Kerstmis '89 Het gouden randje om de realiteit van Willem Nijholt CeULeSommit 4B31NA 31 ZATERDAG 23 DECEMBER Een ontroerde Willem Nijholt in augustus van dit jaar. Guido de Moor had hem kort voor zijn dood uitverkoren om de Paul Steenbergen-penning van hem over te nemen. FOTO: SP Zijn dagindeling wordt gedicteerd door een heel strak schema. Want 's avonds speelt hij weer in het theater, wat gelijk staat aan elke avond een topwedstrijd in de eredivisie. Willem Nijholt kan zich daarom geen uitspattingen veroorloven. Wat hem overigens geen enkele moeite kost, want hij leidt toch al jaren „het leven van een saaie, wat grijze burgerman". Zodat hij niet begrijpt waar hij het imago van de vlotte snelle jongen aan te danken heeft. Willem Nijholt: een keiharde werker, een veelzijdig acteur. Van wie Guido de Moor eens zei: „Wimpie, Wimpie, wat jij niet allemaal overhoop haalt in je carrière. En verdomd, het lukt je ook nog". voel: jammer, dat het nu al voorbij is. Nou nog maar een keer, denk ik dan, meteen d'r achteraan. Dat afkicksyndroom hebben sportmensen ook vaak". „Ik slaap ook niet voor drie, vier uur. Als ik kan slapen tenminste. Ik kom tegen twaalven thuis, lees de krant, kijk naar een videoband en praat met mijn vriend. Dat kan dan eindelijk, want hij is 's morgens vóór half acht al de deur uit. De tijd dus dat ik net ben ingeslapen. Hij zit in de compu- terbusiness en heeft een totaal andere dagindeling dan ik. De afspraak is dat hij niet praat over zijn floppy's en ik niet over het theater. Zo houd je een relatie mooi". EREDIVISIE „Ik speel elke avond een topwedstrijd in de eredivi sie", weet hij ondertussen. „Ik kan me daarom geen uitspattingen veroorloven. Wat me overigens geen enkele moeite kost, want ik leid toch al jaren het leven van een saaie, wat grijze burgerman. Ik ben beslist geen trendsetter en geen jetsetter. Daarom begrijp ik niet waar ik dat imago van de vlotte, snelle jongen aan te danken heb". „Misschien heeft mijn vak er iets mee te maken. Je kunt in dit land nog zo serieus toneelspelen, maar je blijft een komediant tegen wie wildvreemden naar hartelust mogen jij'en en jou'en. Hoe vaak ik op straat ben nageroepen met 'Willempie', is al lang niet meer te tellen. En bij voorkeur gebeurt dat door mensen van wie ik de grootvader had kunnen zijn". „Ik had het vanmorgen nog. Ik ging naar een dokter voor de jaarlijkse check-up en vroeg aan een ver pleegster waar ik in het mij onbekende gebouw een toilet kon vinden. Dat is toch een normale vraag. Maar die verpleegster gaf een collega die naast haar stond, gelijk een oplawaai en kraaide in plat Am sterdams: 'Ach gunst, moetje kijken. Dat is Willem Nijholt'. Op zo'n moment denk ik verbijsterd: waarom doet ze zo overspannen? Is dat een norma le reactie? Ik kan me heel goed voorstellen dat ie mand verrast is als hij Willem Nijholt in het wild aantreft. Maar mijn hemel, dan ga je toch niet zo schreeuwen. Ik zou ook verrast zijn als Ruud Gullit hier opeens binnenkwam. Of Lubbers, om maar eens een willekeurige vaderlander te noemen. Maar mij hoor je dan echt niet roepen: Ha, die Ruud, jo fel, dat je er bent". „Nog zo'n frappant staaltje. Ik ging laatst met mijn vriend naar een feest van zijn zaak. Dat vond plaats op een boot en de genodigden mochten hun partner meenemen. Ik stond op een gegeven mo ment met mijn bordje bij het koud buffet en werd aangesproken door een dame, die riep: 'Wat doet een mannetje als u nou hier?'