We laten ons niet verleiden tot vervroegde winterslaap' Wordt het dan toch een vechtkabinet? 4NENLAND 'AO- CeidócSoumcmt ZATERDAG 23 DECEMBER 1989 PAGINA 9 zier achter het stuur. Niemand hoeft te vrezen dat ik autootje ga pesten". Ook de ambtenaren op Ver keer Waterstaat zijn er in middels achter wat voor vlees zij in de kuipstoel achter het ministersbureau hebben. Han- ja Maij-Weggen (45) is de reïn carnatie van haar voorgang ster Neelie Smit-Kroes voor dat die werd bekeerd tot het milieu-activisme. Zo ongeveer de eerste beleidsbeslissing van de voormalige Europarlemen tariër was het afschieten van allerlei plannetjes die onder het regiem van 'Groene' Neel ie waren uitgebroed. Daarbij ging het om zaken als het aanbrengen van snelheids begrenzers of 'intelligente' gas pedalen in personenauto's, waarmee automobilisten ge dwongen kunnen werden zich aan de maximumsnelheid te houden. Het bestaan van deze ideetjes lekte uit doordat het ministerie een enquête hield onder een aantal, transport- en busbedrijven om te weten te komen hoe deze denken over dit soort mechaniekjes in vrachtwagens en autobussen. Minister Maij-Weggen, die zelf ontelbare kilometers tussen Eindhoven, Straatsburg, Brus sel en Luxemburg heeft afge legd, maakte intern op haar departement snel duidelijk dat zij van dit soort proefballonne tjes niet gediend was. Zij wil HAAG De oplet- -kijker wist het irlijk allang: Hanja >imo;Weggen is de beste id(in) die een auto- ilist zich maar kan ;en. Op die dag in no- ber dat zij naar for- iur Lubbers ging om jggen dat zij beschik- vigi was voor het minis- n hap van Verkeer roe.;rs{aat, schreeuwde zij rijdi1: van de age?- het portier van haar zfjSaab, waarmee zij uit woonplaats Eindhoven n Haag was gescheurd, zich te hebben dichtge- Tarsl, sprak de toekomstige Britidsvrouw ongeveer de alleiide woorden in de haar Uigt voorgehouden micro- ivfch.Ik zit zelf met veel ple- erhHHH allang was een baan als beroepsmilitair een öoeftie voor een goede en vooral zekere toekomst, vo^an is in rap tempo verandering gekomen. In Oost ichfjest wordt driftig gesnoeid op de defensie- grQting en ook in Nederland circuleren de wildste bei\en voor bezuinigingen op materieel- én aü(racht. Ook het moreel lijkt aan erosie onderhevig Muur in Berlijn is afgebroken. In de laatste jjji van 1989 oefent de 11e pantserinfanteriebrigade in de grote Noordfranse jgebieden bij Mourmelon en Suippes. Er wordt graag helpen het milieu te verbeteren maar dan met 'nor male' methoden zoals een be tere controle op de naleving van de maximumsnelheid en een betere voorlichting over de noodzaak van een beheerst gedrag door de automobilist. En voor de toekomst moet er maar 'ns flink gestudeerd wor den op de mogelijkheden van het 'rekening-rijden'. Alders Met die wetenschap behoefde men zich nauwelijks af te vra gen wat er zou gebeuren met een soortgelijk plannetje van milieuminister Hans Alders. Deze opperde in het milieu vriendelijke VARA-tv-pro- gramma 'Vroege Vogels' dat er in alle personenauto's een ta chograaf aangebracht zou kun nen worden, die precies bij houdt hoe hard en hoeveel ie mand rijdt. Door middel van controle achteraf zou dan vast gesteld kunnen worden wie op welk moment de maximum snelheid aan zijn laars heeft gelapt. Bovendien zouden op die manier de echte kilometer vreters extra aangeslagen kun nen worden. Organisaties als de ANWB re ageerden furieus. Was de mi nister nu helemaal gek gewor den om in vijf miljoen auto's een apparaat te willen installe ren van meer dan duizend gul den! En wie zou die miljoenen tachografen moeten gaan con troleren? Mede daardoor kwam de VVD op het idee om 'ns te vragen hoe de minister van