p
li
mal
Ie r
Wie controleert
wat we door
de gootsteen
spoelen?
Chaos in
kabelland
OPSPOREN
VAN MILIEU
DELICTEN
IS NIET
ZO SIMPEL
ÊcidócGomatit
ZATERDAG 3 FEBRUARI 1990 PAGINA 2^
Milieubeleid is 'in'. De afgelopen vijfentwintig jaar
waren het vooral actiegroepen, milieuverenigingen
en een paar politieke partijen zoals PPR en D66
die de vervuiling van onze leefomgeving en de
teloorgang van de natuur aan de kaak stelden.
Soms werd er even naar hen geluisterd, maar
meestal fungeerden ze als roependen in de
woestijn. Pas aan het eind van de jaren tachtig
haalden de onheilsprofeten alsnog hun gelijk
binnen. De inmiddels beruchte passage uit de
troonrede van 1988 ('Ons land is de laatste jaren
schoner geworden. Dat geldt met name lucht en
water') deed een nationale discussie ontvlammen
over de vraag of dat nou wel waar was. Nee, zo
bleek al gauw. Sombere rapporten over de
toestand van ons milieu stapelden zich op, gevolgd
door evenzovele plannen om het tij te keren. Zo
werd milieubeleid een onderwerp waar geen
politieke partij, geen industrie, geen boer en geen
enkele burger meer omheen kon. Tot op heden is
het milieubeleid vooral een zaak van woorden
geweest. Nu komt het op daden aan. Dat is echter
niet zo makkelijk als het lijkt. Een gesprek
hierover met mr. Ton Fransen, de eerste en enige
officier van justitie die full-time belast is met
milieudelicten. „Misschien moet benzine wel weer
op de bon".
DEN HAAG - Mr. A.M. (Ton)
Fransen, de enige milieu-officier in
ons land, verwacht niet dat de
mensheid uiteindelijk ten onder zal
gaan aan de milieuvervuiling, maar
erg optimistisch is hij niet. „We
zullen het wel redden met z'n al
len, maar je moet je wel afvragen
wat over bijvoorbeeld vijftig jaar
nog de kwaliteit van het leven is.
Het zou best kunnen zijn dat de
vervuiling dan zó erg is dat we nog
net voldoende zuurstof kunnen in
ademen. Het leven wordt dan wel
heel erg armzalig".
Legioenen ijverige, ambtenaren hebben
in de loop der jaren veel milieuwetten
en -regelingen geschreven. Maar als die
er eenmaal waren keek vrijwel niemand
er nog naar om. Milieu-overtredingen
hadden geen prioriteit bij politie en jus
titie. Dat veel van diefregels niet werden
nageleefd en wat de effecten daarvan wa
ren bleek pas later, toen werd ontdekt
dat de grond waarop nieuwbouwwijken,
waren verrezen in vroeger tijden veel
vuldig was gebruikt als stortplaats voor
chemisch afval.
Ton Fransen is de eerste officier van jus
titie die zich full-time bezig houdt met
het opsporen van milieudelicten. Sinds
anderhalf jaar zorgt hij ervoor dat be
drijven steeds meer op hun tellen
moeten passen als het gaat om produce
ren, lozen, storten etcetera. Al te hoogge
spannen verwachtingen moeten we niet
hebben van zijn werk, waarschuwt hij.
„Het is natuurlijk niet zo dat de milieu
officier wel 'ns even het milieu zal red
den. Zelfs als alle milieuwetten optimaal
zouden worden gehandhaafd, zou dit
slechts voor zo'n twintig procent bijdra
gen aan het milieubehoud".
Volgens Fransen is ook het Nationaal
Milieubeleidsplan (NMP) van de rege
ring niet voldoende. „Zelfs als dat wordt
uitgevoerd zoals het er nu ligt zal voor
het jaar 2000 toch nog tachtig procent
van het Nederlandse bos afsterven.
Maar dat is niet illegaal. Daar ga ik dus
niet over. Het is de taak van de politiek
om dat aan te pakken".
Zelfs over de convenanten die de over
heid de laatste jaren met verscheidene
bedrijven heeft gesloten is Fransen niet
enthousiast. „Een convenant is eigenlijk
een soort regeling waarbij de minister
van milieubeheer tegen een bepaald be
drijf zegt: 'Ik zal voorlopig niet met wet
geving komen als jullie je verplichten tot
een bepaald milieugedrag. Houden jullie
je er niet aan? Ja, dan ben ik wel ge
dwongen vergaande maatregelen op te
leggen'. Op zichzelf is daar wel wat voor
te zeggen. Maar wat te doen als zo'n be
drijf de afspraken met de minister inder
daad niet nakomt? Wat voor sancties
heb je dan? Eigenlijk niets, behalve het
dreigement van strenge wetgeving. Maar
dan moet de bewindsman wel iets heb
ben voorbereid, anders ontstaat er toch
weer een fors tempoverlies".
