Religieuze vernieuwing in de stad mogelijk maken Partnerkeuze probleem voor 'Mensen in Nood' CcidócSouoarD q brieven van lezer kerk wereld Goed boekwijzer Tweede en Derde Wereld ,H Nieuwe benadering la GEESTELIJK LEVEN/OPINIE CeidócSouoont ZATERDAG 9 DECEMBER 1989 PAGI^f Tsjechoslowakije wil betere betrekkingen met Vatieaan PRAAG Het Vatieaan en de Tsjechoslowaakse regering gaan in januari volgend jaar onderhandelen over verbete ring van de betrekkingen. Dat meldt het officiële Tsjechoslowaakse persbureau CTK. De betrekkingen zijn tot dusver uiterst koel. In Tsjechoslowakije zijn 7 van de 13 bisdommen niet bezet, om dat de regering de benoeming van nieuwe bisschoppen te- gengehoudt. Het Vatieaan ging niet akkoord met het voorstel van de autoriteiten leden van de regeringsgezinde priesterbeweging Pacem in Terris tot bisschop te benoe men. Tsjechoslowaakse vice-premier Josef Horomad- ka wil het nieuwe overleg met het Vatieaan niet afwach ten. Hij heeft op aandrang van de aartsbisschop van Praag, kardinaal Frantisek Tomasek, de ambassade van zijn land in Italië opgedragen het Vatieaan te vragen om een snelle benoeming van een nieuwe bisschop in Hradec Kralove in het oosten van Bo- hemen. Dit bisdom zit al sinds 1956 zonder bisschop. Volgens waarnemers in Praag zal het Vatieaan Karei Otce- nasek tot bisschop van Hradec Kralove benoemen. Otcena- sek (69) werd in 1950 bisschop gewijd en werd zes jaar later tot bisschop van het Boheem se bisdom benoemd. De Tsjechoslowaakse regering heeft echter tot nu toe ver hinderd dat Otcenasek zijn functie kon uitoefenen. Zorg is een kostbare schat die men alleen aan vrienden toont Malagasisch spreekwoord door Marinui van der Berg Het is zo'n gewoonte-vraag: „alles goed...?" Het is nauwe lijks een vraag. Het is meer een sleutel om binnen te ko men en gauw verder te gaan. Ik doe het zelf ook. „Alles goed...!" een wijze van be groeten. Het antwoord wordt zelden afgewacht. Maar niet altijd is alles goed. En wat is ajles? Je loopt soms met zo'n begroeting op een gesloten deur of op een aarze ling. Je kunt je ook overvallen voelen als iemand zegt: „alles goed..." Je merkt dat de ander even in zijn vaart wordt gestopt en geen raad weet, als je zegt: „Nee, niet alles." Je weet nu niet even goed hoe verder. Wil jij of wil de ander ook vertel len wat er hapert, wat niet goed gaat. Niet altijd. Je kiest dat uit. Niet alleen de persoon maar ook het moment. Soms is het het gemakkelijk ste om gewoon te zeggen: „prima hoor, alles goed". Dan ben je ervan af. Soms ga je er dieper op in. Het kan heel goed met jezelf gaan, maar dan anders goed dan voor heen. Een mens heeft soms deel aan bijzondere ervaringen. Je le ven komt in een nieuwe stroom. Je komt dichterbij de bron van het leven. Je hoort meer en anders. Zoals een ri vier watervallen kent en het oppassen is als je in de boot zit, zo is het soms ook goed opletten in je eigen levens boot. Er zijn ook verradelijke vallen in de levensrivier. Attent-zijn en behoedzaamheid is nodig. Goed op jezelf passen, wordt dat wel genoemd. Goed en minder goed leven dicht naast elkaar. Wanneer je in een nieuw deel van de levensrivier komt, zie je nieuwe delen van het landschap. Ik heb eens een treinreis ge maakt naar Genève langs de Rijn. Overdag in de „Rem brandt" van de NS. Het heeft me geweldig geboeid: dat tel kens wisselende rivierland schap, de eeuwenoude burch ten, de steden en de dorpen, de bruggen die we passeer den. Het is een levensbeeld. Je komt telkens op nieuwe punten, ontvangt nieuwe ge zichten, maar je laat ook het oude achter. Je hebt nog wel weet van het oude. Het gaat ook mee in je herinnering en het