verkeer en waterstaat aankeek tegen het gedachten- spinsel van de minister van milieu. Succes verzekerd, dacht Annemarie Jorritsma- Lebbink, de verkeersspecialis- te van de liberale fractie. Inderdaad. Het kinnetje strijd lustig naar voren gestoken en het stemmetje nog iets metali- ger dan anders, waste de voor malige hoofdverpleegster Han ja Maij de naast haar gezeten collega Hans Alders de oren zoals maar zelden in de Twee de Kamer wordt vertoond. Nee, de invoering van een ta chograaf in de personenauto werd niet serieus op haar de partement overwogen. En nee, zij moest niets hebben van maatregelen waarmee de over heid zo diep in het dagelijkse leven van de burger door dringt. Zij was tevoren niét door Al ders geraadpleegd en zij wilde best kwijt dat ze aan dit soort gedrag „een broertje dood had". Daarop volgde de uiterst venijnige opmerking: „Er is maar één minister van ver keer en waterstaat en dat ben ik! Dat heb ik intern ook al duidelijk gemaakt". Alsjeblieft 'Wat moest dat arme Hans Al ders nu nog?', dacht men in de Kamer. De Benjamin van het kabinet maakte ook een enigs zins aangeslagen indruk. Dat kwam vooral door de excuse rende manier waarop hij zich formeel tot kamervoorzitter Deetman richtte. „Wilde deze hem alsjeblieft niet kwalijk nemen dat hij in het belang van het milieu dit soort verre gaande mogelijkheden onder de aandacht meende te moeten brengen?". Door dit vertoon van nederig heid kwam volstrekt niet over dat Alders weigerde te vol doen aan het verzoek (lees: be vel) van collega Maij om zulke beweringen voortaan achter wege te laten. Het belang van het milieu vergt dat er wordt nagedacht over vergaande stappen, dat er zaken in studie worden genomen die indrui sen tegen bestaande opvattin gen en dat er van tijd tot tijd prikkelende opmerkingen worden gemaakt. Alders kon digde aan dat hij met dat laat ste beslist door zou gaan, ook al loopt hij daarmee het risico boven het 'Maij'-veld uit te ko men. Wordt Lubbers-III dan toch een vechtkabinet? Het heeft er enigszins de schijn van. Het voorbeeld van Maij-Weggen zal haar partijgenoten An- driessen (economische zaken) en Braks (landbouw) ongetwij feld inspireren tot een soortge lijke houding zodra minister Alders aandringt op een krachtiger bestrijding van de milieuvervuiling door de in dustrie en de boeren. Als dat gebeurt, komt er niet veel te recht van het milieubeleid, dat toch één van de belangrijkste pijlers van het 'kabinet-Lub- bers/Kok heet te zijn. Degenen die menen dat Alders niet voor z'n beurt mag pra ten, hebben in zekere zin ge lijk. Wij kennen immers de ongeschreven staatsrechtelijke regel dat een regering altijd met één mond dient te spre ken. Maar dat ontzegt Alders als 'coördinerend minister voor milieuzaken' niet het recht om nu en dan (zoals hij het zelf noemde) 'prikkelende opmerkingen' te maken. Zou hij dat niet meer mogen, dan valt er voor hem als puntje bij paaltje komt niet zo bar veel meer te coördineren. Dan ma ken de ministers van V W, economische zaken ,en land bouw zelf wel uit wat er wel en wat er niet gedaan mag worden op 'hun' terrein. Lubbers Er is maar één man die dit soort onverkwikkelijke com petentiegevechten tussen de ministers kan voorkomen. Dat is premier Lubbers. De vraag is echter of deze zijn partijge noten Maij, Andriessen en Braks terug wil fluiten. Lub bers is per slot ook nog poli tiek leider van het CDA en deze partij moet altijd in het achterhoofd houden dat een wat al te linksogend beleid hele horden van de eigen kie zers in de armen van de VVD drijft. In dat licht bezien is het optreden van Maij-Weggen en de afhoudende opstelling van haar collega's van EZ en land bouw een