Historisch beeld van Pim Muiier verre van volledig voetballerlei PORTPIONIER MANOEUVREERDE TUSSEN IDEAAL EN WERKELIJKHEID Tenue QeidóaQowiant ZATERDAG 9 DECEMBER 1989 PAGINA 19 '""jlfram Wuttke in de ban Jerlan ireetf&ERLA UTERN FC Kaiserslautern heeft ?r\viis{ram Wuttke in de ban gedaan. De 27-jarige ienvelder mag wel nog trainen bij de club, J heel wordt niet meer opgesteld in het eerste 1. De viervoudige international kwam dit deelden alleen in het nieuws door zijn escapades wijs >n de lijnen. Enige tijd geleden werd hij >omie\ je clubleiding berispt voor enkele nachte uitspattingen. Wolfram Wuttke. Dragan Stojkovic naar Marseille MARSEILLE De Joegoslavische international Dragan Stojko vic tekende woensdagavond na afloop van de UEFA-Cupwed- strijd FC Köln-Rode Ster Belgrado een contract van twee jaar, met een optie voor nog een seizoen, voor Olympique Marseille. Met de transfer van de 24-jarige Stojkovic is een bedrag van ruim zestien miljoen gulden gemoeid. Wembley wellicht heilige grond af LONDEN De kans is groot dat de heilige grond van Wembley voor de komende voetbalgeneratie slechts een „tempel" wordt die ze alleen uit de geschiedenisboeken kennen. Het Londense stadion is eigendom van een stichting die naast de gebruikelijke huursom 25 procent van de recette eist. Dat loopt aardig in de papieren, vandaar dat de Engelse bond nu plannen ontwerpt voor de bouw van een eigen stadion. Het stadsbestuur van Bir mingham heeft al ingespeeld op die gedachte en gratis grond aangeboden. Dynamo Berlin bevoordeeld OOST-BERLIJN Dynamo Berlin wordt wellicht het slachtof fer van de hervormingen in de DDR. Secretaris Spitzner van de Oostduitse voetbalbond heeft gezegd dat de meervoudige natio nale kampioen is bevoordeeld door de arbiters op bevel van Mielke, de afgezette baas van de Stasi, de staatsveiligheidsdienst. Dynamo is de club van de Stasi en wordt door de Berlijners de schandaalclub genoemd. Kendall trainer Manchester City MANCHESTER Het bestuur van Manchester City heeft Ho ward Kendall aangesteld als trainer. De nieuwe technische lei der tekende bij de hekkesluiter van de eerste divisie een con tract voor drie jaar. Eind vorige maand werd Mei Machin bij Manchester City ontslagen vanwege zijn slechte relatie met de supporters van de club, waarmee hij vorig seizoen naar de hoog ste afdeling was gepromoveerd. Kendall werd vorige maand bij de Spaanse club Atletico Bilbao op straat gezet. HAAG Pim Mu- (1865-1954) ging de hiedenis in als grond- £r van de (sinds giste- honderd jaar oude rt 21|nklijke Nederlandse n Hojbalbond en initiatief- ,«9«er tot zowat alle ten in Nederland. Dat irisch beeld is aller- }t onjuist, maar er ont- (kt nog wel het een en jr aan. Zo zullen maar ligen beseffen dat die- Ie Muiier ervoor pleit- e later zo omstreden je-ordonnantie in Ne- jnds Indië te handha- In zijn „Over de on- rerping /en ontwikke- van Sumatra in ver- I met enige vraag- ken van den dag" uit liet Muiier wat dat ?ft weinig onduide- eid bestaan. Dat het ar »n voor de zijde van i ha|oloniale planters niet S,eneest humane positie kende, heeft Jan Bre- y5te in „Koelies, planters ve oloniale politiek" wel Vell%lijk gemaakt. haa! betook de inspanningen van iterrjr - eens hoofdredacteur larvie Deli-courant - op spor- :ie ebied hebben te lijden ge nder het gebrek aan wer- interesse. Muiier was - ad - nauw betrokken oprichting van de B in 1889, een gewaar- - I bestuurslid van talloze ionden en zelf een uiter- fanatiek sporter. Maar Igegeven dat hij daarbij ïr keek dan alleen de en heldere idealen voor had, heeft de tand des »iet overleefd. het toch merkwaardig d met de figuur Muiier. is zijn leven kreeg hij scheiding na onderschei en noemden velen hem zend „Pa Pimmy". Maar hij zijn laatste rustplaats revonden op de Haagse afplaats aan de Kerkhof- was het ook onmiddellijk iet oog uit het hart". Zo en atletiekvereniging in em (de stad waar Muiier maakte) in de viering ijn honderdste geboorte- en goede reden om Mu il nationaal niveau eer te _ien. Het comité ontwierp iraai programma, maar op het laatste moment van de plannen, simpel- imdat niemand voldoen- |d ter beschikking wilde ^-ïtatie Witmarsum geboren zelf zou zijn huidige e reputatie nog het aan het hart zijn gegaan. jWillem Johan Herman T - door zijn vader alleen genoemd wanneer hij awaad had uitgehaald, was het altijd „Pim" - iet alleen