heeft ook invloed op je wijze van kijken hier en nu, maar het is ook voorbij. In het heden is steeds het ver leden, maar als je echt verder gaat komt het verleden op de achtergrond. De een ziet graag naar terug en een ander heeft daar meer moeite mee. Je gaat nu verder op de le vensrivier, op de levensweg. Dat kan je goed doen. Maar dat goede wordt soms pas na moeite en pijn bereikt. Niet al leen moet jezelf thuis raken in het nieuwe landschap en wen nen aan wat je nu ziet. Het kan soms zo overweldigend zijn, maar ook anderen moeten er soms aan wennen. Er is iets gebeurd dat te be noemen is, als „zoals het was, wordt het nooit meer." In Europa wordt het niet meer zoals het was sinds het lied: „laten we doorgaan, we zullen winnen" heeft geklonken in de straten van Praag, van Berlijn, van Warschau. Een nieuwe lente is mogelijk gebleken. Zo'n een nieuwe lente is ook mogelijk in je eigen leven. In je verhouding met andere mensen. Op sommige mo menten heb je spijt om wat was, maar er is ook vergeving en nieuw begin mogelijk. Als je jezelf en elkaar dat gunt. En komt er ook een nieuwe lente in de Kerk? Of is het nog wachten? Maar dan wel het Adventswachten dat zo vol verwachting is en einde aan kondigt van nacht en winter. Soms moet je wel eens wach ten en verwachten tegen de stroom in om te zien dat de lente al doorbreekt, onstuit baar. „Alles goed...?" Steeds beter, mag je gaan zeggen. Voordat je dat helemaal van uit je hart kunt zeggen, is er soms eerst 'nee...' Het is an ders, maar je voelt dat ook dèt goed is. Wat is goed? Goed is dat wat tot opbouw strekt. HAAGS WILLIBRORDUSHUIS: DEN HAAG „Je ziet dat steeds meer kerkmen sen de neiging hebben de stad te mijden. Ze voelen zich daar vaak niet op hun plaats, niet recht gedaan. Maar daarmee dreigt het gevaar dat ze de aanslui ting missen met mensen die juist zoeken. Die vind je bijna per definitie in de stad. Daarom is het zo be langrijk dat wij hier mid den in de stad zitten". Afgelopen maand opende het vernieuwde Willibrordus- klooster aan de Haagse Oude Molstraat zijn poorten. Het wil in de woorden van de Braban der Anton Ruiter een centrum zijn „waar mensen de weg naar God terug kunnen vin den". Het klinkt misschien een beet je aanmatigend, zegt hij, als we zeggen dat we God terug wil len brengen in de stad. We leggen echter niemand wat op. Bekering is niet onze zaak, we bieden cursussen aan en re traites, het is bovenal ook een gelegenheid om tot rust te ko men, een mogelijkheid om God te ontmoeten. De Brabander Anton Ruiter, van opleiding technisch ont werper maar nu al zeven jaar full-time actief in de Charis matische Vernieuwingsbewe ging, fungeert er als leider. Met zijn gezin is hij ruim een jaar geleden overgekomen uit Aarle-Rixtel waar hij leiding gaf aan een charismatische ge meenschap. Voor zijn zoon en dochter die inmiddels zijn gaan studeren een heel ver trouwde situatie. Zij wisten niet beter, want ze woonden altijd al met meerderen in een leefgemeenschap. Ruiter voelde dat een dorp niet de plaats was waar zo'n gemeenschap goed zou kunnen functioneren. „In een dorp moet je niet te veel willen op vallen, als je er bij wilt horen. Het Willibrordushuis in Den Haag Voor nieuwe initiatieven is men niet echt in. We hebben daarom al lang geprobeerd weg te komen. In Den Haag deed de gelegenheid zich voor. Pastoor Hofstede van.de Jaco- buSkerk aan de Parkstraat at tendeerde mij er op dat het klooster aan de Oude Mol straat binnenkort leeg zou ko men te staan". Herhaling Het klooster werd bijna hon derdvijftig jaar bewoond door de Tilburgse zusters van lief de. In 1842 werden vijf zusters naar Den Haag uitgenodigd