De Noorderwiek Jligt voor op het bedrijfsleven Scholieren handelen in effecten OMGEKEERDE WERELD OPLEIDSE SCHOOL VOOR MODE EN KLEDING CcidócSoirtatit ZATERDAG 13 JANUARI 1990 PAGINA 27 en eiij 5- Ia het ontwerpen van een dessin kan het ingetekend worden op e iet computer opgeslagen tekening of foto. iarkt - LEIDEN - Het is een beetje de omgekeerde wereld op De Noor derwiek. Waar onderwijsminister Jo Ritzen het al heel geslaagd vindt als scholen door bedrijven een beetje op sleeptouw worden geno men. daar heeft de school voor middelbaar beroepsonderwijs het bedrijfsleven op het gebied van de mode en kleding „achterop" geno men. De school aan de Ter Haar- kade in Leiden heeft sinds ander half jaar een uitgebreide computer configuratie. Daarmee kunnen pa tronen worden ingebracht in de computer, worden vergroot en ver kleind, terwijl tevens kan worden gemodelleerd en dessins kunnen worden ontworpen. De mogelijkheden die het lokaal biedt, vragen van de school om een zeer flexi bele instelling. Adjunct-directeur J. Wes- sels beaamt dat een dergelijke flexibili teit lijnrecht staat op de cultuur in on derwijsland. „We moeten een beetje gaan werken als een bedrijf',' zegt hij. „Mogelijkheden scheppen om onze spul len dag en nacht beschikbaar te hebben. Belt er een bedrijf die de know-how heeft en die in de nood zit, dan moeten onze spullen bij wijze van spreken 's nachts gehuurd kunnen worden om die mensen te helpen. We hebben iets dergelijks al een paar maal gehad. Zo kwamen er mensen van El Mior hier werken toen ze zelf even capaciteitspro blemen hadden. Dat moest op stel en sprong geregeld worden en het werkte erg goed". Het is voor bedrijven die zelf nog niet goed met de apparatuur over weg kunnen, mogelijk om onder begelei ding te werken. Koudwatervrees „Er zitten voor de ondernemers grote voordelen aan het werken met de appa ratuur die wij hebben", weet hoofddo cente N. Westerweele. Zij coördineert de activiteiten die in het speciaal opgezette lokaal plaats hebben. „Het is voor de kleinere bedrijfjes echter te duur om de spullen zelf aan te schaffen. Maar wie eenmaal kan werken op onze spullen, bespaart veel tijd en werk. Nu nog doen ondernemers alles met de hand. Elk mo del, elke maat moet apart worden gete kend. Bij ons hoeft dat niet meer. Een maal een patroon ingebracht, kan het naar believen worden verkleind of ver groot en het ontwerp kan worden gewij zigd. Daarna kan de printer het op ware grootte printen. Verder is natuurlijk alles op te slaan in het geheugen". Volgens Westerweele moeten de bedrij ven een beetje om. „De koudwatervrees moet een beetje worden weggenomen. Wij zullen de mensen moeten lokken, de voordelen en het gemak van het werken op deze apparatuur onderstrepen". Dat leren werken kan ook op De Noorder wiek. De school geeft aan die mensen een basiscursus. Daarmee leren ze zelf standig werken op de apparatuur. Wes terweele: „We hebben een beginnerscur sus Computer Aided Design en een ver volgcursus. Maar we leveren ook maat werk. Stel dat een bedrijf belt en zes mensen wil laten opleiden door ons, dan kan dat. We gaan dan kijken wanneer we ruimte hebben en dan gaat de cursus van start". Doordat De Noorderwiek tamelijk uniek is in Nederland - er is slechts één andere school die deze geavanceerde apparatuur heeft staan - was de belangstelling voor de cursussen voor bedrijven groot. „Het liep voor de cursussen dermate storm, dat er onder auspiciën van ons in Breda een cursus is gestart", meldt Wessels. Daarin maken de ondernemers kennis met de mogelijkheden en de apparatuur. De cursus voor ondernemers is al door twee groepen van tien mensen gevolgd. Ze kregen aan het eind van de rit een certificaat. Een ervan zag al brood in het werken met de apparatuur op de school. „Die komt tegenwoordig patronen ont- weipen, die ze in Engeland laat maken en in haar stoffenhandel bij haar lappen stof verkoopt". Het lokaal („ideaal gesitueerd, want door de aparte ingang en de toiletten- groep is die van de rest van de school af te sluiten") staat vol met digiteertafels, databanken met terminals, grafische schermen en een printer. „Zeg maar dat we hier de CAD-kant van CAD/CAM aanbieden", legt hoofdocente Wester weele uit. „Het werk dat wordt gedaan voordat de stof wordt gesneden en de kleding wordt gemaakt". Via de tafels, die met inleeskoppen met de computer zijn