. Ik geef toe: ik was een vreemde eend in de bijt, want die boot kapseis de bijkans onder de hotemetoten en captains of in dustry. En bij zo'n fraaie doorsnede van de upper ten valt'een komediant al gauw uit de toon. Zeker in de ogen van zo'n kakmadam. Wat bedoelt u pre cies met 'een mannetje als U' heb ik haar nog ge vraagd. Maar ze was al weg". RODE LOPER „Het is bijzonder onrechtvaardig verdeeld in deze wereld. Een acteur in Engeland, die zich onder scheidt en een bepaalde status heeft bereikt, loopt vlot de kans om 'sir' te worden. Je hoort mij niet beweren dat voor alle Engelse acteurs de rode loper wordt uitgelegd. Maar als je bewezen hebt, dat je wat kunt, genietje wel aanzien. Daar is in ons land nauwelijks sprake van. De kunstenaar blijft hier een kunstenmaker die vooral geen kapsones moet heb ben. Tut, tut, Willempie, hoor je gelijk, als je maar even je stem verheft omdat je toevallig ook een me ning hebt". „Het is jammer maar waar. Wie het lef heeft in Ne derland toneel te spelen, wordt vroeg of laat gestraft en teruggefloten. We behoren helaas tot een volk zonder theatertraditie. Ons volk kent alleen de Vre ze des Heren en zweert bij de volzinnen van Vader Vondel". „Het is jammer dat er zo weinig respect is voor ons werk. Ik geef het je te doen. Ga jij maar eens op je 55e door het land sjezen en avond aan avond een toneel opklimmen. En dan ook nog eens serieus proberen kwaliteit te leveren, het onderste uit de kan te halen. Natuurlijk heb ik in stukken gestaan waar dat niet lukte. Maar dan nog probeerde je met je collega's een zo goed mogelijke voorstelling te maken". „Met mij ligt het allemaal nog wat gecompliceerder omdat ik in mijn carrière van alles heb gedaan. En dat is verdacht. Ik heb in schitterende stukken ge e piekuren van de 55-jarige acteur Willem Nijholt beginnen 's mid-, dags om half vier. euze vlinders buitelen dan zijn maag fcn voor hun dagelijkse rondedans, die tot het moment waarop hij zuch- scrabblestenen terzijde schuift en jiwijfelaar opzoekt voor een hazeslaap zestig minuten. Deze ingelaste siës- et aidt niet op een chronische slaapstoornis, lie <t is een noodzakelijk onderdeel van zijn heeboster, waar hij niet van af wenst te wij- aar De buitenwacht heeft hem weliswaar •Eeuwige jeugd toegedicht, maar hij alleen ft wat voor de instandhouding van zijn anlze tors moet worden gedaan en nagela- rd i vol Kaïegint 's morgens al gelijk na het ontwaken. ijn rebellerende ruggegraat dan weer voor de einde voorstelling van de musical Cabaret on- m Spartaanse krijgstucht van zijn vak te dwin- kerient een reeks oefeningen te worden afgewerkt en n zijn spieren alsnog een herkansing krijgen, /eelpze zelfkastijding door hem wordt overgesla- d, nietaalt hij 's avonds onherroepelijk met woe- te»te zijn tolgeld en sleept hij zich hijgend naar van de show. reden trapt hij overdag voortdurend et rem en ontzegt hij zich uit plichtsbesef de i. Ee genoegens des levens. Er zit voor hem niks Ddee op. Want na de verfrissende middagtuk chij zich alweer haasten naar een theater voor „Ivondvullende klus. „Bij Cabaret komen de dG niet een kwartier voor het begin binnenwan- verduidelijkt hij, „wij zijn er al om zes uur, zijind uitgezonderd, en beginnen gelijk met een deiur training. Die warming