door een aantal Haagse pas toors. Daarvoor was er in het pand een schuilkerk gevestigd, waarvan de functie later werd overgenomen door de Jacobus- kerk in de Parkstraat. Vorig jaar verlieten de laatste vijf zusters het grote pand in het hart van Den Haag om el ders te gaan wonen. Maar vol gens Anton Ruiter herhaalt de geschiedenis zich. Opnieuw kwamen vijf Brabanders (Rui ter en zijn gezin) op uitnodi ging van een pastoor naar Den Haag om de, fakkel brandende te houden. De Willibrordusvereniging verkocht het huis vorig jaar aan een speciaal daarvoor op gerichte stichting die ruim een miljoen gulden bijeen wist te brengen om het pand te ko pen. Het huis wil een baken zijn voor mensen uit de hele randstad. Ruiter: „De ruimte die we hier hebben is uniek FOTO: PR voor de hele Randstad, want gróte kloosters tref je hier nauwelijks meer aan en dit dreigde ook tegen de vlakte te gaan als het in handen was ge komen van een projectontwik kelaar." Er zijn plannen om aan het Noordeinde een speciale kapel in te richten, de achterkant van het Willibrordhuis grenst namelijk aan deze drukke winkelstraat. Mensen zouden zich er -een ogenblik moeten kunnen terugtrekken. Het moet iets worden vergelijk baar met de Papegaai in de Amsterdame Kalverstraat. Ruiter: „Het zou beantwoor den aan ons idee dat we van dit huis hebben. We willen mensen vinden die zoeken". Hij vindt het niet noodzakelijk dat mensen zich aansluiten bij de Charismatische Vernieu wing. Ook al is Ruiter zelf be trokken bij de Charismatische Werkgemeenschap, het huis dient een functie te hebben voor allerlei kerkelijke groe peringen. In de praktijk blij ken dat de meer bevindelijke, gevoelsmatige bewegingen in de RK kerk te zijn. Ruiter geeft aan gebedsgroepen gere geld cursussen over „Leven in de Geest". Hij vertelt van een prachtige ervaring onlangs in het Willi brordushuis. „We hadden hier een gebedsgroep uit Waterin gen waar ik zelf jaren lang verbonden mee ben. Zij had den hier een retraite die hele maal in stilte verliep. Er werd wel gezongen en samengebe- den, maar er hadden geen per soonlijke gesprekken plaats. Dag en nacht was er gelegen heid tot aanbidding van het Allerheiligste dat in de kapel stond uitgesteld. De mensen konden helemaal tot zichzelf komen. Zij waren er zelf diep van onder de indruk". Ruiter hoopt dat zijn huis ook een functie kan hebben in de bestaande kerkelijke polarisa tie. Hij wil zich daar niet in mengen, maar meent dat men sen, ook zij die kerkelijk be trokken zijn, vaak zich niet goed meer realiseren wat kerk betekent. Ruiter: „De verhou dingen binnen de kerk zijn zoek. De kerk accepteert mij in mijn tekortkomingen, maar dan moet ik ook de kerk ac cepteren in haar tekortkomin gen. Mensen sluiten zich op in hok jes. Dan dreigt het gevaar dat je sectarisch bezig bent, dat je afsluit van het geheel. Het kan ook zijn dat het je overkomt, je wordt in een hokje gezet, maar het is nu juist zo belangrijk dat we uit die hokjes komen, want dan is er pas echte vernieu wing mogelijk". PAUL VAN VELTHOVEN Inlichtingen bij het Willibror dushuis, Oude Molstraat 35, Den Haag. Tel. 070 - 654.385. 