Wijzigingen in de belastingheffing 7: FISCALE VOORSTELL__ EN WETSWIJZIGINGEN Vermogens belasting BINNENLAND EeidócSouoani ZATERDAG 30 DECEMBER 1989 P£NL DEN HAAG De belangrijkste wijzigingen in de be lastingheffing die per 1 januari 1990 ingaan, komen voort uit de herziening van de loon- en inkomstenbe lasting volgens de voorstellen van de commissie-Oort. Op deze wijzigingen is ook de inflatiecorrectie (lVépct.) van toepassing. Daarom is er voor 1990 geen duidelijk onderscheid te maken tussen de wijzigingen die het ge volg zijn van het een en van het ander. Loon- en inkomstenbelasting TARIEF Het schijventarief ziet er voor 1990 als volgt uit: tariefpercentage opvolgende toe te passen op inkomens- de belastbare som schijven totaal opvolgende inkomensschijven heffing over het totaal van de schijven 35,1% over de eerste 42.123 42.123 14.785 50% over de volgende 42.122 84.245 35.846 60% over de resterende guldens ƒ-•- Over de eerste inkomensschijf worden belasting en premies volksverzekeringen gecombi neerd geheven. Voor bejaar den geldt er in de eerste schijf in plaats van 35,1 een lager tarief van 18,4 omdat zij als 65-plusser voor een aantal premies volksverzekeringen niet meer premieplichtig zijn. Het tarief in de eerste schijf van 35,1 en 18,4 staat vast. Uit hoeveel procent belasting enerzijds en premies volksver zekeringen anderzijds het ta rief is opgebouwd, is afhanke lijk van een wetsvoorstel waarover volgende week in de Eerste Kamer gestemd zal worden. Over de tweede en de derde inkomensschijf wordt (ook voor bejaarden) respectievelijk 50 en 60 belasting gehe ven. Voor buitenlanders die niet onder de volksverzekerin gen vallen en die hun inko men voor minder dan 90 vanuit Nederland verkrijgen geldt in de eerste schijf een be lastingtarief van 25 TARIEFGROEPINDELING Er zijn voor 1990 zes nieuwe tariefgroepen. De oude tarief groepen en toeslagen zijn ver vallen. De nieuwe belasting vrije bedragen gelden ook voor de premieheffing. Tariefgroep 1: belastingvrij ƒ0 Tariefgroep 1 is de tariefgroep zonder belastingvrij bedrag en geldt in de volgende situaties: 1. Als men als gehuwde/onge huwde het belastingvrije bedrag overdraagt aan de echtgenoot/huisgenoot (om dat men geen inkomen heeft of een inkomen lager dan 4.568). 2. Als men twee of meer dienstbetrekkingen uitke ringen heeft en bij de ande re dienstbetrekking/uitke ring al in een tariefgroep wordt ingedeeld die wel recht geeft op een belasting vrij bedrag. Tariefgroep 2: belastingvrij: 4.568. Hiervoor geldt dat men niet wordt ingedeeld in één van de andere tariefgroepen, bijvoor beeld: 1. Men is tweeverdiener en de echtgenoten huisgenoten verdienen beiden meer dan 4.568. 2. Als men als alleenstaande niet aan de voorwaarden voldoet om in tariefgroep 6 te worden ingedeeld. 3. Als men als alleenstaande ouder toch niet in aanmer king komt voor indeling in tariefgroep 4 of 5. Tariefgroep 3: belastingvrij: 9.136. Hiervoor geldt: 1. Als men gehuwd is en de echtgenoot echtgenote heeft een inkomen van minder dan ƒ4.568; indien de echtgenooot/echtgenote de loonbelastingverklaring mede-ondertekent, vindt de overdracht van zijn/haar belastingvrije bedrag auto matisch plaats 4.568 ƒ4.568 ƒ9.136). 