Religieuze vernieuwing
in de stad mogelijk maken
Partnerkeuze probleem
voor 'Mensen in Nood'
CcidócSouoarD
q
brieven van lezer
kerk
wereld
Goed
boekwijzer
Tweede en Derde Wereld ,H
Nieuwe benadering la
GEESTELIJK LEVEN/OPINIE
CeidócSouoont
ZATERDAG 9 DECEMBER 1989 PAGI^f
Tsjechoslowakije wil betere betrekkingen met Vatieaan
PRAAG Het Vatieaan en
de Tsjechoslowaakse regering
gaan in januari volgend jaar
onderhandelen over verbete
ring van de betrekkingen.
Dat meldt het officiële
Tsjechoslowaakse persbureau
CTK. De betrekkingen zijn
tot dusver uiterst koel. In
Tsjechoslowakije zijn 7 van de
13 bisdommen niet bezet, om
dat de regering de benoeming
van nieuwe bisschoppen te-
gengehoudt. Het Vatieaan
ging niet akkoord met het
voorstel van de autoriteiten
leden van de regeringsgezinde
priesterbeweging Pacem in
Terris tot bisschop te benoe
men.
Tsjechoslowaakse
vice-premier Josef Horomad-
ka wil het nieuwe overleg
met het Vatieaan niet afwach
ten. Hij heeft op aandrang
van de aartsbisschop van
Praag, kardinaal Frantisek
Tomasek, de ambassade van
zijn land in Italië opgedragen
het Vatieaan te vragen om
een snelle benoeming van een
nieuwe bisschop in Hradec
Kralove in het oosten van Bo-
hemen. Dit bisdom zit al sinds
1956 zonder bisschop.
Volgens waarnemers in Praag
zal het Vatieaan Karei Otce-
nasek tot bisschop van Hradec
Kralove benoemen. Otcena-
sek (69) werd in 1950 bisschop
gewijd en werd zes jaar later
tot bisschop van het Boheem
se bisdom benoemd. De
Tsjechoslowaakse regering
heeft echter tot nu toe ver
hinderd dat Otcenasek zijn
functie kon uitoefenen.
Zorg is een
kostbare schat die
men alleen aan
vrienden toont
Malagasisch spreekwoord
door Marinui van der Berg
Het is zo'n gewoonte-vraag:
„alles goed...?" Het is nauwe
lijks een vraag. Het is meer
een sleutel om binnen te ko
men en gauw verder te gaan.
Ik doe het zelf ook. „Alles
goed...!" een wijze van be
groeten. Het antwoord wordt
zelden afgewacht.
Maar niet altijd is alles goed.
En wat is ajles? Je loopt soms
met zo'n begroeting op een
gesloten deur of op een aarze
ling. Je kunt je ook overvallen
voelen als iemand zegt: „alles
goed..."
Je merkt dat de ander even in
zijn vaart wordt gestopt en
geen raad weet, als je zegt:
„Nee, niet alles." Je weet nu
niet even goed hoe verder. Wil
jij of wil de ander ook vertel
len wat er hapert, wat niet
goed gaat. Niet altijd. Je kiest
dat uit. Niet alleen de persoon
maar ook het moment.
Soms is het het gemakkelijk
ste om gewoon te zeggen:
„prima hoor, alles goed". Dan
ben je ervan af. Soms ga je er
dieper op in. Het kan heel
goed met jezelf gaan, maar
dan anders goed dan voor
heen.
Een mens heeft soms deel aan
bijzondere ervaringen. Je le
ven komt in een nieuwe
stroom. Je komt dichterbij de
bron van het leven. Je hoort
meer en anders. Zoals een ri
vier watervallen kent en het
oppassen is als je in de boot
zit, zo is het soms ook goed
opletten in je eigen levens
boot.
Er zijn ook verradelijke vallen
in de levensrivier. Attent-zijn
en behoedzaamheid is nodig.
Goed op jezelf passen, wordt
dat wel genoemd. Goed en
minder goed leven dicht naast
elkaar. Wanneer je in een
nieuw deel van de levensrivier
komt, zie je nieuwe delen van
het landschap.
Ik heb eens een treinreis ge
maakt naar Genève langs de
Rijn. Overdag in de „Rem
brandt" van de NS. Het heeft
me geweldig geboeid: dat tel
kens wisselende rivierland
schap, de eeuwenoude burch
ten, de steden en de dorpen,
de bruggen die we passeer
den. Het is een levensbeeld.
