestuurd aan een staalkabel, die nu
niet meteen groot vertrouwen inboe
zemt. Langzaam schuiven de cabines in
een vrijwel horizontale lijn over twee
enorme gletsjers, de Vallée Blanche en
de Glacier du Geant.
Een half uur duurt deze sprookjesachtige
tocht boven een fel schitterende, im
mens witte wereld. Wie geen zonnebril
heeft meegenomen is bij voorbaat verlo
ren en zit noodgedwongen met zijn ogen
dicht. Keer op keer rukt de harde wind
aan de cabines; het is net alsof de natuur
de indringers van zich af wil schudden.
In de diepte beneden vallen eerst alleen
de grote lijnen op: rotsen en sneeuw.
Enorme scheuren
Hoge bergkammen waartussen zich de
sneeuw en het ijs samenpakken. Kleine
re bergkammen, die maar net het 'hoofd'
boven de sneeuw kunnen houden. Maar
hoe langer je kijkt, des te meer details
worden zichtbaar. Scheuren in het ijs, zo
groot, dat er complete huizenblokken in
kunnen verdwijnen. Er zijn ook felge
kleurde vlekken. Koepeltentjes van berg
beklimmers, die zich een weg zoeken
naar de top of daar al geweest zijn.
Als op de Pointe Helbronner mensen
moeten in- en uitstappen worden de
overige cabines midden boven de ijszee
stilgezet. Tijd om verontrust te worden
is er niet. Je komt ogen te kort om alles
in je op te nemen. Aan de ene kant de
Mont-Blanc, aan de andere kant de Ai
guille du Dru (3754 meter), de markant
ste van alle Aiguilles: een granieten obe
lisk. En beneden blijken over het wit
van de gletsjer opeens stipjes te bewe
gen: zomerskiërs.
Bij aankomst op Pointe Helbronner
staat de argeloze toerist een nieuwe ver
rassing te wachten: passencontrole. Per
slot van rekening steek je al hangend
aan een draadje de grens over en dat ne
men Italiaanse autoriteiten uiterst se
rieus. Elke morgen gaat een grenswacht,
vergezeld van een hond, vanuit het in de
diepte gelegen Courmayeur naar Pointe
Helbronner. Pas na controle mogen we
doorlopen naar het souvenirwinkeltje.
Weersomslag
Maar daar zijn we niet voor gekomen.
Naar buiten dus, maar de truien, hand
schoenen en muts zijn niet voldoende
om de elementen lang te kunnen trotse
ren. Alleen pal naast het monument
waarmee de werknemers worden her
dacht die bij de aanleg van de kabelbaan
om het leven zijn gekomen, is er een
windvrij plekje.
Dik ingepakt kunnen we een zonnebad
nemen. Maar het plezier is van korte
duur. Opeens slaat het weer om. Er
komt een dichte mist opzetten en de wa
terdruppels in snorren en baarden wor
den al snel ijspegeltjes. En dan begint
het lange wachten op de terugkeer naar
de Aguille du Midi. Enkele honderden
mensen willen allemaal tegelijk weg. Per
keer is er slechts ruimte voor twaalf.
De terugreis duurt opnieuw een half uur,
maar nu zweven we door een dikke, grij
ze massa. Opeens vliegt de cabine om
hoog, vlak over een kale rotswand heen
die onverwacht uit de mist kwam opdui
ken. Het hart slaat een slag over. Later
biedt de kaart uitkomst. Op dat punt
passeert de kabelbaan de Gros Rognon,
de natuurlijke scheiding tussen de twee
gletsjers. Op de heenweg zijn we hier on
gemerkt over heen gezweefd.
Bij het bergstation op de Aiguille du
Midi lijkt de mist nog dikker te worden.
Omdat de weerdienst zegt dat het spoe
dig zal opklaren blijven velen hier han
gen. In een overvol restaurant, dat gou
den tijden beleeft. Want ook uit het dal
komen nog steeds mensen naar boven,
ondanks de waarschuwing bij de kassa's
dat er niets te zien valt.
