E R
Vrijheid van onderwijs is ook
voor ons een heel groot goed
MINISTER RITZEN HEEFT ER ZIN IN
Verder in dit
nummer
'Eeidóc&xi/Lcmt1
OETERMEER - Het verzoek
1_ 0 in vice-premier Wim Kok om toe
rB(3 treden tot het derde kabinet-
ubbers kwam bij dr.ir. J.M.M.
o) Ritzen (44) als een verrassing,
ïe laar dat betekent niet dat deze uit
imburg afkomstige natuurkundige
m i econoom nog niet had nage-
J icht over het ministerschap.
\W |c denk over heel veel dingen na, ook
er maar een kleine kans is dat ze
lorgaan. In die zin had ik er mijn ge-
chten over laten gaan, ik had ook niet
tgesloten dat ik door Kok gebeld zou
>rden, maar ik achtte die kans heel
to".
t is Jo Ritzen ten voeten uit. Voor al-
is de nieuwe minister van onderwijs
n denker. „Op het gebied van onder-
js ben ik altijd een analyticus geweest,
aar ook een ideeënpersoon", typeert
zichzelf. En ideeën heeft hij genoeg,
n ander belangrijk kenmerk van zijn
rakter is zijn drang tot verandering.
)at heb ik mijn hele leven al gehad",
;t Ritzen.
dat licht moeten we ook de uitspra-
|n zien waarmee hij de eerste maanden
h zijn ministerschap kritiek oogstte,
fi kwam onder meer in het nieuws met
m idee om meer colleges op de univer-
:iten in het Engels te geven, door zijn
nerkingen - maanden geleden als
igleraar gedaan - dat het blanke ras
het uitsterven is in Nederland en dat
jropese onderzoekers vaak ver bene-
jn de maat presteren. Ritzen is niet
In plan zich door kritiek monddood te
(en maken.
iska»moet meer openheid komen in de po-
lek, vindt hij. Sterker nog, hij wil van
h openhartigheid de komende vier
excr en w'e weet no8 'anger - zelfs
n handelsmerk maken. „Die openhar-
jheid heeft een hele belangrijke functie,
ft moet de mensen in het onderwijs de
jlruk geven van 'hé, dat is iemand met
»eën, die graag over het onderwijs wil
denken'. Dat kan heel inspirerend
rken. Alles wat ik doe moet namelijk
beuren in overleg met de mensen in
V t onderwijs. En één van de communi-
[iemiddelen daarbij is de pers".
"loost
sheid
|t hij zich daarmee wel eens de boos-
jd van de Tweede Kamer op de hals
i halen, beseft hij wel degelijk. „Het
iet natuurlijk niet zo zijn dat de posi-
van de Kamer wordt uitgehold en dat
1 kamerleden steeds uit de krant
(eten lezen wat ik allemaal vind en
Maar dat is tot nu toe ook nog niet
urd", vindt Ritzen. „Een aantal din-
die ik heb gezegd stond ook al in de
ken die ik naar de Kamer heb ge-
ird".
:en lijkt zich al aardig thuis te voelen
het departement. Ontspannen leunt
i frêle PvdA'er achterover in één van
kuipstoelen die oud-minister Deet-
an hem heeft nagelaten. Veel heeft hij
et veranderd in zijn kamer. Maar de
eer is die van Ritzen. Al was het alleen
aar door de klassieke muziek die hij
opgezet tijdens het gesprek,
van de belangrijkste zaken die Rit-
flwjti in zijn loopbaan als minister wil be-
■■■ken is gelijke startkansen voor alle
ideren. „Het is een oud verhaal, maar
'vind dat écht heel belangrijk. Wat dat
jreft ben ik erg beïnvloed in mijn
gd. Ik zat in Heerlen op een school
ft vrijwel alleen maar kinderen van
jnwerkers. Er zat een heel stel intelli-
ite kinderen bij mij in de klas, maar
gingen toch niet doorstuderen. Het
rd ook niet gestimuleerd. Je startte
t een aantal Limburgse kinderen. Bij-
al de Hollandse kinderen - ja, dat
Serscheid was bij ons altijd heel
rk - gingen naar het gymnasium. Van
[Limburgers was dat maar een hele
ine groep en nog kleiner was het aan-
dat deze opleiding afmaakte. Ik vond
heel vreemd. Het is me ook altijd
jebleven".
