ageli jkse zorgen
an een groot dichter
Iet open vizier op zoek naar de werkelijkheid
jjjRIEVEN VAN ACHTERBERG AAN ZIJN UITGEVERS
Ghostwriter" voor geesten schrijft boek over paranormale zaken
Lees en be happy
Na veertig jaar mag „verboden literatuur" weer in Tsjechoslowakije
)EKEN/PLATEN
QeidwQowuwt
ZATERDAG 6 JANUARI 1990 PAGINA 19
Achterberg: „Briefwisseling
lijn uitgevers" - bezorgd door
K. Fokkema en Joost van der
rn. Twee delen. Uitgave Queri-
rijs twee delen samen 49,50.
F O TC
t die
toko:
nen voor een roman, die
>oit gekomen is; schuldge-
bewondering voor ande-
chters en schrijvers, moei-
eden met behandelende
en instanties die te ma-
lebben met zijn TBR; el-
rond de schamele hono-
die hij ontving voor zijn
[bundels. Over deze zaken
t i te lezen in de uitgave van
7jiri iriefwisseling van Gerrit
erberg met zijn uitgevers
e jaren 1939 tot en met
Elf jaren waarin de dich-
literair, maatschappelijk,
lóde )onlijk en emotioneel en
ijn relaties met vrienden
tware strijd voert,
vel hij de grootste proble-
heeft, schrijft Achterberg
'Tnooiste verzen, waarvoor
erkenning vindt bij de
>en in het vak. Pas in 1950
de erkenning van zijn
meer algemeen zijn, als
oor zijn bundel „En Jezus
eef in 't zand" de P.C.
ft-prijs krijgt.
•ido heeft de briefwisse-
in twee delen uitgegeven,
eerste bevat 301 brieven
Achterberg zelf, vrienden,
evers, en anderen. Het
de deel is een aantal toe-
ingen bij deze brieven. De
boeken bevatten samen
•veer 500 pagina's.
Bakker, later directeur
uitgeverij Daamen in Den
was ook redakteur van
ijdschrift Maatstaf en van
hem zijn veel brieven aan
Achterberg opgenomen. Ver
der zijn er brieven Van Dis-
hoeck en Stols, uitgevers en
van A. Maija.
Jan Vermeulen, een jong be
wonderaar van de poëzie van
Achterberg, die in deze jaren
kontakt met de dichter houdt,
komt met een aantal brieven.
Van hem is de laatst opgeno
men brief: „Het verheugende
bericht dat je de P.C. Hooft-
prijs hebt gekregen, is voor mij
aanleiding je eindelijk weer
eens te schrijven." Die laatste
brief is tamelijk onthullend,
maar daar straks meer over.
Detentie en TBR
De grote tragiek uit het leven
en dichterschap van Achter
berg is in deze jaren nog
slechts aan enkele ingewijden
bekend. Het zal nog een hele
tijd duren na 1950 voor J. B.
Charles de knoop doorhakt en
in een Maatstaf-artikel dan
eindelijk de feiten aan de
openbaarheid prijs geeft. Het
geheim van Achterberg was
het drama uit december 1937,
toen zijn hospita het slachtof
fer werd van een uitbarsting
van hem die haar dood tot ge
volg had. Hem stond langduri
ge detentie te wachten. Hij
verblijft in diverse observatie
klinieken en belandt uiteinde
lijk in „het Rijksasyl voor Psy
chopaten „Veldzicht" te Balk
brug, gemeente Avereerst".
In een brief aan Roel Houwing
vertelt hij over de gang van
zaken daar: „het is hier moei
lijk overdag, met 20 man. En
veloppen vouwen. Sokken
stoppen."
Vaak schrijft Achterberg in
zijn brieven over die situatie.
Soms in kleine aanduidingen,
zoals het voorbehoud, dat hij
maakt als hij een afspraak toe
zegt. „De toestemming daartoe
hangt af van mijn toezichthou
der." Maar er zijn veel meer
dagelijkse zorgen. Ook finan
ciële. In het boek is een brief
opgenomen van uitgever Stols
aan Achterberg, van juli 1943.
