Israël raakt vol door stroom Russische jodef
n
ll
mal
Ie
De overwinning van Liesbeth List
CcidócSouArnit'
ZATERDAG 10 FEBRUARI 1990 PAG»(
KFAR SABA - Diga Rogachova
strijkt vermoeid haar zwarte lok
ken uit het gezicht. „Ik ben erg
moe", zegt ze bleek. „En ook in de
war". Ze is tien dagen geleden uit
de Sovjetunie naar Israël geëmi
greerd. Achtentwintig jaar, zwan
ger, zonder man en met een achtja
rig dochtertje, Anne.
„Ik moet geld verdienen", zegt ze.
„Waar kan ik werk vinden?". Een zucht.
„Kan ik ergens een Russische krant ko
pen? Hoe is de situatie in Azerbajdjan?".
Ze zit op haar bed in het bijna lege ka
mertje in het immigranten-opvangcen
trum van Kfar Saba, ten noordoosten
van Tel Aviv. Geen cent meer in haar
portemonnee, vier koffers met kleren en
kleine herinneringen van thuis. En vol
zorgen over de toekomst. „Ik zeg het
eerlijk", biecht ze op. „Ik ben hier geko
men omdat ik weg wilde uit de Sovjetu
nie en ik nergens anders heen kon. Ik
kon alleen een visum voor Israel krijgen,
omdat ik van joodse afkomst ben. Over
Israël weet ik bijna niets. Intifada? Wat
is dat?".
Twee jaar geleden begon ze na te denken
over haar leven als Russische staatsbur
ger. Over de leugens die haar bereikten
via de staatspropaganda. Over de rech
ten, waarover ze alleen in de verboden
boeken las, maar die ze niet had. Over
de moeilijke strijd om het bestaan. Ze
verdiende in Baku, haar geboortestad in
Azerbajdjan, honderd roebel per maand.
„Om een jas te kopen had ik een
maandsalaris nodig. Aan vlees kon je
nauwelijks komen. En dan nog uren in
de rij staan".
„Glasnost? Perestrojka? Mooie woorden.
Maar wat merkte je ervan? Ik wilde ge
woon weg. Zeker toen de strijd in Baku
begon. De Azeri's vermoordden de Ar
meniërs. Joden hadden geen problemen.
Maar je weet nooit. Als er problemen
zijn, krijgen joden vaak de schuld".
Olga liet haar ouders en haar vrienden
weten dat ze een nieuw leven zocht. Ze
vroeg vrienden in de Verenigde Staten
om hulp. Zonder familiebanden in de
eerste graad kon ze er niet terecht. „We
kunnen je alleen helpen aan een aan
vraag tot 'familiehereniging in Israël' lie
ten ze weten. Ook al had ze in Israël nie
mand. Het duurde zes maanden. Het vi
sum kwam. Toen begonnen de moeilijk
heden.
Burokratia
„Burokratia", zucht ze. „Weetje wat dat
is? Ik moest dagelijks naar het emigratie-
kantoor. Uren in de rij. Wachten, wach
ten. Ik moest vijfendertig documenten
produceren om toestemming te krijgen
voor het verlaten van mijn vaderland.
En zevenhonderd roebel op tafel leggen
om mijn Russische paspoort te mogen
inleveren. Ook het leger maakte moei
lijkheden omdat ik een tijdje als ver
pleegster in een militair ziekenhuis had
gewerkt. Daarna moest ik mijn bezittin
gen verkopen. Mijn flat, al mijn boeken.
Ik heb nu niets meer. Ook mijn geld
moest ik achterlaten. Ik mocht niet meer
dan tweehonderd vijftig dollar voor mij
en mijn dochtertje meenemen. En dat
nog tegen een idioot hoge roebelkoers".
Toen Olga eindelijk de trein kon nemen
naar Moskou, duurde het nog een
maand voordat zij in Hongarije aan
kwam. „We kwamen 's ochtends heel
vroeg in Budapest aan. Ik was bang. Op
Diga Rogachova, een van de tienduizenden Russische immigranten die zich de laatste tijd in Israël vestigden. Onzeker in een
vreemd land, zonder familie.
het station kwam iemand van de Soh-
nost, het joods agentschap, ons ophalen.
