r „Je zult wel denken: getverderrie, een meidenschool" 01N1D |~ËTR" „De maatschappij is te mobiel voor moeilijk lerende kinderen" 1 £cidóc 6omcmt1 De Johanna Westermanschool in Den Haag pretendeert de enige meisjesschool in Nederland te zijn. „Ik krijg althans geen boze reacties als ik dat beweer", zegt directeur Toon Broekhuizen. Een unieke school dus, nadat het onderwijs sinds de mammoetwet gemengd moest zijn. Weg met de aparte meisjeslycea, de mms, de 'getto's'. Alle Schuier werden Brüder? „Jij? Wil jij wiskunde gaan doen? Ach meid, daar ben ben je toch veel te stom voor!". Anno 1989 liggen de vooroordelen nog altijd hoog opgestapeld. Een slimme meid mag dan op haar toekomst zijn voorbereid, als het aan de [jongens ligt kunnen ze toch maar beter geen exacte vakken kiezen. Dat is mannenwerk. Tot de meiden onder elkaar zijn, en alle aandacht krijgen van de docenten. „Ongelooflijk zoals je de meesten dan ziet opbloeien, je ziet ze bijna met de dag zelfbewuster worden". Terug naar gescheiden onderwijs? EN HAAG - Hoe goed ze ook ^ar best deed, het wilde Bano (14) laar niet lukken met wiskunde. In brugklas van een scholenge meenschap haalde ze niet meer jtn een twee. Op aandringen van ar ouders probeerde ze het dit jir op de Johanna Westerman- Jiool. Na haar eerste rapport fcht ze haar bebeugelde tanden bot: „Ik heb nu een acht". Meisjes", zegt Nienke Rietzschel, de an en docent Frans, „meisjes zijn na- furlijk niet dommer dan jongens, ook let in exacte vakken, maar ze krijgen et wel vaak te horen van de jongens. _n ze krijgen het van thuis mee. Ik ~pem maar iets: als er een dynamo uit _kaar moet worden gehaald, doet hun per het. En als er moet worden gehol- n bij de afwas, doen de meisjes het". it verklaart voor een belangrijk deel J il veel meisjes weinig zelfvertrouwen 3>ben en dat ze nauwelijks kiezen voor de exacte vakken - wis-, natuur- en scheikunde. Terwijl daarjuist goede toe komstmogelijkheden liggen; vandaar ook dat de overheid de campagne 'Kies exact' startte. Voormalig staatssecretaris van onderwijs Ginjaar-Maas, de peet moeder van de campagne, meent ook dat overal waar meisjes apart les krijgen ze veel beter zijn in exacte vakken. Nienke Rietzschel en directeur Toon Broekhuizen van de Johanna Wester manschool (lavo-mavo) gaan nog iets verder: „Als meisjes onder elkaar zijn en als ze een intensieve, individuele bege leiding krijgen, blijken ze veel meer te kunnen dan ze zelf ooit hadden gedacht. Bij exacte vakken komt dat inderdaad het sterkst naar voren. Omdat meisjes altijd te verstaan is gegeven dat ze juist die vakken toch niet kunnen". Eisen ZATERDAG 13 JANUARI 1990 PAGINA 29 Broekhuizen, tevens docent natuurkun de, verontwaardigd: „Je merkt het aan de geringe eisen die aan meisjes worden gesteld. Hoeveel ouders vinden het al Engelse les op de Johanna Westerman school; alleen meisjes, kleine groepen en veel lol. FOTO: CEES VERKERK mooi genoeg als hun dochter de mavo haalt? Meisjes krijgen ook veel eerder wat wij dan noemen een 'krap mavo-ad vies' dan jongens. Het hoofd van de ba sisschool, die uiteindelijk adviseert welk vervolgonderwijs voor een leering het beste is, denkt dan dus dat een meisje met de nodige moeite misschien de mavo kan halen. Jongens krijgen zo'n krap advies veel minder. Want die zul len er wel minder moeite mee hebben. Dat noem ik nou grote onzin". De Westermanschool leidt op voor het mavo-diploma en doet dat, kan dat doen, door de leerlingen veel aandacht te geven. Meisjes voor wie de leerstof net te lastig is, kunnen op de lavo in een rustiger tempo werken en krijgen daar meer begeleiding dan gemiddeld Als het goed gaat kunnen ze na twee jaar lavo, die niet kunnen worden afgesloten met een diploma, verder in de tweede klas van de 'gewone' mavo waar leertempo en