Kerstmis '89
André van Duin
vindt leuk doen
een constante last
ZATERDAG 23 DECEMBER.
e aanzienlijk boven
het modale maai
veld uitgestegen
Rotterdamse klus
ser Adrianus Mari-
nus Kyvon is ook op deze maandagmorgen klokslag
elf uur in zijn bolide gestapt voor een korte rit van
zijn bekoorlijke landhuis 'Vijverhoeve' aan de
Vecht in Breukelen naar de TRÖS-studio in Hilver
sum. Na het korte nieuwsbulletin van het ANP en
een handvol STER-spots springt daar om vier mi
nuten over twaalf de controlelamp op rood en
wordt de eerste grap geserveerd in een nieuwe afle
vering van het druk beluisterde radioprogramma
'André van Duin', dat vervolgens een uur lang de
vaderlandse ether vult met populaire meestampers
en praatjes voor de vaak.
Ook ditmaal heeft de metamorfose van doorsnee
burger Kyvon tot volkskomiek zich razendsnel vol
trokken. Een koptelefoon, die hij waarschijnlijk ge
leend heeft van zijn bloedeigen dommekracht Ep
Oorklep, was daarvoor reeds voldoende.
Een draaiboek is niet voorhanden. Wat geen punt
is, want hij is gewend zijn verbale slapstick voor de
vuist weg te ventileren. „Als ik aan het werk ben
komen de moppen van alle kanten mijn lichaam
uit", meldt hij gelaten, „daar hoef ik geen moeite
voor te doen. Die bek gaat vanzelf open. Maar
vraag me alsjeblieft niet om gek te doen als ik privé
ben. Dan bak ik er niks van. Ik zou op dit moment
geen mop kunnen vertellen. Dat laatje gaat pas
open als ik in een bepaalde omgeving ben. In een
theater en voor radio en televisie lukt het me
meestal vrij aardig de pias uit te hangen. Daar hoef
ik geen heisa voor te maken. Maar daarbuiten ben
ik een stille, verlegen jongen. Beslist geen opvallend
tiep. Als ik in mijn normale plunje ergens binnen
stap komt er niks binnen. Dan zie je me gegaran
deerd over het hoofd".
Boven een bord met twee kroketten, die hij aan
dachtig met trage, herkauwende bewegingen naar
binnen werkt, maakt hij een tussenbalans op: „Als
ik mijn programma's van tien, vijftien jaar geleden
terugzie, beginnen mijn tenen spontaan te krullen.
Ik begrijp nu ook, waarom ik toen de halve natie
tegen mc in het harnas heb gejaagd. Dat krijg je als
i je alleen maar gekke bekken trekt en om de haver
klap ter aarde stort. Maar ja, wat wil je. Ik was net
zeventien toen ik begon met mijn bandrecorder-act.
Op dat moment was niks me te dol om de lachers
op mijn hand te krijgen".
„Dat had ik al op de lagere school. De enige school
trouwens, die ik afgemaakt heb. Ik was de jongen
met dat menierode haar. En als je daar mee geze
gend bent is er maar één manier om je te handha
ven: dan moet je de draak met jezelf steken. De
leukste van de klas zien te worden. Dat is pure
noodweer".
MALLE VAK
„Ik heb ook nooit voor komiek gestudeerd. Er is
niet eens een school waar je dat malle vak kunt le
ren. Het is me gewoon komen aanwaaien. Als jon
gen van tien stond ik al met een aangeplakte snor
en in een ouwe regenjas van pa in het jeugdhuis
Piet Hein in Rotterdam te mimen bij een 76-toe-
renplaatje. Daar had ik nog succes mee ook. Ik
schijn dus de lachers inderdaad aan mijn broek te
hebben".
„Ik heb altijd artiest willen worden. Zes, zeven jaar
zal ik geweest zijn. Andere jongens uit mijn klas
speelden op straat, maar ik zat ademloos bij de ra
dio naar de Showboot van de VARA te luisteren.
De Steravond van de NCRV met Johan Bodegra
ven, Willem Parel en de Bonte Dinsdagavondtrein,
man, ik lustte er wel pap van".