De uitgever valt met de deur
in huis valt: „Tengevolge van
het snelle uitrekenen van Uw
honorarium heb ik helaas een
fout gemaakt. Wij berekenden
dat u 10% van 2.50 (nl. 2.60
verminderd met 10 ct. omzet
belasting) 0,25 per exem
plaar. Dat is echter niet juist,
daar het boekje ingenaaid
(over de prijs van de band
wordt geen honorarium be
taald) 2 gulden kost, waarvan
ook 10 ct. omzetbelasting af
gaat, dus het honorarium
wordt dan 10% van 1.90 19
ct. per ex., dus van de hele op
lage 95 gulden. U kreeg der
halve 30 gulden te veel." Het
gaat hier om de totaalafreke
ning.
In andere brieven van Stols
vind je meer armzalige cijfers,
die je het gevoel geven, dat het
maar goed was dat Achterberg
via de TBR vanwege zijn wan
hoopsdaad door de Staat werd
onderhouden. „Eiland der
ziel" werd gedrukt in 500
exemplaren, „Osmose" in 300
stuks. Het zijn klassieke bun
dels geworden.
Boeiend ook is, dat Achterberg
het ergens heeft over roman
plannen. Ook is er sprake van
verhalen en novellen. Daar
van is nooit iets terecht geko
men. Om wat te verdienen
werkt Achterberg wel eens als
corrector. In 1947 krijgt hij
voor zijn werk aan „De erfge
naam" van Jo Boer het hono
rarium van tweeëntwintig gul
den en vijftig cent.
Erkenning
Jan Vermeulen speelt in deze
brieven een treffende rol. In
de eerste jaren presenteert hij
zich als groot bewonderaar
van Achterberg. Hij is dan nog
scholier, maar bekwaamt zich
verder in de literatuur en
komt terecht in de wereld van
de uitgeverij. Het contact met
Achterberg wordt duidelijk
minder, al schrijft de dichter
zijn jonge bewonderaar her
haaldelijk korte of langere
brieven om de band weer op
te nemen, bijvoorbeeld door
hem uit te nodigen voor een
bezoek. Het blijft onbeant
woord. In de laatste brief, uit
1950, bij het ontvangen van de
P.C. Hooft-prijs, legt Vermeu
len uit dat in zijn leven allerlei
ontwikkelingen gaande waren,
die het contact bemoeilijkten.
Maar ook is het de erkenning,
die Achterberg steeds meer
verwierf, die het hem moeilijk
maakte zich niet verdrongen
te voelen door de vele nieuwe
bewonderaars en kennissen
rond Achterberg. De jonge
voormalige vriend noemt zich
jaloers en „erg onredelijk",
maar hij stelt in die brief vast,
dat de eenzaamheid voor Ach
terberg voorbij is. Hij ziet voor
zichzelf geen plaats meer.
In 1950 is de erkenning voor
Achterberg een feit en daar
mee is zijn schuldgevoel en
zijn eenzaamheid wellicht
Gerrit Achterberg
voor een groot deel verdwe-
Het zal overigens nog tot 1955
duren voor de „ter beschik
king stëlling" opgeheven
wordt. Vier jaar later volgt
een nieuwe erkenning, de
Constantijn Huijgensprijs. Als
hij zijn vijftigste verjaardag
viert, in 1955, zijn er grote
dichters in zijn huis, om hem
te feliciteren. Ed Hoornik en
Adriaan Roland Holst. Bert
Bakker, wiens brieven aan
Achterberg ook in dit boek
zijn opgenomen, organiseerde
dat feest.
Er is nog een belangrijke re
den, waarom de samenstellers
van deze correspondentie-boe-
ken zijn opgehouden in 1950.
In dat jaar werden tot Achter-
bergs ongenoegen een paar
brieven op een tentoonstelling
geëtaleerd.
De dichter zwoer
vanaf dat moment „nimmer
meer anders dan formeel te
corresponderen". Zijn brieven
van daarna zijn dan ook puur
JAN VERSTAPPEN
r meer tussen hemel
rnrde? Dat dankbare
erwerp levert
wJ/rtuigende belijdenissen
rj'rfal itellige ontkenningen,
[everij Zomer
ining heeft alle
anormale zaken op een
e laten zetten. De
eei )lse journalist Sent
jetfe rda (41) treedt op als
rifte °stwriter". Het boek
aari rallax, de schijnbare
kelijkheid" is het
onjiltaat. Mensen met
J. di mormale gaven
den vaak
eenzelvigd met termen
mysterieus en
tenaards. Zijn zij
htoffer van de
Idvorming of
ulanten?