prima zaak. De enige hoop die de PvdA kan koesteren is dat Lubbers zich nog meer dan in het vori ge kabinet boven de partijen gaat opstellen. Er zijn aanwij zingen dat de premier dat in derdaad van plan is. In een in terview met Elsevier kondigt hij aan dat dit toch echt zijn laatste kabinetsperiode is en dat Elco Brinkman de CDA- scepter straks maar moet over nemen. In beginsel geeft dat Lubbers de vrijheid zichminder door het partijbelang en (nog) meer door het landsbelang te laten leiden. Dat hij gevoelig is voor hoe er later over zijn minister schap zal worden gedacht, blijkt ook uit het vraaggesprek met Elsevier. Daarin bekent Lubbers dat' hij het toch wel heel leuk vindt dat Gorbatsjov in zijn boek 'Perestrojka' hém met name noemt als één degenen die hebben bijgedra gen aan een nieuwe stijl regeren in West-Europa. RIK IN 'T HOUT dol— jcherp geschoten, maar is er jiog wel een vijand? £ïJ'MELON De be" ëW(f die de pech heeft rittedwalen in het einde- 'e plicht glooiende land- h tussen Reims en rlreun kan z'n borst nat n. Je kunt er name- iirenlang rondrijden ir ook maar iemand veljte komen- n de igdèbied heeft een bruisend Hei uiterst somber karak- 11. M is de streek van de 'an jagne, maar ook van de an monumenten die herin- aan de bloedige strijd in rste Wereldoorlog. Uitge- ^ier oefenen ruim 1800 uiren van de 11e panter- Jteriebrigade van de Ko ike Landmacht. half-duister in het ge censeerde hoofdkwartier, 1 flfonder het tentdoek de "e in het 48e bataljon ver- fsfq is Terwijl buiten de valt en de wind n re wolken voortjaagt, ommandant Van Oppen (ebarend heen en weer. n b6 iedere andere militair vpnder de zware, merge- iorsk klei. De overste is niet \un^ee> hij heeft z'n werk ?/2 onderbroken en legt uit, an iom begrip. Begrip voor gr 4tie van de militair, de a/pjjjder die om de haver- J ierichten in de krant ezen over wéér nieuwe Ijgingsplannen op de de- ["'"Aigroting. e hertelt mij hoe Oost-Eu- roI\ over een maand vopr- iang Gorbatsjov nog WJ{ macht blijft?", vraagt ■r Pppen uitdagend, terwijl t beianschappen hem ver- Je /aankijken. „Hoe stabiel ndol DDR momenteel? Er ar nog steeds een enor- Igsmacht. Geloof me, er e £jie sterkte van die een- êeen ene mallemoer erd. Mijn oorlogsop- hetzelfde gebleven. £av!t met de 900 man van italjon een deel van de luitse laagvlakte verde nk ben geen zwartkij- 0/ÏSaar de discussie in Ne- ze 1 over defensiebezuïni- is zoiets als de huid ekk^n voordat de beer is Als de perestrojka MILITAIREN SCHIETEN MET SCHERP IN SOMBER FRANS OEFENGEBIED Nederlandse soldaten in de sombere streek tussen Reims en Verdun: ,,Je weet nooit wie de vijand is" FOTO: HENNIE KEERIS in Moskou stopt, mag-ie dan wel doorgaan in de rest van het Oostblok? En kijk eens naar China. Zijn we al verge ten wat daar een paar maan den geleden is gebeurd?" Junta Van Oppen lucht zijn hart, dat is duidelijk. „Wij vormen hier geen junta!", roept hij. Het ge fluister van de officieren die, gebogen over een stafkaart, een aanval voorbereiden ver stomt. Het is doodstil in de tent, die tussen twee rupsvoor- tuigen is gespannen. Dan doet Van Oppen ten overstaan van hoge en lage militairen een verrassende 'bekentenis': „Ik ben best voor het verlagen van de defensie-uitgaven. Maar dan wel door middel van tweezijdige stappen. Denk je dat de wereld er wakker van ligt als een boerenkoollandje als Nederland wapens gaat in leveren? Krijgen we zeker weer van die taferelen als in '39-'40 toen we ons op de fiets moesten verdedigen. Het gaat erom dat Oost en West in evenredigheid aan wapenbe heersing doen. In Nederland heerst nu een hiep-hiep-hoera- stemming. Maar de politiek wil nog steeds een leger. Daar in kun