Haat en nijd tussen Madrid en Barcelona 49 •I Snoopy viert veertigste verjaardag in Parijs 1 NO DOGS ALLOWED Ïfr4> CcidócSouAOixt BARCELONA - Een verhaal van twee steden. Er zijn er veel van. Charles Dickens' Sodom en Go- morra, tot voor kort Berlijn en, nog dichterbij, Amsterdam en Rot terdam. Maar de rivaliteit tussen beide laatste steden is slechts een lief kindersprookje in vergelijking met de haat en nijd waarmee Ma drid en Barcelona elkaar in deze tijd van politieke ontspanning nog steeds bestoken. Twee metropolen die zuchten onder de bijna on draaglijke last in hetzelfde land te liggen. Dat laatste is overigens niet geheel nauwkeurig. Madrid, in het hart van de enorme Centraal-Spaanse hoogvlakte, ligt wel in het midden van het 'echte' Spanje, Castiliê, maar zeg tegen de inwo ners van Barcelona niet dat ze in Spanje wonen. Barcelona is volgens hen niet de tweede stad van Spanje, doch de hoofd stad van Cataloniè. En wie zichzelf er gens de hoofdstad van vindt, accepteert niet gauw suggesties en bevelen uit een andere hoofdstad. Daarom die dagelijks te bespeuren rivaliteit. Dinsdag is het bijvoorbeeld op het voet balveld weer eens zover. Twee keer per seizoen - of vier, als het bekertoernooi beide rivalen tot elkaar veroordeelt - vechten Real Madrid en FC Barcelona behalve een sportieve ook een politieke strijd uit. De bal is het enige wapen en verdringt alle andere argumenten voor bijna twee uur naar de achtergrond. Nie mand in het land is onbevooroordeeld. Je bent voor Real of voor Barca en zelfs binnen één en dezelfde familie spelen zich strijdlustige taferelen af tussen de hemelsbreed verdeelde kampen. Franco De strijd tussen de twee steden heeft al les te maken met de recente, twintigste- eeuwse geschiedenis. Bijna veertig jaar dictatuur van generaal Franco en onder drukking vanuit Madrid maakten van Cataloniè een verbitterde streek. Franco verbood bijvoorbeeld het gebruik van andere talen dan het Castiliaans, het pure Spaans. Op het gebruik van Gali- cisch, Baskisch en Catalaans stonden zware straffen. Een uiterst gevoelige zaak in Barcelona, misschien het best te ver gelijken met een situatie waarin Neder landers verplicht zouden zijn Duits te spreken. Cataloniè heeft zich historisch en cultu reel altijd al van Spanje (of beter: Casti liê) onderscheiden. Toen de moslims in de negende eeuw een fort genaamd Ma- gerit (later Madrid) bouwden, was Cata loniè al officieel een graven-dynastie. Karei de Grote maakte van de Cata laans-Spaanse grens de afscheiding tus sen het christelijke Europa en het bar baarse Afrika. Pas ver in de Middeleeu wen bracht een koninklijk huwelijk Ca taloniè en Castilié dicht bij elkaar, maar beide streken hielden hun eigen regeer ders, wetten en gewoonten. Op die manier leefden beide grote ge meenschappen eeuwenlang zonder wer kelijk grote problemen met nog enkele volken samen in het enorme gebied dat Spanje heet. Deze eeuw, in 1932 tijdens de Tweede Republiek, verwierf Catalo niè het felbegeerde statuut van de auto nomie, maar dat werd zeven jaar later door de winnaar van de Burgeroorlog, generalisimo Franco, ongeldig verklaard. Voor hem bestond er geen Cataloniè. Die decennia durende officiële ontken ning van het bestaan van een Catalaans land en zijn hoofdstad Barcelona probe ren de Catalanen op dit moment met een soms wel erg overdreven fanatisme van zich af te schudden. Nu al meer dan tien jaar lang komt er voor hen uit Ma drid niets goeds meer. Het zelfbestuur dat na de dood van Franco in 1975 werd herwonnen, vinden velen niet genoeg. De laatste weken is er door de Catalanen op politiek niveau fel gediscussieerd over de wenselijkheid van zelfbeschik kingsrecht. Het Catalaans is inmiddels de voertaal van zo'n vijf miljoen men sen geworden en immigranten uit Zuid- Spanje (in de jaren zestig op de rijke in dustrie afgekomen) voelen zich in de metropool Barcelona steeds meer een vreemde in eigen land. De taal is natuurlijk het beste en een voudigste middel om zich tegen de rest van het land en vooral Madrid af te zet ten. Voor-, achter- en plaatsnamen heb ben een Catalaanse vertaling gekregen. Juan heet in