„Bovendien lopen de convenanten de
kans na één of twee jaar alweer sterk
verouderd te zijn. En wat dan? De be
drijven zullen dan best bereid zijn ge
hoor te geven aan de verdergaande wen
sen van de minister, maar ze zullen wel
enorme schadeclaims op tafel leggen,
omdat de overheid zich niet aan zijn af
spraken houdt. Het convenant kan dan
een enorme belemmering voor wetge
ving gaan vormen".
Schaamrood
Niet alleen de overheid maar ook de we
tenschap zou het schaamrood naar de
kaken moeten stijgen als het om milieu
Amateurfotografen zouden een chemicaliën-boekhouding moeten bijhouden, zodat gecontroleerd kan worden of zij restanten door
de gootsteen spoelen. Dat vindt althans de enige milieu-officier van ons land. FOTO: SP
beleid gaat, vin.dt de milieu-officier. Vol
gens hem is vooral de economie te kort
geschoten. „De economen, een enkeling
niet te na gesproken, zien hun vak te
veel als een heel begrensde wetenschap
die zich alleen maar met geld bezig
houdt. Een goed milieubeheer zal ingrij
pende consequenties hebben voor onze
economie. Maar je moet je natuurlijk
ook realiseren dat het je iets oplevert als
je wat meer geld op tafel legt voor het
milieu. Als je daarmee een stukje leef
baarheid voor de toekomst kunt garan
deren dan is dat toch wat waard. Voor
mezelf weet ik het wel. Ik kies liever
voor dat soort 'koopkracht' dan voor
wat extra prullaria. Wat heb ik daaraan
als alle bomen in mijn woonomgeving
verdwijnen, als allerlei diersoorten uit
sterven, als ik eerst twintig kilometer in
de file moet staan voordat ik wat frisse
lucht kan inademen?".
Aandacht
„Door het milieu niet als belangrijke
factor te erkennen verwordt de econo
mie tot een zeer eenzijdige, gevaarlijke
wetenschap. Eigenlijk is het het woord
'wetenschap' niet eens waard. Tot nu toe
hebben de meeste economen het ver
schrikkelijk laten afweten", zegt Fransen
fel. „Men zou moeten proberen de tot
nu toe niet in geld uitgedrukte waarden
toch in klinkende munt te vertalen. Hoe
kun je nu in 's hemelsnaam allerlei
sommetjes maken en daar niet de kosten
voor het milieu bij optellen, yoor zo'n
wetenschap heb ik diepe minachting,
daar haal ik echt m'n neus voor op".
Fransen wijst erop dat het uiteindelijk
toch de burgers, bedrijven, boeren en au
tomobilisten zelf zijn die gehoor moeten
geven aan de roep om een schoner mi
lieu. De milieuwetgeving is de afgelopen
twintig jaar flink uitgebouwd, vooral
voor het bedrijfsleven. Bedrijven hebben
immers steeds vaker voor allerlei zaken
een vergunning nodig. Fransen is ervan
overtuigd dat daardoor in elk geval de
grote bedrijven nu allemaal „op z'n
minst aandacht voor het milieu heb
ben".
„Het is voor de echt grote jongens niet
meer lonend te zeggen dat het een te
verwaarlozen aspect is. Alleen al uit
puur economisch zelfbehoud zijn ze ge
dwongen zich met milieuvriendelijke
produktie bezig te houden. Doen ze dat
niet, dan dreig ik eerst met een hoge
boete en daarna met rechtsvervolging.
Dat is vaak een probaat middel".
Volgens de milieu-officier ligt het pro
bleem echter niet zozeer bij de grote on
dernemingen. Het zijn veeleer de kleine
re die moeite hebben zich aan de milieu
regels te houden. „Ik schat dat maar der
tig procent van de kleine en middelgrote
bedrijven naar moderne maatstaven
functioneert. De rest zit nog volop in de
fout. Niet dat ze moedwillig tegenwer
ken. Nee, het is alleen dat ze pas in actie
komen, als er klachten zijn. Daar ligt
voor mij als milieu-officier nog een
enorm werkterrein".