2. Ook als men ongehuwd is, kan het belastingvrije be drag van de huisgenoot worden overgedragen. Naast het feit dat de huisge noot/huisgenote een inko men heeft van minder dan 4.568, zijn er enkele ande re voorwaarden: men moet vanaf begin 1989 samen op één adres inge schreven staan in het be volkingsregister (voor 1990 geldt een soepeler rege ling); men moet zelf op 31 de cember 1989 18 jaar of ou der zijn en de huisgenoot moet 27 jaar of ouder zijn of 18 jaar of ouder zijn, maar niet in belangrijke mate door ouders of pleeg ouders onderhouden wor den. Een beschikking van de in specteur is noodzakelijk. Tariefgroep 4: belastingvrij: ƒ8.222. Alleenstaande ouder bij Wie de kinderen, die bij aanvang van het kalenderjaar jonger zijn dan 27 jaar, inwonen en als men één of meer van de kin deren in belangrijke mate on derhoudt. In die gevallen krijgt men een extra belasting vrij bedrag van 3.654 op het gebruikelijke bedrag van ƒ4.568 ƒ8.222). Een kind in belangrijke mate onderhouden betekent: voor een kind bestaat recht op kinderbijslag, of aan de kosten van levens onderhoud van een kind wordt ten minste 56 per week bijgedragen. Tariefgroep 5: belastingvrij 8.222 6% van het arbeidsint komen (maximum van ƒ3.654). Als men als alleenstaande ou der ook nog werkzaamheden buiten het huishouden ver richt en het jongste kind dat inwoont bij aanvang van het kalenderjaar jonger is dan 12 jaar, dan heeft men recht op een extra belastingvrij bedrag bovenop het bedrag van tarief groep 4. Dat extra bedrag is 6% van het buitenshuis verdiende inkomen. Hiervoor geldt een maximum van ƒ3.654. Tariefgroep 6: belastingvrij in beginsel: ƒ5.693. Voor een alleenstaande die op 31 december 27 jaar of ouder is maar nog geen 65 en een inko men over 1990 heeft van 35.000 of minder, wordt het belastingvrije bedrag verhoogd met 1.125 4.568 1.125 5.693). Deze tariefgroep geldt alleen voor 1990. Voor alleen staande zelfstandigen geldt on der bepaalde voorwaarden een overgangsregeling in het ka der van de zelfstandigenaftrek (zie aldaar). MEEWERKAFTREK De meewerkaftrek - als de ene echtgenoot meewerkt in de onderneming van de ande re echtgenoot - bestaat ook voor ongehuwde partners. De hoogte is afhankelijk van het aantal uren dat de echtgenoot meewerkt: 4 van de winst bij 1750 of meer uren, 3 van de winst bij 1225 tot 1750 uren, 2 van de winst bij 875 tot 1225 uren, 1,25 van de winst bij 525 tot 875 uren, niets bij 0 tot 525 meewerk- Met ingang van 1 januari 1990 geldt er geen minimum-mee- werkaftrek meer. Men kan ook kiezen voor een reële ar- beidsbeloning voor het mee werken in de onderneming. Die moet minstens twee maal het algemene belastingvrije bedrag, dus voor 1990 min stens ƒ9.136, bedragen. Als deze reële arbeidsbeloning schriftelijk wordt overeenge komen, geniet men geen mee werkaftrek. BUITENGEWONE AFTREK IN VERBAND MET ZIEKTE, ETC. De kosten van ziekte, invalidi teit, bevalling, adoptie, overlij den, arbeidsongeschiktheid en ouderdom komen voor aftrek in aanmerking voor zover zij meer bedragen dan een be paalde drempel. De drempels voor 1990 zijn als volgt: ƒ2.436 bij een onzuiver in komen van 0 tot en met 19.967; 12,2 van het onzuiver in komen tussen 19.968 en ƒ83.197; 10.150 bij een onzuiver in komen van meer dan ƒ83.197 Het bedrag voor extra uitga ven voor kleding en bedde- goed blijft 620. Indien wordt aangetoond dat deze extra uit gaven hoger zijn dan 1.240, wordt het bedrag van 620 verhoogd tot 1.550. De vaste aftrek voor arbeids ongeschikten en bejaarden wordt ƒ762 per persoon (voor gehuwde bejaarden geldt 1.524 als beiden 65 jaar of ou der zijn). BUITENGEWONE LASTENAFTREK ZONDER KINDERBIJSLAG Belastingplichtigen die geen recht hebben op kinderbijslag kunnen onder bepaalde voor waarden aanspraak maken op buitengewone-lastenaftrek als kinderen jonger zijn dan 27 jaar en geen recht hebben op studiefinanciering. Voor wie in belangrijke mate bijdraagt in