We laten ons niet verleiden
tot vervroegde winterslaap'
Wordt het dan toch een vechtkabinet?
4NENLAND
'AO-
CeidócSoumcmt
ZATERDAG 23 DECEMBER 1989 PAGINA 9
zier achter het stuur. Niemand
hoeft te vrezen dat ik autootje
ga pesten".
Ook de ambtenaren op Ver
keer Waterstaat zijn er in
middels achter wat voor vlees
zij in de kuipstoel achter het
ministersbureau hebben. Han-
ja Maij-Weggen (45) is de reïn
carnatie van haar voorgang
ster Neelie Smit-Kroes voor
dat die werd bekeerd tot het
milieu-activisme. Zo ongeveer
de eerste beleidsbeslissing van
de voormalige Europarlemen
tariër was het afschieten van
allerlei plannetjes die onder
het regiem van 'Groene' Neel
ie waren uitgebroed.
Daarbij ging het om zaken als
het aanbrengen van snelheids
begrenzers of 'intelligente' gas
pedalen in personenauto's,
waarmee automobilisten ge
dwongen kunnen werden zich
aan de maximumsnelheid te
houden. Het bestaan van deze
ideetjes lekte uit doordat het
ministerie een enquête hield
onder een aantal, transport- en
busbedrijven om te weten te
komen hoe deze denken over
dit soort mechaniekjes in
vrachtwagens en autobussen.
Minister Maij-Weggen, die zelf
ontelbare kilometers tussen
Eindhoven, Straatsburg, Brus
sel en Luxemburg heeft afge
legd, maakte intern op haar
departement snel duidelijk dat
zij van dit soort proefballonne
tjes niet gediend was. Zij wil
HAAG De oplet-
-kijker wist het
irlijk allang: Hanja
>imo;Weggen is de beste
id(in) die een auto-
ilist zich maar kan
;en. Op die dag in no-
ber dat zij naar for-
iur Lubbers ging om
jggen dat zij beschik-
vigi was voor het minis-
n hap van Verkeer
roe.;rs{aat, schreeuwde zij
rijdi1: van de
age?-
het portier van haar
zfjSaab, waarmee zij uit
woonplaats Eindhoven
n Haag was gescheurd,
zich te hebben dichtge-
Tarsl, sprak de toekomstige
Britidsvrouw ongeveer de
alleiide woorden in de haar
Uigt voorgehouden micro-
ivfch.Ik zit zelf met veel ple-
erhHHH
allang was een baan als beroepsmilitair een
öoeftie voor een goede en vooral zekere toekomst,
vo^an is in rap tempo verandering gekomen. In Oost
ichfjest wordt driftig gesnoeid op de defensie-
grQting en ook in Nederland circuleren de wildste
bei\en voor bezuinigingen op materieel- én
aü(racht. Ook het moreel lijkt aan erosie onderhevig
Muur in Berlijn is afgebroken. In de laatste
jjji van 1989 oefent de 11e pantserinfanteriebrigade
in de grote Noordfranse
jgebieden bij Mourmelon en Suippes. Er wordt
graag helpen het milieu te
verbeteren maar dan met 'nor
male' methoden zoals een be
tere controle op de naleving
van de maximumsnelheid en
een betere voorlichting over
de noodzaak van een beheerst
gedrag door de automobilist.
En voor de toekomst moet er
maar 'ns flink gestudeerd wor
den op de mogelijkheden van
het 'rekening-rijden'.
Alders
Met die wetenschap behoefde
men zich nauwelijks af te vra
gen wat er zou gebeuren met
een soortgelijk plannetje van
milieuminister Hans Alders.
Deze opperde in het milieu
vriendelijke VARA-tv-pro-
gramma 'Vroege Vogels' dat er
in alle personenauto's een ta
chograaf aangebracht zou kun
nen worden, die precies bij
houdt hoe hard en hoeveel ie
mand rijdt. Door middel van
controle achteraf zou dan vast
gesteld kunnen worden wie op
welk moment de maximum
snelheid aan zijn laars heeft
gelapt. Bovendien zouden op
die manier de echte kilometer
vreters extra aangeslagen kun
nen worden.
Organisaties als de ANWB re
ageerden furieus. Was de mi
nister nu helemaal gek gewor
den om in vijf miljoen auto's
een apparaat te willen installe
ren van meer dan duizend gul
den! En wie zou die miljoenen
tachografen moeten gaan con
troleren? Mede daardoor
kwam de VVD op het idee om
'ns te vragen hoe de minister
van verkeer en waterstaat
aankeek tegen het gedachten-
spinsel van de minister van
milieu. Succes verzekerd,
dacht Annemarie Jorritsma-
Lebbink, de verkeersspecialis-
te van de liberale fractie.