Lobby
In het boerenbedrijf is volgens Fransen
het grootste probleem dat de wetgeving
veel te laat ,op gang is gekomen. Dat is
een zaak waarop officieren van justitie
geen greep hebben, maar Fransen heeft
er wel een opvatting over. „Nederland
heeft de landbouw altijd behoorlijk de
hand boven het hoofd gehouden. Dat is
kennelijk altijd een zeer sterke politieke
lobby geweest. Het is bijna onvoorstel
baar hoe de landbouw zich hier heeft
kunnen ontwikkelen met alle nadelige
milieuconsequenties vandien".
Daarbij komt nog de moeilijkheid het
milieugedrag van de boeren te controle
ren. „Hoe dwing je naleving van de
mestwetgeving af? De politie heeft
meestal alleen maar aandacht voor wat
zich afspeelt op de openbare weg. Nie
mand ziet hoeveel mest een boer precies
over zijn land uitstrooit".
Ook de gangen van andere burgers zijn
zeer moeilijk na te gaan. „Er zijn heel
veel milieuregels waaraan burgers zich
moeten houden. Een burger mag bij
voorbeeld niet zo maar alles door de
gootsteen of de wc gooien. Maar wie
controleert dat? Niemand natuurlijk.
Veel hangt af van de mensen zelf. Er
zijn weliswaar veel mensen die op vrij
willige basis meedoen aan het scheiden
van huisvuil, maar er is natuurlijk ook
een restcategorie die het altijd zal blij ven
verdommen. Voor die vervuilers
moeten er dan weer wat extra regeltjes
komen om ook hen in het gareel te hou
den".
Zwakke schakel
Met wat voor regels denkt Fransen te
kunnen tegengaan dat bijvoorbeeld een
foto-amateur na in de badkamer zijn fo
to's ontwikkeld te hebben de chemica
liën door het toilet spoelt? Dat ziet nie
mand. „De riolering 'is inderdaad een
hele zwakke schakel in de milieuketen.
Als er grote hoeveelheden chemicaliën
in het water terecht komen is het meest
al relatief makkelijk na te gaan bij welk
bedrijf de stof vandaan komt. Bij kleine
beetjes is dat heel wat ingewikkelder.
Dan moet de samenleving eigenlijk een
stapje terug doen en ervoor zorgen dat
alle produkten die een burger in handen
krijgt per definitie milieuvriendelijk
zijn".
„Als je de zaak zo bekijkt is het miJn
schien wel een veel te grote luxe dat eejle
foto-amateur zo maar thuis met dergelija
ke chemicaliën aan de slag mag zondejfj
controle. Wellicht moet er een soort ra.
gistratiesysteem komen waarbij wonfea
ingeboekt wie welke chemische middde:
len koopt. Op dezelfde manier waaroje
de boeren een mestboekhouding moetelei
bijhouden, daar moesten we vijfjaar géss
leden ook ontzettend om lachen. Ook in
het voorstelbaar dat een hobby als foto&i
ontwikkelen en afdrukken niet langQi
thuis beoefend mag worden, maar alleeig
in bepaalde daarvoor ingerichte hobbjlc
ruimtes onder toezicht". |e
Ook wat het autogebruik betreft mag én
van Fransen nog wel wat veranderene
Volgens hem zijn er genoeg mogelijkhav
den om het aantal autokilometers terukr
te dringen. „In 1.973 stelde premier Dein
Uyl de autoloze zondag in. Ik heb noj
steeds de indruk dat we dat toen eigem
lijk allemaal best prettig vonden. W>o
konden fietsen op de snelweg en zo. Ifc
denk dat mensen met een beetje ludielor
acties wel tot het inzicht te brengen zijre
dat het weer echt nodig is om dergelijtöl
maatregelen te treffen. Natuurlijk moei
het openbaar vervoer sterk worden veit
beterd, maar dat is een open deur", jjl
!ri
„Eigenlijk zou het particulier autobezin
moeten worden afgeschaft. Het is toc^
bizar dat iedereen zich eigenmachtig wr]
voortbewegen? We hebben het miljoflh
nen jaren zonder auto kunnen stellen .js
dan moet dat nu toch ook kunnen? Miy;
schien moeten we een quotering vaia
benzine invoeren, net zoals bij de me(t
en de melk. Dan moeten we gewoon zeg
gen 'elk gezin mag zo veel benzine p$t
jaar gebruiken en niet meer', een sooty
bonnensysteem". fe
ELSBETH KEGGE
veel klachten over
prijs en zenderkeuze
DEN HAAG - Het is een chaos in
kabeltelevisieland. Had je net
Duitsland 3 op de kabel, moet die
weer verdwijnen voor Eurosport.