je niet zomaar het mes zetten. Wij, de militairen, moeten het gevecht voeren, op elk gewenst moment. Dus moeten we over voldoende materieel en over geoefende eenheden kunnen beschik ken". Bij deze oefening is dat mate rieel volop aanwezig. Het 11e korps rijdende artillerie ver bruikt tijdens een 36 uur du rende schietserie maar liefst 425 granaten. Het is vele jaren geleden dat er langer dan een etmaal met scherp werd ge- en KE EN WISKE DE BEZETEN BEZITTER schoten door een Nederlandse eenheid. Voor de korpsleiding betekent dit vrijwel geen uur tje slaap. Voor de soldaten, bij dit korps 'rijders' genaamd, is het een kwestie van lang wachten tot er mag worden geschoten. Tussen twee schietseries in stappen de rijders Jeroen van Haren en Edwin Hoekstra achter hun geschutstukken vandaan. Hebben zij nog wel een 'vijand-gevoel' in deze tijd van perestrojka en glasnost? „Je weet nooit van te voren wie de vijand is", zegt Van Ha ren. „Wij hebben heus niet het gevoel dat de Russen aan de andere kant van het bos zitten. Wie de tegenstander is, maakt niet üit. We schieten gewoon, meer - doen we niet". Zijn maatje vult aan: „Wat er ook in de wereld gebeurt, het leger blijft altijd nodig. De verande ringen in het Oostblok zijn na tuurlijk prachtig. Maar het le ger is er niet alleen voor de ei gen verdediging. Je moet ook kunnen inspringen als er er gens op de wereld rampen plaatsvinden. Er zijn nog ge noeg gebieden waar veel el lende is". Vijandbeeld Hun directe baas, beroepsluite nant Nieuwenhuis, discussieert vrijelijk mee. Nieuwenhuis heeft de Koninkijke Militaire Academie (KMA) gevolgd en is vastberaden de hoogst mo gelijke positie als militair te bereiken. Zegt van een gene ratie officieren te zijn die geen bord voor de kop heeft en die goed in de gaten houdt wat er in de wereld gebeurt. „Ik ge loof niet dat wij voor onze dienstplichtigen een vijand beeld scheppen. Wij wijzen hen wel op het hoge goed dat vrijheid is. Natuurlijk vinden militairen de ontwikkelingen in Oost-Europa schitterend. Je bent gek als je d'r niks aan vindt", meent Nieuwenhuis. „Ik ben niet bang mijn baan te verliezen. Het zou al te dol zijn als een militair vreest te wor den ontslagen door de toene mende ontspanning. Echt waar, er is geen,.mens die het slecht vindt dat de kans op vrede almaar toeneemt. Maar je moet je eigen krijgsmacht sterkte wel op peil houden. Je moet anderen niet de gelegen heid geven ervan te profiteren dat je geen of een zwak leger hebt". De laatste woorden gaan verloren in een schreeuw vanuit de commandopost. De luitenant wordt teruggeroe pen, er moet weer worden ge schoten. De granaten zullen in.een nie mandsland belanden. Er is geen vijandelijke eenheid^ al leen maar een niet-bewegend doel. Het oefenterrein is hon derd vierkante kilometer groot. Daarvan kunnen de Ne derlanders tachtig procent be nutten. Het weer zit niet mee. Aanvankelijk was het veertien graden onder nul. Van de ene op de andere dag is het weer omgeslagen en is het gaan re- FOTO: HENNIE KEERIS genen. Tal van rups- en wiel voertuigen liepen vast in de modder. Bovendien sloeg de griep toe. Publiciteit Brigade-generaal R. Reitsma zag geen aanleiding de oefe ning af te gelasten. Voor hem zijn de twee weken in Mour melon van groot belang. Reits ma, zojuist terug van een nachtelijke oefening, neemt net als zijn officeren geen blad voor de mond. „De landmacht staat vaak in een negatieve publiciteit. Minder gelukkige gebeurtenissen trekken altijd de aandacht. Gelukkig gebeurt er ook veel goeds. Als uitvoer ders zijn wij verschrikkelijk serieus bezig met het opleiden en oefenen van onze eenhe den. In oorlogstijd is dat onze hoofdtaak. Wij steken, onze