up is bedoeld voor wosgroep, maar ik doe daar ook aan mee. Daar- telljgt een zangrepetitie en worden de zenders ge- n hiddels is het dan kwart over zeven geworden beiöet ik als een haas naar mijn kleedkamer. Ik ntelhm drie kwartier nodig om me te schminken lens de voorstelling moet ik ook nog een keer f restauratiewerkzaamheden verrichten, want de hitte druipt die smurrie als kaarsvet van je all1" wjNDERFUL aaraster of Ceremonies, die hij in de miljoenen- Cabaret speelt, is een buitenstaander die jubbele tong commentaar geeft op de gebeurte- üj, gewetenloos met alle winden meewaait en fwéeloos iedereen verraadt. „Met de invulling neiiie rol heb ik het behoorlijk moeilijk gehad", diit hij. „Er was namelijk geen mens die ook schienige aandacht aan me schonk, De regisseur eidruk bezig met de scènes en de choreograaf had irk aan de dansnummers. Maar niemand was iati|resseerd in de verrichtingen van ene Nijholt in bevallig ook op het toneel stond. Op een gege- ;nh?oment ben ik uit mijn bol gegaan en heb ik erfjfeld geroepen: „Hallo, kijk eens naar mij. Ik ef ook nog". ik wekenlang rondgetobt met dat gevoel krijg geen aandacht'. Op een dag heb ik toen redPP maar omgezet en gedacht: 'Okee, het is dus ibi 3oeling dat ik mijn eigen spoor volg'. De cho- ewffe, Bonnie Walker, had trouwens gezegd: 'Je gang maar, William. You are wonderful', enlftat compliment in mijn achterhoofd heb ik hijrol opgebouwd met gebaren en grimassen die jdf verzonnen had. En dat ging prima, totdat c ill Goodrich, de assistente van Bonnie, me vlak Lulde première bezig zag. 'No, no, William", ik het lieve mens gillen: .We don't do that', dof Linda', zei ik, 'zo doe ik het al ruim vier we- Waarom heb je me dat niet eerder verteld?'. ;ynOp de schat antwoordde: 'Maar ik heb in die ij freken niet naar je gekeken, William'. Ze was ichfl in beslag genomen door de dansgroep, be- uwije. En William,kon rustig in zijn eigen sop jir die aanpak is Cabaret voor mij niet echt een s P van een cent geworden. Het gekke is dat ik ndnoe ben als ik er aan begin. Bekaf ben ik dan. ;tig zodra ik op het toneel sta, begint mijn motor :n razende te draaien en vliegt de adrenaline lijf. En na het slotnummer heb ik het ge speeld. Amadeus, Tartuffe, De Val, de Olifantman, Kinderen van een mindere God en pas nog in De verbroken Code, waarin ik de wiskundige Albert Turing heb gespeeld". „Maar daarnaast heb ik met even veel plezier aan de laatste show van Wim Sonneveld en aan een se rie musicals meegewerkt. Dat begon met Wat een Planeet, daarna De Stunt, Een kanibaal als jij en ik en toen Foxtrot, dat we ruim 400 keer gespeeld heb ben. In Foxtrot kwamen abortus, werkloosheid, het opkomende fascisme en homofilie aan de orde. Dat was echt een kluif waar een acteur zijn tanden in kon zetten. Ik had de rol van een homofiel. Wat om de drommel geen eenvoudige opgave was. Ik heb meer homofielen gespeeld. En dat niet omdat ik zelf homofiel ben. Want ik ben geen figuur die daarvoor op de barricaden springt. Ik accepteerde die rollen alleen omdat het over herkenbare mensen ging, mannen van vlees en van bloed, die door de schrijver op sublieme wijze zijn neergezet". „Turing is in De verbroken Code niet alleen geni aal, maar ook een gaaf mens. Perfect is hij zeker niet, volmaakt nog minder. Maar voor een acteur blijft het een droom om in de huid van zo'n man te