En terwijl jij negentien gulden per
maand betaalt om dertien zenders
te ontvangen, betaalt een kennis in
een andere gemeente dertien gul
den om er negentien te zien.
Die ongelijkheid en de vraag wie eigen
lijk bepaalt wat wij op onze kabel te zien
krijgen, houdt de Consumentenbond al
sinds de komst van kabeltelevisie in Ne
derland, zo'n twintig jaar geleden, bezig.
„Wanneer je het totale aanbod op de ka
bel in diverse gemeenten bekijkt, zie je
een volstrekt ongelijk pakket, met vol
strekt ongelijke tarieven", constateert
mediaspecialist A. J. van der Kolk. Hij
noemt bedragen variërend van veertien
tot vijfentwintig gulden per maand voor
vijftien tot dertig zenders. „Met het
groeien van het programma-aanbod en
het aantal stations is die ongelijkheid al
leen maar groter geworden", voegt Van
der Kolk eraan toe. De mediaspecialist
wijt de chaos vooral aan de inventiviteit
van de kabelexploitanten, die meestal
vrij zijn te bieden en daarvoor te vragen
wat ze willen. „De prijs voor wat je op
de kabel geboden krijgt, wordt bepaald
door de aanlegkosten en het aantal aan
sluitingen. Hoe meer aansluitingen in
een gemeente, hoe lager de kosten". Op
zich een eenvoudig gegeven. Maar de
problemen ontstaan doordat elke ge
meente zijn éigen kabelnet heeft. De ex
ploitatie ervan wordt vaak gedelegeerd
aan de gemeenteraad, het college van
Burgemeester en Wethouders of, en dat
heeft verreweg de voorkeur van Van der
Kolk, een programmaraad waarin ook
burgers zitting hebben.
Het programma-aanbod voor kabeltelevisie groeit. Maar de capaciteit van de plaatselijke kabelnetten kent beperkingen. En wie
bepaalt er dan welk programma wel, en welk programma niet wordt doorgegeven naar de huiskamers? FOTO: PR
Inspraak in de vraag welke netten op de
kabel komen en welke niet (simpelweg
alle bestaande netten uitzenden wordt
algemeen te duur bevonden), is nog een
zeldzaam goed in Nederland. „De keu
zes die een gemeenteraad of een college
van B en W maken vallen soms pijnlijk
uit voor groepen kijkers", zegt medias
pecialist Van der Kolk. Bij de Consu
mentenbond komen volgens hem dan
ook geregeld klachten binnen. „Wij kre
gen vooral veel reacties uit het westen
van het land, toen Veronique plotseling
in de plaats kwam van Duitsland 3.
Goed, de Duitse zender stoorde wat,
maar er viel best naar te kijken en niet
iedereen zit te wachten op Veronique".
Schakelen
Maar welke keus welke instantie dan
ook maakt, zolang niet alle zenders op
de kabel vertoond worden, geldt meestal
het belang van de grootste groep kijkers.
En in de praktijk betekent dat meestal
dat kunst en cultuur moeten wijken voor
sport en amusement. Slechts in enkele
gevallen bestaat een oplossing voor dat
probleem. In Amsterdam bijvoorbeeld
hoefde bij de komst van het commercië
le Veronique geen andere zender van de
kabel gehaald te worden. Het betekende
echter wel dat Amsterdamse kijkers van
tijd tot tijd naar een ander kanaal moes
ten overschakelen om sommige pro
gramma's te kunnen zien. Afstandsbe
diening van het televisietoestel is dan ui
teraard een prettige uitvinding.
Hoe vreemd op het eerste gezicht ook,
de voorzitter van de vereniging van
kabelexploitanten Vecai, H. Eenhoorn,
deelt de kritiek van de Consumenten
bond grotendeels. „Het produkt dat wij
aanbieden, is landelijk gezien inderdaad
niet zo consistent. Maar hoe groot de
prijsverschillen per gemeente ook zijn,
in Nederland is kabeltelevisie voor de
consument nog altijd goedkoper dan in
het buitenland". Regionale samenwer
king tussen de gemeentelijke machtiging
houders moet volgens Eenhoorn een ein
de maken aan die verschillen. In sommi
ge delen van het land werkt dat al. Een
hoorn noemt Helmond als voorbeeld
waar de concentratie van kabelexploi
tanten tot een succesvol regionaal kabel
net leidde. En in Amsterdam bundelden
verscheidene 'kabelboertjes' zich als
KTA, die uitgroeide tot de grootste bun
deling van Europa. Een grotere inspraak
in de besluitvorming rond het kabelaan
bod én een eenvormiger prijsbeleid wa
ren het gevolg.