kop heus niet in het zand, vol gen net als andere Nederlan ders het nieuws. Laatst nam ik met mijn stafofficieren onze oorlogsopdracht door. In de zelfde week ging het IJzeren Gordijn open. Maar wij zijn al tijd druk met oefenen. Dan heb je echt geen tijd om daar uitgebreid over te gaan discus siëren". Wapenbeheersing is prima, vindt de generaal. „Maar ver geet niet dat wapenbeheersing eerst geld gaat kosten voordat het ook maar een cent ople vert. De internationale contro le op afspraken moet toene men. En als er wordt afgespro ken dat elk land geen "grote concentraties van wapenops lagplaatsen meer mag hebben, moeten er nieuwe complexen worden gebouwd. Wapenbe heersing levert pas geld op als duur materieel wordt vervan gen door goedkopere spullen", Euforie Reitsma realiseert zich dat de taak van defensie de komende jaren kan veranderen. „Dat is van diverse zaken afhankelijk. De internationale onderhande lingen over wapenbeheersing, de ontwikkeling van het de fensiebudget en het aanbod op de arbeidsmarkt. Wij hebben steeds meer technici nodig, maar die worden ook veelge vraagd in andere bedrijven. En wat te denken van de een wording van Europa?. Ik ben onlangs in de Verenigde Sta ten geweest. Voor de Ameri kanen is Europa '92 een grote zorg. De economische machts verhoudingen zullen verande- Kortom, meent Reitsma, de rol van defensie moet worden be zien tegen de achtergrond van economische, politieke en soci aal-psychologische factoren. „Maar zolang de politiek geen wezenlijke besluiten neemt, moeten wij onze taak uitvoe ren. Natuurlijk ben ik onder de indruk van de beelden uit Oost-Europa, van de enorme hoeveelheden mensen die voor vrijheid strijden. Maar daar over mag geen euforie ont staan. Militairen praten per definitie over daadwerkelijke krachtsverhoudingen en niet over bedoelingen". Cynisch De rondgang langs de nat ge regende Nederlandse eenhe den leert dat de gemiddelde officier de discussie over Oost- Europa niet uit de weg gaat. Steeds is de reactie dezelfde: het begint met een cynische glimlach, die even aanhoudt en dan uitmondt in een mono loog. Zo ook bij majoor Vermeulen, één van de stafofficieren van overste Van Oppen. Vermoeid leunt Vermeulen achterover tegen de wand van het pant servoertuig waar hij in zit. Hij is grieperig en heeft een dikke keel. Die belet hem niet om de NAVO te roemen: „Ik waar deer de solidariteit binnen de NAVO zeer. Ons bondgenoot schap heeft zeker de aanlei ding gegeven tot internationa le ontspanning. Wij hebben bewust gekozen voor een de fensief systeem. Er is niemand die oorlog wil; wel vinden wij een goede militaire opleiding belangrijk". Er gaat een instemmend ge brom door de benauwde ruim te. De overige kaderleden doen er het zwijgen toe; ze la ten Vermeulen maar begaan. „De ontwikkelingen in Oost- Europa gaan mij iets te snel. Ik mag mij als beroepsmilitair niet laten verleiden tot een vervroegde winterslaap. We moeten niet alleen letten op de Oost-West-verhouding". Iro nisch: „Laatst is qog gebleken hoeveel respect ze in China hebben voor democratie en mensenrechten. Je moet ver trouwen houden in het sy steem dat wij hebben en be reid zijn dat te verdedigen. Als je er niet meer in gelooft, heb je ook de wilskracht niet meer om dit soort oefeningen te doen". ROB SEBES Ais alles gaat zoals het volgens de leider van het CDA zou moeten, hebben we welgeteld nog iets meer dan vier jaar de tijd om ons voor te bereiden op een leven zonder Lubbers. Velen wisten natuurlijk al lang dat hij in 1994 echt een punt wil zetten achter zijn carrière in de landspolitiek. En wie geen vuiltje in z'n ogen had, heeft tijdens de kabinetsformatie reeds kunnen