De mist blijkt hardnekkiger dan de
weersvoorspellers dachten. Na drie uur
wachten is de wereld nog altijd even
klein. Maar onze aanvankelijke teleur
stelling - je betaalt tenslotte geen dikke
vijftig gulden per persoon om op bijna
4000 meter hoogte in een dikke mist te
turen - verandert langzaam in een zeke
re tevredenheid. We hebben nog geluk
gehad. De mensen die nu nog naar bo
ven komen zien slechts die dikke, grijze
muur.
Ook de deur naar het terras is inmiddels
gesloten. Zelfs op bergschoenen zonder
stijgijzers is het buiten levensgevaarlijk.
Wie toch gaat kan kiezen: naar de top
van de Mont-Blanc of naar het dal. In
beide gevallen over steen en ijs en voor
al langs ijzingwekkend steile hellingen.
Neen, dan is de kabelbaan toch heel wat
comfortabeler.
RICKY WILLERS
Voor meer informatie over reizen naar
Frankrijk: Frans Verkeersbureau, Prin
sengracht 670, Amsterdam, tel. 020-
247514.
"^Aan de toeristische kolonisatie van de
/Noordafrikaanse kust kan dit jaar een
1 iieuw hoofdstuk worden toegevoegd. Na
"unesië, Marokko en Egypte opent nu
ok Algerije de deur voor het Neder-
indse massatoerisme. Voorlopig gaat-ie
iverigens niet verder dan op een kier.
Vant wijs geworden door de ervaringen
■an met name het buurland Tunesië, wil
tlgerije de ontwikkeling van het toeris-
pie streng in de hand houden.
Iet is uiterst toevallig - maar waar-
Iichijnlijk niet meer dan dat - dat vrij
wel tegelijk met het vertrek van de eer-
te Nederlandse charters richting Alge
rije in de Dominicus Reeks van uitgeve
rij Gottmer een reisgids over dit nog ta-
t tnelijk onbekende land is verschenen,
l Die onbekendheid heeft het land overi-
Ij ;ens vooral aan zichzelf te wijten - of te
danken? Na de bloedige onafhankelijk-
ïeidsoorlog tegen de Franse overheersers
1954-1962) werd alle aandacht gericht
fop de ontwikkeling van het eigen volk
n de eigen economie. De socialistische
Eenheidsstaat leidde, met name onder
resident Boumedienne (1965-1978), ja-
enlang een tamelijk geïsoleerd bestaan.
(President Chalid Benjedid, die na het
overlijden van Boumedienne aan de
taacht kwam, heeft de voorbije jaren ge-
tracht de economie gezond te maken.
Die was, zo bleek bij de dalende energie-
[prijzen, te zeer afhankelijk geworden
_|Van de gasexport, een van de belangrijk-
C ste inkomstenbronnen van Algerije. Ook
vde sterke bevolkingsgroei was reden de
bakens te verzetten.
Jok op andere terreinen zijn de moder-
niseringen niet te stoppen. In 1988 trok-
jken vooral jongeren massaal de straat op
om te demonstreren tegen het tekort aan
banen, de privileges van de partij-elite
«oen de slechte voedselsituatie. Nadien
zijn hervormingen ingezet die moeten
leiden tot meer politieke vrijheden.
Kruisbestuiving
De veranderingen houden echter niet in,
dat Algerije nu opeens de grenzen open
gooit voor het massatoerisme. Het heeft
elders rond de Middellandse Zee de ne
gatieve gevolgen kunnen zien van een
pngebreidelde invasie van westerlingen
in een traditioneel islamitische cultuur.
d^Het laatste wat de trotse Algerijnen wil
len, is zich onderwerpen aan zo'n vorm
van neo-kolonialisme. De eigen cultuur
en de natuurlijke rijkdommen zijn on
aantastbaar toeristen die daarin geïnte
resseerd zijn, zijn welkom. Maar mond
jesmaat.
Die wat bijzondere positie van Algerije
rechtvaardigt des te meer de keus van de
Algerijn Tahar Maaz als auteur van de
reisgids in de Dominicus Reeks. Maaz is
directeur van het kantoor van Air Algé-
rie, de Algerijnse luchtvaartmaatschap
pij, in Amsterdam. Hij kent echter niet
alleen zijn eigen land door en door,
dank zij zijn huwelijk met een Neder
landse heen hij ook ons land en de Ne
derlandse gewoontes leren kennen.