ifl de familie Ritzen was het vanzelfspre-
ld dat de vijf kinderen zouden doorle-
L Zowel vader als moeder zat in het.
lerwijs. Ritzen senior was de enige uit
i gezin van zevèn die de boerderij van
3n ouders de rug toegekeerd had om
indln rer te 'eren- »Door deze achtergrond
er in ons gezin altijd een grote na-
ik op studeren en presteren. Daar
|nt bij dat we allemaal goed konden
elletje schaak
het gymnasium ging de bewindsman
teel stiurkunde en economie studeren,
ig me?el mensen hebben mijn loopbaan al-
»rs (it, heel uitzonderlijk gevonden, maar
keuze voor twee studies had eigenlijk
ral te maken met het feit dat ik niet
'd wist wat ik wilde gaan doen. Ik
)Qht aan een combinatie die mij in het
rijfsleven goed van pas zou komen".
ri r is Ritzen echter nooit terecht- geko-
3 lewel ik me na mijn studie meer met
pomie bezig heb gehouden, heb ik
r mijn andere vak nog steeds grote
ngstelling. Ik ben zeer geïnteresseerd
rgiatieloe de wereld zich ontwikkelt, maar
ZATERDAG 13 JANUARI 1990 PAGINA 23
Jo Ritzen, de nieuwe
minister van onder
wijs, staat er zelf nog
steeds een beetje
versteld van dat hij
nu presideert in het
departementale bol
werk in Zoetermeer.
Een aantal jaar gele
den beweerde hij
nog met grote stellig
heid geen politieke
carrière te ambiëren.
Onverwacht werd
zijn schitterende
loopbaan als weten
schapper verruild
voor een minister
schap in het derde
kabinet-Lubbers.
Inmiddels is hij zeer
tevreden over de
stap die hij begin
november deed.
Hoewel het verzoek
van vice-premier
Kok als een verras
sing kwam, had hij
er al eerder over na
gedacht of hij even
tueel minister wilde
worden. Hij zag erg
op tegen de fysieke
inspanning die het
ministerschap zeker
van hem zou vergen,
maar de drang tot
veranderen gaf de
doorslag.
Zelf typeert Jo Rit
zen zich als een ana
lyticus en als een
'ideeënpersoon'. Hij
is een man met een
brede interesse.
Maar naast zijn hui
dige baan heeft hij
weinig tijd voor an
dere zaken. Wel
maakt hij regelmatig
tijd voor sport en
het half uurtje lezen
voor het slapen gaan
blijft vaste prik.
Limburger, natuur
kundige en >.o-
noom, regeringsad
viseur in Oost-Paki-
stan (nu Bangla
desh), medewerker
bij het Sociaal en
Cultureel Planbu
reau, architect van
het banenplan van
Den Uyl in het kabi
net-Van Agt II,
hoogleraar in Nijme
gen, Rotterdam en
de Verenigde Staten
en nu dan minister
van onderwijs. Het
is nog even wennen,
niet in de laatste
plaats voor hem zelf.
Portret van de man
die vorm moet ge
ven aan het onder
wijs in de jaren '90.
ik hou ook van een spelletje schaak, van
het abstracte denken. Uiteindelijk heb ik
voor economie gekozen, omdat het beter
bij mijn persoonlijkheid aansluit. De na
tuurkundige zit in een laboratorium en
houdt zich vooral bezig met dode stof.
Economie gaat over mensen".
Zijn eigen geschiedenis is voor Ritzen
een grote stimulans om te proberen de
uitgangspositie van minder fortuinlijke
kinderen te verbeteren. „Je ziet namelijk
nog steeds grote verschillen in school
loopbanen van kinderen met verschil
lende achtergronden. Dat heeft mis
schien wel iets met talenten te maken,
maar wellicht ook met het genoten on
derwijs". Dat is volgens Ritzen ook de
reden waarom de overheid bemoeienis
met het onderwijs moet houden.
Ritzen vindt dat een aantal zaken in elk
geval in de jaren '90 gerealiseerd moeten
worden. Zo wil hij een financiële lijn
zién aan te houden waarbij minder dan
in het verleden, of liefst helemaal niet
van overschrijdingen sprake is, want dat
leidt vaak weer tot bezuinigingen. „En
daar moeten we vanaf', zegt de minister
stellig. Ook bestuurlijk moet er het een
en ander veranderen als het aan Ritzen
ligt. „De scholen moeten meer autono
mie krijgen. Niet als doel op zich, ma;
als middel om die scholen ook wen<
baarder te maken om snel te kunnen re
ageren op veranderingen in hun omge
ving. Er wordt nog te veel centraal be
slist vanuit Den Haag", vindt de minis
ter.