Je komt telkens op nieuwe
punten, ontvangt nieuwe ge
zichten, maar je laat ook het
oude achter. Je hebt nog wel
weet van het oude. Het gaat
ook mee in je herinnering en
het heeft ook invloed op je
wijze van kijken hier en nu,
maar het is ook voorbij.
In het heden is steeds het ver
leden, maar als je echt verder
gaat komt het verleden op de
achtergrond. De een ziet
graag naar terug en een ander
heeft daar meer moeite mee.
Je gaat nu verder op de le
vensrivier, op de levensweg.
Dat kan je goed doen. Maar
dat goede wordt soms pas na
moeite en pijn bereikt. Niet al
leen moet jezelf thuis raken in
het nieuwe landschap en wen
nen aan wat je nu ziet. Het
kan soms zo overweldigend
zijn, maar ook anderen
moeten er soms aan wennen.
Er is iets gebeurd dat te be
noemen is, als „zoals het was,
wordt het nooit meer."
In Europa wordt het niet meer
zoals het was sinds het lied:
„laten we doorgaan, we zullen
winnen" heeft geklonken in de
straten van Praag, van Berlijn,
van Warschau. Een nieuwe
lente is mogelijk gebleken.
Zo'n een nieuwe lente is ook
mogelijk in je eigen leven. In
je verhouding met andere
mensen. Op sommige mo
menten heb je spijt om wat
was, maar er is ook vergeving
en nieuw begin mogelijk. Als
je jezelf en elkaar dat gunt.
En komt er ook een nieuwe
lente in de Kerk? Of is het nog
wachten? Maar dan wel het
Adventswachten dat zo vol
verwachting is en einde aan
kondigt van nacht en winter.
Soms moet je wel eens wach
ten en verwachten tegen de
stroom in om te zien dat de
lente al doorbreekt, onstuit
baar. „Alles goed...?" Steeds
beter, mag je gaan zeggen.
Voordat je dat helemaal van
uit je hart kunt zeggen, is er
soms eerst 'nee...' Het is an
ders, maar je voelt dat ook
dèt goed is. Wat is goed?
Goed is dat wat tot opbouw
strekt.
HAAGS WILLIBRORDUSHUIS:
DEN HAAG „Je ziet
dat steeds meer kerkmen
sen de neiging hebben de
stad te mijden. Ze voelen
zich daar vaak niet op hun
plaats, niet recht gedaan.
Maar daarmee dreigt het
gevaar dat ze de aanslui
ting missen met mensen
die juist zoeken. Die vind
je bijna per definitie in de
stad. Daarom is het zo be
langrijk dat wij hier mid
den in de stad zitten".
Afgelopen maand opende het
vernieuwde Willibrordus-
klooster aan de Haagse Oude
Molstraat zijn poorten. Het wil
in de woorden van de Braban
der Anton Ruiter een centrum
zijn „waar mensen de weg
naar God terug kunnen vin
den".
Het klinkt misschien een beet
je aanmatigend, zegt hij, als we
zeggen dat we God terug wil
len brengen in de stad. We
leggen echter niemand wat op.
Bekering is niet onze zaak, we
bieden cursussen aan en re
traites, het is bovenal ook een
gelegenheid om tot rust te ko
men, een mogelijkheid om
God te ontmoeten.
De Brabander Anton Ruiter,
van opleiding technisch ont
werper maar nu al zeven jaar
full-time actief in de Charis
matische Vernieuwingsbewe
ging, fungeert er als leider.
Met zijn gezin is hij ruim een
jaar geleden overgekomen uit
Aarle-Rixtel waar hij leiding
gaf aan een charismatische ge
meenschap. Voor zijn zoon en
dochter die inmiddels zijn
gaan studeren een heel ver
trouwde situatie. Zij wisten
niet beter, want ze woonden
altijd al met meerderen in een
leefgemeenschap.
Ruiter voelde dat een dorp
niet de plaats was waar zo'n
gemeenschap goed zou kunnen
functioneren. „In een dorp
moet je niet te veel willen op
vallen, als je er bij wilt horen.
Het Willibrordushuis in Den Haag
Voor nieuwe initiatieven is
men niet echt in. We hebben
daarom al lang geprobeerd
weg te komen. In Den Haag
deed de gelegenheid zich voor.
Pastoor Hofstede van.de Jaco-
buSkerk aan de Parkstraat at
tendeerde mij er op dat het
klooster aan de Oude Mol
straat binnenkort leeg zou ko
men te staan".