Die culturele kruisbestuiving heeft gere
sulteerd in een alleraardigste reisgids
volgens het bekende Dominicus-recept:
een inleiding, een overzicht van de ge
schiedenis, sfeertekeningen van belang
rijke steden, dorpen en interessante
landstreken en een afsluitend hoofdstuk
met nuttige informatie.
Misschien dat er hier en daar nog iets
aan de stijl en de inhoud zou kunnen
worden bijgeschaafd. Maar de indruk
die deze reisgids achterlaat is dat Alge
rije een land is waarop in de reiswereld
zo vaak misbruikte begrippen als 'zeer
interessant en nog onbedorven' werke
lijk van toepassing zijn. Een land voor
mensen die wat meer willen zien dan de
goudgele stranden lands de diepblauwe
zee. Wie alleen daar op uit is, zou met
zijn komst de Algerijnen onrecht aan
doen en kan beter terecht, en waar
schijnlijk ook goedkoper, elders langs de
Middellandse Zee.
Portugal
Een ander voorbeeld van een schrijver
die volledig bekend is met het land, de
taal en de cultuur waarover hij schrijft is
de Portugees J. Rentes de Carvalho. Hij
woont al 34 jaar in Nederland en ver
dient zijn brood onder meer als literair
schrijver en journalist. Met het verleden
jaar verschenen boek 'Portugal' heeft hij
een reisgids geschreven, die zijn gelijke
in het Nederlandse taalgebied waar
schijnlijk niet kent.
De eerste zin spreekt boekdelen: „Dit is
geen gids voor toeristen". Rentes de
Carvalho schreef een 'Gids voor vrien
den van Portugal' en neemt daarbij over
zijn eigen land, de Portugezen, noch
over de toeristen een blad voor de
mond.
„Het alleen of in groepsverband op een
gebied neerstrijken van toeristen lijkt in
zijn gevolgen op een ware plaag, ook al
krijgt die plaag over het algemeen de ze
gen van de overheden, neringdoenden
en zelfs van hen die er op de korte of
lange termijn onder te lijden hebben",
schrijft Rentes de Carvalho.
Hij maakt, soms met een heerlijk cyni
sche ondertoon, een onderscheid tussen
„hen die Portugal binnenvallen met het
geweld en de lompheid van een wild in
vasieleger en hen die beseffen dat het
doordongen in andermans intimiteit te
rughoudendheid vereist". Bijvoorbeeld
op het terrein van de kleding. „Spant u
zich in om niet in het oog te lopen met
exotische kleren. Carnaval is het alleen
in februari, Portugal is Hawaii niet en
bovendien neigt de plaatselijke smaak
naar ernst".
Rentes de Carvalho doet geen poging de
gebiedende wijs te vermijden. Hij is im
mers de gids en voert de lezer bijna vier
honderd pagina's lang door 'zijn' Portu
gal, het echte Portugal. Met aan het slot
een verrassend resultaat: het dilemma of
je als lezer spoorslags naar Portugal
moet reizen om al het moois met eigen
ogen te zien, of dat je moet zweren het
land nooit te bezoeken, omdat de waar
heid nooit zo mooi kan zijn als Rentes
de Carvalho het vertelt.
Handige gidsen
Zowel het boek van Maaz als dat van
Rentes de Carvalho hebben één min
punt. Het zijn vanwege het aantal pagi
na's en het gewicht gidsen die je eigen
lijk tevoren moet lezen of die je in een
koffer dient mee te slepen om onderweg,
bij voorkeur 's avonds, nog een keer
door te nemen. Het is op zijn minst wat
onpraktisch om met deze 'reis-bijbels' in
de hand door de smalle straatjes van Al
giers of Lissabon te slenteren.