Inderdaad. Het kinnetje strijd
lustig naar voren gestoken en
het stemmetje nog iets metali-
ger dan anders, waste de voor
malige hoofdverpleegster Han
ja Maij de naast haar gezeten
collega Hans Alders de oren
zoals maar zelden in de Twee
de Kamer wordt vertoond.
Nee, de invoering van een ta
chograaf in de personenauto
werd niet serieus op haar de
partement overwogen. En nee,
zij moest niets hebben van
maatregelen waarmee de over
heid zo diep in het dagelijkse
leven van de burger door
dringt.
Zij was tevoren niét door Al
ders geraadpleegd en zij wilde
best kwijt dat ze aan dit soort
gedrag „een broertje dood
had". Daarop volgde de uiterst
venijnige opmerking: „Er is
maar één minister van ver
keer en waterstaat en dat ben
ik! Dat heb ik intern ook al
duidelijk gemaakt".
Alsjeblieft
'Wat moest dat arme Hans Al
ders nu nog?', dacht men in de
Kamer. De Benjamin van het
kabinet maakte ook een enigs
zins aangeslagen indruk. Dat
kwam vooral door de excuse
rende manier waarop hij zich
formeel tot kamervoorzitter
Deetman richtte. „Wilde deze
hem alsjeblieft niet kwalijk
nemen dat hij in het belang
van het milieu dit soort verre
gaande mogelijkheden onder
de aandacht meende te moeten
brengen?".
Door dit vertoon van nederig
heid kwam volstrekt niet over
dat Alders weigerde te vol
doen aan het verzoek (lees: be
vel) van collega Maij om zulke
beweringen voortaan achter
wege te laten. Het belang van
het milieu vergt dat er wordt
nagedacht over vergaande
stappen, dat er zaken in studie
worden genomen die indrui
sen tegen bestaande opvattin
gen en dat er van tijd tot tijd
prikkelende opmerkingen
worden gemaakt. Alders kon
digde aan dat hij met dat laat
ste beslist door zou gaan, ook
al loopt hij daarmee het risico
boven het 'Maij'-veld uit te ko
men.
Wordt Lubbers-III dan toch
een vechtkabinet? Het heeft er
enigszins de schijn van. Het
voorbeeld van Maij-Weggen
zal haar partijgenoten An-
driessen (economische zaken)
en Braks (landbouw) ongetwij
feld inspireren tot een soortge
lijke houding zodra minister
Alders aandringt op een
krachtiger bestrijding van de
milieuvervuiling door de in
dustrie en de boeren. Als dat
gebeurt, komt er niet veel te
recht van het milieubeleid, dat
toch één van de belangrijkste
pijlers van het 'kabinet-Lub-
bers/Kok heet te zijn.
Degenen die menen dat Alders
niet voor z'n beurt mag pra
ten, hebben in zekere zin ge
lijk. Wij kennen immers de
ongeschreven staatsrechtelijke
regel dat een regering altijd
met één mond dient te spre
ken. Maar dat ontzegt Alders
als 'coördinerend minister
voor milieuzaken' niet het
recht om nu en dan (zoals hij
het zelf noemde) 'prikkelende
opmerkingen' te maken. Zou
hij dat niet meer mogen, dan
valt er voor hem als puntje bij
paaltje komt niet zo bar veel
meer te coördineren. Dan ma
ken de ministers van V W,
economische zaken ,en land
bouw zelf wel uit wat er wel
en wat er niet gedaan mag
worden op 'hun' terrein.
Lubbers
Er is maar één man die dit
soort onverkwikkelijke com
petentiegevechten tussen de
ministers kan voorkomen. Dat
is premier Lubbers. De vraag
is echter of deze zijn partijge
noten Maij, Andriessen en
Braks terug wil fluiten. Lub
bers is per slot ook nog poli
tiek leider van het CDA en
deze partij moet altijd in het
achterhoofd houden dat een
wat al te linksogend beleid
hele horden van de eigen kie
zers in de armen van de VVD
drijft. In dat licht bezien is het
optreden van Maij-Weggen en
de afhoudende opstelling van
haar collega's van EZ en land
bouw een prima zaak.