Wierda: „Parallax, de schijnba-
erkelijkheid". Uitgeverij Zomer
ining. Prijs 29,90.
Parallax-opname van Sent Wierda.
maz Green Morton heeft
iet uitdelen van paranor-
gaven niet achterin de rij
aan. Hij is momenteel hèt
imeen uit hèt centrum der
iums: Brazilië. Thomaz
It metalen door ze met de
te raken, verandert
liliaanse geldbiljetten in
ar-flappen, drinkt een fles
skey in één keer leeg,
kt van lood goud (zij het
ilijk) en uit zijn lichaam
eten vonken
kelijkheid of schijnbare
kelijkheid? Sent Wierda
igt het zich af maar oor-
niet en dat past precies
iet straatje van uitgeverij
Keuning. Wierda:
„Ze zochten iemand die onbe
vooroordeeld tegenover de
materie stond, in de zin dat je
.niet klakkeloos aanneemt wat
beweerd wordt. Ik wist er niet
zoveel vanaf, maar heb genoeg
materiaal gekregen van regis
seur Jan Dorrestijn die voor
Veronica het programma „Pa
rallax" maakte. Elk hoofdstuk
loopt parallel aan zijn veer-
tiendelige serie. Ik heb die af
leveringen overigens niet ge
zien. Eigenlijk ben ik de eerste
ghostwriter die over geesten
geschreven heeft".
De journalist haast zich te zeg
gen dat zijn boek ook heel
goed zonder het zien van de
serie te lezeh is. Veronica
heeft „Parallax" namelijk
stopgezet wegens te lage kijk
cijfers. Het late tijdstip van
uitzenden (woensdagavond
rond elf uur) zou daar debet
aan zijn. In de programmering
voor volgend jaar moet nu
ruimte gevonden worden voor
de laatste acht afleveringen.
Helder
Wie niet wil wachten op de tv-
programma's kan bij „Paral
lax, de schijnbare werkelijk
heid" terecht. In korte, helde
re zinnen beschrijft Wierda
„historische en actuele gege
vens, ik zal niet zeggen fei-
FOTO: FRANS PAALMAN
Allereerst een verklaring van
de titel. „Het oog van de came
ra ziet de werkelijkheid. Door
de zoeker van de camera zie je
de werkelijkheid ook; vanuit
een iets ander standpunt. Bo
vendien voeg je er je eigen ge
dachten aan toe. Het is daar
door een subjectieve werke
lijkheid. Er is verschil tussen
het objectieve - door het oog
van de camera - en het subjec
tieve - met je eigen ogen. Dat
verschil heet parallax. De wer
kelijkheid die op je afkomt, zo
als je die ziet, is dat de echte
werkelijkheid? Of is het de
schijnbare werkelijkheid?"
Wierda behandelt onderwer
pen als telepathie (zonder ge
bruik van je ogen „zien" wat
iemand anders denkt), helder
ziendheid (weten wat ergens
anders gebeurt), psychokinese
(voorwerpen komen in bewe
ging zonder dat ze worden
aangeraakt), poltergeist (een
„geest" die voorwerpen veran
dert van plaats), spiritisme,
uittreding (geest begeeft zich
tijdelijk buiten het lichaam),
reiicarnatie en paranormaal
genezen.
Heijn
Aan de hand van deze ver
schijnselen treedt een bonte
stoet mensen voor het voet
licht. Een paar voorbeelden:
Luiz Gasparetto (in trance een
schilder van oude en nieuwe
meesters), José Medrado (laat
de geest van een overledene
verschijnen als een levensech
te vrouw), Antonio de Padua
(opereert zonder het lichaam
te openen) en Doha Edelarzil
(geneest met behulp van wat
ten).
In het boek wordt uitvoerig
stilgestaan bij heden en verle
den. Van het al langer beken
de verhaal over Rosemary
Brown (Schept muzikale
meesterwerken, terwijl ze
nauwelijks pianospelen heeft
geleerd. Zegt dat componisten
als Beethoven en Chopin haar
als medium gebruiken) tot de
huidige stand van zaken.