Herhaling
Het klooster werd bijna hon
derdvijftig jaar bewoond door
de Tilburgse zusters van lief
de. In 1842 werden vijf zusters
naar Den Haag uitgenodigd
door een aantal Haagse pas
toors. Daarvoor was er in het
pand een schuilkerk gevestigd,
waarvan de functie later werd
overgenomen door de Jacobus-
kerk in de Parkstraat.
Vorig jaar verlieten de laatste
vijf zusters het grote pand in
het hart van Den Haag om el
ders te gaan wonen. Maar vol
gens Anton Ruiter herhaalt de
geschiedenis zich. Opnieuw
kwamen vijf Brabanders (Rui
ter en zijn gezin) op uitnodi
ging van een pastoor naar Den
Haag om de, fakkel brandende
te houden.
De Willibrordusvereniging
verkocht het huis vorig jaar
aan een speciaal daarvoor op
gerichte stichting die ruim een
miljoen gulden bijeen wist te
brengen om het pand te ko
pen. Het huis wil een baken
zijn voor mensen uit de hele
randstad. Ruiter: „De ruimte
die we hier hebben is uniek
FOTO: PR
voor de hele Randstad, want
gróte kloosters tref je hier
nauwelijks meer aan en dit
dreigde ook tegen de vlakte te
gaan als het in handen was ge
komen van een projectontwik
kelaar."
Er zijn plannen om aan het
Noordeinde een speciale kapel
in te richten, de achterkant
van het Willibrordhuis grenst
namelijk aan deze drukke
winkelstraat. Mensen zouden
zich er -een ogenblik moeten
kunnen terugtrekken. Het
moet iets worden vergelijk
baar met de Papegaai in de
Amsterdame Kalverstraat.
Ruiter: „Het zou beantwoor
den aan ons idee dat we van
dit huis hebben. We willen
mensen vinden die zoeken".
Hij vindt het niet noodzakelijk
dat mensen zich aansluiten bij
de Charismatische Vernieu
wing. Ook al is Ruiter zelf be
trokken bij de Charismatische
Werkgemeenschap, het huis
dient een functie te hebben
voor allerlei kerkelijke groe
peringen. In de praktijk blij
ken dat de meer bevindelijke,
gevoelsmatige bewegingen in
de RK kerk te zijn. Ruiter
geeft aan gebedsgroepen gere
geld cursussen over „Leven in
de Geest".
Hij vertelt van een prachtige
ervaring onlangs in het Willi
brordushuis. „We hadden hier
een gebedsgroep uit Waterin
gen waar ik zelf jaren lang
verbonden mee ben. Zij had
den hier een retraite die hele
maal in stilte verliep. Er werd
wel gezongen en samengebe-
den, maar er hadden geen per
soonlijke gesprekken plaats.
Dag en nacht was er gelegen
heid tot aanbidding van het
Allerheiligste dat in de kapel
stond uitgesteld. De mensen
konden helemaal tot zichzelf
komen. Zij waren er zelf diep
van onder de indruk".
Ruiter hoopt dat zijn huis ook
een functie kan hebben in de
bestaande kerkelijke polarisa
tie. Hij wil zich daar niet in
mengen, maar meent dat men
sen, ook zij die kerkelijk be
trokken zijn, vaak zich niet
goed meer realiseren wat kerk
betekent. Ruiter: „De verhou
dingen binnen de kerk zijn
zoek. De kerk accepteert mij
in mijn tekortkomingen, maar
dan moet ik ook de kerk ac
cepteren in haar tekortkomin
gen.
Mensen sluiten zich op in hok
jes. Dan dreigt het gevaar dat
je sectarisch bezig bent, dat je
afsluit van het geheel. Het kan
ook zijn dat het je overkomt, je
wordt in een hokje gezet, maar
het is nu juist zo belangrijk dat
we uit die hokjes komen, want
dan is er pas echte vernieu
wing mogelijk".
PAUL VAN VELTHOVEN
Inlichtingen bij het Willibror
dushuis, Oude Molstraat 35,
Den Haag. Tel. 070 - 654.385.
's-HERTOGENBOSCH
Een hulporganisaties als
Mensen in Nood die ge
richt is op directe leniging
van noden in de derde
wereld kampt in de prak
tijk vaak met het pro
bleem aan welke partner
zij zich in het ontvangen
de land voor uitvoering
van de hulpverlening
moet binden.
