'Speels rekenen' leuker en sneller
Finale
Ook de
conciërge
krijgt
van
leerlingen
een
cijfer
Statuut
Leerlingen
mogen docent
beoordelen
Een groot deel van de rechten en
plichten van leerlingen kunnen
op het moment worden vastge
legd in de leerlingenstatuten.
Daarin wordt bijvoorbeeld gere
geld hoeveel proefwerken op een
dag gegeven mogen worden. Ook
enkele grondrechten, zoals het
recht op informatie en privacy en
vrijheid van vergadering en me
ningsuiting, staan vermeld in de
statuten. Over de plichten wordt
bijvoorbeeld gemeld, dat het huis
werk gemaakt moet worden, dat
het niet de bedoeling is de lessen
te verstoren en dat te laat komen
eveneens strafbaar is.
Het probleem is echter dat in Ne
derland maar enkele scholen zo'n
statuut hebben ingevoerd. Een
wettelijke verplichting bestaat
niet. En juist over het gevoelige
onderwerpje van Wallage wordt in
de statuten met geen woord ge
rept. Behalve misschien de vage
omschrijving dat „de leerlingen er
recht op hebben dat de docenten
zich inspannen om behoorlijk on
derwijs te geven"..
k 3 f\ ZATERDAG 20 JANUARI 1990 PAGINA 29
LAREN - Babs Out en Henk Ro
bert Goebertus zitten samen met
twee andere leerlingen in de com
missie van de Larense scholenge
meenschap Laar en Berg die de be
oordeling van leraren door leerlin
gen begeleidt. Een grote verant
woordelijk, want hun oordeel telt
uiteindelijk voor een derde mee of
een leerkracht in aanmerking komt
voor een vaste aanstelling. „Wat
wij opschrijven mag niet te hard
zijn, maar je moet natuurlijk wel
eerlijk blijven".
Nieuwe leerkrachten worden in no
vember en maart van hun eerste
schooljaar aan eeri nauwkeurig onder
zoek onderworpen. De leerlingen van
twee klassen krijgen een vragenlijst
waarop ze onder meer kunnen aange
ven of de docent de lesstof duidelijk
behandelt, of hij of zij orde kan hou
den en of het contact tussen leerling
en docent naar wens verloopt. Per
vraag zijn er vijf antwoorden moge
lijk: van goed tot slecht.
„De leerkracht mag zelf één klas uit
zoeken. Daarna zoeken wij de andere
klas uit. We proberen op die manier
zowel een klas uit de boven- als uit de
onderbouw erbij te betrekken. Ook
proberen we spreiding over vwo en
havo te krijgen", lichten de scholieren
toe. Babs: „We bekijken ook of een
klas serieus mee wil werken. Vorig
jaar was hier op school een 'beruchte'
klas. Die laten we dan ook geen oor-
deel geven".
De antwoorden van de enquête wor-
TO:den in de computer verwerkt - „Een
leerling heeft vorig jaar een speciaal
programma ontworpen" - en de op-
'vd me,"kingen die aan het eind van het
formulier zijn gemaakt, worden zorg
vuldig door het viertal bekeken en in
een rapportage samengevat. Alles in
absolute beslotenheid, zodat privacy is
Brugklassen
i 1
rtoe
:me Maar de commissie beoordeelt ook of
eeft er sprake is van een serieus, eerlijk
bev oordeel. Meestal is dat geen enkel pro-
ba bleem. „We vragen aan alle leerlingen
mkj van zo'n klas hun mening en dan is
iiu-1 het bijna onmogelijk een eensluidend
oordeel te 'organiseren'. Toch hebben
:t li we vorig jaar de uitkomsten van één
klas geheel buiten beschouwing gela
ten, omdat die haar taak niet serieus
had opgevat".
Wie denkt dat de hogere klassen beter
over een leerkracht kunnen oordelen
heeft het mis. „Brugklassen zijn de
and beste klassen", klinkt het kort maar
j
De gcdachterfspinsels leidden tot boos
heid bij de organisaties van docenten.
Portier
G. van Biezen, voorzitter van de Ver
gadering van Rectoren en Directeuren
van de Gemeentelijke Scholen voor
voortgezet Onderwijs in Den Haag:
„Ik vind het niet bepaald een zinvol
idee. Je laat de portier van de Shell
ook geen oordeel vellen over de direc
tie. De leerlingen kunnen in de mede
zeggenschapsraden goed meepraten. Ik
zie de voordelen van de opzet van de
staatssecretaris niet zo. De leraren zit
ten al in het verdomhoekje. Het imago
van het beroep is achteruitgegaan, ook
door berichten dat de kinderen slecht
opgeleid zouden worden. Als daar nog
bijkomt dat de docenten een cijfer van
hun leerlingen moeten krijgen, wordt
het er niet beter op. Al met al geloof ik
niet dat Wallage een serieus voorstel
heeft gelanceerd. Hij heeft de pers wil
len halen. Het plan is van dezelfde
orde van grootte als dat van minister
Alders, die het zinvol achtte een ta
chograaf voor personenauto's in te
voeren". Het idee van Alders werd
binnen de kortste keren onverbidde
lijk van tafel geveegd.
