Haagse schaatstroïka gevolg van goed beleid Professionalisering top en service overige leden uoetballerlei Week SPORT QeidctaQowtwrd ZATERDAG 13 JANUARI 1990 PAGINi •c Faeröer zorgt voor primeur BERN De voorronden van de strijd om de Europese voetbalti- tel van 1992, beleven hoogstwaarschijnlijk een primeur. Voor het eersj in de geschiedenis van de UEFA bestaat de kans dat het nationale team van de Faeröer zal deelnemen aan de kampi oenschappen. Aan de voorronden, waarvoor op 2 februari in Stockholm zal worden geloot, neemt van de leden van de UEFA nu alleen Liechtenstein niet deel. Het bestuur van de in 1979 opgerichte voetbalbond van de Fae röer, een eilandengroep tussen IJsland en Groot-Brittannië, werd in juli 1988 aangenomen als lid van de FIFA. In juli van dit jaar werd aan de UEFA gevraagd lid te mogen worden. Dat verzoek werd in eerste instantie gehonoreerd, bij de vergadering op 1 februari zal het lidmaatschap officieel worden. Daniel Passarella Passarella in dienst van oude liefde BUENOS AIRES Daniel Passarella, aanvoerder van het Ar gentijnse voetbalelftal dat in 1978 wereldkampioen werd, treedt als trainer in dienst bij zijn oude liefde River Plate. Met Argen tinië versloeg Passarella (36) twaalf jaar geleden in de WK-fina- le Nederland in de verlenging. Na het behalen van de titel speelde hij voor Fiorentina en Inter Milaan. Bij River Plate in Buenos Aires was hij jaren als speler actief. De vroegere verde diger heeft in augustus zijn loopbaan beëindigd. Passarella is de opvolger van Reinaldo Merlo, die voor de eer bedankte toen eind vorig jaar een nieuw bestuur aan het bewind kwam. Dublin City heeft gevoel voor humor DUBLIN Dublin City, een Ierse voetbalclub zonder spelers en zonder veld, wil zich aansluiten bij de Schotse voetbal league. „Ik heb dat Ierse gevoel voor humor altijd zeer gewaardeerd", was de reactie van de Leaguevoorzitter Jack Steedman toen hij de aanvraag onder ogen kreeg. De kansen van Dublin City zijn echter uiterst gering. „Zo groot als mijn kans tot Miss World te worden gekozen", taxeerde Steedman. Careca uit de roulatie NAPELS De Brazilaan Careca, aanvaller van Napoli, is als gevolg van een voetblessure een maand uit roulatie. Hij bles- seerdè~zich tijdens de training, na een botsing met clubgenoot Alemao. Careca is één van de belangrijkste spelers van het Bra ziliaanse voetbalelftal, bij de strijd om het wereldkampioenschap Verenigde Staten zonder doelman LA JOLLA Zonder de vaste doelmannen en Volendam-aan- valler Peter Vermès betrekt de Verenigde Staten in februari een trainingskamp in La Jolla, ter voorbereiding cp de strijd om de wereldtitel voetbal in Italië. Vermès wordt door Volendam slechts vrijgegeven voor een oefenwedstrijd in en tegen Honga rije, later in het seizoen. Bondscoach Bob Gansier mist in La Jol la eerste doelman Tony Meola, die competitieverplichtingen heeft bij de Engelse eerste-divisieclub Sheffield Wednesday. Tweede keus David Vanole heeft zich zonder opgave van rede nen afgemeld. SCHAATSTRAINER JAN DE VRIES GELUKKIG MET BREDE BASIS DELFT Is het gewoon puur toeval of misschien dan toch een gevolg van zorgvuldige planning dat momenteel zovele goede schaatsers uit de Haagse regio doorbreken? „Het laatste", meent Jan de Vries en hij is de man die het weten kan. De 47-jari- ge Delftenaar is al ruim vijftien jaar actief als trai ner van het KNSB-gewest Zuid-Holland. „Er is een goed beleid. Ik heb er ve len zien komen, ook weer zien gaan, maar de brede basis blijft een garantie voor een gezonde toe komst", aldus De Vries, die ook de nu zo succes volle troïka Thomas Bos- Ben van der Burg-Bart Veldkamp de juiste rich ting wees. De Vries kan zich zijn eerste schreden naar het toen nog spiksplinternieuwe schaatscen- trum De Uithof