e tijd van
eetman was
afbraakperiode
Ifü^ls
„Brussel te weinig gericht
op rechten vluchtelingen'
De vrucht van Schengen is nog niet rijp voorde pluk
«binnenland
Politiek
Partij
Parlement
J
Ceidóc Qowumt
ZATERDAG 9 DECEMBER 1989 PAGINA 5
so ii)EN HAAG De PvdA-
Staatssecretarissen Aad
fCosto (justitie) en Piet
Ankert (buitenlandse za
ken) liepen woensdaga
vond enigszins pips door
het gebouw van de Twee-
3®nJie Kamer. Ze zagen eruit
alsof ze zojuist een pijnlij-
ke behandeling bij de
[andarts hadden onder
gaan. De werkelijkheid
0 was anders, maar wat ze
f kort tevoren hadden mee
gemaakt had vrijwel de-
fcelfde uitwerking als een
Éenuwbehandeling.
gojuist had het tweetal achter
gesloten deuren een zwaar on-
lerhoud gehad met de kamer
commissies voor justitie en
buitenlandse zaken over een
kwestie waar iedereen aan het
Binnenhof opeens de mond
vol van heeft: het Akkoord
iran Schengen. Tijdens dat
jverleg waren de Staatssecre
tarissen vrijwel 'kamerbreed'
ander vuur genomen. Dat is op
richzelf al niet leuk, maar nog
>rger was het voor Kosto en
Dankert dat ze zich tegen wil
»n dank tegen de protesteren
de parlementariërs moesten
verdedigen. In de grond van
hun hart waren ze het name-
1 F llijk met de geuite kritiek eens.
^Xoiets gaat je niet in de koude
kleren zitten.
""vanwaar opeens al die politie-
spoeH opwinding? Daartoe
moeten we terug naar de veer
tiende juni van het jaar 1985.
Op die dag maakten de rege
ringen van Nederland, België,
Luxemburg, Frankrijk en
West-Duitsland in het Luxem
burgse plaatsje Schengen
(spreek uit: Sjengen) de af
spraak dat ze al in 1990 hun
grenzen voor elkaar zouden
openstellen. Daarmee zouden
ze vooruitlopen op de situatie
die vanaf eind 1992 voor alle
twaalf EG-lidstaten moet gel
den: een vrij personen- en goe
derenverkeer tussen de lan
den, ongehinderd door slagbo
men en douanecontroles. Hoe
wel de Benelux-partners dit al
sinds het eind van de jaren
vijftig in praktijk brengen,
werd het 'Akkoord van
Schengen' beschouwd als dè
proeftuin bij uitstek voor 'Eu
ropa 1992'.
Vluchtelingen
Vanaf 14 juni 1985 gerekend
hadden de Schengen-partners
nog vier en een half jaar de
tijd om het akkoord gestalte te
.geven. Het idee op zich was
weliswaar bijzonder sympa
thiek, maar natuurlijk niet
van de ene op de andere dag
uitvoerbaar. Het akkoord
moest dus met praktische af
spraken worden aangevuld en
daartoe dienden nog tientallen
kwesties te worden geregeld.
De twee belangrijkste vraag
stukken waarvoor de vijf lan
den zich geplaatst zagen, be
troffen het vreemdelingenbe
leid en de criminaliteitsbestrij
ding. Welke vreemdelingen
van buiten de Europese Ge
meenschap zouden vrijelijk de
Schengen-landen mogen bin
nenkomen en ongehinderd
tussen deze landen heen en
weer mogen reizen? Voor wie
zou een visumplicht moeten
gelden? Wat te doen met een
Iraniër die zich op een vlieg
veld in Frankrijk meldt om
politiek asiel aan te vragen?
Wordt hij daar net zo behan
deld als in Nederland en Bel
gië of wordt hij misschien als
een pingpongbal tussen de
Schengen-landen heen en
weer gestuurd?
Weer andere vragen kwamen
op ten aanzien van de crimi
naliteit. Op het immense
grondgebied van de Schengen-
landen zouden misdadigers
zich immers kunnen voelen
als een kind in De Efteling.