„Op een personeelsavond van mijn vader heb ik
toen ook Frans Vrolijk zien optreden. Vrolijk, de
grote conferencier. Ik was kapot van die man. Ik
wilde daarna nog maar één ding: net zo goed mop
pen vertellen als hij. Vrolijk was mijn idool. Mijn
grote voorbeeld. Hoger kon een komiek in mijn
ogen niet stijgen".
„Gelukkig woonde hij ook in Rotterdam. En daar
had ik dus mazzel mee. Op een middag ben ik naar
zijn huis gefietst en heb ik hem tussen de schuifdeu-
I ren een mop verteld. En die grote man, die kolossa
le artiest, luisterde niet alleen naar me, maar hij
lachte. Frans Vrolijk lachte om André van Duin!
- Kun je je dat voorstellen? Op dat moment wist ik
zeker dat het me zou lukken".
OLIJKE BROEK
Een kwart eeuw later mag Van Duin inderdaad zeg
gen dat het hem gelukt is. Hij is alweer jaren de
trekkebekkende lieveling van gans het volk, dat
spontaan te hoop loopt waar hij verschijnt. Van
Duin is dc enig overgebleven olijke broek met no-
nonsense-binnenvoering en zonder het deprimerend
kruis dat vele collega-clowns met zich meetorsen.
Hij wordt nooit zwetend wakker, ofschoon hij zich
donders goed realiseert dat leuk doen een constante
last is.
„Ik ben beslist geen trieste figuur, die gebukt gaat
onder.de loden last van zijn vak", roept hij bezwe
rend. „Dat soort karikaturen vind je alleen maar in
smartlappen en in romantische verhalen over
clowns, die in de piste hun grollen verkopen, terwijl
hun vrouwen in het kraambed op sterven liggen.
Nee, in dat soort komieken herken ik mezelf niet.
Ik ben weliswaar niet de uitbundigste vaderlander,
maar een zekere levenslust kan mij toch niet ont
zegd worden. Ik laat mensen graag lachen en ga
daar vooralsnog niet onder gebukt. Als ik niet werk
ben ik wel het liefst alleen. Ik hoef niet de godgan-
selijke dag uitgelaten mensen om me heen te heb
ben".
„Het lukt me trouwens niet eens om grappen te ma
ken in een spijkerbroek en met een t-shirt aan. Dan
werkt het opeens niet meer. Dit vak gaat me het
makkelijkst af als ik dat ouwe pak aan heb en een
hoedje en een brilletje op zet. Dan komen de grap
pen vanzelf'.
BOEK
„Het verbaast ook vrijwel iedereen dat ik razend
snel de knop omdraai als ik van de bühne kom. Ik
kan net een krankzinnige scène hebben gespeeld.
Maar als het doek is gevallen ben ik gelijk weer me
neer Saaimans. Ik hoef me ook niet op te laden of
af te kicken. Dat is allemaal onzin. Het is mijn
werk. En daar moet je niet moeilijk over doen. De
melkboer en de kruidenier kicken ook niet af. Die
maken rustig hun karwei af en gaan 's avonds on
deruit voor hun televisietoestel zitten".
„Ik doe precies hetzelfde op mijn vrije dagen. Ik ga
zelden uit en tot nog toe heb ik maar één boek gele
zen. Dat was 'Alleen op de wereld' van Hector Ma-
lot. Als ik me goed herinner heb ik daar nog be
hoorlijk lang over gedaan ook. Ik kijk liever naar
een leuk televisieprogramma. Cheers of Golden
girls. Niks bijzonders dus. Datzelfde heb ik ook met
eten. Ik ben een stamppottenfiguur. Boerenkool
met worst, capucijners met spekvet en een nasi go-
reng op zijn tijd. En geen kreeften of kaviaar. C
kun je me echt niet blij mee maken".