goed herinne ren. Het was op 4 november 1973, uitgerekend de eerste au tovrije zondag. „Ik heb een oude damesfiets geleend en ben daarop van Delft naar Den Haag geploeterd. Ik heb me gigantisch in het zweet ge reden. De andere jongens kwamen allemaal op de race fiets, nou, dat heb ik nog lang moeten horen". Bovendien had De Vries, zo bleek ter plekke, inderhaast twee lin- ker-schaatsen ingepakt. „Maar ja, ik wilde me toch niet laten kennen hè. Ik moest en ik zou met mijn rechtervoet in die linkerschoen, 't Is me nog ge lukt ook, maar met heel veel pijn en moeite, hoor". Kinderen Een kleine tien jaar later was Jan de Vries, intussen als ex- Drent („Uit Ruinerwold kom ik") in het westen aardig geac climatiseerd, ooggetuige van een belangrijke beslissing. „Het gewest Zuid-Holland vond dat er een vaste trainer voor D-junioren moest komen. Dat was nog nooit eerder ver toond. Een experiment, wat moet je daarmee, kijken hoe het gaat. Prachtig werken, met die kinderen. Een kwestie van heel goed opletten, ze probeer den achter je rug altijd de kan tjes eraf te lopen. Jongens en meisjes van pakweg veertien jaar, een grote groep jeugd- schaatsers die ook al conditie training kreeg. Ik heb daar twee seizoenen aan meege werkt, samen met onder ande ren Ben van Hagen, Gerrit Moerman en Hans Veldkamp. Die jeugd-opleiding, die heeft veel goed werk gedaan". Thomas Bos en ook Jolanda Grimbergen, de beide num mers twee van de afgelopen afstandskampioenschappen, waren er vanaf het eerste uur bij. „Ze kwamen uit de hele provincie naar Den Haag toe, uit de Bollenstreek, uit Zoeter- meer, met bussen uit Haas trecht. Thomas Bos woonde vlakbij de Uithof, dat was een voordeel, hij stond wanneer het maar effe kon op het ijs. We hadden toen ook Aad Grimbergen. Tjonge, dat was een talent, zeg. Er stond eens Jan de Vries: „Die jeugd-opleiding, die heeft veel goed werk ge daan". FOTO: RINUS SLIERENDRECHT een selectiewedstrijd op het programma, maar het sneeuw de verschrikkelijk hard. Dus afgelast, Aad bleef thuis in Rijnsburg. Maar het klaarde plotseling op, wij toch rtaar de baan toe en dat wordt me daar toch een mooi ijsje, joh. Ja, dat was zijn pech. Hij heeft zich daarna helemaal op het mara thon-schaatsen toegelegd". Ben van der Burg kwam pas een jaar later in beeld. Dank zij een leugentje om bestwil overigens. De Vries, lachend: „De moeder van Conrad Alle- blas, buurvrouw van de fami lie Van der Burg in Den Hoorn, heeft daarin een aardi ge rol gespeeld. Ze reed Con rad en Ben altijd naar de Uit hof. Maar Ben was twee jaar ouder en hoorde eigenlijk in een andere groep thuis. De één wel, de ander niet, dat was sneu. Dus daar werd maar met al te moeilijk over gedaan, zie zo, een streepje op het formu lier en hij was van het ene op het andere moment zo maar twee jaar jonger. En ach, wat gaf het nou, Ben kon toch voor geen meter schaatsen, dus lie ten we 'm maar lekker meer- ommelen". Maar de revelatie van dit sei zoen bleek alras een vlotte leerling te zijn en tenslotte liep-ie tegen de lamp. „Hij be gon alle wedstrijden bij de pu pillen te winnen en op een ge geven moment had men het door en moest er een aantal medailles worden ingeleverd", aldus De Vries die jaren later Van der Burg op zijn mogelijk heden wees. „Hij kwam eens naar me toe en vroeg: „Jan, als ik hard train, hoe ver kan ik dan komen?". Ik: „Naar het WK junioren". Hij weer: „Is dat zo? Goed, dat is dan afge sproken", en Ben wist zijn doel. Ik vertelde hem nog dat hij niet van zijn slechte pun ten, maar juist van de goede moest uitgaan en zo is het ge komen. Als Ben iets zegt, dan doet-ie het ook. Hij gaf zich zelf ook altijd cijfers. Was-ie tevreden, dan werd het een acht, had-ie verzaakt, werd het een vier". Stóm De eerste teleurstelling in