Toen werden meteen naar het vliegveld
gebracht en een paar uur later zaten we
al in het vliegtuig, op weg naar Israël".
Op dat moment besefte ze pas dat ze een
nieuw leven tegemoet ging. Onzeker
heid, nieuwe problemen. Zonder familie.
Ze krijgt tranen in haar ogen als ze er
over praat. „Ik mis ze zo. Ik kan niet op
bellen. Ik heb al brieven geschreven.
Maar je weet daar nooit of de post aan
komt. Zeker in Baku. Ik weet dat mijn
moeder erg ongerust is. Zal ik haar nog
ooit zien?".
De stewardessen in het vliegtuig waren
erg vriendelijk. „Welkom in Israël", zei
den ze. Ze gaven folders, lieten een
voorlichtingsbandje horen. In het Rus
sisch. En voor de kinderen een filmpje.
„Ik was erg opgewonden. Ook zenuw
achtig. Ze lieten ons het Israëlisch volks
lied horen. En toen ons vliegtuig Tel
Aviv naderde, dacht ik: dit is ons onbe
kende moederland".
Ons gesprek verloopt moeizaam. Olga
heeft een Russisch-Engels woordenboek
nodig om haar gedachten onder
woorden te brengen. Anna, haar doch-
FOTO: PERS UNIE
tertje, loopt in en uit en eist aandacht. Ik
vond Olga op het vliegveld. Ze had net
de immigrantenprocedure achter de rug.
Vijf uur na aankomst stond ze buiten.
Met een immigranten-identiteitsbewijs
in haar hand, en honderd shekel (onge
veer honderd gulden). Een taxi bracht
haar naar Kfar Saba en haar kamertje
van drie bij drie meter, met douche, wc
en een keukentje. Doodmoe, die avond,
viel ze op haar bed in slaap. „Maar mid
den in de nacht werd ik wakker. Ik kon
niet meer slapen. Had ik er goed aan ge
daan hier te komen?".
Er werd haar in het opvangcentrum uit
gelegd hoe ze naar de bank moest en lid
kon worden van het ziekenfonds. En
waar de supermarkt was. Ze keek haar
ogen uit. „Er is hier zoveel te koop, en je
hoeft haast niet in de rij te staan!". Ze
kocht wat koffie en suiker. Luxe.
Welkom
Olga heeft inmiddels een week lang les
gehad op een speciale 'ulpan-cursus',
waar immigranten Hebreeuws leren.
Anna gaat nu naar school. „Geen com
munistische slogans meer", zegt Olga
opgelucht. „Vrolijke kleuren, tekeningen
van kinderen. En overal een glimlach. Ik
voel dat ik hier welkom ben".
Zij, en alle andere duizenden immigran
ten uit de Sovjetunie die de afgelopen
maanden zijn gearriveerd, zijn inder
daad welkom in Israël. Voor het land
gaat weer een stukje van de zionistische
droom in vervulling. Premier Yitschak
Shamir heeft al van een 'wonder' gespro
ken. Maar hij schokte de wereld door
daaraan toe te voegen dat voor de ver
wezenlijking van die droom er een
'groot-Israël' nodig is, dus ook de bezette
gebieden. „We moeten de ruimte hebben
om al die mensen te huisvesten", aldus
Shamir.
De Palestijnen, bevreesd dat daarmee
hun toch al te kleine kansen op een ei
gen staat nog kleiner worden, protesteer
den. Dat deden ook de Arabische lan
den, de Verenigde Staten en Europa. En
de Sovjetunie sommeerde het hoofd van
de Israëlische diplomatieke delegatie in
Moskou, Arien Levin, zijn regering dui
delijk te maken dat vrije joodse emigra
tie uit de Sovjetunie mag, maar niet ten
koste van het vredesproces tussen Israël
en de Palestijnen.
Volgens officiële Israëlische cijfers gaat
minder dan één procent van de Russi
sche immigranten naar de joodse neder
zettingen op de westelijke Jordaanoever.
Niet meer dan 43 personen waren, vol
gens die cijfers, bijvoorbeeld terechtge
komen in het joodse stadje Ariel in bezet
gebied. Maar buitenlandse journalisten
vonden er veertig families. En de kolo
nisten van Ariel - net klaar met een
propagandafilmpje voor de immigranten
over hoe mooi wonen het er is - snellen
naar het vliegveld, als er weer een vlieg
tuiglading nieuwkomers arriveert.