de kosten van levensonder houd, is de aftrek: a. 440 (1989: 420) per kwar taal als het kind jonger is dan 6 jaar; b. ƒ625 (1989: ƒ600) per kwar taal voor een kind tussen 6 en 12 jaar; c. ƒ815 (1989: ƒ780) per kwar taal voor een kind tussen 12 en 18 jaar; d. ƒ625 per kwartaal als het kind 18 jaar of ouder is. Dit laatste bedrag wordt ver hoogd tot 1.250 als de kosten FS( De kosten voor het bijwonen van symposia en congressen zijn in '90 nog slechts beperkt aftrekbaar grotendeels (voor meer dan 50 op de belastingplichtige drukken en het kind niet tot het huishouden van de belas tingplichtige behoort, tot 1.875 indien deze kosten zelfs geheel of nagenoeg geheel (90% of meer) op de belasting plichtige drukken. Die kosten moeten ten minste ƒ56,- per week bedragen. DE 4 %-REGELING De vaste aftrek voor beroeps- verwervingskosten (van 4 REISKOSTENREGELING De bedragen van de reiskostenaftrek en de vrijgestelde vergoe dingen voor het woon-werkverkeer zijn als volgt: van het arbeidsinkomen uit te genwoordige arbeid) kent in 1990 een minimum-bedrag van ƒ203 en een maximum-bedrag van 1.015. Het vaste aftrek bedrag voor niet-actieven wordt 406. De ministerraad is op 11 december 1989 akkoord gegaan met een verhoging van het kostenforfait voor inkom sten uit vroegere arbeid met 100. De voorziene ingangsda tum is 1 april 1990, waardoor de verhoging in 100 maar 75 geen afstand aftrekbedrag maximum enkele reis vrijgestelde vergoeding 0-10 km ƒ-•- f—.— 10-15 km 740 f 1.340 15-20 km 1.030 1.670 20-30 km 1.520 2.280 30-40 km 2.140 3.300 40-50 km 2.620 3.570 50-50 km 2.960 3.990 60 km en meer ƒ3.180 4.260 Wanneer de reisafstand meer dan 70 km is en op minder dan 4 dagen per week wordt gereisd, is het aftrekbedrag per reisdag 0,44 per km van de enkele reisafstand, met een maximum van ƒ3.180 per jaar. De vergoeding mag dan 0,49 per km van de enkele reisaf stand bedragen met een maxi mum van 4.260 per jaar. In november 1989 is bij de Twee de Kamer een wetsvoorstel in gediend dat voorziet in een af topping van het reiskostenfor fait bij 30 km (bij afstanden van meer dan 30 km geldt dan aan de aftrekkant maximaal 1.520 en aan de vergoedin genkant maximaal ƒ2.280). De beoogde datum van inwer kingtreding is 1 mei 1990. FICTIEF RENDEMENT Het percentage van het fictief rendement dat geldt voor. aan delen in vennootschappen die buiten Nederland zijn gfeves- tigd en hoofdzakelijk beleggen in banktegoeden, wordt voor 1990: 9%. T-BILJET De grens voor teruggaaf van te veel ingehouden loonbelas ting en premies volksverzeke ringen bedraagt voor 1990 304. Voor bejaarden ligt deze grens bij 203. de AANSLAGGRENS De aanslaggrens vo< komstenbelasting wordt 1990: ƒ66.100. LIJFRENTEPREMIES De maximum-aftrek voor lijf rentepremies wordt ƒ17.116 (1989: ƒ16.863). - 76.320 ƒ5.915 76.320 79.550 5.390 79.550 82.780 4.865 82.780 ƒ86.010 4.340 86.010 - ƒ3.815 Tl J L 1 xL. f11 11 P'W'ii'f'' Wf" ai ia STARTENDE ONDERNEMERS Gedurende de eerste drie jaren waarin zij aan de voorwaarden voor de zelfstandigenaftrek voldoen, is er een verhoging van 2.152 voor het jaar 1990 (was ƒ2.120 in 1989). ALLEENSTAANDE ZELFSTANDIGEN Voor 1990 geldt een verhoging van de zelfstandigenaftrek met ƒ3.300. Er zijn voorwaar den; zo moet de winst over 1990 minder dan ƒ29.000 be dragen en moet over de drie voorgaande jaren de premie- vrijstellings- en reductierege ling van toepassing zijn ge weest. Wie voor deze verho ging in aanmerking komt, wordt niet in tariefgroep 6 in gedeeld. FISCALE OUDEDAGSRESERVE De toevoeging aan de fiscale oudedagsreserve wordt 11,5% van