Wierda: „In het boek staan
ook passages over actuele ge
beurtenissen". Daarbij doelt hij
met name op de zaak-Heijn. In
een vroeg stadium na de ont
voering van de Ahold-topman
schakelde het recherche-bij-
standsteam het Nederlands In
stituut voor Toegepaste Parap
sychologie (NITP) in. Het in
stituut riep de hulp in van
paragnosten.
Van de in totaal 12.000 tips die
via het rechercheteam bij het
NITP binnenkwamen, waren
er 1953 paranormaal te noe
men. Na de ontknoping bleek
dat deze tips van paragnosten
en mensen die menen para
normaal begaafd te zijn niet
hadden bijgedragen tot de op
lossing. Wierda: 'Opmerkelijk
was het aantal achteraf-parag-
nosten dat het allemaal gewe
ten heeft. Zij claimden de juis
te tip te hebben gegeven". Na
derhand bleken ook die verha
len ontzenuwd te kunnen wor
den.
Folder
Nog een actueel onderwerp:
het glaasje draaien. Populair
onder scholieren. Wierda staat
er in zijn boek niet lang bij
stil. „Amateuristisch, valt vaak
negatief uit met als gevolg een
geestelijke klap die heel hard
aankomt".
En dan waarschuwend: Pas
als je goed ingevoerd bent,
overzie je ook de negatieve
consequenties van dergelijke
handelingen. Ik heb geen re
clamefolder gemaakt voor pa
ranormale verschijnselen".
Van Sent Wierda is geen defi
nitief oordeel over paranorma
le verschijnselen te verwach
ten. Hij heeft geriventariseerd,
haalt vele voorbeelden aan en
dat verhoogt de leesbaarheid
nog meer. Men oordele zelf.
De schrijver: „Ik zeg niet dat
zoiets wat Rosemary Brown
beweert niet kan. Maar stel
dat er twee wetenschappers
zijn die zoiets onderzoeken,
dan nog kunnen ze tot ver
schillende conclusies komen"
Voor de auteur zelf is er wei
nig veranderd. „Ik weet er nu
veel vanaf maar ben niet meer
in allerlei paranormale zaken
gaan geloven dan voor het
schrijven van dit boek. Er is in
ieder geval geen onzichtbare
hand geweest die mij bij het
werk geholpen heeft".
JOOP OFFRINGA
Variatie bij Arthur Baker
Met John „Jellybean" Beni-
tez behoort Arthur Baker
zonder twijfel tot de belang
rijkste Newyorkse producers
in de dans- en hiphop-scene.
Zijn naam is verbonden met
onder meer New Order,
Afrika Bambaataa en Little
Steven's „Sun City-project",
terwijl hij daarnaast vooral
bekendheid kreeg als remix-
specialist met 12-inches van
zeker niet de kleinste arties
ten: Bruce Springsteen, Dia
na Ross, Cyndi Lauper en
Hall Oates hebben er goe
de ervaringen mee.
Zijn recente voorkeur voor
Engelse artiesten als Fine
Young Cannibals en Living
In A Box is ook af te horen
aan „Merge", zijn eerste cd
onder eigen naam. Hij scha
kelde de nodige Engelse zan
gers in (Jimmy Somerville,
Andy McCluskey van Or
chestral Manoeuvres In The
Dark en Martin Fry van
ABC) en dat komt de varia
tie op dit album ten goede.
Engelse danspop en Ameri
kaanse blackbeat wisselen
elkaar af en dat maakt het
debuut van Arthur Baker en
zijn Backbeat Disciples tot
een weliswaar niet overdre
ven spannend, maar wel be
vredigend geheel. Minder
verrassend dan het album,
dat hij twee jaar geleden al
maakte onder de naam Wal-
ly Jump Jr. The Criminal
Element, maar het criminele
element is er getuige de
hoesfoto van „Merge" nog
steeds.
Breder blikveld Satriani
De Amerikaan Joe Satriani maakte ooit zijn opwachting als
onderdeel van 'een nieuwe lichting experimentele rockgita-
risten, maar op zijn vierde album „Flying In A Blue Dream"
blijkt hij volkomen terecht voor een meer melodieuze en
minder beperkende aanpak te hebben gekozen. Dat heeft
geleid tot zijn beste, meest consistente album tot nu toe en
vermoedelijk bovendien tot een doorbraak in Nederland.