Vrij spel op zo'n groot terrein
met zoveel mogelijkheden!
Aan de politiesamenwerking
tussen de Schengen-landen
moest dus nog heel wat verbe
terd worden eer de grenzen in
1990 open zouden kunnen
gaan. Wat heet trouwens
open? Enige controle op perso
nen en goederen moest toch
mogelijk blijven, vond men, zij
het dan niet één de grenzen
maar langs de grenzen, zodat
een drugssmokkelaar die met
zijn vrachtje vanuit West-
Duitsland naar Nederland
reist de kans loopt om na het
passeren van de 'oude' grens
post Zevenaar alsnog bij Velp
door een mobiele controlepost
van de marechaussee te wor
den gepakt.
Ademtocht
Een periode van bijna vijf jaar
lijkt lang, maar voor het ma
ken van internationale afspra
ken is het niet meer dan een
ademtocht. De voormalige mi
nister van justitie Korthals Al-
tes liet de Kamer dan ook be
gin dit jaar weten dat de be
sprekingen tussen de Schen
gen-landen trager verliepen
dan was verwacht. De kans
was groot dat het uur U niet
op 1 januari 1990 zou aanbre
ken maar pas op z'n vroegst in
de tweede helft van het vol
gend jaar. Hij krijgt gelijk. Het
'Aanvullend Akkoord' met de
uitgewerkte afspraken is nog
maar enkele weken geleden
van de drukpersen gekomen.
Volgende week vrijdag, 15 de
cember, zou het in Schengen
(waar anders?) aan regerings
vertegenwoordigers van de
vijf staten ter ondertekening
worden voorgelegd en aange
zien daarna de betrokken par
lementen zich er nog over die
nen uit te spreken, zou de da
tum van ingang van het ak
koord inderdaad dicht bij 1991
komen te liggen.
Inmiddels ziet het er naar uit
dat ook dit tijdschema nog
veel te optimistisch is. Want
de hamvraag waar de Tweede
Kamer zich deze week mee
bezig hield was: moet dat ak
koord volgende week wel zo
nodig getekend worden? Nee,
vindt de overgrote meerder
heid, bestaande uit CDA,
PvdA en Groen Links. Toen
de kamerleden deze week het
nog altijd geheime akkoord (de
tekst wordt pas na onderteke
ning openbaar gemaakt!) ver
trouwelijk onder ogen kregen,
ontdekten ze namelijk nog zo
veel haken en ogen dat ze hui
verden bij de gedachte dat de
Nederlandse regering daar
haar handtekening onder zou
zetten. De overige fracties wa
ren trouwens evenmin geluk
kig met de tekst van het ak
koord, maar zij meenden dat
ons land geen internationale
rel zou mogen veroorzaken
door de ondertekening ervan
zonder meer te blokkeren. Er
waren vast wel andere midde
len om de nog aanwezige
plooien glad te strijken, zoals
tekenen onder voorbehoud.
De meest wezenlijke bezwaren
van de Kamer tegen het ak
koord betreffen de gebrekkige
rechtsbescherming van de in
woners uit de vijf landen en
van de vreemdelingen die
straks aan de buitenpoorten
van het Schengen-gebied zul
len aankloppen. Argwaan be
staat onder meer voor het on
controleerbare karakter van
het grote computersysteem
waarmee politie en douane
gaan werken. Honderdduizen
den namen van gezochte en
verdachte personen zullen
daarin worden opgeslagen.
Oké, maar geldt dat ook voor
burgers die een piepklein oud
kerfstokje met zich meedra
gen? Daarover moet meer dui
delijkheid komen, vindt de
Kamer.