Van der Burgs nog kortstondige schaatscarrière volgde echter al spoedig. „De 500 meter is niet zijn beste afstand. Maar laat-ie nou bij de Residentie Cup een prima sprint rijden. En dat was nou net verkeerd. Raar dat ik dat zeg, hè? Maar let op, want hij dacht daarna de 1500 meter ook wel even te kunnen doen. En op z'n sterk ste afstand ging het prompt mis. Hij reed in zijn enthou siasme de bochten niet goed. „Stom, helemaal vergeten", zei-ie na afloop. Een landen- wedstrijd in Zweden ging daardoor aan z'n neus voorbij. Maar tijdens het banentoer- nooi in Innsbruck nam Ben revanche. Als niet-lid van Jong Oranje plaatste hij zich later bij het NK junioren B in Heerenveen alsnog voor het WK junioren. Ben werd twee de, achter Jac Orie". De tijd is dan rijp geworden voor een nieuwe anekdote. De Vries, als rechtgeaard noor derling aanvankelijk de stug heid zelve, is dan al lang ont dooid en heeft zich parmantig op z'n praatstoel genesteld. Soms vullen echtgenote Geesje en zoon' Erik hem aan. „We trainden toen veel in het Wil- helminapark in Rijswijk. Daar was een hele steile helling, mocht officieel wel niet, maar ja, niemand hield ons tegen. Soms moesten we wel oppas sen voor wandelaars met hun hondjes, dan dook er nog wel eens iemand voorover met z'n kop naast het pad de modder in. Of we gingen rolschaatsen, maar dat waren nog niet die mooie skeelers van nu. Je werkte je kapot, maar kwam geen meter vooruit. Maar het leverde wel een goede conditie op". Techniek Intussen was ook Bart Veld kamp ten tonele verschenen. „Hij was aanvankelijk meer wielrenner. Lopen kan-ie ook wel goed, maar nee, daar had Bart een gruwelijke hekel aan. Lopen en fietsen gaan ook niet goed samen, daar krijg je al leen maar spierpijn van, hè". Bart Veldkamp („Zijn vader was ook een heel beste wiel renner, is nog in Frankrijk ge weest") bleek al snel de meeste feeling voor techniek te heb ben. „Als je Bart ziet schaat sen, dat is pas echt genieten, de souplesse straalt er vanaf. Daar kan Ben niet aan tippen, al is hij de laatste tijd duidelijk vooruitgegaan. Hij moet het mee'r van zijn ongelooflijke trainingsijver hebben. En Tho mas, die heeft veel voordeel van z'n lange benen. Alle drie hebben ze' dus wel iets wat voor hen pleit". Nadat het „Haagse" supertrio via de Jong Oranje-school van Leen Pfrommer nu in de kernploeg van Ab Krook is beland, heeft Jan de Vries een andere, zo'n kleine veertig man sterke gewestelijke selec tie onder zijn hoede. „Het dui delijke beleid van het gewest Zuid-Holland staat immer ga rant voor een gezonde toe komst. Er zullen altijd talenten afvallen, maar er komen ook altijd weer nieuwe gezichten bij. Juist die brede basis biedt de mogelijkheid tot ontplooi ing. Bij de jeugd is Zuid-Hol land altijd toonaangevend. In Noord-Holland/Utrecht is niet eens een speciale jeugdtrai- ning. Wij hebben nu een dub bele herenselectie, ik train de ene groep, Hans Veldkamp de andere. Bij de meisjes, bij An- dré Kraaijeveld is het nu wat minder, maar dat is maar tij delijk, die komen ook heus wel weer, maak je daar maar geen zorgen over". DICK KIERS VOORZITTER RUURD DE BOER VAN TENNISBOND WIL: HILVERSUM Het op stappen van twee mede bestuursleden vórmde on langs de eerste dissonant tijdens het regime van Ruurd de Boer als voorzit ter van de Nederlandse tennisbond (KNLTB). De 52-jarige ex-marineman, wonend in Wassenaar, staat inmiddels iets meer dan een jaar aan 't roer van de op één na grootste sportbond van het land. De Boer gaat daarbii voortvarend te werk. Té voortvarend, vonden ten minste twee collega's. Re den waarom vice-voorzit- ter Mook-Grtlnberg en penningmeester Hassert er vorige maand de brui aan gaven. „Ik verwiit het ze niet, want het blijft na tuurlijk liefdewerk-oud papier". „Ik wil