exameneisen dezelfde zijn als op alle andere mavo's. Na die twee jaar kunnen ze ook doorstromen naar het lager be roepsonderwijs (lbo), maar daarvoor moeten ze dan wel naar een andere school. Het percentage leerlingen dat slaagt voor het mavo-diploma is gelijk aan het lan delijk gemiddelde. Gezien de achter grond van de leerlingen - krap mavo- advies of slechte cijfers op een andere school - beschouwt directeur Broekhui zen dat als een bijzonder hoog percenta ge. „En vergeet niet dat je momenteel meer hebt aan mavo als vooropleiding dan aan havo. Met mavo kun je naar het middelbaar beroepsonderwijs, mbo, waar je veel kansen hebt op goede ba nen". Havo was bedoeld als vooroplei ding voor het hbo, maar daar komen in de praktijk vooral leerlingen van het atheneum terecht; havo-scholieren val len veel meer tussen wal en schip. Meisjes zelf zitten doorgaans niet te trappelen om naar een meisjesschool te gaan. In een jubileumuitgave van de school vertelt een oud-leerlinge dat haar ouders haar op de eerste schooldag uit de auto moesten sleuren. „Ik wil niet naar een pottenschool, gilde ik. Nu ik er drie jaar op zit, moeten ze me er van daan sleuren". Esther (3b): „In het begin vond ik het raar. Allemaal meiden onder elkaar. Maar als ik nu thuis zit, mis ik de school soms gewoon". Glennely (3e): ..De vakanties zijn soms te lang. Dan wil ik weer naar school. Ik heb hier al mijn vriendinnen en m'n beste vriendin leren kennen". Alina (lb): „Je zult wel den ken: hè, getverderrie een meidenschool. Nou, dat dachten wij ook, maar het is onwijs leuk". Tegenzin De tegenzin heeft voor een belangrijk deel te maken met de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling, die bij meisjes veel vroeger begint dan bij jongens. Dat is volgens Nienke Rietzschel ook een van de redenen waarom meisjes die op de basisschool hoge cijfers halen op het voortgezet onderwijs ineens terugvallen. „Eén van de gevolgen van die ontwikke ling is natuurlijk dat jongens interessant voor ze worden. En dat leidt nu eenmaal af. Er zijn diverse factoren naast intelli gentie die bepalen of iemand die intelli gentie ook aanwendt. Als de meisjes in die periode van ontwikkeling veel bege leiding krijgen op school, hoeft dat niet ten koste te gaan van de studie". Zo'n beschermde opleiding, is dat niet louter uitstel van executie. Na de school moeten ze toch weer de concurrentiestrijd in de samenleving aangaan. Terwijl ze gewend zijn geraakt aan de enorme aan- Broekhuizen: „Door wat voor omstan digheden ook zie je dat meisjes van rönd de twaalf jaar vaak tijd nodig hebben. Je ziet bij ons veel laatbloeiers. Meisjes die als schuwe vogeltjes, als grijze muisjes binnenkomen, maar na een paar jaar vertrekken als zelfbewuste vrouwen". DICK HOFLAND jdHfünderen gaan naar het speciaal onderwijs als ze niet mee- ;unnen in het reguliere onderwijs. De reden daarvan kan ran lichamelijke of geestelijke aard zijn, maar ook kunnen jepaalde ervaringen of gebeurtenissen leiden tot leerachter- itanden. Kinderen blokkeren dan en hebben een indivi- luele benadering nodig. Die moeilijk lerende leerlingen fallen in het reguliere onderwijs snel op, want ze hebben 'aak moeite zich te concentreren en vertonen niet het ge- Irag van de gemiddelde leerling. In totaal zijn er achttien 'erschillende soorten speciaal onderwijs. :N HAAG - ,,Wij proberen de fsoonlijkheid van de leerlingen rker te maken. Uiteraard zijn ze ir in een beschermde omgeving, iar door wisseling van leerkrach- i en door opdrachten die zowel men als buiten het gebouw uit- loerd moeten worden, proberen hun wereldbeeld te verbreden hun zelfredzaamheid te vergro- !