een man vol f, maar ook ijdel tot en 'oen het Algemeen Han- id eens zijn gen'ealogi- m^iaspeuringen onder de cht wilde brengen, stond - stukje te lezen dat Mu- Weliswaar een koppige, \Jt toch vooral bescheiden -p-tnoest worden genoemd, jn z'n familiaire navor- weinig aandacht wilde ten. Met die nederigheid et echter alleszins mee. rigineel van dat krante- )t valt in het Algemeen rchief nog terug te vin- n het blijkt geschreven Muiier zelf. dertigers ■.jak pet was in geen geval ijdelheid, die Muiier tot ïbitieuze plannen in de •ereld aanzette. De man 1879 de eerste voetbal- nenh Nederland (HFC) van •nd hielp, wilde met z'n 1 dCPingen tal van idealen Een lijken. Wat dat be- 'alt er een treffende ge- p met de idealen van de gers te ontdekken. Waar j_ traditionele klimaat in land probeerden te door- i dank zij tal van literai- jesterwerken, probeerde d en de heersende bedaard- onver te halen, met be- 'an de sport. is de wraak van ons WIJ •inaars, tegen uw middel- leid en uw domme beschreef Lodewijk Dleyssel zijn afkeer over ratuur van de voorgaan- leratie. Muiier uitte zich, e opkomst van de sport 1. in soortgelijke bewoor- J- Hij trok ten strijde te- ^^en microbe die bij ons te lande voorgoed zijn tenten schijnt te hebben opgeslagen, namelijk de deftigheid. Ik ken geen deftiger mensen dan Ne derlanders. Zij zijn deftiger, intrinsiek deftiger, dan Oos tenrijkers en Engelsen, en me nig oankdirecteur of notaris vindt dat het hem niet aangaat „als een gek achter die ballen aan te hollen", beschreef hij in „Eigen Haard" een ontwikke ling die vergelijkbaar was met zoveel andere landen. De overeenkomst tussen Mu iier en Tachtigers was overi- gens niet alleen van theoreti sche aard. Muiier ontmoette in de Haarlemse Koekamp, één van de eerste terreinen in Ne derland waarop jongens tegen een bal trapten, bekende schrijvers als Frederik van Eeden, Herman Gorter en Ro land Holst. Hij rekende deze Tachtigers tot z'n „intieme Haarlemsche vrienden" en wisselde ideeën met hen uit. Wel moet daarbij worden aan getekend dat de eerste schre den die Muiier zette op het ge bied van sport slechts voor weinigen waren weggelegd. De HFC'ers die Muiier om zich heen wist te verzamelen, behoorden tot de gegoede stand in Haarlem. Dat blijkt ook wel uit de voorname posi ties die de mede-oprichters van die voetbalclub in Haar lem later bereikten. Ze wer den griffier, directeur, notaris, makelaar in effecten en medi- Een groot deel van de Haar lemse bevolking had simpel weg geen tijd en geld om zich met het ontluikende sportle ven bezig te houden. Op het moment dat mr. Tjepke Mu iier, de vader van Pim, in 1867 voor 22.000 gulden met zijn fa milie z'n intrek nam, in een Pim Muiier op 20-jarige leef tijd: „Ik ken geen deftiger mensen dan Nederlanders". FOTO: ARCHIEF HFC statig pand aan de Haarlemse Nieuwe Gracht, leefde de helft van zijn 30.000 medeburgers min of meer van de bedeling, terwijl arbeid (een weekloon van tien gulden was al heel wat) slecht werd betaald. Maar de familie Muiier had voldoende geld, zodat Pim sa men met andere leerlingen van het gymnasium in Haar lem, zich op de sport kon toe leggen. Muiier, wiens „han delsmerk" was dat hij al op jeugdige leeftijd kaal was ge worden, ontleende zijn ideeën om het heersende ideaal van bedaardheid te doorbreken voornamelijk aan Engeland; het land waar vele aspecten van moderne sportbeoefening voor het eerst verschenen. In het voorwoord van een boekje over cricket, dat Muiier in 1897 schreef, vertelde hij dat het werkje voornamelijk was gebaseerd op Engelse litera tuur. Ook de vele tekeningen die Muiier op papier zette, lie ten een Engelse stijl zien. Hij baseerde ze op schetsen in het blad „Punch". Bovendien bracht Muiier op het St. Leo nards College in Engeland een Toen hij nog in leven was, vroeg men Muiier regelmatig ter representatie. Zoals hier, om de aftrap te nemen bij een jubileumwedstrijd. Maar later was het „uit het oog uit het hart". FOTO: ARCHIEF HFC Muiier hield aan zijn actieve sportleven een ruime hoeveelheid medailles over. Onder meer drie elfstedentochtkruizen en een medaille ter herinnering aan de eerste cross country loop in 1878. Ze worden bewaard in het gemeente-archief van Haarlem. FOTO: ARCHIEF HFC deel van zijn studietijd (1883) door. De sportpionier deed in Engeland daarom veel ideeën op. Hij speelde er rugby, zag voetbal, hockey, lawn