Het Landelijk Actie Komitee Scholie
ren (LAKS) begroette de woorden van
staatssecretaris Wallage met enthou
siasme. Jan Knip, actief in de Haagse
Scholieren- en Studentenvakbond,
vindt dat de staatssecretaris in princi
pe met „een mooi idee" voor de dag is
gekomen. Maar met woorden alleen
koopt ook een scholier niet veel. Knip:
„Het ligt er maar net aan wat die be
oordeling zou inhouden. Als het na sa
menstelling in een la verdwijnt, wor
den wij nog niets wijzer. Maar het zou
heel nuttig zijn als een goed systeem
van beoordeling wordt ingevoerd.
Leerlingen zitten constant met hun
docenten in één gebouw en kunnen
beter beoordelen hoe iemand functio
neert dan bijvoorbeeld de inspecteur
die even een uurtje komt kijken. Dan
krijg je meer een momentopname en
dat is niet de bedoeling".
Knip gelooft niet dat de populaire le
raren die misschien inhoudelijk slecht
lesgeven een betere beoordeling krij
gen dan de strenge docent die begiftigd
is met een enorme dosis onderwijsta-
lent. „Het is niet de bedoeling dat een
papiertje de klas rondgaat, waarop
leerlingen even snel moeten invullen
of die en die docent een geschikte pief
is. Dat moet zeer zorgvuldig geregeld
worden". Knip is het met Wallage
eens dat de medezeggenschapsraden
waarin leerlingen zitting hebben, in de
praktijk niet veel voorstellen. Voor de
stem van de leerling zou uiteindelijk
niet echt veel ruimte zijn.
Niet alleen in het voortgezet onder
wijs, ook op de universiteiten en hoge
scholen wordt een vergelijkbare dis
cussie gevoerd. Minister Ritzen vindt
het niet meer dan normaal dat studen
ten van tijd tot tijd een oordeel vellen
over hun docenten. Dat kan wat hem
betreft bijvoorbeeld gebeuren door
anonieme, schriftelijke enquêtes te
houden. Docenten die er slecht vanaf
komen, zouden zich moeten laten bij
scholen.
Stoere taal
De minister voelt er niets voor derge
lijke onderzoekjes dwingend voor te
schrijven. De studenten moeten vol
gens hem zelf hun invloed aanwenden
om een dergelijk systeem van de
grond te krijgen.
Het is eveneens twijfelachtig of het
ideetje van Wallage binnen afzienbare
tijd wordt uitgevoerd. Weliswaar heeft
hij de plannen zonder aarzeling gepre
senteerd, maar de staatssecretaris heeft
zich forse kritiek van de fracties in de
Tweede Kamer op de hals gehaald.
Wallage zou slechts proefballonnetjes
oplaten en in de pers stoere taal uit
slaan. Wallage staat nog steeds vier
kant achter zijn uitspraken, maar in
middels is wel duidelijk dat ook hij de
scholen op korte termijn niet met een
dwingende maatregel zal bestoken.
Wel heeft de staatssecretaris bereikt
dat het onderwerp op z'n minst tot le
ven is gewekt.
WIM BUNSCHOTEN
krachtig" uit de mond van Henk Ro
bert. „Die zijn heel serieus bezig bij
het invullen".
Op Laar en Berg werd drie jaar gele
den deze wijze van beoordelen inge
voerd. Dat systeem is niet nieuw,
want rector Tuithof nam het idee mee
van de Breul uit Zeist waar hij voor
dien werkzaam was. „Daar functio
neerde het al een aantal jaren en met
enige verbeteringen hebben we het
hier op school ingevoerd".
,14
Babs Out en
Henk
Robert
Goebertus:
Leerlingen
kunnen heel
goed
beoordelen
of een
proefwerk
op tijd is
nagekeken,
of dat er een
prettig sfeer
is als die
docent
lesgeeft".
Op de
achtergrond
rector
Tuithof
FOTO:
PERS UNIE
Tuithof heeft het dan ook verbaasd
dat er zoveel commotie is ontstaan
toen staatssecretaris Wallage een voor
stel in die richting opperde. Zijn
school kwam toevalligerwijs in de pu
bliciteit, omdat een van de leraren aan
een bevriende journalist liet ontvallen
dat zij op dit moment door de leerlin
gen werd beoordeeld. „De praktijk
wijst uit dat leerlingen heel goed in
staat zijn om een afgewogen oordeel te
geven over een leraar. Het is dan ook
onzin om te zeggen dat een beoorde
ling door hen niet meer is dan pube
raal afreageren".