verbonden, kunnen pa troondelen worden ingevoerd. Dat heet digitaliseren. Vervolgens kunnen de pa tronen worden vergroot en verkleind. De patronen kunnen bovendien worden gemodelleerd oftewel op bepaalde pun ten een beetje veranderd. Als alle pa troondelen zijn ingevoerd kunnen die worden ingetekend op stof. De computer berekent dan op welke manier er zo min mogelijk stof afvalt. Tenslotte kunnen patronen op ware grootte en op schaal geprint worden. „Voor het bedrijfsleven is een printer die uitdraait op ware grootte een must". Kleurenprinter Als bijzonderheid heeft de school een kleurenprinter voor het sketchprogram- ma. Via de computer kan een dessin aangebracht worden op een in het geheu gen opgeslagen foto of tekening, die ver volgens via de kleurenprinter op papier kan worden gezet. Ondanks de belangstelling van het bedrijfsleven voor de moderne appara tuur, krijgen de leerlingen en docenten prioriteit bij het werken op de appara tuur. Wessels: „Alle tweehonderd Noor- derwiek-leerlingen en ongeveer honderd leerlingen uit de regio krijgen hier les op de apparatuur. We hebben een regionale functie. Leerlingen van scholen voor Mode en Kleding komen hier met hun docenten en volgen de basiscursus. Daarmee kunnen ze makkelijk overstap pen als ze van school komen". Winst maken, geld verdienen met de ap paratuur, die 350.000 gulden heeft ge kost, zit er nog niet in volgens adjunct directeur J. Wessels. „Dat is moeilijk. Want wat moet je vragen voor je dien sten? Wat is een reële prijs voor ant woorden op de vele rare vragen die we krijgen, de klusjes die we voor bedrijven 'verrichten en de cursussen die we geven. Dat is moeilijk. Ik hou het er nu maar op dat we wat geld terugverdienen zodat het reguliere onderwijs niet zo duur is en waardoor de leerlingen al tijdens de op leiding met zeer moderne apparaten le ren werken". ERIK HUISMAN •EN HAAG - De vijfde klas vwo ïn het Eerste Vrijzinnig Christe- jk Lyceum (VCL) in Den Haag rengt het vak economie, althans ;n aspect daarvan, letterlijk in raktijk. De ongeveer dertig leer- ngen houden zich actief bezig met aan- en verkoop van aandelen, n zij worden daarin aangemoe- jgd door de docente algemene mevrouw drs. T. C. icz-Tuzar. fct VCL is één van de 45 middelbare holen verspreid over het land, die ielneemt aan een beleggingswedstrijd In de Nederlandse Middenstandsbank 1MB). De NMB heeft aan alle deelne- ers een bedrag van 7.500 gulden be- hikbaar gesteld om te beleggen in ef- [ten. Wie tijdens de wedstrijdperiode - Mn oktober 1989 begon en duurt tot jril van dit jaar - de meeste winst weet jbehalen, wint de competitie. De NBM [kt echter niet alleen naar de cijfers, ik de wijze waarop de scholen het geld bben belegd telt mee in de beoorde- Originaliteit speelt daarbij een ifdrol. De handel in effecten verloopt de NMB. Formeel heeft de bank het renteloos geleend aan de deelne- :nde scholen. De deelnemers mogen winst, die zij maken, zelf houden. den(pdb) ft eventuele verlies wordt door de ik gedragen. De scholen lopen dus geen enkel risico. Er zijn trouwens :r scholen van de partij: ook het Ne- [lands Lyceum in Den Haag doet i, evenals het Wassenaarse Rijnlands eum (Wassenaar) en het Erasmus llege en het Pallas College uit Zoeter- 1pelletje tor een aantal vijfde-klassers van het ~j~ riL was de effectenbeurs al%geen onbe- terre'n meer, toen men met de östrijd begon. Mevrouw Jacz, in ge- wer de ^chap Van een paar betrokken scholie- I vertelt: „Vorig jaar deden we in 4- 'o, dus de huidige vijfde klas, tijdens inomie een spelletje met het thema' |irs en bankwezen. Toen ontdekte ik' een aantal leerlingen zelf al een aar- portefeuille met aandelen had. Zi n al heel veel over de effectenhan En zo ontstond het idee om een be ingsclubje op te richten. Ieder lid leg ijfentwintig gulden in". |e hebben toen Hunter Douglas ge- BELEGGINGSCLUB OP VRIJZINNIG CHRISTELIJK LYCEUM kocht en later met winst verkocht", voegt Tobias Hekster er aan toe. Hij geldt voor zijn klasgenoten als de onbet wiste beurs-expert. Toch is dat voor hem geen reden om naast zijn schoenen te lo pen. „Och", zegt hij. „Ik ben er spelen derwijs mee begonnen. Ik stak wat spaargeld in Robeco-aandelen. Later kreeg ik eens duizend gulden van mijn oma. Ik ben toen naar de ABN gegaan om het geld te beleggen. Dat bleek niet te kunnen. Toen heb ik via de AMRO- bank Pakhoed-aandelen gekocht. En