Onlangs hebben drie miljoen Nederlanders Van
Duin uitgeroepen tot de beste entertainer van Ne
derland. In een populariteitspoll kreeg hij 32 pro
cent. op heilloze afstand gevolgd door Jos Brink
met 7 procent en Van Kooten en De Bie met 4 pro
cent.
Voor Van Duin was het een onthutsende uitslag.
„Mijn repertoire is in die vijfentwintig jaar immers
nauwelijks veranderd", realiseert hij zich, „ik put
nog steeds uit de oude bron. Het gaat ook nu om de
baas en zijn knecht, om de domme en de knappe.
Dat zijn thema's waar ik op parafraseer. Het zijn
uitsluitend underdogs, die bij mij aan bod komen.
Het is al jaren een modeshow van sullige mannetjes
in de verkeerde regenjassen. En stuk voor stuk ko
men ze uit een verrekt klein arsenaal. Ik heb nu
eenmaal niet de beschikking over een enorme lade
met duizend of meer tiepetjes. Dat lijkt misschien
zo. Maar als je goed luistert en kijkt merk je dat
steeds datzelfde mannetje aan het woord is. Hij
heeft alleen een nieuw hoedje op en een andere
naam gekregen".
STOK
„Buiten de revue doe ik wel andere dingen. Altijd
intuïtief. Ik denk er geen seconde over na. Ik ga al
tijd blanco de studio in en zie daar wel waar het
schip uiteindelijk strandt. Ik houd er van als iets op
het laatste moment toch nog lukt. Je moet mij
nooit zes maanden tevoren vragen of ik iets leuks
wil doen. Want dat gaat dan gegarandeerd de mist
in. Ik moet een stok achter de deur hebben".
„Mensen die op mijn golflengte zitten, die om de
zelfde dingen lachen als ik, kunnen me ongelooflijk
inspireren. In de theaters is Frans van Dusschoten
al jaren mijn vertrouwde klankbord. En daarbuiten
krijg ik veel steun van Ferry de Groot, die in feite
een veel grotere gek is dan ik ooit zal worden. Zij
stellen de vragen en dan komt het komische ant
woord er vanzelf achteraan".
„Wij zetten ook altijd een microfoon neer en doen
maar wat. Ik heb een hekel aan repeteren, want in
de praktijk blijkt toch dat de eerste keer de beste is
geweest. Ik zeg vaak tegen de technici: „Jongens,
neem maar gelijk op. Want als we nog eens repete
ren kan het hooguit slechter worden". Dan ga je na
denken en probeer je je te herinneren hoe grappig je
de eerste keer bent geweest. Geloof me: het maakt
geen bal uit hoe vaak je repeteert. Meestal komen
de leukste fragmenten toch uit de repetities. En die
plakken we er dan tijdens de montage met wat toe
gevoegd applaus tussen".
„Het produceren van een programma vind ik eigen
lijk een stuk leuker dan het spelen in een theater
show, die vier-, vijfhonderd keer herhaald wordt.
Het theater heb je van tijd tot tijd wel nodig. Als je
geen contact meer hebt met je publiek, als je lange
tijd geen mensen ziet die om je lachen, raak je je
routine en je timing kwijt".
„Daarom is het goed dat we volgend jaar weer een
ouderwetse revue brengen. We beginnen met een
serie van 125 voorstellingen in de grote steden, Am
sterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, en het
jaar erop gooien we er nieuwe sketches in en is de
provincie aan de beurt. In feite is dat dus een vrij
wel nieuwe revue geworden. Op die manier blijft de
voorstelling tenminste fris. Ik heb een hekel aan
langlopende series waarin je steeds hetzelfde moet
doen. Als je dat vijfentwintig keer gedaan hebt
staan de scènes als een huis overeind en komt er
niks nieuws meer bij. Daar heb ik danig moeite
mee. kan ik je zeggen. Vandaar dat ik het niet kan
laten om af en toe wat nieuws te verzinnen. Impro
visatie is de zuurstof voor mijn vak".