altijd sneller", bekent De Boer in een zolder-/verga derkamer van het te kleine bondsbureau in Hilversum. „Het is natuurlijk leuk als je allerlei zaken op papier hebt staan, maar dan ben je er nog niet. Je moet niet te lang tegen bepaalde zaken aanhikken en zo snel mogelijk tot resultaat komen. We hebben vorig jaar een marktonderzoek laten verrichten. Dat is trouwens een beleidsinstrument, dat vol gens mij door elke sportbond zou moeten worden gehan teerd. Op de uitkomsten van zo'n onderzoek moet je snel in spelen. Ook om voor de. leden zichtbaar te maken dat ie er ook inderdaad mee oezig bent". Bovenstaande uitspraken mar keren de werklust van de voormalige kapitein ter zee (vergelijkbaar met een kolo nelsrang in het leger), die ooit als „groundsman' tussen de tennisbestuurders verzeild raakte. Ruurd de Boer, ge trouwd, vader van twee doch ters en momenteel lid van zo wel het Haagse Thor-RW als van het Wassenaarse Kieviten, oegon zijn sportieve loopbaan n 1949 bij het Helderse Ani-. no. „Later stapte ik over naar HTC, de Helderse Tennis Ruurd de Boer, vijf dagen per week in touw voor de tennisbond. Club. Ik speelde op laag B-ni veau en had nogal wat com mentaar op de toestand van de baan. Voor je het weet, ben je dan commissaris-materiaal in het bestuur. In 1978 ben ik de „groundsman-cursus" gaan volgen en vervolgens raakte ik ook nauw betrokken bij de aanleg van een nieuw park en clubhuis. Daarbij moet je reke ning gaan houden met de lig ging ten opzichte van de zon en, zeker in Den Helder, de windrichting. Dat zijn zaken, die nogal eens over het hoofd worden gezien, maar ik let er nog steeds op. Zo zijn er veel parken waar uit zuinigheid al leen maar hekken zijn ge plaatst tussen de banen. En bijvoorbeeld geen heg. Als je daar een tijdje naar een wed strijd zit te kijken, heb je op den duur bij wijze van spreken het gaas in je netvlies staan". Grote bek Na „automatisch" te zijn be land in het bestuur van het district Noord-Holland, was Ruurd de Boer in het begin van de jaren tachtig „ineens" voorzitter van dat gezelschap. „Men vond kennelijk dat ik zo'n grote bek had dat men dacht: laat het dan maar eens zien. Je zegt een keer wat en je raakt erbij betrokken. Dat vind ik trouwens best gezond hoor". Zijn transfer naar de marinestaf in Den Haag bracht het vertrek uit Den Helder met zich mee, waardoor De Boer tevens het voorzitter schap in Noord-Holland moest opgeven. Maar in Den Haag ging hij vrolijk verder. Hij ad viseerde bij de opzet van de jeugdtraining en dat mondde weer uit in het voorzitterschap van de nationale commissie geselecteerd jeugdtennis. „Dat heb ik vier jaar gedaan en toen werd ik gevraagd om bondsvoorzitter Hehenkamp op te volgen. Het klinkt mis schien ouderwets, maar ik vond dat wel een uitdaging". Sindsdien combineert De Boer zijn onbezoldigde bestuurs functie met het adviseurschap van een Haags ingenieursbu reau, dat oorlogsschepen „voor andere landen" ontwerpt. „Daarvoor werk ik twee da gen per week, en voor de ten nisbond vijf. In mijn laatste functie bij defensie hield ik me op het ministerie bezig met alles wat een schip tot oorlogs schip maakt. Maar daarvóór zat ik natuurlijk heel vaak op zee. Ik was 22 jaar en net offi cier, toen ik bij Nieuw-Guinea baas was van een klein bootje met vijf man aan boord. Totaal geen comfort en ik was ver antwoordelijk voor ieders vei ligheid. Dan word je snel vol wassen, hoor", verzekert de zeemanszoon, die in 1937 in Surabaya werd geboren. Tus sen '42 en '45 zat hij in „het kamp", een ingrijpende erva ring waaraan hij nog wel eens wordt herinnerd door oude op names van Wim Kan. „Of die periode verder op mij van in vloed is geweest, weet ik ei genlijk niet. Ik doe niet zo aan zielkijken". Service De Boer richt de blik