he laas weer te vroeg verkocht. Ik stak ook geld in andere fondsen. En zo is het ge komen. Nee, mijn familie is op dit ge bied leek. Mijn ouders bij voorbeeld Een deel van de beleggingsclub van het Eerste VCL in Den Haag in vergadering bijeen. Vlnr: Wouter Luykx, Paul Gerrit sen, Wouter van Braam van Vloten, Mi- chiel Mulder, Tobias Hekster en Eline Fasseur. Mevrouw Jacz-Tuzar kijkt over de schouders van Michiel en Tobias mee. FOTO: CEES VERKERK hebben me alleen maar aan slechte tips geholpen". Mevrouw Jacz is merkbaar trots op haar leerling. „Ik heb veel van Tobias ge leerd", vertrouwt ze ons toe. „Door mijn studie wist ik uiteraard wel hoe een ef fectenbeurs werkte, maar ik had er nooit in de praktijk mee te maken gehad. Ik kom uit Tsjechoslowakije. Daar hadden we geen effectenbeurs. Ik vind het echt fascinerend". Mevrouw Jacz beschouwt de effecten handel als een zinnige aanvulling op haar lessen. „Ik heb vorig jaar al met dat beleggingsclubje bereikt dat mijn leerlin gen de krant gingen lezen. En ze keken niet alleen naar de koersen van hun aan delen. Ze lazen ook berichten over on dernemingen. Die gingen opeens voor hen leven. Ze verdiepten zich in de vraag waarom de koersen van de aande len stegen en daalden. En ze vergeleken het rendement van de bedrijven, waar van zij aandeelhouder waren, met de re sultaten van concurrerende ondernemin gen. Omdat we met economie toch al het bankwezen behandelden, kon ik een en ander gemakkelijk in mijn lessen in passen". Door de wedstrijd van de NBM kreeg de beleggingsclub van scholieren een extra stimulans. Alle leerlingen van 5-vwo werden lid. De club wordt geleid door een bestuur, onder voorzitterschap van Tobias, de man met de beste eflecten- tips. „Een tip van Toob", heet het in het vakjargon van de VCL-handelskringen. De expert fungeert ook als contactper soon tussen de club en de bank. De club heeft een lijst met fondsen van de NBM gekregen, waarin men mag be leggen. Clublid Joris Slingerland: „Bin nen bepaalde marges zijn wij vrij ons geld te steken in een fonds van onze keuze. Het probleem is alleen dat de lijst verouderd is". Tobias bevestigt dit: „Er komt bijvoorbeeld een bedrijf op voor dat al lang niet meer bestaat. Alle fond sen zijn overigens officieel op de beurs genoteerd". Bijeenkomsten Zijn collega Paul Gerritsen vertelt dat de club elke maandag bijeenkomt. „Dan bespreken we wat er tijdens de afgelopen week op de beurs is gebeurd. En we ne men dan een besluit over aankoop, ver koop en behoud van fondsen. Wouter van Braam van Vloten brengt het ver loop van de koersen met grafieken in beeld, zodat wij in één oogopslag kun nen zien wat er gaande is". Ook in de economieles van mevrouw Jacz wordt het verloop van de effecten handel regelmatig besproken. „Op don derdag, we hebben dan twee uur econo mie", zegt de lerares. „Als er wat aan de hand is, houdt iemand een speech en dan kunnen de anderen erop reageren. En als er snel besluiten genomen moeten worden, roepen we elkaar in de pauze op voor een spoedbespreking". Dank zij de club-activiteite'n is VCL- leerlinge Eline Fasseur enthousiast ge worden over het vak economie. „Ik deed in de vierde bedrijfseconomie, boekhou den en zo. Dat was ontzettend saai. Uit eindelijk heb ik voor algemene econo mie gekozen. Omdat ik geen natuurkun de en zo wilde doen. Ik stond sceptisch tegenover economie. Maar door de be leggingsclub wordt die saaie theorie nu echt in de praktijk gebracht". „Je leert ook hoe bedrijven werken", in terrumpeert Michiel Mulder, de pen ningmeester van de club. „We hebben van de bank een dik boek gekregen, waarin de bedrijven, waarin wij kunnen beleggen, uitvoerig worden beschreven. Ook hoeveel mensen er werken". Op dit moment staat het VCL op ver lies, de school heeft van het bedrag van 7.500 gulden nog 6.249,74 gulden over. „Een klein verlies", relativeert Michiel. „We hebben tot april de tijd om winst te maken. Overigens staan we nu op de landelijk ranglijst al weer op de tweede plaats. We stijgen dus weer. Door die be leggingen doorzie je dingen sneller als er actuele zaken in de les aan de orde ko men. Als de rente in Duitsland bijvoor beeld daalt, leggen we aan elkaar uit hoe dat komt". Eline: „Je werkt met ander mans geld, dat maakt het nog leuker. Het raakt je persoonlijk minder". GÉ ANSEMS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 27