kruipen". „Turing is trouwens ook een homofiel. Maar daar heb ik geen moment bij stilgestaan. Al was hij mul- ti-hetero geweest of wat dan ook, dan nog had hij me mateloos geïntrigeerd. Toen ik dat stuk speelde belde een collega op die bezorgd zei: 'Je moet nou echt stoppen met die rollen van homofielen, Wil lem. Je hebt er nu vier gedaan. Anders wordt het te veel'. Mijn reactie was: Nou en? Waarom zou ik daar mee moeten stoppen? Het zijn toch mensen, die ik speel. Wat is er tegen mensen?". TALENTEN „Ik denk dat ik op den duur toch in de hoek van de karakterrollen terecht zal komen", schat hij zijn toekomst in. „Die keuze heeft Guido de Moor al op veel jongere leeftijd gemaakt. Op de toneelschool in Amsterdam zat ik in dezelfde klas als hij. Jac ques Commandeur, Jules Hamel en Nel Kars zaten er ook in. Een talentrijk groepje dus. Maar Guido stak toch mijlen boven ons uit. Hij was de beste, de eerste acteur. Hij had ook alles mee. Hij was groot, mooi en romantisch. En alles ging hem makkelijk af. Zelfs het instuderen van teksten. Sterker nog: hij leerde ze niet. Ze kwamen hem vanzelf aanwaaien. Op de overgangsexamens speelde hij ons vervol gens met zijn charmante genialiteit regelrecht van het podium af'. „Iedereen tobt van tijd tot tijd met vragen over de dood. En daarin vorm ik geen uitzondering. Maar nooit heb ik sterven in verband gebracht met Gui do. Volgens mij had hij het eeuwige leven". „Toen ik weer eens van het serieuze toneel naar de musical was verhuisd zei hij: 'Wimpie, Wimpie, wat jij niet allemaal overhoop haalt in je carrière. En verdomd, het lukt je ook nog'. Hij had daar be wondering voor. Misschien was hij zelfs jaloers op mijn flexibiliteit. Want zelf was hij een begenadigde karakterspeler, die zich nooit buiten de vertrouwde, gebaande paden van het klassieke toneel heeft ge waagd. En daarin verschilde hij duidelijk van mij. Omdat ik watervlug ben en nogal elegant ben uitge vallen lukte het mij moeiteloos van drama naar musical te springen. De enige aanmerking, die ik kreeg op mijn eindexamenrapport was: Nijholt is iets te elegant. Dat was jammer voor Nijholt. Maar later heb ik er alleen maar profijt van gehad". LICHTGEWICHT „Niet zolang voordat ik wist dat Guido doodziek was, hebben we nog een afspraak gemaakt. We zou den samen een stuk gaan spelen. Dat beschouwden we beiden als een enorme uitdaging. We hebben zegge en schrijve één keer samen in een stuk ge- staan. Dat was in het begin van onze carrière. Bij het Rotterdams Toneel speelden we in een work shopachtige entourage een stuk van Noèl Coward, wat ons toen uitstekend bevallen is. Coward wordt door het serieuze toneel ten onrechte nog steeds als een lichtgewicht beschouwd. En als er een stuk van hem op het repertoire komt wordt het doorgaans weggemoffeld in de Toneelschuur of soortgelijke achterafzaaltjes, waar er vervolgens iets mals mee wordt gedaan. Dan komt de regisseur aanzetten met zijn eigen filosofie en vergeet hij gemakshalve, dat alles in de teksten van Coward zit. Je hoeft ze al leen maar goed te interpreteren". „Je moet aan een goed stuk nooit een groteske, door jezelf verzonnen draai geven. Want zodra een prima tekst gebruikt wordt als kapstok voor thea termakerij, breng je geen toneel meer. Dat gebeurde bijvoorbeeld met de voorstelling van Hooikoorts door de Haagse Comedie. Ik wist waarachtig niet