Uitstel
Datzelfde wordt geëist ten
aanzien van de behandeling en
toelating van vreemdelingen
in het algemeen en asielzoe
kers in het bijzonder. De hier
voor getroffen regelingen
munten niet uit door helder
heid. X)e kans is groot dat bij
voorbeeld Frankrijk een veel
strenger asielbeleid gaat voe
ren dan Nederland, met als ge
volg dat ons land een sterkere
aantrekkingskracht op vluch
telingen krijgt. Bovendien zijn
de recente stormachtige ont
wikkelingen in het oostblok
nog niet in het Schengen-ak-
koord opgenomen. Is het
denkbaar dat Oostduitsers, Po
len en Tsjechen massaal naar
het Westen zullen uitwaaieren
om daar emplooi en een luxer
leven te zoeken? Zeer zeker,
meent de Kamer, en als dat
gebeurt zal geen van de
Schengen-landen in staat zijn
die stroom op te vangen. Ook
daar moet nader over gepraat
worden.
Niet tekenen dus, zo hield de
kamermeerderheid de staats
secretarissen Kosto en Dan
kert afgelopen woensdag voor.
Het liefst had dit tweetal dat
volmondig beaamd (Kosto had
als kamerlid al z'n twijfels
over het akkoord en Dankert
als lid van het Europees parle
ment eveneens), maar nu
moesten zij als vertegenwoor
digers van de regering met
sussende opmerkingen tegen
gas geven.
Toch heeft de opstand van de
Kamer haar uitwerking niet
gemist. Premier Lubbers en
minister Van den Broek, tot
voor kort beiden voorstander
van ondertekening, zijn in
middels ook tot do overtuiging
gekomen dat het beter is de
plechtigheid te Schengen nog
even uit te stellen. Bovendien
is de afgelopen dagen geble
ken dat ook de Westduitse en
Franse parlementen niet staan
te springen om het akkoord te
omarmen. Nederland staat dus
niet meer alleen. En laat er nu
toevallig net dezer dagen ook
nog eens een Europese topcon
ferentie in Straatsburg worden
gehoden! Een uitgelezen kans
om daar te pogen de Schen
gen-partners ervan te door
dringen dat het akkoord nog
even verder moet rijpen. Die
kans hebben Lubbers, Van
den Broek en Dankert (die
ook mee mag) zich dan ook
niet laten ontglippen.
DICK VAN RIETSCHOTEN
idealen noemt hij liever uitdagingen. De perio-
9^e waarin minister Deetman de scepter op On-
l'J^perwijs zwaaide kenschetst hij als een periode
m l-yan afbraak. Met de nieuwe PvdA-bewindslie-
voorden Ritzen en Wallage wordt volgens hem de
47. kans dat de inhoudelijke discussie terugkeert
===in het onderwijs groter. Een lang gekoesterde
ikundwens - de invoering van de middenschool -
l? 04comt dichterbij. Leen ter Haar (59) nam giste
ren officieel afscheid als voorzitter van de Pro
testants Christelijke Onderwijsvakorganisatie
(PCO). Nog een half jaar en dan zet hij defini
tief een punt achter zijn bemoeienis met het
onderwijs. Tot die tijd verwisselt hij boompje
met de algemeen secretaris van de PCO. De
huidige secretaris, Evert de Jong, nam gisteren
de voorzittershamer over van Ter Haar.
^CHEIDEND VOORZITTER TER HAAR VAN PCO:
nd.: *PEN HAAG Successen
ieuw^an de PCO, één van de
°Ph%ij het CNV aangesloten
Tel hnderwijsbonden, wil Ter
Haar beslist niet aan zijn
IQ voorzitterschap toeschrij
ven. Bescheiden wijst hij
|433 j>p de inzet van de overige
bestuursleden en mede-
winnverkers van de onderwijs-
3el "bond. Maar de stakingen
760ln het onderwijs tegen de
traat ferste bezuinigingsgolf
gesvan minister Deetman in
•-Pi-l982 wil hij toch wel een
Jn 38jnijlpaal noemen.
f"oen bij het begin van het ka-
Hinet-Lubbers I duidelijk werd
at er flink in het onderwijs
lesneden zou gaan worden
paren de leerkrachten en de
ponden laaiend van woede. Al
en ïauw bleek dat het onderwijs
jot vergaande acties bereid
jvas. Voor het eerst werd er
gestaakt.