De enige hoop die de PvdA
kan koesteren is dat Lubbers
zich nog meer dan in het vori
ge kabinet boven de partijen
gaat opstellen. Er zijn aanwij
zingen dat de premier dat in
derdaad van plan is. In een in
terview met Elsevier kondigt
hij aan dat dit toch echt zijn
laatste kabinetsperiode is en
dat Elco Brinkman de CDA-
scepter straks maar moet over
nemen.
In beginsel geeft dat Lubbers
de vrijheid zichminder door
het partijbelang en (nog) meer
door het landsbelang te laten
leiden. Dat hij gevoelig is voor
hoe er later over zijn minister
schap zal worden gedacht,
blijkt ook uit het vraaggesprek
met Elsevier. Daarin bekent
Lubbers dat' hij het toch wel
heel leuk vindt dat Gorbatsjov
in zijn boek 'Perestrojka' hém
met name noemt als één
degenen die hebben bijgedra
gen aan een nieuwe stijl
regeren in West-Europa.
RIK IN 'T HOUT
dol—
jcherp geschoten, maar is er jiog wel een vijand?
£ïJ'MELON De be"
ëW(f die de pech heeft
rittedwalen in het einde-
'e plicht glooiende land-
h tussen Reims en
rlreun kan z'n borst nat
n. Je kunt er name-
iirenlang rondrijden
ir ook maar iemand
veljte komen-
n de
igdèbied heeft een bruisend
Hei uiterst somber karak-
11. M is de streek van de
'an jagne, maar ook van de
an monumenten die herin-
aan de bloedige strijd in
rste Wereldoorlog. Uitge-
^ier oefenen ruim 1800
uiren van de 11e panter-
Jteriebrigade van de Ko
ike Landmacht.
half-duister in het ge
censeerde hoofdkwartier,
1 flfonder het tentdoek de
"e in het 48e bataljon ver-
fsfq is Terwijl buiten de
valt en de wind
n re wolken voortjaagt,
ommandant Van Oppen
(ebarend heen en weer.
n b6 iedere andere militair
vpnder de zware, merge-
iorsk klei. De overste is niet
\un^ee> hij heeft z'n werk
?/2 onderbroken en legt uit,
an iom begrip. Begrip voor
gr 4tie van de militair, de
a/pjjjder die om de haver-
J ierichten in de krant
ezen over wéér nieuwe
Ijgingsplannen op de de-
["'"Aigroting.
e hertelt mij hoe Oost-Eu-
roI\ over een maand vopr-
iang Gorbatsjov nog
WJ{ macht blijft?", vraagt
■r Pppen uitdagend, terwijl
t beianschappen hem ver-
Je /aankijken. „Hoe stabiel
ndol DDR momenteel? Er
ar nog steeds een enor-
Igsmacht. Geloof me, er
e £jie sterkte van die een-
êeen ene mallemoer
erd. Mijn oorlogsop-
hetzelfde gebleven.
£av!t met de 900 man van
italjon een deel van de
luitse laagvlakte verde
nk ben geen zwartkij-
0/ÏSaar de discussie in Ne-
ze 1 over defensiebezuïni-
is zoiets als de huid
ekk^n voordat de beer is
Als de perestrojka
MILITAIREN
SCHIETEN MET
SCHERP IN
SOMBER FRANS
OEFENGEBIED
Nederlandse soldaten in de sombere streek tussen Reims en Verdun: ,,Je weet nooit wie de vijand is"
FOTO: HENNIE KEERIS
in Moskou stopt, mag-ie dan
wel doorgaan in de rest van
het Oostblok? En kijk eens
naar China. Zijn we al verge
ten wat daar een paar maan
den geleden is gebeurd?"
Junta
Van Oppen lucht zijn hart, dat
is duidelijk. „Wij vormen hier
geen junta!", roept hij. Het ge
fluister van de officieren die,
gebogen over een stafkaart,
een aanval voorbereiden ver
stomt. Het is doodstil in de
tent, die tussen twee rupsvoor-
tuigen is gespannen. Dan doet
Van Oppen ten overstaan van
hoge en lage militairen een
verrassende 'bekentenis': „Ik
ben best voor het verlagen van
de defensie-uitgaven. Maar
dan wel door middel van
tweezijdige stappen. Denk je
dat de wereld er wakker van
ligt als een boerenkoollandje
als Nederland wapens gaat in
leveren? Krijgen we zeker
weer van die taferelen als in
'39-'40 toen we ons op de fiets
moesten verdedigen. Het gaat
erom dat Oost en West in
evenredigheid aan wapenbe
heersing doen. In Nederland
heerst nu een hiep-hiep-hoera-
stemming. Maar de politiek
wil nog steeds een leger. Daar
in kun je niet zomaar het mes
zetten. Wij, de militairen,
moeten het gevecht voeren, op
elk gewenst moment. Dus
moeten we over voldoende
materieel en over geoefende
eenheden kunnen beschik
ken".