„Flying In A Blue Dream" telt liefst achttien nummers, die
één ding gemeen hebben: ze demonstreren overduidelijk de
virtuositeit van Satriani. Zonder zich over te leveren aan
een overdaad aan freaky geluidslijnen, zoals op zijn debuut
nog het geval was, toont Joe zich hier de meester van de
melodie. Of het nou om stevige rock gaat („The Forgotten"),
om een prachtige ballad („I Believe"), om kokende r&b
(„Big Bad Moon") of het inderdaad vreemde „Strange", dat
op een Prince-album niet zou misstaan, Satriani beheerst het
allemaal perfect en weet zijn gitaarsound overal wonderwel
in te passen. Satriani heeft zijn blikveld en daarmee zijn
werkterrein verbreed en dat levert een heel aardig gitaaral
bum op!
Jim „Meat Loaf" Steinman
Vonk jes uit Pandora 's Box
Jim Steinman kreeg be
kendheid als de man achter
het succes van „Meat Loaf".
Het bombastische geluid van
de zwaarlijvige zanger is
kenmerkend voor de ideeën
van Steinman, zoals ook
blijkt uit zijn nieuwe project
„Pandora's Box". Hij scha
kelde voor de cd „Original
Sin" vier zangeressen in
(waaronder Ellen Foley en
Elaine Caswell) die om beur
ten het tamelijk barokke en
inmiddels overbekende ge
luid van Steinman van wat
extra kleur moeten voorzien.
Pas als er minder platgetre
den paden worden bewan
deld, zoals in „Twentieth
Century Fox", met fragmen
tjes „In The Midnight Hour"
en „Light My Fire", of het
hupse „My Little Red Book"
wil het vonkje overslaan.
Maar het blijft, inderdaad,
een vonkje.
GERT MEIJER
Wie in de put zit kan tot grote hoogte stijgen. Bobby McFerrin
was „down" toen hij één van de vrolijkste hits van de afgelopen
jaren schreef en zong. Zijn „Don't worry, be happy" werd dé hit
van 1989 en er werden 5 miljoen platen van verkocht. De tekst
van de optimistische wereldhit, aangevuld met twintig nieuwe
coupletten, Nederlandse vertalingen en gezellige tekeningen is
nu in boekvorm te koop. „In ieders leven is wel eens trubbel,
maar als je tobt zie je het dubbel" geeft al aan hoe ontwapenend
eenvoudig en wijs de levenslessen van Bobby McFerrin zijn.
„Maak je geen zorgen, tover een glimlach op je gqzicht" Of zoals
de vijfvoudige Grammy Award-winnaar zijn boekje besluit: „I'm
not worried, I' m happy".
HERMAN JANSEN
RATISLAVA - Door de
offige bibliotheken van de
ude universiteitsstad Bratis-
iva blaast sinds kort een fris-
wind. Duizenden boeken,
ie tientallen jaren achter slot
i grendel werden gehouden
oor een repressief commu-
ïstisch bewind, komen ein-
elijk ter beschikking van
en natie van verwoede le
ers.
'olgens hooggeplaatste func-
onarissen is de wet waarmee
censuur is opgeheven zo
ieuw dat zij de tekst ervan
og niet onder ogen hebben
ïhad. Maar in Bratislava en
Iders in het land liggen sinds
ort boeken in de etalages die
jaar officieel niet te krijgen
'aren.
Ie snelle introductie van de
zogenaamde „verboden litera
tuur" loopt parallel aan de de
mocratisering die in Tsjecho
slowakije sinds half november
vaste voet aan de grond heeft
gekregen.
De ministeries van cultuur
kondigden onlangs aan dat
alle boeken die in het verle
den ooit op gezag van de com
munistische autoriteiten op de
zwarte lijst waren geplaatst,
ter beschikking van het pu
bliek zouden worden gesteld.