waar ik moest kijken. Vorm en kleur waren perfect. Maar het geheel had niks meer met Coward té ma ken en leek meer op een James Endsor-achtige nachtmerrie". „De acteur, die geen respect heeft voor een goede schrijver is verkeerd bezig. Als een stuk goed is moet je niks aan de tekst veranderen en spelen wat er staat. Uit de zinnen analyseer je het karakter van de figuur die je moet spelen. Het is een manier van werken die jarenlang voor ouderwets is versleten. Maar langzamerhand krijg ik het gevoel dat het weer heel modern wordt. Het karakter van een mens is opgebouwd uit lagen en onderlagen. Je kunt als acteur natuurlijk volstaan met het neerzet ten van een sjabloon. Kwaad is dan kwaad. En goed is goed. Je kunt ook proberen door te dringen tot de onderste lagen van een mens. Misschien kun je dan iets laten zien waardoor het publiek een andere kijk op die figuur krijgt". TOMATEN „Soms heb ik het idee dat ik niet deug voor deze tijd. Ik ben een romantische ziel, die gruwt van agressie. Ik ben er echt bang voor. Ligt dat nou aan mij. denk ik vaak, of zijn de mensen inderdaad on- beschofter dan vroeger?". „Je merkt het ook in ons vak. Ik zat bij de Neder landse Comedie toen de actie Tomaat losbarstte. Die avond zal ik nooit vergeten. Ik ben een kreeft. Ik vergeef wel, maar vergeet nooit. Ik zal ook niet haten, want haat is verspilde energie, zei Sarah Bernhard al jaren geleden. Maar ik behoud me wel het recht voor te verachten. De mensen die toen met tomaten hebben gegooid, zitten al weer jaren comfortabel in allerlei raden voor de kunst en spe len elkaar de subsidiebal toe". „Ik stond in De Storm toen die eerste golf tomaten over het voetlicht kwam. Het was geen echte mooie voorstelling, geef ik toe, maar we deden wel onze uiterste best. Ik zie iets roods langssuizen en denk nog: gunst, een roos, wat aardig. Een paar seconden later spatte er een tomaat pal achter me tegen het decor uit elkaar. Ik zag de pitjes vallen. Vanaf dat moment heb ik alleen nog maar strak de zaal in ge keken om de tomaten te ontwijken". „Toch heb ik ook in die periode nooit gewanhoopt. Nooit gedacht: dit is het definitieve einde van mijn carrière. Als de realiteit mij niet bevalt droom ik er een gouden randje omheen. En dan wordt het van zelf weer draaglijk. Dat doe ik al zolang ik me din gen kan herinneren. Ook in het Jappenkamp op Java heb ik me me vier jaar door alle ellende heen gedroomd". HAMLET „Of ik ergens spijt van heb? Jazeker. Ik vind het doodjammer dat ik het niet heb aangedurfd de Hamlet te spelen. Hamlet is de mooiste rol die er ooit voor een acteur geschreven is. En ook het stuk is meer dan prachtig. Ik heb het nooit geambieerd, omdat ik dacht: dat kan ik niet aan. En nu ik de gok wel zou willen wagen, ben ik te oud. Er zit dus niks anders op dan die onvervulde ambitie met me mee te nemen in het graf. Het enige wat ik nu nog kan doen is de Hamlet zo nu en dan lezen. En als ik dat doe geniet ik weer opnieuw". „De rol van Hamlet heb ik vast voor mijn volgend leven gereserveerd. Ik kom dan weer op aarde als acteur. Dat staat nu al vast. Daar zijn afspraken over gemaakt. Eindelijk zal ik dan toen de Hamlet spelen. Op mijn dertigste. En als het kan in Enge land". „Met zo'n gouden randje zit ik tot ver in de volgen de eeuw gebeiteld". FRANK WUYTERS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 31