%eur H. Mulder van de rooms-ka- n7f) ojieke Hofstede school voor voortge- speciaal onderwijs aan moeilijk le lie kinderen (vso-mlk) komt er diver teren op terug als hij spreekt over de pepskansen voor zijn leerlingen. Jon- s en meisjes die in het reguliere on- kijs niet meekunnen, maar op zijn Pol worden voorbereid op een zelf- Idige plaats in de maatschappij. iel ouders worden geconfronteerd __J.de passiviteit van hun kind. Vaak rl/lAien zij in een kringetje rond. De jers willen het kind beschermen, ir daardoor wordt het kind niet gesti leerd en valt het nog verder terug in passieve gedrag. Dat is dan ook dat- ia ri 19$ dat we proberen aan te pakken. Het )0-l4.0ï moet juist meer ruimte hebben en 'leren ze dat te vragen", aldus Mul- lder ai leerlingen van De Hofstede zitten in Sen van vijftien achttien kinderen. "pt theorielessen zoals Nederlands, re- ioot omfn en Engels, is in het lesrooster ook luilie b(scala aan praktijkvakken, waaronder udereni- en metaalbewerking, naald vakken, én en doe-het-zelf technieken opge- iis met len in het laatste lesjaar van de vijf je opleiding wordt twee drie dagen week ervaring opgedaan tijdens een Etijkstage. De leerlingen die dat naar pdenheid hebben doorlopen, verla- de school met een certificaat. edrijfsleven iurende de eerste twee jaar worden éerlingen getest of ze bij De Hofstede egel is rjet goede spoor zitten of dat zij toch er 84315 6 H J nog andere mogelijkheden hebben, die op deze school niet verder ontwikkeld kunnen worden. „Uiteindelijk blijft een groep leerlingen over die nadrukkelijk bij het voortgezet onderwijs aan moeilijk lerende kinderen hoort", zegt Mulder. „Daarin kun je weer twee groepen on derscheiden: zij die altijd een bepaalde mate van bescherming nodig zullen heb ben en zij die straks in de maatschappij goed zelfstandig kunnen functioneren. Die eerste groep vindt een baan op de sociale werkplaats, via de wet sociale werkvoorziening (wsw). De tweede groep kan in het vrije bedrijfsleven terecht. Maar wij merken nu dat er steeds meer kinderen via de wsw een arbeidsplaats nodig hebben, omdat in de vrije be roepssector hogere eisen worden gesteld. Laat ik het met cijfers verduidelijken. Toen ik twaalf jaar geleden op deze school kwam werken, vond zeventig procent van de schoolverlaters een baan in de vrije sector. Nu is dat vijftig pro cent of zelfs minder". Directeur Mulder van De Hofstede: „Als deze kinderen langdurig een plekje wordt onthouden, dan nemen hun vaardigheden snel af'. FOTO: MILAN KONVALINKA De mlk-leerlingen die zich thuisvoelen in routinematig, ongeschoold werk - poetsen van auto's, schoonmaken of keukenwerkzaamheden - hebben be hoefte aan een werkplek waar ze wat ge moedelijkheid aantreffen. Bijvoorbeeld in de keuken van een bejaardentehuis. Als de werkplek hun goed bevalt, is het eerder regel dan uitzondering dat ze daar tot aan hun pensioen werken. Maar door diverse ontwikkelingen wordt het vin den van die 'warme' werkplek steeds moeilijker. Directeur Mulder windt zich zichtbaar op over het feit dat de baantjes die voor zijn leerlingen uiterst geschikt zijn, steeds vaker worden bezet door hoger opgeleiden. „Hoe vaak zie je niet in een advertentie dat een vakkenvuller een mavo of havo-opleiding moet hebben? Natuurlijk, als je aan hen één keer uit legt hoe je het wil hebben, dan doen ze dat. Mijn leerlingen vragen meer begelei ding, maar zullen hun taak met meer toewijding uitvoeren. Daarom blijven ze ook graag op de plek die ze hebben. Ze worden ook duurder, omdat hun mini- mum(jeugd)loon meegroeit met de leef tijd. Het wrange is dat die hoger opgelei den uiteindelijk goedkoper zijn, want de meesten zijn het vakken vullen na een aantal maanden beu. Dan worden ze vervangen door weer een niéuwe, jonge re arbeidskracht". Uitzendbureaus Mulder heeft ook zijn bedenkingen over het afbouwen van technische en huis houdelijke diensten bij allerlei instellin gen en de overheid. „Je ziet dat