Volgens Eenhoorn is behoefte en prijs
voor de Vecai bepalend voor het aanbod
op de kabel. Maar de Vecai-voorzitter
betwijfelt wel of de 'relatief lage prijs
voor onze kabeltelevisie' in de toekomst
volgehouden kan worden. „We moeten
als kabelexploitanten gaan uitzien naar
andere geldbronnen dan kijkersbij dra
gen". Eenhoorn doelt op 'het verkopen
van ruimte tussen programma's aan lo
kale en regionale adverteerders'. Gezien
de perikelen rond de komst van com
merciële televisie in Nederland zal een
dergelijk voorstel nog wel wat voeten in
aarde hebben. Eenhoorn: „De mediawet
zal daarvoor aangepast moeten worden.
Maar dat is al tweemaal eerder gebeurd,
dus waarom zou dat geen derde keer
kunnen?".
Opmaat
Ook de kritiek van de Consumenten
bond op de keuze voor netten op de ka
bel deelt Vecai-voorzitter Eenhoorn. Als
het aan hem ligt zien wij binnen niet al
te lange tijd op geheel andere wijze tele
visie. „Mijn wens voor de toekomst is
het aanbod van programma's en netten
zoveel mogelijk individueel te verzor
gen. Een vast pakket waarin verplicht de
drie Nederlandse netten zitten, met
daarnaast een aantal keuzemogelijkhe
den. Wanneer bijvoorbeeld een paa J
honderd Italianen in Den Haag naar d?:
zender Rai Uno willen kijken, moet d^
mogelijk zijn. Hij betaalt ervoor en zijP
buurman die het niet wil ontvangen ber
taalt dus niet. Televisie op maat gesnej
den voor het individu". 1
Volgens Eenhoorn is dit soort individu#-
le televisie technisch mogelijk. Wijkcen
trales zouden de wensen per aansluitinr
kunnen bijhouden. „Binnen een jaar zur'
len experimenten hiermee al starten. Np'
een half jaar zal de bewoners om ee[
oordeel worden gevraagd. Wanneer da11
positief uitpakt moet zo'n systeem lair:
delijk binnen vijfjaar werkelijkheid wor
den. Voorwaarde is wel dat de kabelnet11
ten worden uitgebreid van zestien kanr
len nu naar dertig kanalen in de to#
komst", aldus Eenhoorn. r
Futuristischer lijkt de mogelijkheid va?
'betaaltelevisie'. Experimenten daarmeP
lopen al in de Verenigde Staten en dr'
eerste resultaten zijn volgens Eenhoon
bemoedigend. „Naast je televisietoestè
staat een kastje waarin je een chipkaaii
steekt wanneer je wilt kijken. Het kaartjr
registreert maandelijks wat je geziel-
hebt en dat bepaalt watje betaalt". Voer
Nederland is een dergelijk systeem vo£
gens Eenhoorn echter nog toekomstmiL
ziek. Voorlopig zullen wij het not
moeten doen doen met een op zij^
minst verwarrend kabelsysteem, wa^
overigens ook niet iedereen op zat ti
wachten.
Ineke Weernekers van Konsumente)
Kontakt kan zich bijvoorbeeld opwin
den over de dwang waarmee mensen ka
beltelevisie opgelegd krijgen: „Mensel
die alleen maar de zenders Nederland 1
2, en 3 willen ontvangen moeten, na hé-
besluit van een gemeente om kabels aal.
te leggen, betalen voor zenders die ze he
lemaal niet willen hebben", aldus Weel;
nekers. Daarnaast constateert ze nog eej
naar bijeffect van de moderne technielj
„In Hilversum vroeg iemand met ee
schuld bij het GEB om een betalingsré
geling. Die kreeg hij, maar tegelijk werl
de kabel afgesloten Dat is een bne|
genlijk gebruik van het kabelnet. Eel
machtsinstrument voor de gemeente
waar de kijker niet om gevraagd heeftl
Wellicht dat de 'betaaltelevisie' uit dl
Verenigde Staten op meer tevreden kq
belklanten mag rekenen dan het alge
meen als 'chaotisch' ervaren systeeij
waarmee onze buis nu gevoed wordt.
JEAN-PIERRE GEELElf