Deze partners zijn vrijwel al
tijd ook kerkelijke organisaties
die over hulpverlening soms
andere ideeën hebben dan
Mensen in Nood. Het dilemma
ontstaat dan: moet men kiezen
voor de organisatie of zoeken
naar andere partners om tot
bevredigende hulpverlening te
komen. Dit stelde de mevrouw
M.C. van Iersel, projectleid
ster, op een studiebijeenkomst
die georganiseerd was door de
katholieke Stichting Mensen
in Nood bij gelegenheid van
haar 75-jarig bestaan.
Volgens dr. A. de Groot, oud-
voorzitter van het Centraal
Missie Commissariaat in
Oegstgeest zal een lekenorga
nisatie als Mensen in Nood
zich nooit moeten binden aan
een vaste partner. Caritas
overstijgt alle grenzen, aldus
De Groot. Deze zal altijd voor
op moeten staan, anders gaat
de caritas kapot aan (binnen
kerkelijke) problemen en dat
mogen we niet toelaten, aldus
De Groot.
Het probleem in veel ontwik
kelingslanden ligt volgens me
vrouw Van Iersel extra ge
compliceerd door het feit dat
er naast hulporganisaties ook
onder impuls van het westen
ter plaatse organisaties zijn
ontstaan die zich bezig houden
met ontwikkelingshulp op lan
gere termijn. Deze laatste or
ganisaties doen ook aan be
wustwording waardoor zij
soms in botsing komen met
kerkelijke en regeringsinstan
ties. Zij worden dan als bedrei
gend ervaren voor de stabili
teit van een kerk of een be
paald regime.
Bij Mensen in Nood staat hulp
aan slachtoffers ongeacht hun
signatuur voorop, aldus me
vrouw Van Iersel. Daarnaast
wordt de hulp gericht op groe
pen mensen die leven aan de
zelfkant van de maatschappij.
Deze groepen zijn minder
interessant voor „op ontwik
keling gerichte activiteiten".
Ze krijgen relatief veel geld,
terwijl het er niet of nauwe
lijks naar uitziet dat deze men
sen ook ooit zelf in staat zullen
zijn een eigen onafhankelijk
bestaan op te bouwen. De re
geringen in Derde Wereldlan
den besteden aan deze groepen
relatief weinig aandacht, daar
om acht Mensen in Nood het
aan zichzelf verplicht deze
mensen te helpen.
Mensen in Nood kampt in de
donorlanden vaak ook met het
probleem dat men het met de
autoriteiten noodgedwongen
op een akkoordje moet gooien.
De hulpverlening kan soms
onrechtvaardige regimes in
stand houden. De Nijmeegse
historicus Weiier hield de aan
wezigen echter voor dat men
moet oppassen voor het steu
nen van politieke oplossingen
die ontaarden in staatsterro-
risme. „Er zijn geen echte op
lossingen", aldus de Nijmeegse
hoogleraar.
RABBIJN DAVID SCHOENBERGER OVERLEDEN
BIRMINGHAM In de Vere
nigde Staten is deze week op
92-jarige leeftijd David
Schoenberger overleden, die
in Duitsland de ouders van
Anne Frank in de echt heeft
verbonden. Schoenberger was
van 1926 tot 1938 opperrabbijn
van Aken. In 1938 vluchtte hij
na de Kristallnacht met zijn
vrouw en dochter uit Duits
land. Het gezin vestigde zich
uiteindelijk in de Verenigde
Staten, waar Schoenberger als
rabbijn eerst in Chicago dien
de en later in Selma. In de .VS
is Schoenberger bekend om
zijn gedichten. Zijn gedicht Six
million jews wordt dikwijls
voorgedragen bij herdenkin
gen van de Holocaust.
Bloemen op Mariabeeld
Ter gelegenheid van Maria Onbevlekte Ontvangenis gisteren
werd in Rome een beeld van Maria voorzien van een bloe
menkrans. De paus kwam gistermiddag bij het beeld bidden.
Beelden van
de Geest
In Meinema's serie Ter Spra
ke („gebruiksboekjes bij ont
wikkelingen in samenleving,
kerk, pastoraat en theologie)
is uitgebreid met een deelde
(nr. 52) over „Beelden van de
Geest" door prof. dr. A. van
de Beek (Leiden). Hij behan
delt hier (voor)beelden hoe de
Geest zich laat kennen in te
kens in en ook buiten de
kerk. Uitgave Meinema, prijs
f 10,50.