's-HERTOGENBOSCH Een hulporganisaties als Mensen in Nood die ge richt is op directe leniging van noden in de derde wereld kampt in de prak tijk vaak met het pro bleem aan welke partner zij zich in het ontvangen de land voor uitvoering van de hulpverlening moet binden. Deze partners zijn vrijwel al tijd ook kerkelijke organisaties die over hulpverlening soms andere ideeën hebben dan Mensen in Nood. Het dilemma ontstaat dan: moet men kiezen voor de organisatie of zoeken naar andere partners om tot bevredigende hulpverlening te komen. Dit stelde de mevrouw M.C. van Iersel, projectleid ster, op een studiebijeenkomst die georganiseerd was door de katholieke Stichting Mensen in Nood bij gelegenheid van haar 75-jarig bestaan. Volgens dr. A. de Groot, oud- voorzitter van het Centraal Missie Commissariaat in Oegstgeest zal een lekenorga nisatie als Mensen in Nood zich nooit moeten binden aan een vaste partner. Caritas overstijgt alle grenzen, aldus De Groot. Deze zal altijd voor op moeten staan, anders gaat de caritas kapot aan (binnen kerkelijke) problemen en dat mogen we niet toelaten, aldus De Groot. Het probleem in veel ontwik kelingslanden ligt volgens me vrouw Van Iersel extra ge compliceerd door het feit dat er naast hulporganisaties ook onder impuls van het westen ter plaatse organisaties zijn ontstaan die zich bezig houden met ontwikkelingshulp op lan gere termijn. Deze laatste or ganisaties doen ook aan be wustwording waardoor zij soms in botsing komen met kerkelijke en regeringsinstan ties. Zij worden dan als bedrei gend ervaren voor de stabili teit van een kerk of een be paald regime. Bij Mensen in Nood staat hulp aan slachtoffers ongeacht hun signatuur voorop, aldus me vrouw Van Iersel. Daarnaast wordt de hulp gericht op groe pen mensen die leven aan de zelfkant van de maatschappij. Deze groepen zijn minder interessant voor „op ontwik keling gerichte activiteiten". Ze krijgen relatief veel geld, terwijl het er niet of nauwe lijks naar uitziet dat deze men sen ook ooit zelf in staat zullen zijn een eigen onafhankelijk bestaan op te bouwen. De re geringen in Derde Wereldlan den besteden aan deze groepen relatief weinig aandacht, daar om acht Mensen in Nood het aan zichzelf verplicht deze mensen te helpen. Mensen in Nood kampt in de donorlanden vaak ook met het probleem dat men het met de autoriteiten noodgedwongen op een akkoordje moet gooien. De hulpverlening kan soms onrechtvaardige regimes in stand houden. De Nijmeegse historicus Weiier hield de aan wezigen echter voor dat men moet oppassen voor het steu nen van politieke oplossingen die ontaarden in staatsterro- risme. „Er zijn geen echte op lossingen", aldus de Nijmeegse hoogleraar. RABBIJN DAVID SCHOENBERGER OVERLEDEN BIRMINGHAM In de Vere nigde Staten is deze week op 92-jarige leeftijd David Schoenberger overleden, die in Duitsland de ouders van Anne Frank in de echt heeft verbonden. Schoenberger was van 1926 tot 1938 opperrabbijn van Aken. In 1938 vluchtte hij na de Kristallnacht met zijn vrouw en dochter uit Duits land. Het gezin vestigde zich uiteindelijk in de Verenigde Staten, waar Schoenberger als rabbijn eerst in Chicago dien de en later in Selma. In de .VS is Schoenberger bekend om zijn gedichten. Zijn gedicht Six million jews wordt dikwijls voorgedragen bij herdenkin gen van de Holocaust. Bloemen op Mariabeeld Ter gelegenheid van Maria Onbevlekte Ontvangenis gisteren werd in Rome een beeld van Maria voorzien van een bloe menkrans. De paus kwam gistermiddag bij het beeld bidden. Beelden van de Geest In Meinema's serie Ter Spra ke („gebruiksboekjes bij ont wikkelingen in samenleving, kerk, pastoraat en theologie) is uitgebreid met een deelde (nr. 52) over „Beelden van de Geest" door prof. dr. A. van de Beek (Leiden). Hij behan delt hier (voor)beelden hoe de Geest zich laat kennen in te kens in en ook buiten de kerk. Uitgave Meinema, prijs f 10,50. Macht en onmacht Toerusting, het zes maal per jaar verschijnend tijdschrift voor kerk en educatie, heeft een aflevering uitgebracht over macht en onmacht in re laties. Het boekje „Uit de ban van de macht" werd geschre ven door Sieth Delthaas en geeft extra aandacht aan de machtsongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Bestel len door overmaken van 6,- op giro 36400 t.n.v. Boeken centrum Den Haag o.v.m. Toerusting nr. 525. Oefenen in Schriftlezen De Amsterdamse filosoof Jo- han van der Hoeven heeft een aantal korte meditaties geschreven rond centrale the ma's en gebeurtenissen (pa sen, vreemdelingen, Jeruza lem) in de bijbel. Het boekje heet „Inademen". De 36 „oe feningen" die deze niet-theo- loog schreef zijn uiterst toe- gankelijk en bieden veel boei ende inzichten en soms ook vergezichten in waar het in het geloof en in het bestaan om gaat. Het boekje is onder andere zeer geschikt voor het houden van „gezinsoefenin gen". Uitgave Ten Have, prijs 17,50. Vf lan -rv he DE landen in de Derde Wereld volgen met argusogeival ontwikkelingen in Oost-Europa. De niet te onderdrukjva vrijheidsdrang van mensen, het failliet van het staatssoci*33' me en de ondergang van alles-controlerende, communr sche partijen moet een aantal leiders in Derde-Wereldlan met angst en afgrijzen vervullen. Immers, een aantal vanjüii landen heeft zijn politieke en economische systeem ingerjjf naar Oosteuropees model. Het moet niet prettig zijn da' c wereldbeeld in duigen valt. Er is echter nog een andere reden waarom in feite alle den van de Derde Wereld de stormachtige ontwikkelingei V; Oost-Europa bezorgd gadeslaan. In een aantal westerse 1 b den klinkt steeds luider de roep 'ontwikkelingshulp' te ger- aan Oosteuropese landen. Vooral de VS, de Bondsrepubli y Japan en Italië zijn er voorstanders van Polen en Hong/ te plaatsen op de lijst van ontwikkelingslanden van^ OESO, de Organisatie voor Economische Samenwerking^ Ontwikkeling. Het opnemen in deze zogenaamde 'DAC-1 betekent niet dat een land automatisch hulp krijgt. Maar 1 den die niét op de lijst voorkomen, ontvangen helemaal g hulp. ^VAT de Derde Wereld vreest is duidelijk: zodra landerM Polen en Hongarije op de DAC-lijst staan zal de aandï- verschuiven van Afrika, Azie en Latijns-Amerika naar O, Europa. Over het principe dat Oosteuropese landen in 3 merking komen voor westerse steun behoeft geen twijfë bestaan. De vraag waar het om draait is echter of die stL.] moet worden bekostigd uit 'ontwikkelingsgelden'. In feit dat de vraag of armoede en niveau van ontwikkeling in 1 land als Polen vergelijkbaar is met dat in Burkina-Fa Brazilië of de Filipijnen. Ofschoon er incidentele gevaj^ zullen voorkomen waarbij de armoede vergelijkbaar is, rig^ die vraag in het algemeen met een nadrukkelijk 'neen' \^a den beantwoord. j fo< De meeste Oosteuropese landen pakken momenteel0^ draad van vrijheid en democratie op, sommige voor het ee j andere opnieuw na een korte ervaring tussen beide werLQ, oorlogen. Maar de bijna vijftig jaar van opeenvolgende Lg derdrukking (nazi's en stalinisme) hebben de veel lan^ geschiedenis die deze landen met elkaar en met ons dc_ niet ongedaan kunnen maken. Bovendien is er in de vier| cennia van communistische overheersing wel het nodige de economische ontwikkeling gedaan. Niet genoeg en niet op de juiste manier, zoals de betogers nu zo overduidf laten weten. Maar er is wel degelijk geld in de ontwikke van die landen gestoken. ONZE relatie met de Derde Wereld hoe divers die tej woordig ook is is van een totaal andere orde. Daar het vooral om landen en bevolkingen waarvan vele eeuv lang als kolonie door ons zijn en een groot aantal steeds wordt uitgebuit. Wij, de westerse wereld, bep de prijs van hun grondstoffen en verkopen ze vervolgen dure eindprodukten die we er van maken. Ons EG-1; bouwbeleid heeft verstrekkende gevolgen voor de boere Derde-Wereldlanden. In de meer geïndustrialiseerde