Barcelona Joan, Angeles wordt Angels en Gerona Girona. Op pa pier minimale verschillen, qua uitspraak een veel groter onderscheid. Het heet of ficieel de 'linguistieke normalisering', een politiek programma ontwikkeld door de autonome deelregering met als uitvalsbasis de scholen. Daar leren de kleinsten eerst Catalaans, dan pas DE ONDRAAGLIJKE LAST IN HETZELFDE LAND TE LIGGEN 'r r r r. r ;r r ;r ;w r r r' p - \r p r r P" P P FfV ïüiV 'tei--' ia,» g-_ tv*®- Rm t r '«s - c:r r *r i -~rr ffiRi - <~~iw r iv Op tal van punten, zoals cultuur en architectuur, doet Barcelona (links) niet onder voor Madrid. Spaans. En op de universiteiten hebben studenten-van-buiten geregeld moeite de colleges te volgen omdat die ook al in het Catalaans worden gegeven. Daarom is het ook logisch dat nu niet alleen Barcelona zich tegen Madrid heeft afgezet, maar dat Madrid op zijn beurt steeds minder van Barcelona moet heb ben. Madrilenen zijn volgens de Catala nen 'chulos', opscheppers, bluffers; Cata lanen zijn volgens de Madrilenen 'taca- nos', gierigaards. Dat geld is natuurlijk ook een van de twistpunten. Cataloniè is de rijkste en meest ontwikkelde streek van Spanje en brengt een groot deel van het bruto-nationaal produkt in. De rege ring in Barcelona vindt dat ze daarvoor te weinig terugkrijgt uit Madrid en ver zette zich deze week bijvoorbeeld tegen het plan van het kabinet om meer belas-» ting af te dragen om de arme streken van Spanje wat vooruit te helpen. Een Catalaan voelt zich op de eerste plaats Catalaan, dan Europeaan en dan pas Spanjaard, zo is uit verschillende en quêtes gebleken. Dat 'Europese' gevoel is te danken aan die grotere ontwikkeling van Barcelona en omgeving. Door de nabijheid van de Franse, of wel de Euro pese grens hebben Cataloniè en het Bas kenland zich sneller op het Westeurope- se niveau van ondernemen en geldver- dienen kunnen nestelen dan de rest van FOTO'S: PR het land. En de Catalanen voelen er nu weinig voor het grote 'onderontwikkel de' deel van Spanje op sleeptouw te ne men. Vijftien jaar geleden zat Barcelona nog tegen een grote achterstand op Madrid aan te kijken. De hoofdstad bleef na Franco de zetel van de nationale, demo cratische regering, het kernpunt van de macht, al werden steeds meer verant woordelijkheden aan de verschillende deelregeringen overgelaten. Maar I drid bleef op de eerste plaats staan, alleen qua grootte (3,1 miljoen inwo tegen 2,5 miljoen in de metropool B lona) en op politiek gebied, ook o reel, economisch en sportief gezien, op die laatste drie punten is in de tachtig veel ten gunste van BarcH veranderd. Madrid beroemt zich nq tijd op zijn 'movida', letterlijk bewe een woord dat staat voor het gehele turele leven in de stad. Film, the kunst, uitgaan, tot voor kort was al) Madrid eerder, beter en mooier en gens de Madrilenen zelf is dat nog zo. Maar in Barcelona zijn de moe bars en discotheken met tientallen A grond geschoten en de stad heeft ar woners toonaangevende ontwerpers, dekoningen en architecten, veel over de hele wereld beroemd. Spelen Op sportief gebied was de toewijzing de Olympische Spelen van 1992 T Barcelona hèt teken dat de achters op Madrid definitief was ingelopeif meer dan dat. Sommigen willen hd( direct weer overdrijven en hebbeng Catalaans Olympisch Comité in hq. ven geroepen dat nu wereldwijd lcL om officieel erkend te worden. Medfj pogingen hebben er al toe geleid di< rest van Spanje zich niet of nauwtó met de Olympische Spelen van k identificeert. In Madrid lopen ze eij warm voor de nominatie van cultt hoofdstad van Europa, die Madrif 1992 is, dan voor de olympisch?1 spraak zeshonderd kilometer oostwdl Maar na vijftien jaar democratie er kenning van Catalaans zelfbestuur, h die (vaak) geslaagde pogingen de ac stand op Madrid in te lopen, met de,, rele steun dat er in de buurt van M| geen strand is, zit ze in Barcelona, ding nog altijd niet lekker. Sinds 19[( FC Barcelona pas één keer kampio^, de voetbalcompetitie geworden, t Real Madrid negen keer. En ook dit zal het Barcelona, voor het vijfde ad eenvolgende seizoen, niet lukkeii sportieve afgezanten van de verfq, centrale macht