ANIMAL CRACKERS
„In Animal Crackers ben ik geen seconde in beeld
geweest. Je hoorde alleen mijn stem. Maar toch ben
ik tijdens de montage en de regie volledig aan mijn
trekken gekomen. Er viel overigens weinig te regis
seren. want dieren laten zich niet de wet voorschrij
ven. Die rotzooien maar wat aan. Je mag alleen ho
pen dat de olifanten eens tegen elkaar aanlopen of
gekke fratsen uit halen met hun slurf. Een aap die
achter zijn oor krabt is trouwens ook nooit weg. La
ter bekijk je de ruwe shots en probeer je er passende
grappen bij te bedenken. Dat is een kwestie van
voortdurend improviseren. Je moet dieren met el
kaar combineren en verrekte goed onthouden op
welke band een aap zo leuk uit de hoek is gekomen.
Dat blijkt dan een aap te zijn uit de dierentuin in
Emmen, die in de verte lijkt op een chimpansee
van Artis. Door dan wat met de kleuren te romme
len kun je er meestal toch één gave aap van ma
ken".
„Met Ferry de Groot ben ik nu bezig aan een Video
8 Show. Voorlopig maken we veertien afleveringen
van zo'n twintig minuten. En daarin stoppen we
alle gekke tiepetjes en rare mannetjes die we kun
nen bedenken. Er zit een hoop montagewerk in. We
verknippen bijvoorbeeld een stukje van Jos Brink,
plakken er geluiden uit het Journaal achter en dub
ben daar wat andere stemmetjes in".
„Ook het nieuwe kabinet zal er veelvuldig in optre
den. Ik heb dat ploegje aandachtig bekeken en ik
geloof dat er wel een paar geschikte kandidaten tus
sen zitten. Die ene vind ik wel leuk. Die Dales. Dat
is een geinig tiepje, met wie ik wel uit de voeten
kan. Die gaat nog hele gekke dingen doen, let op
mijn woorden".
„Lubbers en Kok vormen trouwens ook een dank
bare combinatie voor de montagetafel. Die kun je
heel leuk tegenover elkaar knippen. En
stemmetjes van Snip en Snap eronder en
Kees. Ik heb ook nog een foto gezien van eet
slungelige man met een eigenwijs snorretj
moet ook een minister zijn, heeft men mij
Hij is anders net een karikatuur van Kuifje,
ik ook maar nauwlettend gaan volgen".
TALENT
„Weet je wat mij danig benauwt? Dat er o
gebied geen nieuw talent bij komt. In ben i
begonnen met mijn bandrecorder-act. En al
op talentenjachten komt zie je nog steeds j
stoeien met een bandrecorder. Maar het m
dat met groot lef roept: 'Ik word komiek', hel
nu toe niet kunnen ontdekken".
„Waar dat aan ligt? Misschien komt het d
pop en de disco. Lekker gauw een plaatje ma
dan via de Top Tien weer in de grauwe verge
verdwijnen. Toch ben ik er van overtuigd d
dit land ten minste tien talenten rondlop
meer in hun mars hebben dan ik".
„Maar voorlopig ben ik wel de enige volks)
in Nederland. Kraaykamp en Bambergen zij
haakt en daardoor heb ik geen enkele concii
meer. Dat is niet goed voor het vak, vrees ik
twee slagers in één straat zitten krijg je ook
tere kwaliteit vlees".
„Gelukkig ben ik een realist. Mensen willi
blijven lachen. Daarom denk ik dat ik toch
een tijdje vooruit kan. Ik maak me voorloj
ook maar weinig zorgen over mijn toekoms
ERIC S
In het theater is Frans van Dusschoten al jaren het vertrouwde klankbord van André van Duin.
Als ik aan het werk ben komen de moppen van
alle kanten mijn lichaam uit, daar hoef ik geen
moeite voor te doen. Maar vraag me asjeblieft
niet om gek te doen als ik privé ben. Dan bak ik
er niks van".
FOTO: GER DIJKSTRA
André van Duin een jaar of tien geleden, toen hij de halve natie tegen
zich in het harnas joeg. „Dat krijg je als je alleen maar gekke bekken
trekt en om de haverklap ter aarde stort".
FOTL VILAN KONVALINKA