,Dat was een heel belangrijk
moment. Werkonderbrekin
gen noemden we dat toen. Een
ioft woord, maar het waren
natuurlijk gewoon stakingen",
lacht Ter Haar. „Als bond
Sadden we een onderwijs-
perkplan gemaakt waarbij
llle banen naar 36 uur per
^eek zouden worden terugge-
an~ bracht. Met de vrijvallende
ien aren konden we dertigduizend
pensen aan een baan helpen.
Pe onderwijzers en leraren
zouden zelf een deel van de
loonsverhogingen afstaan en
de rest zou uit de uitkeHngs-
gelden moeten komen. Deet
man zag dat toen niet zitten.
De stakingen die daarna uit
braken, waren een hoogtepunt
van solidariteit".
Ter Haar vindt wel dat het on
derwijsveld voorzichtig met
het stakingsmiddel moet om
gaan. „Als arbeiders in een fa
briek het werk neerleggen,
merkt een werkgever dat op
den duur in zijn portemonnee,
omdat er niet wordt geprodu
ceerd. Tegenover de overheid
heeft staken alleen demonstra
tieve waarde, omdat er geen
concreet produkt wordt gele
verd. Scholen moeten het
daarom alleen als laatste mid
del gebruiken".
Vrijgestelde
Zeven jaar lang is Leen ter
Haar voorzitter geweest van
de PCO. Daarvoor was hij al
vijf jaar werkzaam bij de bond
als 'bezoldigd bestuurder'.
„Toen heette dat nog 'vrijge
stelde'. Ik vind dat eigenlijk
een veel mooiere benaming".
In eerste instantie werd Ter
Haar penningmeester. Daarna
werd hij via de functies van
secretaris en tweede voorzitter
de eerste man van de PCO.
Vóór die tijd werkte hij ook
wel voor de organisatie, maar
nog niet als 'vrijgestelde'. Het
bleef vrijwilligerswerk dat hij
naast zijn baan als onderwijzer
verrichtte.
Zijn carrière in het onderwijs
startte Ter Haar in Slikker
veer aan een lagere school.
Daarna ging hij achtereenvol
gens naar Emmeloord, Maars-
bergen en Eindhoven. In de
laatste twee plaatsen gaf hij les
op een lts. Vlak na zijn ver
trek naar de PCO werd de lts
in Eindhoven op initiatief van
Ter Haar onderdeel van een
middenschool. „Ik was en ben
nog steeds een grote fan van
de middenschool. Daarom ben
ik optimistisch over het PvdA-
duo dat nu op het ministerie
van onderwijs zit".
Minister Ritzen en staatssecre
taris Wallage zijn beiden fer
vent voorstander van de in
voering van de middenschool,
die onder meer uitstel van de
schoolkeuze voor het kind be
helst. Voor Ter Haar staat vast
dat een leerling op twaalfjari
ge leeftijd niet over zijn be
roepstoekomst kan en ook niet
zou moeten beslissen. „Het is
een feit dat ieder mens in de
loop van zijn leven gemiddeld
twee a drie keer van beroep
verandert, nog afgezien van de
functieveranderingen. Waar
om zou een kind dan al zo
vroeg voor één bepaalde rich
ting moeten kiezen?" Ter Haar
is zeer benieuwd wat de nieu
we bewindslieden gaan doen
met het wetsvoorstel voor de
basisvorming, een minder ver
strekkende vorm van de mid
denschoolgedachte dat nog
Ter Haar: „De school moet een flexibele organisatie zijn. Het beeld van een school met zes lokalen en zes onderwijzers voor de
klassen is definitief verleden tijd". FOTO: milan konvalinka
door CDA-minister Deetman
bij de Tweede Kamer is inge
diend.
Over de periode waarin Deet
man het bewind voerde op het
departement is Ter Haar niet
erg te spreken. „Die tijd is
zonder meer te kenschetsen
als een periode van afbraak.
Alles moest op zijn kop. Ner
gens was geld voor en de sala
rissen in het onderwijs raakten
vergeleken met die in het
bedrijfsleven, ernstig achter
op".