waarnemen dat Elco Brinkman door koning Ruud was aangewezen als kroonprins, voorbestemd om hem tegen die tijd op te volgen als lijsttrekker, partijleider en - „kon het zijn zoals Lubbers vaak pleegt te zeggen - ook als minister-president. Tot nu toe was dit alles een publiek geheim, maar deze week is daar verandering in gekomen. Nu heeft Neerlands stuurman het allemaal ook zélf klip en klaar gezegd. In een interview met het weekblad Elsevier geeft Lubbers zonder schroom of voorbehoud toe dat hij het zoetjesaan welletjes begint te vinden: „Dit is mijn laatste kabinetsperiode". En op de vraag of hij al een kroonprins in gedachten heeft (een vraag naar de bekende weg weliswaar, maar soms moet je je als journalist bewust een beetje schaapachtig voordoen, wil je wat aardigs te horen krijgen) luidt het antwoord: „Die is er in beginsel toch al? In onze traditie is de fractievoorzitter, nu dus Brinkman, de eerste opvolger". Nog zo'n 1500 dagen dus en we zullen het zonder Lubbers moeten stellen, waarbij we er maar vanuit gaan dat het huidige kabinet niet tussentijds valt, want dan zitten we mooi met de gebakken peren. Stel u voor dat deze kabinetsperiode maar tot eind 1991 duurt! Dan hebben we dus nog maar twee jaar de tijd om van Lubbers af te kicken. Te vrezen valt dat veel landgenoten dat niet zullen redden. Is er eigenlijk wel een leven zonder Lubbers denkbaar? Moeilijke vraag. Die man zit inmiddels zo stevig in ons staatsbestel ingebakken dat hij er niet één twee drie uit te peuren is. Of we nu wilden of niet, we zijn de afgelopen jaren allemaal bewust of onbewust aan Lubbers verslaafd geraakt. Vreemd is dat allerminst, want de Rotterdamse regelneef speelt nu al zeventien jaar een uiterst belangrijke rol op het politieke toneel der lage landen. Nog maar net was hij minister van economische zaken in het kabinet-Den Uyl of hij hield ons al met de air van de tegenwoordige televisiedokter voor dat we 's avonds de gordijnen moesten sluiten om energie te sparen. Ook in de jaren daarna deed hij als bewindsman nog veelvuldig van zich spreken en als er weer eens een ruzietje in het kabinet was, draaide dat vrijwel altijd om Ruud Lubbers. Als CDA-fractieleider tijdens de kabinetten-Van Agt wist Lubbers eveneens een zwaar stempel op het wel en wee van de Nederlandse samenleving te drukken. Natuurlijk, Van Agt stal de shows, maar Lubbers bepaalde grotendeels het beleid en toen Dolle Dries eenmaal het veld had geruimd, hoefde Razende Ruud als premier niets anders te doen dan de weinige ■touwtjes die hij nog niét in handen had óók nog even naar zich toe te trekken. Sindsdien heeft hij ons allen stevig in zijn greep. Geen dag kunnen we meer zonder hem. De deerniswekkende verkrampingen waaraan velen ten prooi vallen als ze op vakantie in het buitenland geen krant met een stukje over Lubbers kunnen bemachtigen, spreken voor zich. De meest essentiële vraag is op dit moment dan ook of er een probaat afkickmiddel bestaat om Lubbers geleidelijk uit ons leven te bannen, zodat we na 1994 zonder hem verder kunnen. Helaas, dat is er nog niet. Wel zijn inmiddels alle universiteiten en farmaceutische industrieën koortsachtig met elkaar aan het beraadslagen om een wetenschappelijk superteam samen te stellen dat in staat moet worden geacht een ontwenningskuur te fabriceren. Voorlopig zult u het moeten doen met de volgende tip: schilder of spuit op de muren van uw slaapkamer enige malen de naam 'Elco Brinkmanen hang er zoveel mogelijk foto's van hem tussen. Voor het slapen gaan en bij het opstaan neemt u dit alles aandachtig in u op. Succes en alvast een gezond 1990 gewenst!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 9