Macht en
onmacht
Toerusting, het zes maal per
jaar verschijnend tijdschrift
voor kerk en educatie, heeft
een aflevering uitgebracht
over macht en onmacht in re
laties. Het boekje „Uit de ban
van de macht" werd geschre
ven door Sieth Delthaas en
geeft extra aandacht aan de
machtsongelijkheid tussen
mannen en vrouwen. Bestel
len door overmaken van 6,-
op giro 36400 t.n.v. Boeken
centrum Den Haag o.v.m.
Toerusting nr. 525.
Oefenen in
Schriftlezen
De Amsterdamse filosoof Jo-
han van der Hoeven heeft
een aantal korte meditaties
geschreven rond centrale the
ma's en gebeurtenissen (pa
sen, vreemdelingen, Jeruza
lem) in de bijbel. Het boekje
heet „Inademen". De 36 „oe
feningen" die deze niet-theo-
loog schreef zijn uiterst toe-
gankelijk en bieden veel boei
ende inzichten en soms ook
vergezichten in waar het in
het geloof en in het bestaan
om gaat. Het boekje is onder
andere zeer geschikt voor het
houden van „gezinsoefenin
gen". Uitgave Ten Have, prijs
17,50.
Vf
lan
-rv he
DE landen in de Derde Wereld volgen met argusogeival
ontwikkelingen in Oost-Europa. De niet te onderdrukjva
vrijheidsdrang van mensen, het failliet van het staatssoci*33'
me en de ondergang van alles-controlerende, communr
sche partijen moet een aantal leiders in Derde-Wereldlan
met angst en afgrijzen vervullen. Immers, een aantal vanjüii
landen heeft zijn politieke en economische systeem ingerjjf
naar Oosteuropees model. Het moet niet prettig zijn da' c
wereldbeeld in duigen valt.
Er is echter nog een andere reden waarom in feite alle
den van de Derde Wereld de stormachtige ontwikkelingei V;
Oost-Europa bezorgd gadeslaan. In een aantal westerse 1 b
den klinkt steeds luider de roep 'ontwikkelingshulp' te ger-
aan Oosteuropese landen. Vooral de VS, de Bondsrepubli y
Japan en Italië zijn er voorstanders van Polen en Hong/
te plaatsen op de lijst van ontwikkelingslanden van^
OESO, de Organisatie voor Economische Samenwerking^
Ontwikkeling. Het opnemen in deze zogenaamde 'DAC-1
betekent niet dat een land automatisch hulp krijgt. Maar 1
den die niét op de lijst voorkomen, ontvangen helemaal g
hulp.
^VAT de Derde Wereld vreest is duidelijk: zodra landerM
Polen en Hongarije op de DAC-lijst staan zal de aandï-
verschuiven van Afrika, Azie en Latijns-Amerika naar O,
Europa. Over het principe dat Oosteuropese landen in 3
merking komen voor westerse steun behoeft geen twijfë
bestaan. De vraag waar het om draait is echter of die stL.]
moet worden bekostigd uit 'ontwikkelingsgelden'. In feit
dat de vraag of armoede en niveau van ontwikkeling in 1
land als Polen vergelijkbaar is met dat in Burkina-Fa
Brazilië of de Filipijnen. Ofschoon er incidentele gevaj^
zullen voorkomen waarbij de armoede vergelijkbaar is, rig^
die vraag in het algemeen met een nadrukkelijk 'neen' \^a
den beantwoord. j
fo<
De meeste Oosteuropese landen pakken momenteel0^
draad van vrijheid en democratie op, sommige voor het ee j
andere opnieuw na een korte ervaring tussen beide werLQ,
oorlogen. Maar de bijna vijftig jaar van opeenvolgende Lg
derdrukking (nazi's en stalinisme) hebben de veel lan^
geschiedenis die deze landen met elkaar en met ons dc_
niet ongedaan kunnen maken. Bovendien is er in de vier|
cennia van communistische overheersing wel het nodige
de economische ontwikkeling gedaan. Niet genoeg en
niet op de juiste manier, zoals de betogers nu zo overduidf
laten weten. Maar er is wel degelijk geld in de ontwikke
van die landen gestoken.