liever vooruit en ziet dan het liefst zoveel mogelijk tennissende landgenoten in de internatio nale top-100 staan. De voor naamste veranderingen in de Franker laatste tien jaar van deze eeuw zitten volgens De Boer wat het tennis betreft in „een verdere professionalisering voor de top en meer service-verlening voor als onze leden". Dat laat ste blijkt vooral uit de onlangs „Het plan betekent een aanzet. We hebben opdrachten meege kregen, vooral ten aanzien van de financiële invulling. Dat wordt een hele puzzel. Naast sponsoring zullen we ook in de toekomst meer geld moeten vragen van de leden. Daar ben ik van overtuigd. En dus moeten we voor hen ook zicht baar maken wat er met dat geld gebeurt. Bij de bond moeten we ons bij alles wat we doen realiseren dat we er zit ten voor onze klanten, dus voor de leden en de clubs. We zitten er niet voor onze eigen eer en glorie, maar de vereni gingen moeten zich happy voelen. En de topspelers na tuurlijk ook". Wat dat laatste betreft was met het aantrekken van Stan ley Franker als technisch-di- recteur al een stap in de goede richting gezet, voordat De Boer zijn opwachtig maakte. een weerslag van wat de vere nigingen vinden", aldus de Boer over het plan, dat op de algemene ledenvergadering van 9 december jongstleden (evenals een contributie-ver hoging) werd geaccepteerd. langs weer voor drie jaar heeft bijgetekend", aldus de voorzit ter, die te maken had met flink wat, buitenlandse, kapers op de kust. „Met het topsport- beleid gaan we op dezelfde voet verder en we proberen het zelfs nog uit te breiden". In het jongste beleidsplan staat „aanpak topsport" echter pas als tiende genoteerd op de lijst van „doelen" voor de toe komst. De Boer: „Daar is in de algemene vergadering ook een opmerking over gemaakt. Maar het huidige topsportbe- leid laten we natuurlijk zeker niet vallen. Dat staat op een hoge plaats, maar vraagt niet direct om éxtra aandacht. De communicatie met de clubs wel. Het was trouwens voor mij geen echte verrassing dat kritiek daarop uit het markt onderzoek naar voren kwam. Het was te verwachten, maar het is goed om te horen". VVD De Boer, die ook een blauwe maandag als VVD'er deel heeft uitgemaakt van de ge meenteraad van Den Helder, is er trouwens van overtuigd dat de overheid het belang van de sport schromelijk on derschat. „Het staat voor mij als een paal boven water dat de regering er te weinig geld voor over heeft. Lubbers noemde het onlangs „welwil lend negeren". Zo'n opmer king vind ik echt onder de maat. Een tijdje geleden was er een lunch met de nieuwe FOTO: CEES VERKERK minister van WVC (Hedy d'Ancona, PvdA; red.). Het is in elk geval lovenswaardig dat zij de sport zelf in haar pakket heeft en niet bij een staatsse cretaris heeft ondergebracht. We moeten er gezamenlijk voor ijveren dat sport gezien gaat worden als een cultuur uiting. Want dat is het toch?" Over de internationale politie ke ontwikkelingen is de ex- mijhtair wat minder openhar tig. „Door de ontwikkelingen in het Oostblok is de druk nu wat van de ketel af. Ik ben er nu alweer zo'n anderhalf jaar uit, maar mijn militaire visie is dat na de euforie toch mond jesmaat met de ontspanning te werk moet worden gegaan. Sportief gezien wordt het wel een stuk interessanter. Oost- Duitsland zal meer evenemen ten gaan organiseren en zich ook razendsnel gaan toeleggen op tennis, wat steeds werd ge zien als dé uiting van kapita lisme. Ook in een land als Tsjechoslowakije tenniste maar anderhalve man en een paardekop. Maar dat zal onge twijfeld anders worden. Ik heb er geen behoefte aan een rol te spelen, maar ook op het vlak van het aanleggen van tennis parken zullen zich in het Oost blok interessante ontwikkelin gen gaan voordoen". ROB LANGEVELD 1 door Frank Werkman C wf~ dof~ m l Het Jaar mag dan net zijn begonnen, de Weken zijn iT voorbij. Dit weekeinde er weer beroepshalve teg^ een bal geschopt. De komkommertijd van oliebi en appelflappen is daardw over, het is weer tijd om serieus te doen. Ook de afgelopen periode stond weer bol van de kei en nieuwjaarsevenementei werd allerwegen binnenst- gebald, waarbij Haarlem oM de kroon spande. DitmaalWj waren het de lange mann die krantepagina en televisiescherm domineer<j En terecht. Want ook de Haarlemse Baske tbal weekjjC bleek een kassucces. Wat i(j d< Noordhollandse Lj provinciehoofdstad ooit be met honkbal werd in hetïa^ voorbije decennium voorfokt met de varianten hand-, teil volley- en basketbal. En c^te nu in, over of door een werd geschoten, het maaAL Haarlem allemaal niets uir toeschouwers kwamen mèaT drommen. Prc Hoe komt het toch dat di{ht< soort meerdaagse j-n evenementen in Haarlem l§ in zo'n grote populariteit j kunnen verheugen? Is del bisdomsstad zo topsportminded? Wellicht.jn Maar er is meer. De Wek(it onder de rook van de St. 4de voorzien kennelijk in een behoefte. Want waar de j1( gelijknamige voetbalclub f uiterst moeizaam op het pep hoogste niveau handhaaft[on naar veler verwachting afa het eind van dit seizoen Jix_, eredivisie-veld zal moeterL^ ruimen, bezit de stad HaaL nauwelijks topsport. De al dertig jaar bestaan4t c honkbalweek werd ooit jge| geïntroduceerd onder ve inspiratie van een sterke .pr: plaatselijke club. Maar haLnt volley- en basketballers v niveau zijn er (tegen woor niet in Haarlem. Als ze één keer in toernooivornM^ gedurende een aantal dagj actie zijn te zien, loopt d<M- uit. Niet voor FC of - zoals til heet - SBV Haarlem. TotkjQ spijt en ergernis van bijvoorbeeld Barry Hughècr\ man die zich transformed™ van entertrainer tot ek ondernemer. Maar ook hijnc het terrein aan de Jan Gijzenvaart niet doen i vollopen. Hij trekt zich tweewekelijks een haar uj231 toch al schaars begroeide 'or hoofd bij het zien van de\ch tribunes. Die op trainer i^l Eykenbroek zelfs zo'n deprimerende uitwerking hadden dat deze zich elkeI na een kortstondige rentï weer hyperventilerend iri ziektewet stortte. Ik kan me wel een beetj&M. voorstellen waarom het d voetballers van Haarlem i weinig voorspoedig vergas Beroepsvoetballers, hoe f J marginaal ze die professit uitoefenen, hebben inspin nodig. Het is een standaai - gegeven dat een sportmai J dat ene metertje meer, da; beslissen over winnen of verliezen, desnoods op zin tandvlees wil afleggen all A marteltocht wordt begelebei door ondersteunend gejuiky, de coulissen. Sfeerloos zwje is dodelijk, zoals - dacht4 Joris van den Bergh al aanduidde toen hij ooit c" gewaagde van het supporterslegioen als de twaalfde man. Haarlem rij* regelmatig het gevoel heeei met slechts tien man in IP01 veld te staan. 2a' Er rest Barry Hughes sief één mogelijkheid om zicne degradatiespook van het i houden: ook bij de voetbi n in Haarlem moet de Weè^ formule worden toegepa$n- Spelen heet toch beter feli€ dan trainen, dus hoe mefl® wedstrijden achter elkaafie beter. Het publiek in de P- Spaarnestad komt dan aa misschien ook voor voeftf0( de banken. !nt Wat zegt u? Praktische ers problemen? Scheve Va| competitieverhoudingen ?'nl allemaal best mee. Ve; Burgemeesters heten Ha£lc dank zij z'n keurige achtL altijd overal van harte W welkom. Doordeweekse wedstrijden zijn dus gee^ probleem. Een toernee v£r twee weken door BrabaM Limburg betekent al mef alle duels in het zuiden ra het land. De rest kan oofa meerdaagse trip worden afgewerkt. i r3 De zeventien thuiswedstfa dienen samengebald in aJrw partjes, die dan de Haarh v Voetbidweek worden genoemd. Publiek, recettoa] dus succes verzekerd. \.2S,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1990 | | pagina 10