Wat dat betreft is er voor tientallen be
stemmingen een goed alternatief voor
handen in de vorm van de uiterst com
pacte reisgidsen van de ANWB. Ze mis
sen de sfeerbeschrijvingen die 'Portugal'
Het 'Portugal voor vrienden' van Rentes de Carvalho: „Portugal is Hawaii niet en
bovendien neigt de plaatselijke smaak naar ernst". FOTO: SP
zo aantrekkelijk maken. Maar verder ge
ven ze eigenlijk alles wat in een behoor
lijke reisgids behoort te staan: een korte
en bondige inleiding over geschiedenis,
actuele situatie, landschap, flora en fau
na van het land, nuttige tips en sugges
ties en veel namen, adressen en andere
belangrijke gegevens.
Het voorbije najaar hebben we, met de
nieuwste gids over Zwitserland in de
hand, rondgereisd in het zuidoostelijke
kanton Graubünden. De informatie in
de gids klopte steevast en was voldoende
gedetailleerd om een afwisselend 'pro
gramma' samen te stellen van wandelin
gen, treinreizen en autotripjes. Wie meer
wil weten, bijvoorbeeld over het Zwit
serse Nationale Park, wordt in de reis
gids keurig verwezen naar het 'National-
parkhaus', waar complete boekwerken
over het park te koop zijn. In deze serie
zijn ook nog nieuwe deeltjes verschenen
over het Loire-dal, de Vogezen, de Pyre
neeën en West-Turkije, allemaal volgens
hetzelfde vertrouwde recept.
Nieuw in de Dominicus Reeks zijn gid
sen over bekende bestemmingen als de
Adriatische kust van Joegoslavië en Cy
prus. De stedengids over de Hongaarse
hoofdstad Budapest is bij voorbaat een
succes, gelet op het explosief groeiende
toerisme naar Hongarije en andere lan
den in Oost-Europa. Maar de Domini
cus Reeks zoekt het ook veel verder van
huis. In India bijvoorbeeld, al kan het
niet anders of een gids over dit enorme
land blijft oppervlakkig. Kerala bijvoor
beeld, met 26 miljoen inwoners op
een oppervlakte die bijna even groot is
als Nederland de dichtstbevolkte deel
staat van India, moet het doen met veer
tig regels. Daarna wordt nog een tweetal
bladzijden besteed aan de belangrijkste
bezienswaardigheden, zoals de stad Co
chin, die in de zeventiende en achttiende
eeuw meer dan 130 jaar in handen is ge
weest van de VOC. Alleen over de ge
schiedenis van deze stad zou al een heel
boek zijn te schrijven.
Hetzelfde bezwaar geldt voor de gids
over de Caribische Eilanden: 29 eilan
den verdeeld over 290 pagina's is mis
schien aardig als introductie en wellicht
voldoende voor wie alleen aan het
strand wil liggen. Wie meer wil weten
over de eilanden zal verder moeten zoe
ken; allicht dat een van de nu ongeveer
tien gespecialiseerde reisboekenwinkels
in ons land dan uitkomst biedt.
JOS TIMMERS
J. Rentes de Carvalho: Portugal. Uitgeve
rij: Arbeiderspers, Amsterdam. Prijs:
49,90. Dominicus Reeks, uitgeverij
Gottmer, Bloemendaal. Boedapest, In
dia. Algerije en Joegoslavië - Adriatische
kust, alle 27,90; Cyprus 19,90 en
Caribische Eilanden 34,90.
ANWB-Reisgidsen. Uitgeverij: ANWB,
Den Haag. West-Turkije, Pyreneeën,
Loire-dal. Vogezen en Tessin - Graubun-
den - Noordoost-Zwitserland', alle
f 29,95 voor niet-leden.
(ADVERTENTIES)
I Uitgebreide informatie door
Iers verkeersbureau
j Lankhorst-Taselaar
I op Ierland gespecialiseerde j
reisorganisaties
Ierse Hengelsportfilm
met Jack Charlton
folk-group Haddock
Quiz en tombola
Kaarten verkrtigbaar bi|:
Hengelsport van Laar
Oostdorperweg 41
Wassenaar (01751-13245)
Den Haag (070-3801183)
Zwennes Hengelsport
Damstraat 5
I leidschendam (070-3274020) I
MET
TRANSAVIA""
NAAR MOMBASA
Jambo
Club
Schouwweg 13e
2243 BB Wassenaar
Telefoon 01751-40066*
Telefax 01751-40057
Telex 35494 saf nl
foidóC&Hl/UHlt-