de winst voor zover deze niet meer beloopt dan 59.723 (1989: ƒ58.840) en 10% van de winst voor zover deze meer beloopt dan 59.723 (1989: 58.840). Het minimumbedrag van de jaarlijkse toevoeging aan de reserve wordt 1.079 (1989: 1.063) en het maximumbe drag 16.954 (1989: 16.703). STAMRECHT- VRIJSTELLING De maxima gaan als volgt lui den: ƒ622.130 (1989: ƒ612.935) bij: overdrachten door on dernemers van 60 jaar of ouder; overdrachten door invalide ondernemers; het staken van de onderne ming door overlijden; ƒ311.068 (1989: 306.470) bij: overdrachten door onder nemers van 50 tot 60 jaar; overdrachten door onder nemers jonger dan 50 jaar wanneer de uitkeringen of verstrekkingen direct in gaan; ƒ155.536 (1989: 153.237): in de overige gevallen. INVESTERINGSAFTREK De voorgestelde investerings aftrek voor 1990, die de klein schaligheidstoeslag (KST) ver vangt - het wetsontwerp is op 28 december in de Eerste Ka mer behandeld - ziet er als volgt uit: in vergelijking met de KST is het investeringspla fond verlaagd van ƒ1.145.000 (1989) tot ƒ448.000 (1990), zo dat de nieuwe aftrek meer ten goede komt aan kleine inves teringen. Bij jaarinvesteringen doch niet meer dan bedraagt aftrek 3.000 50.000 100.000 150.000 199.000 249.000 299.000 349.000 398.000 50.000 100.000 150.000 199.000 249.000 299.000 349.000 3 3.000 448.000 Rechten van successie en schenking VRIJSTELLING SUCCESSIERECHT (tussen haakjes bedragen voor 1989) Echtgenoten: 466.342 459.450) Jonge kinderen: 6.662 6.564) per jaar beneden 23 jaar met een minimum van 13.324 13.127) Oudere kinderen: 13.324 13.127) voor kinderen ouder dan 23 jaar, mits schenking niet meer bedraagt dan 39.973 39.382) Invalide kinderen: vrijstelling als kinderen beneden 23 jaar, met minimum van 19.986 19.691) vrijstelling: 13.324 13.127) voor kinderen ouder dan 23 jaar 66.620 (f. 65.635) Ouders: Andere bloed verwanten in de rechte lijn drempel van 13.324 13.127) Het wonen in een eigen huis wordt duurder door een verhoging van het huurwaardeforfait. foto: sp VRIJSTELLINGEN SCHENKINGSRECHT (tussen haakjes bedragen voor 1989) Schenkingen (per kalenderjaar): 6.662 door ouders 6.564) aan vrijstelling eenmalig ƒ33.311 (ƒ32.819) kinderen: voor kinderen tussen 18 en 35 jaar mits in de aangifte op de vrijstelling een beroep wordt gedaan risi iuw c ieens iseerd teid in .gebeu ir wae Belastingherziening Naast de veranderingen in de tariefstructuur is ook de tester in aftrekbaarheid van zogenoemde gemengde kosten ii wij a Hieronder volgt daarom een globaal overzicht van de (krante voor de werknemer en de zelfstandige in de sfeer van t eerdi stenbelasting. en: 'wi ardig WERKNEMER jvoorb Kostenpost Belastingplichtige/werknemer personeelsvereniging niet aftrekbaar telefoonabonnementen niet aftrekbaar TARIEFSGROEP- INDELING tariefgroep 1: ongehuwden en gehuwden die duurzaam gescheiden leven, jonger dan 27 jaar, tenzij zij voor een kind recht hebben op kinderbijslag of vervangen de buitengewone-lastenaft rek; belastingvrije som be draagt in 1990 ƒ57.000 (1989: ƒ56.000). tariefgroep 2: overige onge huwden en gehuwden die duurzaam gescheiden leven (27 jaar en ouder); belas tingvrije som bedraagt in 1990 ƒ90.000 (1989: ƒ89.000). tariefgroep 3: gehuwden, tenzij zij duurzaam geschei den leven; belastingvrije som bedraagt in 1990 ƒ115.000 (1989: ƒ113.000). KINDERAFTREK De aftrek voor elk kind jonger dan 18 jaar blijft in 1990 ƒ7.000. Voor de studerende kinderen van 18 tot 27 jaar be draagt de aftrek in 1990 ƒ36.000 (1989: 35.000). PERIODIEKE UITKERINGEN Het vrijstellingsbedrag voor rechten op