„We zijn geen uitgesproken zionisten",
zeggen Liuba en Alex Yankevitch uit Le
ningrad. „Ze vertelden ons gewoon dat
de woningen hier in Ariel goedkoper
zijn".
En dat klopt. Voor een flat, die 375 dol
lar per maand in Haifa kost, hoef je in
Ariel - vanwege de zware regeringssub
sidies - niet meer dan 250 dollar op ta
fel te leggen. Niet dat Israël de immi
granten dus dwingt in de bezette gebie
den te gaan wonen. Maar als ze willen,
'baruch haba', welkom. En een kleine re
kensom (zeg dat een a twee procent van
de 750.000 immigranten die in de ko
mende vijf jaar worden verwacht, in de
bezette gebieden gaat wonen) leert dat
de 70.000 zielen tellende kolonistenbe
volking op de Westelijke Jordaanoever
met zeker vijftien procent zal toenemen.
En dat, zonder rekening te houden met
de natuurlijke aanwas.
Huizen
„Wij hebben geen enkel bezwaar tegen
joodse immigratie naar Israël", zei Fai
sal Hoesseini, de meest vooraanstaande
3
Palestijnse leider in de bezette gel}
vorige week. „Maar we willen ni
ons gebied, waar wij onze Palejjg
staat willen vestigen, door die inn, k
tiegolf nog meer onteigend wordt'c
Waar moeten al die mensen in Isnfel'
worden gehuisvest? Dat is de vra)e^
de autoriteiten hoofdbrekens b|Ui
„Niemand weet precies hoeveel foei
beschikbaar zijn", zuchtte een.nr
ambtenaar van het ministerie vaiL.
vesting. „Op een gegeven zullen f.
achter komen dat de voorraad opf16
Maar van extra bouwen is het no^t
gekomen. Voorlopig gaat het alleeei
om plannen. Heel veel plannen.jn
om huizen te bouwen op de dakejn
de al bestaande. Of onder flats
palen st^an. Er is al eèn noodpla":
hotels, kiboetsen en legerplaatsen"1
schakelen. En ook een idee om £n
pre-fab huizen te importeren uita.
Sovjetunie. me
De regering zal de komende twe
120 miljoen dollar besteden aan ha
bouw, zo luidt een van de officiólo:
richten. Daarvan moet miljoen 4 c
staatskas komen, en tachtig miljoen
joden in het buitenland. Maar eng
geld er komt weet niemand. Wanoei
ook dat is een feit - aan de tijd \t e
bijna blinde joodse schenkingen ale
langzamerhand een eind gekomen.'iei
zal, zo ziet het er al naar uit, exti\j
moeten lenen in het buitenland, ch
huizen, voor banen, voor opleidati
voor extra schoolklassen, voor heit
tis) overbrengen van al die duizloe
penny-loze immigranten en hun kmz
Eén familie opvangen kost de staatd;
de schatting, ongeveer vijfentwintrij:
zend. En alsof dat voor de ministaa:
financiën, Simon Peres, niet genaa:
hij wordt nu ook gedwongen meeeni
rissen te betalen aan de werknemei
het ministerie van immigratie, cH.
het ogenblik moeten overwerken. vl
week hebben ze gestaakt op dage
immigrantenvliegtuigen arriveerdeiat
laconieke reactie van de Russenjn
„Dit is de eerste staking die we mio<
ken". Maar het geduld kan opraken
Zeker als blijkt dat de opvangmie
ook geen plaatsen meer kunnen a^0
den in één van de 38 opvangcen^
het land. „Over twee maanden is ejai
plaats meer", vertelde een woor4l
ster van het joods agentschap. Dai^c]
koek op! pt
Haar baas, Uri Gordon, hoofd vja
immigratieafdeling, heeft al steaa
been geklaagd. „Er is geen duitfee
planning. Geen goede samenwerki%
sen de ministeries". Ln
uc
Wanorde.