Bij deze oefening is dat mate
rieel volop aanwezig. Het 11e
korps rijdende artillerie ver
bruikt tijdens een 36 uur du
rende schietserie maar liefst
425 granaten. Het is vele jaren
geleden dat er langer dan een
etmaal met scherp werd ge-
en
KE EN WISKE
DE BEZETEN BEZITTER
schoten door een Nederlandse
eenheid. Voor de korpsleiding
betekent dit vrijwel geen uur
tje slaap. Voor de soldaten, bij
dit korps 'rijders' genaamd, is
het een kwestie van lang
wachten tot er mag worden
geschoten.
Tussen twee schietseries in
stappen de rijders Jeroen van
Haren en Edwin Hoekstra
achter hun geschutstukken
vandaan. Hebben zij nog wel
een 'vijand-gevoel' in deze tijd
van perestrojka en glasnost?
„Je weet nooit van te voren
wie de vijand is", zegt Van Ha
ren. „Wij hebben heus niet het
gevoel dat de Russen aan de
andere kant van het bos zitten.
Wie de tegenstander is, maakt
niet üit. We schieten gewoon,
meer - doen we niet". Zijn
maatje vult aan: „Wat er ook
in de wereld gebeurt, het leger
blijft altijd nodig. De verande
ringen in het Oostblok zijn na
tuurlijk prachtig. Maar het le
ger is er niet alleen voor de ei
gen verdediging. Je moet ook
kunnen inspringen als er er
gens op de wereld rampen
plaatsvinden. Er zijn nog ge
noeg gebieden waar veel el
lende is".
Vijandbeeld
Hun directe baas, beroepsluite
nant Nieuwenhuis, discussieert
vrijelijk mee. Nieuwenhuis
heeft de Koninkijke Militaire
Academie (KMA) gevolgd en
is vastberaden de hoogst mo
gelijke positie als militair te
bereiken. Zegt van een gene
ratie officieren te zijn die geen
bord voor de kop heeft en die
goed in de gaten houdt wat er
in de wereld gebeurt. „Ik ge
loof niet dat wij voor onze
dienstplichtigen een vijand
beeld scheppen. Wij wijzen
hen wel op het hoge goed dat
vrijheid is. Natuurlijk vinden
militairen de ontwikkelingen
in Oost-Europa schitterend. Je
bent gek als je d'r niks aan
vindt", meent Nieuwenhuis.
„Ik ben niet bang mijn baan te
verliezen. Het zou al te dol zijn
als een militair vreest te wor
den ontslagen door de toene
mende ontspanning. Echt
waar, er is geen,.mens die het
slecht vindt dat de kans op
vrede almaar toeneemt. Maar
je moet je eigen krijgsmacht
sterkte wel op peil houden. Je
moet anderen niet de gelegen
heid geven ervan te profiteren
dat je geen of een zwak leger
hebt". De laatste woorden
gaan verloren in een schreeuw
vanuit de commandopost. De
luitenant wordt teruggeroe
pen, er moet weer worden ge
schoten.
De granaten zullen in.een nie
mandsland belanden. Er is
geen vijandelijke eenheid^ al
leen maar een niet-bewegend
doel. Het oefenterrein is hon
derd vierkante kilometer
groot. Daarvan kunnen de Ne
derlanders tachtig procent be
nutten. Het weer zit niet mee.
Aanvankelijk was het veertien
graden onder nul. Van de ene
op de andere dag is het weer
omgeslagen en is het gaan re-
FOTO: HENNIE KEERIS
genen. Tal van rups- en wiel
voertuigen liepen vast in de
modder. Bovendien sloeg de
griep toe.