ONZE relatie met de Derde Wereld hoe divers die tej
woordig ook is is van een totaal andere orde. Daar
het vooral om landen en bevolkingen waarvan vele eeuv
lang als kolonie door ons zijn en een groot aantal
steeds wordt uitgebuit. Wij, de westerse wereld, bep
de prijs van hun grondstoffen en verkopen ze vervolgen
dure eindprodukten die we er van maken. Ons EG-1;
bouwbeleid heeft verstrekkende gevolgen voor de boere
Derde-Wereldlanden. In de meer geïndustrialiseerde d
van de Derde Wereld zijn de verschillen tussen arm en
(inkomen, gezondheidszorg etc.) groter dan waar ook in |j
Oostblok. Zo zijn er tal van redenen aan te voeren waa
de Derde Wereld nooit gelijk kan worden gesteld me
Tweede Wereld.
ALS we dan al over hulp aan Oost-Europa spreken, zal
moeten gaan om inspanningen die aansluiten bij het onh r
kelingsniveau dat daar reeds is bereikt. Naast incident
voedselhulp voor een land als Polen, zal het moeten gaan
overdracht van industriële en agrarische know-how, on
daar reeds bestaande structuren aan te passen en te verb
ren. En er zullen vele tientallen miljarden guldens mee h
moeid zijn. Daar is niets op tegen, zolang die financiële»
spanning niet op één lijn wordt gezet met ontwikkeling
menwerking. ft
BlJ deze discussie is overigens ook onze geloofwaardig^
in het geding. Het moet voor landen in de Derde Wereld
terst pijnlijk zijn te zien hoe de westerse landen steeds hjT
bieden om hulp te geven aan Oost-Europa. Intussen blijft!
aantal landen dat internationale afspraken over de ho^_
van de 'echte' ontwikkelingshulp nakomt, op de vingers
één hand te tellen.
In eigen land worstelen verschillende ontwikkelingsorg?*
saties met de vraag of, en in hoeverre, zij moeten aanslul
in de rij van hulpverleners aan Oost-Europa. Grote te|*j
houdendheid lijkt hierbij op zijn plaats, en niet alleen v
wege het verschil in economische ontwikkeling en politi
bewustwording tussen de Tweede en Derde Wereld. JuisjE(
de discussie woedt over de 'kwaliteit' van de ontwikkelif
samenwerking komt het volstrekt ongeloofwaardig overm
ontwikkelingorganisaties zich zomaar op Oost-Europa stof."'
omdat de overheid er geld voor beschikbaar stelt. En P
verantwoorden zij die keuze tegenover hun partners ii^0
Derde Wereld met wie zij, naar eigen zeggen, zulke inteifee
ve banden hebben? er
ie;
HlERMEE is niet gezegd dat Nederlandse organisaties CÖe
Europa links moeten laten liggen. De gezamenlijke cultu!r*
geschiedenis is een basis om contacten verder aan te halel
te verdiepen. Daarbij kunnen onder meer universiteiten^
maatschappelijke organisaties (vakbonden en werkgeVjd;
een veel grotere rol spelen dan nu gebeurt. Maar pratenlh<
tekent nog niet dat er dan ogenblikkelijk geld over 1fe
moet.
De stormachtige ontwikkelingen in de wereld van de ap
lopen maanden zouden meer recht worden gedaan, alfaj
eerst eens grondig wordt nagedacht over de nieuwe veJnj
ling van de wereld in politieke en economische machtsbhd
ken. Over wat armoede en (onder)ontwikkeling is. Als
decennia ontwikkelingssamenwerking met de Derde WeFJ
iets hebben geleerd, dan is het dat we moeten uitkijken jL,
modieuze trends en grillen van politici. We zijn het aaiU'
mensen in 'Zuid' èn 'Oost' verplicht die fouten in elk g«Vi
niet te herhalen.
Brieven graag kort en duidelijk geschreven.
De redactie behoudt zich het recht voor ingezonC
stukken te bekorten
Deserteur
De media moeten oppassen dat
de aandacht die momenteel
wordt besteed aan de Zuidafri-
kaanse deserteur Mervyn Ma-
lan niet al te zeer een vergoe
lijkend karakter draagt. Malan
mag dan tot inkeer zijn geko
men, hetgeen verheugend is,
feit blijft dat hij lid van de
Special Forces was. Daarmee
is hij medeschuldig aan de
gruweldaden waarvan hij nu
verhaalt. De man is daaij"
te vergelijken met een oorl
misdadiger en indien wL-
overwogen hem asiel te va
nen moet daarmee rekel
worden gehouden. Hoe nij
het ook is dat hij een bc
open doet over de Special f
ces, de man is niet vrij te j
ten, lijkt me, temeer daar)
inkeer pas tegen het einde!
zijn dienstverband kwam.
J.G. de Bruin,
DEN HAAG.