Een televisieproducer had vier dag£'
dig om toestemming te krijgen de ie
granten op het vliegveld Ben Goerie
filmen. Hij kreeg te maken met h£(
nisterie van immigratie, het joods Pf
schap, de politie, de vliegvelddiF1
het regeringspersbureau. Toen alle^
delijk voor elkaar was, bleek het bF
de toestel er helemaal niet te zijn. F
volgende ochtend moesten alle a$
gen opnieuw worden ingediend. *l!
Olga Rogachova is zich nog niet bF
van al die problemen. In haar kaol
in het opvangcentrum schrijft zP
brief aan haar moeder in Baku. V<L
pig zegt ze: „Ik wil niets anders dai
rustig leven. Zonder problemen on1
dagelijks brood. Ik hoop dat leven,
in Israël te vinden".
WILLY WERKjn
AMSTERDAM - Nog een paar
voorstellingen en 'List nu' is verle
den tijd. Voor zangeres Liesbeth
List zit dan de tournee, die in no
vember 1988 begon, er op. Een
toernee die haar niet alleen langs
vele vaderlandse theaterzalen voer
de maar haar ook naar onze zui
derburen en naar de Benedenwind
se Eilanden Aruba, Bonaire en Cu
racao bracht.
Voor Liesbeth List betekent die tournee
een overwinning. Ze heeft met haar so
loprogramma hoog gescoord. De reacties
liegen er niet om. Aanvankelijk waren
theaterdirecteuren wat aarzelend. Maar
inmiddels heeft Liesbeth List een flinke
portie krediet opgebouwd. Haar tweede
soloprogramma, waaraan ze over een
tijdje gaat werken, zal zich heel wat
makkelijker laten 'verkopen'. Moest
Liesbeth het nu vanwege het geringe
budget enkel met pianist Rob van Dijk
doen, de tweede show kan zich meer
musici permitteren. En dat doet Lies
beth goed. Niet alleen omdat dan het ge
luid 'voller' is, maar ook omdat het iets
weerspiegelt van het artistieke en finan
ciële succes van het programma.
In haar grachtenhuis in de hoofdstad
kijkt ze tevreden terug. „Als ik nu op
treed, ben ik heel ontspannen. Maar tij
dens de eerste optredens stierf ik dui
zend doden. Ik wilde me constant onder
de tram gooien. Omdat ik hardleers ben
was het een hele klus al die teksten in
mijn hoofd te krijgen. Twee uur tekst,
dat is niet niks. Zitten ze er eenmaal in
dan blijven ze daar m'n hele verdere le
ven. Maar die eerste periode was een ab
solute hel. Ik zag tegen elke avond op.
Een keertje vergissen mag, daar kan ik
dan wel een draai aan geven en het pu
bliek schijnt dat ook nog wel leuk te vin
den, maar als je vaker je tekst kwijt
raakt, is dat natuurlijk onvergeeflijk. Dat
kun je niet maken. De tekst zit er nu
echter tot in m'n tenen in. En ik sta dan
ook heel ontspannen op het toneel".
Top
In 'Liesbeth nu' zingt Liesbeth List on
der meer 'Door diepe dalen moet je gaan
om eindelijk op de berg te staan'. Een
soort credo van de Amsterdamse zange
res die er geen geheim van maakt dat in
de liedjes die zij zingt haar eigen levens
gevoel zich uitspreekt. „Ik heb heel wat
meegemaakt en dat gaat je niet in de
koude kleren zitten. Diepe dalen heb ik
gekend, maar ik heb het gevoel de berg
top bereikt te hebben. Wat niet wil zeg
gen dat ik er helemaal ben. Je kunt trou
wens niet steeds op een top blijven
staan. Dan word je arrogant, onuitstaan
baar en zelfgenoegzaam. Een mens moet
proberen telkens nieuwe toppen te berei
ken en dat kan alleen als je na de ene
top eerst wat daalt om aan de klim van
de volgende top te beginnen. Je leven
wint daardoor aan waarde, denk ik".
Liesbeth List mag dan artistiek met
'Liesbeth nu' een hoogtepunt bereikt
hebben, tevreden is ze toch nog niet.
Ook al omdat ze het gevoel heeft nog te
weinig mensen te bereiken. „De reactie
van een vrouw die me min of meer toe
vallig hoorde zingen was veelzeggend.