„Dit zijn allemaal bestuurlijke wijzigin
gen, maar die zijn wel belangrijk. Je
kunt wel zéggen dat je prioriteit geeft
aan 'gelijke kansen', maar daarmee heb
je het land nog niet veranderd. Daar is
een hoop organisatie voor nodig".
/Vol
afgunst
De bijzondere scholen lopen bij al die
veranderingen geen gevaar, nu ze zijn
'overgeleverd' aan een PvdA-duo (Rit-
zen/Wallage), zo verzekert Ritzen met
nadruk. „Het CDA en de andere partijen
houden ons nauwlettend in de gaten bij
alles wat we doen. Vanaf de eerste dag
dat dit kabinet aantrad, hebben we dui
delijk gemaakt dat de vrijheid van on
derwijs ook voor óns een heel groot goed
is. Er is echt geen enkele reden om de
vrijheid van onderwijs ter discussie stel
len. Het buitenland kijkt voortdurend
vol afgunst naar Nederland, omdat wij
zo'n grote mate van keuzevrijheid heb
ben", stelt Ritzen tevreden vast.
Over de klachten dat de kwaliteit van
het onderwijs de afgelopen jaren door de
bezuinigingen achteruit zou hollen, haalt
Ritzen zijn schouders op. Volgens hem
is dat allemaal heel relatief. „Internatio
naal gezien is de kwaliteit van het Ne
derlandse onderwijs nog altijd een zeer
goede. Bovendien is het een discussie
die overal en altijd wordt gevoerd of er
nu bezuinigingen zijn geweest of niet".
„Het komt, denk ik, doordat er steeds
meer leerlingen zijn gaan studeren op
steeds hogere niveau's, waardoor er wel
licht iets van verwatering optreedt. Wel
licht iets", benadrukt hij „maar niet
veel. Als ik kijk naar mijn kinderen die
nu op het gymnasium zitten, dan is dat
niveau echt niet lager dan het niveau dat
ik zelf heb gehad. Misschien geldt ook
hier dat oudere mensen - en daar reken
ik mezelf ook toe - nu eenmaal altijd
denken dat het vroeger allemaal beter
was", lacht de jong ogende bewindsman.
Ook de veranderde positie van de leer
kracht speelt een belangrijke rol in het
beoordelen van de kwaliteit van het on
derwijs, denkt Ritzen. „Vroeger stak de
onderwijzer met zijn opleidingsniveau
met kop en schouders uit boven de
ouders van de leerlingen, terwijl dat nu
niet meer het geval is. De status van de
leerkracht is daardoor relatief gedaald.
Ouders klagen daardoor ook gemakkelij
ker. Daar hoeven we op zichzelf dus niet
veel aandacht aan te besteden".
Mooi vak
„Op de lange termijn kan de positie van
de leerkracht echter wel een bedreiging
vormen voor de kwaliteit. Veel leer
krachten zijn niet langer gemotiveerd
voor het vak. We moeten daarom een
goed carrièreperspectief scheppen. Men
sen die het vak willen kiezen moeten er
van overtuigd zijn dat het een mooi vak
is en het moet ook weer een baan wor
den waarvan je redelijk kunt leven".
Ritzen kreeg in Nederland voor het eerst
bekendheid als architect van het banen
plan van Den Uyl in het kabinet-Van
Agt II, waarmee de sterk stijgende werk
loosheid moest worden teruggedrongen.
Destijds zei Ritzen dat hijzelf „absoluut
geen" politieke ambities had. Is het niet
merkwaardig dat zo iemand toch zo
hoog in de politieke rangorde belandt?
„Ik sta er zelf ook nog steeds versteld
van", zegt hij lachend. „Maar ik heb
sinds die tijd een enorme persoonlijke
evolutie doorgemaakt. Een aantal jaren
geleden was ik niet geduldig genoeg om
het ministersambt te kunnen bekleden.
Ik had de neiging om te zeggen: 'Zo zit
het volgens mij. Dat moeten we doen.