Na één gesprek met Ritzen en
Wallage heeft Ter Haar een
hogere pet op van deze PvdA-
'ers dan hij ooit van de
CDA'er Deetman heeft gehad.
„Natuurlijk is het niet zo dat
deze mensen de financiële
werkelijkheid in één handom
draai kunnen veranderen.
Maar hun intenties zijn posi
tiever dan die van Deetman.
Ze zijn minder gericht op geld
en meer op inhoudelijke dis
cussie. Voor een kwalitatief
goed onderwijs moet je eerst
weten wat je wilt, daarna moet
je kijken of er mogelijkheden
voor zijn. In de periode-Deet-
man is die discussie steeds om
gedraaid. Dat leidde tot erg
weinig visie".
„Ik was een voorzitter in cri
sistijd", concludeert Ter Haar.
„Overigens niet alleen wat be-;
treft het onderwijs. Ook intern
liep het niet goed. Duizenden
leden verlieten de PCO. Ove
rigens gebeurt dat altijd tijdens
een economische neergang,
maar gelukkig is het ledental
nu weer stabiel".
Ook al geeft Ter Haar zijn di
recte bemoeienis met het on
derwijs op, idealen heeft hij
wel. Zelf spreekt hij liever van
uitdagingen of zelfs opdrach
ten voor het onderwijs. De
school moet een flexibele orga
nisatie zijn die er op gericht is
alle kinderen zo veel mogelijk
tot hun recht te laten komen.
Het beeld van een school met
zes lokalen en zes onderwijzers
voor de klassen is definitief
verleden tijd, beaamt Ter
Haar. „Voor mij hoeft dat ook
niet. Sommige lessen lenen
zich uitstekend voor grote
groepen andere weer helemaal
niet. Een school moet dergelij
ke mogelijkheden cratief be
nutten".
Drop-outs
Ook in de financiële onmoge
lijkheden moet het onderwijs
een uitdaging zien, aldus Ter
Haar. „Het half miljard dat het
vorige kabinet-Lubbers bij de
begroting voor 1990 extra voor
onderwijs heeft uitgetrokken,
is natuurlijk te weinig. Wij als
bonden hadden een minimum
van drie miljard extra ge
claimd. Maar door een inter
nationale bril bekeken valt het
nog wel mee. Nederland zit
boven het wereldgemiddelde
wat betreft de uitgaven aan
onderwijs. Bovendien is er
volgens mij veel meer moge
lijk dan meestal voetstoots
wordt aangenomen".
„De belangrijkste opdracht
voor het onderwijs in de jaren
negentig is de kinderen zo
veel mogelijk op school zien te
houden. Veel leerlingen verla
ten de schoolbanken zonder
diploma. Het aantal 'drop-outs'
is schrikbarend. Ook zit er een
groot gat tussen het moment
waarop studenten het onder
wijs verlaten en het moment
waarop ze de arbeidsmarkt be
treden. Dat moet in de toe
komst zo veel mogelijk wor
den voorkomen. Een opdracht
voor het onderwijs".
Na zijn vervroegde uittreden
zal Ter Haar geen zitting ne
men in allerlei onderwijsorga
nisaties en -besturen. „Het lei
den van een bond is heel boei
end en uitdagend, maar het
slorpt je volledig op. Het wordt
tijd om de knop om te zetten
en aandacht te gaan besteden
aan andere dingen die de laat
ste jaren in het gedrang zijn
gekomen. Maar ik wil niet al
mijn tijd alleen voor mezelf
gebruiken, wel een behoorlijk
deel. Ik wil ook, en dat klinkt
misschien een beetje zwaar,
nog iets doen voor de mede
mens, bijvoorbeeld op het ge
bied van ontwikkelingssamen
werking. Je kan natuurlijk
niet het leed van de hele we
reld op je nek nemen, maar je
kan wel één concrete zaak
aanpakken. De Christelijke
onderwijzersbond 'Broeder
schap' in Suriname heeft drin
gend hulp nodig. Via een
tweelingproject van de PCO
met de Surinaamse bond wil
ik de Surinamers met mate
rieel en scholing helpen hun
bond goed van de grond te
krijgen. Het geld dat ik van de
PCO cadeau kreeg bij mijn af
scheid heb ik aan 'Broeder
schap' ter beschikking ge
steld".