'Waarom weten we niet dat u zo goed
bent', zei ze. Mijn liedjes zul je niet te
horen krijgen op de tv, maar als je niet
op de tv komt, besta je niet. Vroeger was
de televisie een bijkomstigheid, nu is het
een allesbepalende factor voor het succes
van een artiest. Met name de jeugd heeft
er mee te maken. Die hoort en ziet me
te weinig op het scherm, maar die kinde
ren moeten niet denken dat ik alleen bij
Madame Tussaud sta. Gelukkig brengen
heel wat oudere fans hun kinderen mee
naar een voorstelling. Ze merken dan
dat ik heel wat in m'n mars heb".
Roman
Televisie, theaterdirecteuren, recensen
ten, Liesbeth List is er afhankelijk van.
Dat weet ze en daarom is de triomf des
te groter nu ze met 'Liesbeth nu' heeft
laten zien het publiek in haar zak te
kunnen steken. Ze doet dat met liedjes
waarvan ze zegt dat ze 'een roman in
drie minuten' zijn, Nederlandstalig, ge
maakt of vertaald door mensen als Ernst
van Altena, Wim Hogenkamp, Annie
M. G. Schmidt, Ivo de Wijs en Jan-Si-
mon Minkema. Liedjes ook die met
deze tijd te maken hebben. Liesbeth
List: „Zo langzamerhand kan ik van me
zelf zeggen dat ik iets beweren mag. Ik
heb veel meegemaakt en dan mag je kri
tiek op situaties leveren. Maar ik mag
ook graag een liefdesliedje zingen, als
dat maar iets met de werkelijkheid te
maken heeft. Met die liedjes bereik je de
mensen. Ik zing over mishandeling bin
nen het huwelijk, over aids, over hot-
items dus. Het publiek herkent zich daar
vaak in. Gevolg is wel dat ik een soort
sociale raadsvrouw ben geworden. Stee
vast staan er na een voorstelling mensen
voor de kleedkamer om met me te pra
ten over hun ellende. Of ze schrijven
me. Ik kan niet ongestraft dit repertoire
zingen. Als je dergelijke liedjes zingt dan
mag je niet zo hard zijn de mensen in de
kou te laten staan".
Wereldvreemd
Een kwart eeuw zingt Liesbeth List.
Eerst als 'wereldvreemd' meisje dat van
af Vlieland naar de Randstad kwam.
Toen zong ze liedjes waarvan ze nu zegt
dat ze 'boven de werkelijkheid' stonden,
vaak vertaalde romantische chansons.
Later werk van onder anderen Theodo-
rakis en Jacques Brei, die 'de realiteit
van de straat' bezong en nu dan die lied
jes van Nederlandse auteurs. „Het chan
son is hard gemaakt. Na Freek de Jonge
brak alles open. Alles kon daarna gezegd
worden op het toneel. Hij heeft een
trend gezet".
Niet louter uit zingen heeft Liesbeths le
ven bestaan. Ze heeft als actrice op de
planken gestaan, zoals in 'Jan Rap en
z'n maat', en speelde mee in een aantal
(geflopte) speelfilms en in enkele door
Dimitri Frenkel Frank gemaakte tv-
films. Maar zingen vindt ze toch leuker:
„Op het toneel en in de film vertegen
woordig je een ander. Bovendien ben je
onderdeel van een groep. Ik ben liever
solist. Noem het maar een egotrip, alle
ogen gericht op Kwatta, weet je wel.
Maar ook daarin zoek ik niet alle heil. Ik
wil geen machine zijn die dag-in-dag-uit
op de planken staat. Niet meer dan tach
tig voorstellingen per jaar doe .ik. Er
moet ook ruimte zijn voor m'n privéle-
ven met man en kind".
Na 'Liesbeth nu' 'stort' Liesbeth List
zich in een retraite. In het najaar moet
ze een nieuw programma hebben. Ze
krijgt bij het maken van dat tweede so
loprogramma hulp van onder anderen
Freek de Jonge. Theaters zullen wat ge
makkelijk zijn in het programmeren er
van. „Ze weten nu wat ze krijgen. Het
gevecht dat ik heb moeten leveren, is
dan niet meer nodig. En dat is een over
winning".
THOM STROINK
Liesbeth List, die bewezen heeft een solo-programma aan te kunnen en met een volgende show niet zo veel moeite zal hebben mi
theaterdirecteuren. FOTO: DIJI