De criteria op grond waarvan
een publicatie op de zwarte
lijst terechtkwam, waren in
de vier decennia waarin de
praktijk uitgroeide tot een in
stituut, onderhevig aan merk
waardige en op het oog wille
keurige trends. Zelfs ingewij
den in de materie hadden na
verloop van tijd moeite met
de normen. Voor het publiek
gold zeker dat het totaal niet
wist waar het aan toe was en
wat het miste. De opheffing
van het verbod bracht een
vrouw van middelbare leeftijf
die in een openbare biblio
theek in Bratislava de plank
met „Literatuur beschikbaar
gesteld uit de speciale klui
zen" doorsnuffelde, tot de
verzuchting: „Ik weet werke
lijk niet waar ik naar zoek,
omdat ik geen idee heb wat ik
verondersteld wordt niet te
In een bij de bibliotheek gele
gen boekwinkel hangt een
bord in de etalage dat poten
tiële klanten erop attendeert
dat zij thans drie boeken kun
nen krijgen „die je niet kon
kopen", te weten een uitgave
van politieke spotprenten en
twee andere satirische wer
ken die ooit naar de planken
van de staatsarchieven wer
den verbannen. Een verkoop
ster in een andere boekwin
kel, Nela Bednarova, zegt dat
de firma die de landelijke
boekendistributie in handen
heeft, nog geen voorheen ver
boden titels heeft bezorgd.
In de centrale bibliotheek van
de J. Amos Komensky-Uni-
versiteit, een van de oudste in
Tsjechoslowakije, verklaart
een employe dat het nieuwe
decreet het publiek toegang
geeft tot het grootste deel van
de duizenden boeken die tot
dusverre alleen beschikbaar
werden gesteld aan een kleine
selecte groep van partijfunc
tionarissen, professoren en
anderen die dit vertrouwen
waardig werd geacht.
De functionaris, die om ano
nimiteit verzoekt, schat het
aantal verboden titels in Slo
wakije „op ten minste 8.000"
en in de deelrepubliek Tsje
chië op nog meer. Zij zegt dat
haar bibliotheek „een speciaal
archief" had voor verboden
werken, maar dat de meeste
verboden boeken waren opge
slagen in overheidsgebouwen
buiten de grote steden.
Toegang tot deze gebouwen
kon alleen worden verkregen
door middel van een gecom
pliceerde procedure, waarbij
een speciale pas van het mi
nisterie van cultuur onont
beerlijk was. Zelfs de dragers
van dergelijke pasjes konden
niet op eigen houtje opereren,
maar behoefden een beheer
der om de deur voor hun
open te maken.
Het verbod trof ook werken
die niet duidelijk anti-com
munistisch zijn. Boeken over
orthodoxe Marxistische filoso
fie, zoals „Logika" van Milan
Machovec, belandden op de
zwarte lijst na 1968, niet van
wege de inhoud, maar omdat
de communistische schrijvers
zich tijdens de korte Praagse
Lente aan de zijde van de
hervormers hadden ge
schaard. De lijst werd langer
toen schrijvers als Josef Skvo-
recky en Milan Kundera, die
vanwege hun kritische hou
ding al moeilijkheden hadden,
naar Toronto en Parijs
vluchtten. Hun vlucht naar li
teraire vrijheid had tot gevolg
dat prompt al hun werken op
de zwarte lijst kwamen.
De communistische macht
hebbers beschouwden zelfs
het nationalisme van Tomas
Garrigue Masaryk, de grond
legger van de Tsjechoslo-
waakse staat, als bedreigend.
Ook veel buitenlandse schrij
vers, alsmede de meeste Wes
terse kranten en tijdschriften,
waarvan dan enkele exempla
ren in de speciale archieven
werden opgeslagen, waren
verboden.
Universiteitsbibliothecaris
Jana Chudikova kondigt aan
dat de meeste Westerse kran
ten en tijdschriften op de uni
versiteit op korte termijn voor
het grote publiek ter beschik
king worden gesteld. Ze ont
hult dat buitenlandse kranten
en tijdschriften tot voor kort
arriveerden met het opdruk
„geheim", maar dat aan die
praktijk een einde kwam toen
de DDR de eerste stappen zet
te op weg naar democratise
ring.
Het hoofd van de bibliotheek,
Marcel Kollar, schreef recent
in een commentaar in de Slo
waakse partijkrant Pravda
over de nieuwe wettelijke
maatregel „Wg heten het
nieuwe besluit welkom, om
dat zonder vrijheid van ge
dachte geen vrijheio van me
ningsuiting mogelijk is."