ELSBETH KEGGE
5USKE EN WISKE SAGARMATHA
Hel hart1 De res/ is moed en
(c) Standaard Ultgeverlj/Wavery Productions
DEN HAAG Bij de Eu
ropese Commissie en de
Raad van Ministers in
Brussel overheerst in het
vluchtelingenbeleid toch
de economische factor.
Hun beleid is weinig toe
gespitst op de rechten van
de mens.
Juist in deze dagen van „het
Fort Europa" moet er dus een
adviescommissie komen op
Europees niveau die zich voor
de rechten van de mens inzet.
Dat is'een van de vele aanbe
velingen die zijn vastgesteld
op een internationale confe
rentie in Den Haag over het
vluchtelingenprobleem.
Alle deelnemers op de confe
rentie zijn „diep bezorgd" over
de rechten van vluchtelingen
in de hele wereld, zo zei con
gresvoorzitter barones Hart
van South Lanark gisteren.
De aanbevelingen gaan bin
nenkort naar de regeringen
van alle West- en Oosteurope-
se landen. Een Hongaarse
deelnemer maakte bekend dat
er de laatste tijd zelfs al vluch
telingen uit de Derde Wereld
in Oosteuropese landen hun
heil zoeken. Het congres be
sloot dat hèt criterium om be
scherming en dus in feite asiel
te verlenen de behoefte aan
bescherming is. De Europese
landen zouden dus ook asiel
moeten verlenen aan mensen
die niet helemaal voldoen aan
de officiële criteria.
Een groot problemen vormen
de illegale vluchtelingen. Om
hun aantal (in sommige landen
boven de 200.000) in te perken,
moeten de asielprocedures
korter zodat ze niet in het „il
legale circuit" terecht komen.
Er zijn landen waar mensen
acht jaar moeten wachten. Bo
vendien kunnen Europese
werkgevers een boete ver
wachten als ze illegalen in
dienst hebben, als het aan het
congres ligt.
In ontwikkelingslanden vallen
vluchtelingen in hun geïso
leerde kampen vaak uit de
boot bij de economische ont
wikkeling van het land. Er
moeten dus projecten komen
waar de lokale bevolking en
dus ook de kampen bij betrok
ken zijn, aldus een aanbeve
ling.
In veel landen lukt de integra
tie van vluchtelingen nauwe
lijks, aldus de Utrechtse hoog
leraar prof.dr. H. Entzinger,
die een van de werkgroepen
op het congres leidde. Die lan
den zullen een krachtiger be
leid moeten voeren. De be
staande terugkeerprogramma's
voor vrijwillige terugkeer naar
het land van herkomst (zoals
voor Sri Lanka, maar dat door
het Hoge Commissariaat voor
de Vluchtelingen van de Vere
nigde Naties dit voorjaar van
wege de onveiligheid daar is
stopgezet) mogen verder geen
excuus zijn om afgewezen
asielzoekers terug te sturen.
In elke maatschappij en elke
organisatie lopen mensen rond
die de onofficiële functie van
'roepende in de woestijn
vervullen. U kent ze wel, die
profetische figuren. Al jaren
lang proberen zij op alle
mogelijke manieren kenbaar
te maken dat bepaalde zaken
niet kloppen, niet gesmeerd
lopen, niet naar behoren
functioneren. Al jarenlang
doen zij suggesties voor
verbeteringen. Maar de
mensen in hun omgeving
horen de klaagzangen aan,
knikken vriendelijk, strijken
nadenkend langs de kin en
gaan vervolgens gewoon op de
oude voet voort. Zoals het in
de geschiedenis al zo vaak is
gegaan stuiten de woorden
van de profeten meestal af op
muren van onwil of onbegrip.