Publiciteit
Brigade-generaal R. Reitsma
zag geen aanleiding de oefe
ning af te gelasten. Voor hem
zijn de twee weken in Mour
melon van groot belang. Reits
ma, zojuist terug van een
nachtelijke oefening, neemt
net als zijn officeren geen blad
voor de mond. „De landmacht
staat vaak in een negatieve
publiciteit. Minder gelukkige
gebeurtenissen trekken altijd
de aandacht. Gelukkig gebeurt
er ook veel goeds. Als uitvoer
ders zijn wij verschrikkelijk
serieus bezig met het opleiden
en oefenen van onze eenhe
den. In oorlogstijd is dat onze
hoofdtaak. Wij steken, onze
kop heus niet in het zand, vol
gen net als andere Nederlan
ders het nieuws. Laatst nam ik
met mijn stafofficieren onze
oorlogsopdracht door. In de
zelfde week ging het IJzeren
Gordijn open. Maar wij zijn al
tijd druk met oefenen. Dan
heb je echt geen tijd om daar
uitgebreid over te gaan discus
siëren".
Wapenbeheersing is prima,
vindt de generaal. „Maar ver
geet niet dat wapenbeheersing
eerst geld gaat kosten voordat
het ook maar een cent ople
vert. De internationale contro
le op afspraken moet toene
men. En als er wordt afgespro
ken dat elk land geen "grote
concentraties van wapenops
lagplaatsen meer mag hebben,
moeten er nieuwe complexen
worden gebouwd. Wapenbe
heersing levert pas geld op als
duur materieel wordt vervan
gen door goedkopere spullen",
Euforie
Reitsma realiseert zich dat de
taak van defensie de komende
jaren kan veranderen. „Dat is
van diverse zaken afhankelijk.
De internationale onderhande
lingen over wapenbeheersing,
de ontwikkeling van het de
fensiebudget en het aanbod op
de arbeidsmarkt. Wij hebben
steeds meer technici nodig,
maar die worden ook veelge
vraagd in andere bedrijven.
En wat te denken van de een
wording van Europa?. Ik ben
onlangs in de Verenigde Sta
ten geweest. Voor de Ameri
kanen is Europa '92 een grote
zorg. De economische machts
verhoudingen zullen verande-
Kortom, meent Reitsma, de rol
van defensie moet worden be
zien tegen de achtergrond van
economische, politieke en soci
aal-psychologische factoren.
„Maar zolang de politiek geen
wezenlijke besluiten neemt,
moeten wij onze taak uitvoe
ren. Natuurlijk ben ik onder
de indruk van de beelden uit
Oost-Europa, van de enorme
hoeveelheden mensen die voor
vrijheid strijden. Maar daar
over mag geen euforie ont
staan. Militairen praten per
definitie over daadwerkelijke
krachtsverhoudingen en niet
over bedoelingen".
Cynisch
De rondgang langs de nat ge
regende Nederlandse eenhe
den leert dat de gemiddelde
officier de discussie over Oost-
Europa niet uit de weg gaat.
Steeds is de reactie dezelfde:
het begint met een cynische
glimlach, die even aanhoudt
en dan uitmondt in een mono
loog.
Zo ook bij majoor Vermeulen,
één van de stafofficieren van
overste Van Oppen. Vermoeid
leunt Vermeulen achterover
tegen de wand van het pant
servoertuig waar hij in zit. Hij
is grieperig en heeft een dikke
keel. Die belet hem niet om de
NAVO te roemen: „Ik waar
deer de solidariteit binnen de
NAVO zeer. Ons bondgenoot
schap heeft zeker de aanlei
ding gegeven tot internationa
le ontspanning. Wij hebben
bewust gekozen voor een de
fensief systeem. Er is niemand
die oorlog wil; wel vinden wij
een goede militaire opleiding
belangrijk".
Er gaat een instemmend ge
brom door de benauwde ruim
te. De overige kaderleden
doen er het zwijgen toe; ze la
ten Vermeulen maar begaan.
„De ontwikkelingen in Oost-
Europa gaan mij iets te snel. Ik
mag mij als beroepsmilitair
niet laten verleiden tot een
vervroegde winterslaap. We
moeten niet alleen letten op de
Oost-West-verhouding". Iro
nisch: „Laatst is qog gebleken
hoeveel respect ze in China
hebben voor democratie en
mensenrechten. Je moet ver
trouwen houden in het sy
steem dat wij hebben en be
reid zijn dat te verdedigen. Als
je er niet meer in gelooft, heb
je ook de wilskracht niet meer
om dit soort oefeningen te
doen".
ROB SEBES
Ais alles gaat zoals het volgens
de leider van het CDA zou
moeten, hebben we welgeteld
nog iets meer dan vier jaar de
tijd om ons voor te bereiden op
een leven zonder Lubbers.
Velen wisten natuurlijk al
lang dat hij in 1994 echt een
punt wil zetten achter zijn
carrière in de landspolitiek.