Tot voor enkele jaren kreeg het be
stuur van Laar en Berg slechts twee
adviezen aangereikt: een van de
schoolleiding en een van de sectie
waartoe de te beoordelen docent
hoort. Vooral de directe collega's heb
ben er moeite mee een negatief advies
op te schrijven. Tuithof: „Zij weten
welke gevolgen hun oordeel voor die
persoon kan hebben. Door de rappor
tage van de leerlingen komen er nu
dne adviezen op tafel en krijgt het be
stuur een beter zicht over het functio
neren van een docent".
Bestaat er niet de kans dat leerlingen
een leraar negatief beoordelen omdat
het vak ze niet bevalt? Babs en Henk
Robert hebben dat nog niet geconsta
teerd. „We komen juist in de opmer
kingen tegen dat een bepaald vak stom
is, maar dat een leraar daar niets aan
kan doen. Bovendien kunnen leerlin
gen heel .goed objectief beoordelen of
een proefwerk op tijd is nagekeken, of
dat er een prettige sfeer is als die do
cent lesgeeft".
Niet al het nieuwe personeel wordt op
Laar en Berg door de leerlingen tegen
het licht gehouden. Zij die niet direct
met hen in aanraking komen, blijven
buiten schot. De conciërge die vorig
jaar in dienst trad bij de scholenge
meenschap, is wel door de scholieren
beoordeeld op zijn vriendelijkheid.
Voor Babs en Henk Robert heel nor
maal: „Hij heeft tenslotte elke dag met
ons te maken".
LUCAS BOLSIUS
UTRECHT - De traditionele re
kenmethode die op de Nederlandse
basisscholen wordt gebruikt sluit te
weinig aan bij de belevingswereld
van kinderen. Door middel van
een nieuwe methode, waarin wordt
gewerkt met tekeningen en toneel
stukjes, gaat rekenen niet alleen
sneller, maar wordt het ook veel
aantrekkelijker. Daarnaast biedt
deze methode een goede integratie
van taal- en rekenonderwijs.
Drs. F.J. van den Brink heeft onder
zoek gedaan naar de effecten van de
nieuwe rekenmethode. Daarin ver
dwijnt het traditionele 'is-teken'
Het maakt plaats voor pijlen. Verder
worden de droge getallen vervangen
door tekeningen. Een voorbeeld is een
autobus, die langs verschillende haltes
rijdt en mensen laat in- en uitstappen.
Kinderen tellen het aantal passagiers
en leren zo op een speelse manier op
tellen en aftrekken. Deze manier van
rekenen staat volgens Van den Brink
veel dichter bij de belevingswereld
van de leerlingen; ze komen de situa
ties dagelijks tegen.
Er zitten veel voordelen aan de nieu
we methode. Rekenen gaat veel sneller
op de nieuwe manier. Omdat sommen
aansluiten bij de belevingswereld van
de kinderen onthouden ze ze ook be
ter, waardoor ze bepaalde vaardighe
den in een hoger tempo ontwikkelen.
Uit het onderzoek blijkt dat kinderen
die volgens de nieuwe methode wer
ken ongeveer drie keer zo weinig som
men nodig hebbèn om dezelfde kennis
te krijgen als kinderen die op de tradi
tionele manier leren.
Taalonderwijs
Niet alleen rekenen gaat sneller. De
nieuwe methode zorgt ook voor een
goede integratie van reken- en taalon
derwijs. Van den Brink legt uit: „Het
rekenen gaat niet alleen door middel
van tekeningen, maar ook via toneel
stukjes. Zo'n som met een autobus bij
voorbeeld, kun je ook in de vorm van
toneelspel brengen. Eén van de leerlin
gen staat voor de klas en is de bus
chauffeur. Hij gaat door de klas en er
sluiten anderen aan, die de passagiers
spelen".
„Bij de sommen met de autobus blijft
het niet. Je kunt bijvoorbeeld ook een
situatie ensceneren waarin een aantal
leerlingen in de wachtkamer van de
tandarts zit, terwijl wachtenden in en
uit lopen. Op die manier leren de kin
deren tellen, maar als je ze tegelijk
woorden aanleert die bij de gespeelde
situatie horen, blijven die ook han
gen".
Een ideale leermethode dus volgens
Van den Brink. Probleem is alleen dat
de methode die hij heeft onderzocht
slechts in de derde groep van de basis
school wordt gebruikt. Daarna wordt
vooralsnog bijna altijd weer overge
gaan op de traditionele manier van re
kenen. Heeft de nieuwe manier van
rekenen daarom wel effect op de lange
termijn?
Van den Brink: „De nieuwe methode
heeft natuurlijk alleen effect als je er
ook na de derde groep aan vasthoudt.