dat werk steeds vaker wordt uitbesteed of dat uit zendbureaus worden ingehuurd. Ik be grijp best wel dat er redenen zijn om dat te doen, want een instelling hoeft dan geen vervangers te regelen als er zieken zijn. Een hele zorg minder. Maar daar door verdwijnen dip werkplekken waar mijn leerlingen zich thuisvoelen. Het werken via uitzendbureaus of schoon maakbedrijven die een kontrakt hebben met hun klanten, is niets voor hen. Ze kunnen niet mee in het jachtige tempo dat die nieuwe trend kenmerkt. Eigenlijk is de maatschappij te mobiel voor deze kinderen". In onze samenleving groeit het negatieve imago van ongeschoold, routinematig werk. Mulder haalt een aantal campag nes en werkplannen van de overheid naar voren waarbij elke keer het accent op scholing valt. „En dat is nou net niet waar deze kinderen op zitten te wachten. Zij zijn na vijfjaar klaar om te werken. Het gaat dus om arbeidsplaatsen en niet om meer scholing. Kijk, als deze kinde ren langdurig een plekje wordt onthou den, dan nemen de vaardigheden snel af. Dat passieve slaat weer toe en ze raken hun kontakten kwijt. Een proces dat niet alleen het kind, maar ook de familie raakt". Een andere tendens die ook zeer slechte gevolgen heeft voor zijn ex-leerlingen, zijn de kortlopende arbeidskontrakten. „Vaak komen ze na een jaar of eerder op straat te staan en hebben ze niets of niemand om op terug te vallen. Daarom zeggen we hier op school als ze weggaan: 'Kom langs als er wat aan de hand is'. Wij hebben onze eigen kontakten met het bedrijfsleven en kunnen iemand nog wel eens helpen. Daarnaast verzorgen wij 's avonds ook cursussen waar heel wat oud-leerlingen naar toekomen. Daar kunnen ze zich bijvoorbeeld voorberei den op het theoriedeel van het rijexa men. Ook zijn er kookcursussen, waar niet alleen wordt geleerd hoe het dage lijkse potje moet worden gekookt, maar waar ook aandacht wordt besteed aan de aankleding. We leren ze hoe ze hun ou ders en vrienden kunnen ontvangen. Tenslotte zijn dat heel belangrijke socia le kontaktpunten. Als je een typering moet geven dan zijn het cursussen die gericht zijn om hun zelfstandigheid te bevorderen". Durf Het is niet alleen het bedrijfsleven dat drempels opwerpt, ook de sociale werk plaatsen zijn door de bezuinigingen ge dwongen steeds meer eisen te stellen aan hun werknemers. „Zij moeten met een afgepast budget rondkomen en zijn daar door gedwongen bedrijfsmatiger te wer ken". Toch is Mulder goed te spreken ©ver de medewerking die hij krijgt van de leiding van de sociale werkplaatsen. „Zij doet er alles aan om onze leerlingen een plaats te bezorgen. Dat vergt niet al leen veel inzet, maar ook de nodige crea tiviteit en durf om de regels soepel te hanteren". De directeur van De Hofstede heeft veel kritiek op de eindeloze stroom regels die door de diverse departementen en bij de verschillende overheden worden ge maakt. Bovendien ontbreekt de coördi natie. „Wie houden zich allemaal niet bezig met de moeilijk lerende kinderen? Vaak heb ik het idee dat wij de diverse ambtenaren op de hoogte moeten stellen over nieuwe regelingen die ergens anders zijn bedacht. Maar ik geef toe dat ook wij telkens weer worden verrast door wat achter een bureau is uitgedacht". Een van die verrassingen was het wegbe- zuinigen van de afdeling speciale bemid deling bij het arbeidsbureau, die met succes het kontakt legde tussen het bedrijfsleven en de leerlingen van onder meer De Hofstede. „Die afdeling moet zo snel mogelijk weer terugkomen", al dus Mulder. „Want het vergt nogal wat begeleiding om onze schoolverlaters op de goede werkplek te krijgen. Nu komen ze elke keer met een ander persoon in aanraking en dat is niet goed voor hun zelfvertrouwen". LUCAS BOLSIUS i) 514701F

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 29