Toch breekt in veel gevallen
jaren later en soms zelfs pas né
de dood van de profeet opeens
het licht door in de duisternis
waarin zijn woorden ooit
hebben geklonken. In het
gunstigste geval wordt de
aanjager van de
vernieuwingen dan alsnog
gelauwerd^njet een
ruimhartig „Hij had toch
gelijk" of een deemoedig
Hadden we maar eerder
geluisterd") en in het
ongunstige geval is de persoon
in kwestie al lang vergeten.
Ook het Koninkrijk der
Nederlanden heeft zijn
roependen in de woestijn. Eén
van hen is de rechtsgeleerde
prof.mr. L.A. Geelhoed. Hij is
lid van de Wetenschappelijke
Raad voor het
Regeringsbeleid, een
gezelschap van wijze
Nederlanders dat de regering
herhaaldelijk van adviezen
voorziet. Al zo'n jaar of tien
schreeuwt Leendert Adrie
Geelhoed van de daken dat er
zand in de
overheidsmachinerie zit De
ministeries zijn logge
apparaten die nauwelijks
samenwerken, de overheid wil
zich met veel te veel dingen
tegelijk bemoeien en er is een
oerwoud aan regels en
voorschriften waaronder heel
wat uit de categorie
'belachelijk') waarin
hoognodig eens gekapt moet
worden.
Overigens was Geelhoed niet
de enige die er zo over dacht.
Er waren ook andere
hooggeleerden en zelfs
kamerleden die bij herhaling
de vinger op de zere plekken
van het staatslichaam hadden
gelegd. Maar de woestijn was
groot en het duurde dan ook
heel lang eer de kritische
geluiden tot onze regeerders
doordrongen. Begin jaren
tachtig leek er opeens een
ommekeer te komen in het
starre denken over het
functioneren van ons
bureaucratisch systeem.
Professor Geelhoed werd
zowaar benoemd tot voorzitter
van een commissie die ideeën
op papier moest zetten om het
overheidsapparaat te
verbeteren. In 1984 kwam de
commissie met een rapport,
waarin 'afslanking' als
toverwoord werd aangereikt:
minder ambtenaren, minder
voorschriften, minder
staatsbemoeienis met het leven
van alledag.
Aanvankelijk leek het
politieke wereldje zeer
enthousiast, maar die
geestdrift ebde snel weg. Het
bleek ook allemaal niet zo
eenvoudig als Geelhoed en de
zijnen hadden doen
voorkomen. Minder
ambtenarenJaja, een mooie
gedachte, maar hoe bepaal je
welke ambtenaren overbodig
zijn? „De ambtelijke trap moet
van bovenaf worden
schoongeveegd", zei minister
Van Dijk drie jaar geleden op
vanzelfsprekende toon. Een
tekst om in te lijsten. Maar nu,
we op de drempel van de jaren
negentig staan, blijkt de trap
nog even vuil als voorheen.
Geelhoed echter is het roepen
in de woestijn nog niet moe. In
een interview in NRC-
Handelsblad zei hij vorige
week: „De weg van de
centrale overheid is geplaveid
met onuitvoerbare en
onuitgevoerde nota's". Weer
zo'n fraaie zin, maar wat
hebben we eigenlijk aan mooie
woorden als daar geen even
mooie daden tegenover staan
Toch gloort er sinds kort een
lichtpuntje voor de prof. Kort
voor het nieuwe kabinet
aantrad maakte hii zich weer
eens publiekelijk kwaad over
het ministerie van onderwijs
in Zoetermeer, volgens hem
het meest monstrueuze
departement van Nederland
met het hoogste percentage
zinloze ambtenaren. En ziet:
nog maar nauwelijks was de
nieuwe minister van onderwijs
Jo Ritzen aangetreden of hij
besloot zijn eigen
ambtenarenapparaat grondig
te laten 'doorlichten'.
Misschien wordt Zoetermeer
wel het Alkmaar waar
Geelhoeds victorie begint.
TRUBBELS