uitkeringen en ver strekkingen bij invaliditeit, ziekte of ongeval wordt ƒ28.500 (1989: ƒ28.100) voor degene die de uitkering geniet, 19.950 (1989: 19.650) voor de langstlevende echtgenoot, ƒ8.100 (1989: ƒ8.000) voor we zen en 4.050 (1989: ƒ4.000) voor half wezen. De overeen komstige bedragen voor inge gane lijfrenten worden respec tievelijk ƒ23.300 (1989: ƒ23.000), ƒ16.300 (1989: 16.100), ƒ6.700 (1989: ƒ6.600) en ƒ3.350 (1989: ƒ3.300). ONDERNEMERS VRIJSTELLING 100 voor een eerste ver mogensschijf van 120.000 (1989: ƒ118.000); 40 voor een tweede ver mogensschijf van 120.000 (1989: ƒ118.000) tot ƒ1.155.000 (1989: ƒ1.138.000); de vrijstelling voor vermo gens van meer dan 1.155.000 (1989: 1.138.000) bedraagt ƒ534.000 (1989: ƒ526.000). persoonlijke verzorging aktentassen e.d. kantoorruimte waarin niet grotendeels het inkomen wordt verworven kleding (uitgez. werkkleding) voedsel, drank, genotmiddelen cursus, congres, seminar, symposium (incl. reis- en ver blijfskosten) representatiekosten (relatiegeschenken) literatuur (uitgez. vakliteratuur) tekstverwerkers, com puters e.d. en en beeldapparatuur muziekinstrumenten en geluidsapparatuur uitgez. bij beroepsgebruik auto van de zaak niet aftrekbaar niet aftrekbaar niet aftrekbaar niet aftrekbaar niet aftrekbaar niet aftrekbaar eerste 1.000: aftrekbaar; volgende 3.000: 75%; daarboven niets niet aftrekbaar niet aftrekbaar aftrekbaar met drempel van 800 per jaar niet aftrekbaar gebruik privé-auto voor beroepsgebruik verhuiskosten huisvesting buiten woonplaats kantoorruimte waarin grotendeels het inkomen wordt verworven eSTI aftrekbaar: max 12% belast jaarsalaris(max kosten van overbrenging het meer 12.000) aftrekbaar- daarna I? aftrekbaar: 15% huur- belast veil waarde en 15% het meer-^ energie kosten KOSTEN VOOR ONDERNEMER (naast de aftrekbeperkingen van de algemene bedrijfskc per 1 juli 1989 reeds zijn ingegaan) k niet aftrekbaar persoonlijke verzorging niet aftrekbaar (behoudt artiest, presentator en l man) niet aftrekbaar kantoorruimte waarin of van waaruit niet grotendeels het inkomen wordt verworven kleding (uitgezonderd werk kleding) man) literatuur (uitgezonderd vakliteratuur) gebruik privé-tekstverwerkers beeldapparatuur e.d. voor ondernemingsdoeleinden gebruik privé-auto voor ondernemingsdoeleinden verhuiskosten huisvesting buiten de woonplaats kantoorruimte waarin of van waaruit grotendeels het inkomen wordt verworven niet aftrekbaar niet aftrekbaar (behoudl artiest, presentator en j 'niet aftrekbaar niet aftrekbaar 0,44 per kilometer max 12.000 kosten overbrenging aftrekbaa max 2 jaar aftrekbaar EIGEN WONING 1, Het huurwaardeforfait is verhoogd van 1,3% naar 1,8 #/f bel ziet er door deze verhoging als volgt uit: t Huurwaardeforfait: 1,8% Waarde van de woning in het economische verkeer 6 de waarde bij vrije verkoop): meer dan niet meer dan huurwaarde 15.000 o 15.000 30.000 225 30.000 60.000 540 60.000 90.000 1.080 90.000 120.000 1.620 120.000 180.000 ƒ2.160 180.000 240.000 3.240 240.000 300.000 4.320 300.000 360.000 5.400 360.000 450.000 6.480 450.000 540.000 ƒ8.160 540.000 9.720 Bij de Staten-Generaal is een wetsvoorstel in behandtoi voorziet in een verdere verhoging van het huurwaardefoL* 1,8% naar 2,3%. Het wetsvoorstel heeft als beoogde da^ inwerkingtreding 1 februari 1990. "Met ingang van 1 januari 1990 zal de heffing van de lot, 1 ting, de inkomstenbelasting, de vennootschapsbelastiny assurantiebelasting ook gelden voor werkzaamheden op derlandse deel van het Continentaal Plat.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 4