Als je dat niet doet heeft het alleen als
resultaat dat kinderen' in de derde
groep sneller leren rekenen. Daar heb
je niets aan. Dan ben je bezig op een
klein eilandje en bereik je niets. Óm te
zorgen dat leerlingen ook in de rest
van hun schoolperiode beter gaan re
kenen, zal ook in hogere groepen vol
gens de nieuwe methode moeten wor
den gewerkt".
„Daar zijn ook al wel ideeën over. Er
zijn bijvoorbeeld vergelijkbare metho
des voor deel- en vermenigvuldigings
sommen. Een voorbeeld van zo'n
deelsom is dat zes mensen in een res
taurant komen. Ze krijgen daar vier
pizza's, maar willen allemaal evenveel
te eten hebben. Ook zo'n situatie ligt
weer heel dicht bij de dagelijkse wer
kelijkheid".
Van den Brink zelf is betrokken bij de
ontwikkeling van nieuwe rekenmetho
des voor het voortgezet onderwijs.
Daar moet volgens hem namelijk ook
veel veranderen. Als het aan hem ligt,
moet het volledig rekenonderwijs vol
gens de nieuwe methode worden uitge
voerd. Dat wil zeggen dat het niet al
leen tot de basisschool beperkt moet
blijven, maar dat ook op middelbare
scholen anders moet worden gerekend.
Omschakeling
De kinderen hebben geen enkele moei
te met de nieuwe manier van rekenen.
Ze zijn er zelfs erg enthousiast over en
denken zelf mee over het ontwikkelen
van meer en vooral ingewikkelder
sommen. Het zijn echter juist de leer
krachten die het wel eens moeilijk
hebben met de nieuwe rekenmethode.
Ze hebben er tijdens hun opleiding
niet mee leren werken. Ze zijn ook
niet gewend zijn door middel van to
neel iets aan kinderen over te brengen.
Voor hen is de omschakeling dan ook
het moeilijkst. Nascholing van leer
krachten is daarom volgens Van den
Brink noodzakelijk.
Hij pleit er dan ook voor de nieuwe
manier slechts heel geleidelijk in te
voeren. Gebeurt dat niet dan is hij
bang dat de methode zijn doel voorbij
schiet. „Je loopt dan het gevaar dat
scholen de nieuwe methode wel ge
bruiken. maar dat op een verkeerde
manier doen. Als dat gebeurt, kom je
nog niets verder".
RICHARD HOGENKAMP
£eidóc0otuam
het omstreden idee
van wallage
LAKS
LAKS wil vooral dat de organisatie
als volwaardig lid wordt opgenomen
in OOVO, het overlegorgaan voor
het voortgezet onderwijs. Dat zou
betekenen dat de leerlingen (naast
vakbonden, werkgevers, leraren en
ouders) elke maand met de minister
zelf om de tafel kunnen gaan zitten.
DEN HAAG - Staatssecretaris
Wallage kwam onlangs met een
plannetje voor de dag en joeg do
centen daarmee de stuipen op het
lijf: leerlingen moeten leraren gaan
beoordelen. En er zitten al zo veel
docenten thuis zenuwziek te we
zen. De leerlingen daarentegen vin
den dat eindelijk sprake is van ge
rechtigheid.
Wallage vindt dat scholieren in het
voortgezet onderwijs meer macht
moeteir krijgen. In het blad School
Medezeggenschap zei hij het goed te
vinden dat een leraar „systematisch te
horen krijgt: je lesvaardigheid schiet te
kort op die en die punten". En: „De
manier waarop je omgaat met proef
werken vinden we om die en die reden
niet goed". Het oordeel van de leerlin
gen zou als een serieuze, volwassen
factor in de school moeten meespelen.
En dat is volgens Wallage meer dan de
formele zeggenschap, zoals die in de
Wet Medezeggenschap Onderwijs is
geregeld. De wet zou niet hebben uit
gedaagd tot werkelijk goede medezeg
genschapsverhoudingen. Wel is vol
gens Wallage de „letterknechterij"
enorm bevorderd. De leerling moeten
niet alleen formeel iets te zeggen heb
ben over bijvoorbeeld de plaatsen in
school waar gerookt mag worden,
maar ook over de mensen voor de
klas, zo vindt de bewindsman.
lahs
te stt
led.
Ie wi
nder
Van den Brink: „Het rekenen gaat niet alleen door middel van tekeningen, maar ook via
toneelstukjes. Zo'n som met een autobus bijvoorbeeld, kun je ook in de vorm van toneel
spel brengen". FOTO: 'T STICHT
tou
in li
en
voor
och
dat
iicti
talir
ijn
anwi
ntai
nik
mei
'era
i in1
n 'v|
a, vi
konl
t dl
litem
én
rde
LIN