En wie geen vuiltje in z'n ogen
had, heeft tijdens de
kabinetsformatie reeds
kunnen waarnemen dat Elco
Brinkman door koning Ruud
was aangewezen als
kroonprins, voorbestemd om
hem tegen die tijd op te volgen
als lijsttrekker, partijleider en
- „kon het zijn zoals Lubbers
vaak pleegt te zeggen - ook
als minister-president. Tot nu
toe was dit alles een publiek
geheim, maar deze week is
daar verandering in gekomen.
Nu heeft Neerlands stuurman
het allemaal ook zélf klip en
klaar gezegd.
In een interview met het
weekblad Elsevier geeft
Lubbers zonder schroom of
voorbehoud toe dat hij het
zoetjesaan welletjes begint te
vinden: „Dit is mijn laatste
kabinetsperiode". En op de
vraag of hij al een kroonprins
in gedachten heeft (een vraag
naar de bekende weg
weliswaar, maar soms moet je
je als journalist bewust een
beetje schaapachtig voordoen,
wil je wat aardigs te horen
krijgen) luidt het antwoord:
„Die is er in beginsel toch al?
In onze traditie is de
fractievoorzitter, nu dus
Brinkman, de eerste
opvolger".
Nog zo'n 1500 dagen dus en we
zullen het zonder Lubbers
moeten stellen, waarbij we er
maar vanuit gaan dat het
huidige kabinet niet
tussentijds valt, want dan
zitten we mooi met de
gebakken peren. Stel u voor
dat deze kabinetsperiode maar
tot eind 1991 duurt! Dan
hebben we dus nog maar twee
jaar de tijd om van Lubbers af
te kicken. Te vrezen valt dat
veel landgenoten dat niet
zullen redden.
Is er eigenlijk wel een leven
zonder Lubbers denkbaar?
Moeilijke vraag. Die man zit
inmiddels zo stevig in ons
staatsbestel ingebakken dat hij
er niet één twee drie uit te
peuren is. Of we nu wilden of
niet, we zijn de afgelopen
jaren allemaal bewust of
onbewust aan Lubbers
verslaafd geraakt. Vreemd is
dat allerminst, want de
Rotterdamse regelneef speelt
nu al zeventien jaar een uiterst
belangrijke rol op het politieke
toneel der lage landen. Nog
maar net was hij minister van
economische zaken in het
kabinet-Den Uyl of hij hield
ons al met de air van de
tegenwoordige televisiedokter
voor dat we 's avonds de
gordijnen moesten sluiten om
energie te sparen. Ook in de
jaren daarna deed hij als
bewindsman nog veelvuldig
van zich spreken en als er
weer eens een ruzietje in het
kabinet was, draaide dat
vrijwel altijd om Ruud
Lubbers.
Als CDA-fractieleider tijdens
de kabinetten-Van Agt wist
Lubbers eveneens een zwaar
stempel op het wel en wee van
de Nederlandse samenleving
te drukken. Natuurlijk, Van
Agt stal de shows, maar
Lubbers bepaalde grotendeels
het beleid en toen Dolle Dries
eenmaal het veld had
geruimd, hoefde Razende
Ruud als premier niets anders
te doen dan de weinige
■touwtjes die hij nog niét in
handen had óók nog even naar
zich toe te trekken. Sindsdien
heeft hij ons allen stevig in
zijn greep. Geen dag kunnen
we meer zonder hem. De
deerniswekkende
verkrampingen waaraan velen
ten prooi vallen als ze op
vakantie in het buitenland
geen krant met een stukje
over Lubbers kunnen
bemachtigen, spreken voor
zich.
De meest essentiële vraag is op
dit moment dan ook of er een
probaat afkickmiddel bestaat
om Lubbers geleidelijk uit ons
leven te bannen, zodat we na
1994 zonder hem verder
kunnen. Helaas, dat is er nog
niet. Wel zijn inmiddels alle
universiteiten en
farmaceutische industrieën
koortsachtig met elkaar aan
het beraadslagen om een
wetenschappelijk superteam
samen te stellen dat in staat
moet worden geacht een
ontwenningskuur te
fabriceren. Voorlopig zult u
het moeten doen met de
volgende tip: schilder of spuit
op de muren van uw
slaapkamer enige malen de
naam 'Elco Brinkmanen
hang er zoveel mogelijk foto's
van hem tussen. Voor het
slapen gaan en bij het opstaan
neemt u dit alles aandachtig in
u op. Succes en alvast een
gezond 1990 gewenst!