uit Madrid van de tjj te stoten. Het houdt de rivaliteit tij de twee steden alleen maar stevig^ stand. EDWIN WINM PARIJS - Kenners weten dat Snoopy niet alleen een briljant pi loot is, maar ook een groot kunst liefhebber. Zo bezat hij eens een echte Van Gogh. Helaas ging dit meesterwerk in 1966 verloren, toen zijn hok afbrandde Ter gelegenheid van de veertigste ver- jaardig van Charles Schulz' wereldbe roemde strip 'Peanuts' heeft het Musée des Arts Decoratifs in Parijs een heuse expositie gewijd aan het fenomeen Snoopy. Sinds de avonturen van Charlie Brown in 1950 voor de eerste keer wer den afgedrukt in het Amerikaanse week blad Saturday Evening Post heeft de re belse brak carrière gemaakt als weinig andere stripdieren. Snoopy is onderhand in 2293 kranten verschenen, in 67 ver schillende landen. De hond die zelf nooit een hond zou willen hebben filoso feert dagelijks in tientallen talen, waar onder het Servisch, Papiamento en Ta- galog ofwel Filipijns. Alle mogelijke uitvoeringen van Snoo- py's zijn in Parijs te zien. Van de eerste originele tekeningen van Schulz (inmid dels 67), knuffelhonden en een met goud en diamanten ingelegd horloge tot en met Snoopy-spaarpotten, bestek en de afbeelding van de naar hem gedoopte NASA-maanlander van de Apollo X- missie. Een speciale modeshow wordt aan hem gewijd, waarop zo'n honderd vijftig Snoopy's paraderen met hun gele genheidszusje Belle. Ze zijn aangekleed door de beroemdste couturiers, onder wie Lacroix, Ungaro, Lagerfeld en Ken- zo. Het zomerse bloemetjeskostuum van de laatste is verreweg het elegantste en fraaiste ooit voor een hond ontworpen. De groen-gele combinatie van het Ne derlandse collectief 'Soap Studio' is wat vaal. Alsof één Snoopy nog niet genoeg is bedacht Jean-Charles de Castelbajac een mantel bestaande uit tientallen 'beagles'. Uitslover Aardig is te zien dat de hond een steeds bélangrijker rol opeist. Aan het begin van de jaren vijftig dartelt hij nog op vier poten en bijna verlegen rond de Peanuts-kinderen. Nadat Charlie Brown in 1953 heeft geconstateerd dat zijn huisdier „de enige persoon is die iemand van verre marshmallows kan horen eten", komt Snoopy overeind. Op twee poten gaat hij zijn eigen mening steeds belangrijker vinden. Hij dicht zich fan tastische rollen toe als versierder op het strand, schrijver, hopman, spion enzo voort. In 1971 komt daar het personage van Joe Cool bij, een oorlogsheld, kunst schaatser, advocaat en onverbeterlijk showman. Zijn lijfspreuk: „Hang loose, mother goose, and have a good day". Snoopy is dan een karikatuur geworden van de omhoog gevallen uitslover. Het liefst werkt hij aan zijn eigen memoires. Maar net als Charlie Brown weet Snoopy dat hij eigenlijk een 'loser' is, een anti-held. Het is het geheim van zijn charme. De Franse samenstellers van de exposi tie hebben Snoopy tot een eminente ver tegenwoordiger van de Amerikaanse cul tuur uitgeroepen. Vijfenvijftig miljoen Amerikanen volgen in elk geval trouw zijn belevenissen op de televisie, gelijk tijdig met die van de andere Peanuts- helden. Een musical met baasje Charlie Brown in de hoofdrol was 23 jaar gele den een van de grote successen op Broadway. Charles Schulz, die de Snoopy-tentoon- stelling persoonlijk opende, is veel be scheidener dan zijn geesteshond. „Wat ik doe beschouw ik zeker niet als Grote Kunst. Ik schaam me niet voor mijn werk en heb er geen spijt van gerekend te worden tot een domein dat in het al gemeen tot de onderste trede van het amusement wordt gerekend". Die onderste trede heeft hem overigens geen windeieren gelegd. Dank zij de rechten op Peanuts werd Schulz de op zes na rijkste man van Amerika. Snoopy kan dus trots op hem zijn. BOB VAN HUËT De tentoonstelling 'Snoopy viert zijn veertig jaren' (die na Parijs alleen nog Tokyo en Los Angeles zal aan doen) is' tot 22 april te zien in het Musée des Arts Decoratifs, 107 Rue de Rivoli (metro: Palais-Royal). Da gelijks geopend van 10.00 tot 18.00 uur. dinsdag gesloten. Toegang: 20 francs, kinderen 15 francs. Snoopy, de hond die zelf nooit een hond zou willen hebben.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 26