Dank u wel. Einde bericht'. Maar zo
werkt het natuurlijk niet. Ik weet nu dat
als je iets wilt bereiken je dat heel voor
zichtig moet aanpakken. Dat is één van
de redenen dat ik het ministerschap nu
wel heb aanvaard".
„Waar ik erg tegenop zag is de fysieke
druk die de lange werkdagen van deze
baan met zich meebrengen. Het leek me
een enorme opgaaf, maar tot nu toe is
het meegevallen. Ik heb vantevoren met
mezelf afgesproken dat ik dit zeer goed
moest organiseren. Ik deed nogal veel
thuis. Met mijn vrouw en kinderen heb
ik afgesproken dat zij een aantal taken
thuis van mij overnemen".
„Bij de overweging of ik minister zou
willen worden heeft de politieke onze
kerheid die je als bewindspersoon loopt
nooit een rol gespeeld. Daarvoor is het
engagement om dingen te willen veran
deren te groot. Ja, als er een zekerheid
was geweest dat dit kabinet er maar drie
maanden zou zitten had ik het niet ge
daan, een half jaar ook niet. Als er een
grote onzekerheid over de constitutie
van het nieuwe kabinet zou zijn, zou dat
een rol kunnen spelen, maar die is er
niet. Dit kabinet ziet er zeer solide uit".
Sport
Veel tijd voor andere zaken naast zijn
werk heeft Ritzen niet, maar voor sport
maakt hij zich regelmatig vrij. „Ik heb
een geweldige behoefte aan lichamelijke
beweging. Ik probeer één twee keer in
de week een kwartier te hardlopen.
Daarnaast wil ik ook regelmatig een
wedstrijd hockeyen of tennissen. Dat
laatste schiet er voorlopig bij in. Ik heb
nota bene al een baan gehuurd op don
derdagavond, maar dan is er bewindslie-
denoverleg, dus dat kan niet doorgaan.
Ik moet wel weer naar zoiets zoeken,
want als ik veel sport functioneer ik be
ter". Ook het half uurtje lezen voor het
slapen gaan wil Ritzen blijven volhou
den. „Ik lees graag en veel en ook de af
gelopen maanden heb ik dat steeds ge
daan".
Zijn vier kinderen moeten het wat vaker
zonder hem stellen. „De oudsten, van
achttien en zeventien, zijn zeer enthou
siast dat ik dit werk nu doe. Die vinden
het eigenlijk wel interessant. De jong-
sten, een tweeling van dertien, moeten
er nog erg aan wennen. Ik deed altijd
veel met de kinderen, die missen dat nu.
Eigenlijk is het ook niet goed om met
zulke jonge kinderen zo'n baan te heb
ben".
Al met al is hij zeer tevreden met de
stap die hij begin november van het vo
rig jaar heeft genomen. Bij de vraag of er
ook kanten van het vak zijn die hij echt
vervelend vindt, moet hij lang naden
ken. „Tja, wat ik echt een nadeel
vind, is dat je door alle hulp die je
steeds krijgt een soort hulpeloosheid
ontwikkelt. Ook moet ik erg wennen aan
de manier waarop je behandeld wordt.
Dat vind ik soms nogal overdreven. Als
minister ga je altijd als eerste door de
deur, dat hoeft voor mij echt niet. Hier
op het ministerie vind ik ook dat we wat
gewoner met elkaar moeten omgaan.
Maar naar buiten toe heeft het soms wel
een functie, moet ik toegeven. Maar ik
moet er nog steeds wel aan wennen als
iemand een verhaal begint met 'excellen
tie, dames en heren'. Dan kijk ik altijd
nog even. rond waar die excellentie nu
eigenlijk zit".
ELSBETH KEGGE
jniTrsian ;in« m mi in
"tr-j
«wènaf'iim mi
V *a| Wl*'" riiiBi»»--. al
KIR idjjjfi flIIIIBIi I
iiim»>fiï«™jt!A
m, {Si mt lij jgfcf
School is er voor leerlingen,
niet andersom,
i Ouders, geef je kind een warm
nest.
i Delftse methode rekent af met
rijtjes leren
i Nederlands, Nederlands en
nog eens Nederlands,
i Omgekeerde wereld op school
voor mode en kleding.
Scholieren handelen in effec
ten.
Cursussen Russisch vinden
gretig aftrek.
Ineens sta je in de klas waar je
als kind les had.
Je zult wel denken: getverder
rie, een meidenschool.
Maatschappij is te mobiel voor
moeilijk lerende kinderen.