d van de Derde Wereld zijn de verschillen tussen arm en (inkomen, gezondheidszorg etc.) groter dan waar ook in |j Oostblok. Zo zijn er tal van redenen aan te voeren waa de Derde Wereld nooit gelijk kan worden gesteld me Tweede Wereld. ALS we dan al over hulp aan Oost-Europa spreken, zal moeten gaan om inspanningen die aansluiten bij het onh r kelingsniveau dat daar reeds is bereikt. Naast incident voedselhulp voor een land als Polen, zal het moeten gaan overdracht van industriële en agrarische know-how, on daar reeds bestaande structuren aan te passen en te verb ren. En er zullen vele tientallen miljarden guldens mee h moeid zijn. Daar is niets op tegen, zolang die financiële» spanning niet op één lijn wordt gezet met ontwikkeling menwerking. ft BlJ deze discussie is overigens ook onze geloofwaardig^ in het geding. Het moet voor landen in de Derde Wereld terst pijnlijk zijn te zien hoe de westerse landen steeds hjT bieden om hulp te geven aan Oost-Europa. Intussen blijft! aantal landen dat internationale afspraken over de ho^_ van de 'echte' ontwikkelingshulp nakomt, op de vingers één hand te tellen. In eigen land worstelen verschillende ontwikkelingsorg?* saties met de vraag of, en in hoeverre, zij moeten aanslul in de rij van hulpverleners aan Oost-Europa. Grote te|*j houdendheid lijkt hierbij op zijn plaats, en niet alleen v wege het verschil in economische ontwikkeling en politi bewustwording tussen de Tweede en Derde Wereld. JuisjE( de discussie woedt over de 'kwaliteit' van de ontwikkelif samenwerking komt het volstrekt ongeloofwaardig overm ontwikkelingorganisaties zich zomaar op Oost-Europa stof."' omdat de overheid er geld voor beschikbaar stelt. En P verantwoorden zij die keuze tegenover hun partners ii^0 Derde Wereld met wie zij, naar eigen zeggen, zulke inteifee ve banden hebben? er ie; HlERMEE is niet gezegd dat Nederlandse organisaties CÖe Europa links moeten laten liggen. De gezamenlijke cultu!r* geschiedenis is een basis om contacten verder aan te halel te verdiepen. Daarbij kunnen onder meer universiteiten^ maatschappelijke organisaties (vakbonden en werkgeVjd; een veel grotere rol spelen dan nu gebeurt. Maar pratenlh< tekent nog niet dat er dan ogenblikkelijk geld over 1fe moet. De stormachtige ontwikkelingen in de wereld van de ap lopen maanden zouden meer recht worden gedaan, alfaj eerst eens grondig wordt nagedacht over de nieuwe veJnj ling van de wereld in politieke en economische machtsbhd ken. Over wat armoede en (onder)ontwikkeling is. Als decennia ontwikkelingssamenwerking met de Derde WeFJ iets hebben geleerd, dan is het dat we moeten uitkijken jL, modieuze trends en grillen van politici. We zijn het aaiU' mensen in 'Zuid' èn 'Oost' verplicht die fouten in elk g«Vi niet te herhalen. Brieven graag kort en duidelijk geschreven. De redactie behoudt zich het recht voor ingezonC stukken te bekorten Deserteur De media moeten oppassen dat de aandacht die momenteel wordt besteed aan de Zuidafri- kaanse deserteur Mervyn Ma- lan niet al te zeer een vergoe lijkend karakter draagt. Malan mag dan tot inkeer zijn geko men, hetgeen verheugend is, feit blijft dat hij lid van de Special Forces was. Daarmee is hij medeschuldig aan de gruweldaden waarvan hij nu verhaalt. De man is daaij" te vergelijken met een oorl misdadiger en indien wL- overwogen hem asiel te va nen moet daarmee rekel worden gehouden. Hoe nij het ook is dat hij een bc open doet over de Special f ces, de man is niet vrij te j ten, lijkt me, temeer daar) inkeer pas tegen het einde! zijn dienstverband kwam. J.G. de Bruin, DEN HAAG.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 2