tennis en gebruikte deze ervaringen om de Haarlemse jeugd en thousiast, te maken voor deze sporten. Sportbeoefening betekende voor Muiier, die in 1923 trouwde met zijn achternicht Louise Haitsma Muiier en z'n naam bij voorkeur als „Mui- jee" liet uitspreken, niettemin meer dan alleen een remedie tegen het bestaande bedaard heids-ideaal. Het vormde niet louter een reactie en het zich afzetten tegen iets, nee, actief sporten en de organisatie daar van diende ook als beweging met een duidelijk doel. Voor Muiier kon sport een belang rijke bijdrage leveren aan de opvoeding. In een artikel over een in 1892 gehouden sport- tentoonstelling te Schevenin- gen omschreef Muiier de gees telijke en lichamelijke vor ming die door sport kon wor den bereikt tot in de details. Volgens de auteur leerde de jeugd in sportwedstrijden het behouden van de nodige kalm te om vlug en goed te hande len temidden van een veelheid aan mogelijkheden, wat ook in het dagelijks leven van pas komt. Bovendien doet sport veel goed aan het moreel van de jeugd, die anders toch maar de dagen zou slijten met roken of het nuttigen van drank, zo meende Muiier. Maar ook het leger kon profiteren van de opvoedende waarde die sport in zich had. Na een opsom ming van de kwaliteiten die door voetbal worden ontwik keld, stelde Muiier: „Wij zijn een handelend en landbou wend volk, wij moeten de bo vengenoemde eigenschappen aankweeken, willen wij ons blijven handhaven in den wedloop met andere volken. De Nederlandsche voetbal bond levert aan het leger tal van lichamelijke gezonde, weerstand bezittende, energie ke jongelingen". Wat dat be treft pasten de idealen van Muiier volledig bij het heer sende nationalisme van rond de eeuwwisseling. Voor Muiier was het vanzelfsprekend dat hij zijn ideeën over sport in dienst stelde van het eigen land, het nationalisme. Dat bleef overigens niet bij slechts een theoretisch pleidooi, zoals we nog zullen zien. Iedereen Slechts weinigen konden zich aan het einde van de 19e eeuw met sport inlaten. Pas in 1874 werd loonarbeid voor kinde ren beneden de twaalf jaar verboden. En het was in 1889 een hele stap vooruit dat voor vrouwen en kinderen van twaalf tot zestien jaar de ar beidsduur werd beperkt tot elf uur per dag. Pas in 1919 kwam de acht-urige werkdag tot stand. Het was daarom niet verwonderlijk dat eerst na 1900 mensen uit lagere sociale klassen zelf sportverenigingen oprichtten en pas toen de eli taire sporters uit de 19e eeuw zich ernstig zorgen gingen ma ken over de sterk groeiende deelname van arbeiders. Pim Muiier zag die uitbreiding van de sport tot nationaal ver schijnsel, beoefend door alle sociale klassen, tevreden aan. En die opvatting was zeker niet vanzelfsprekend. Vanaf het moment dat arbeiders zich in toenemende mate gingen interesseren voor sport werd er tegen volksdeelname gea geerd. Zo waren de elitaire voetballers van weleer be vreesd voor spelverruwing die zou ontstaan, hetgeen er onder meer toe leidde dat aparte volksvoetbalbonden tot stand kwamen. Muiier koos in deze felle strijd aan het begin van deze eeuw geen partij. Als hij al een voorkeur had, dan was dat voor een man van goede komaf een opmerkelijke posi tie. Muiier merkte over het voetbal in een interview (1935) op: „Als ideaal heb ik mij steeds gesteld, dat zij een spel voor ons volk zou worden". Cosmopolitisme Pim Muiier was er de man niet naar om vanaf de kant te blijven toekijken of de idealen die hij zich had gesteld, van zelf tot stand zouden komen. Om de werkelijkheid enigszins te laten overeenstemmen met zijn ideeën, spande hij zich vanaf 1879 (oprichting HFC) ook daadwerkelijk in. Hij ver vulde een belangrijke rol in de ontwikkeling die kan worden aangeduid met de term „cos mopolitisme". Het betekende dat lokale verscheidenheid op het gebied van sport langza merhand plaats ging maken voor nationale uniformiteit wat betreft organisatie en re glementering. De bijdrage van Muiier aan deze organisatie vorming kan op z'n minst be langrijk worden genoemd. Met name voetbal, atletiek, schaat sen, hockey, cricket, kaatsen en tennis heeft hij in deze ont wikkeling gestimuleerd. In 1889 richtte Muiier de Neder landsche Atletiek- en Voetbal bond (NAVB) op, terwijl hij la ter de andere sporten terzijde stond. Ook was hij in 1908 se cretaris van de Nederlandsche Bond voor Lichamelijke Op voeding, die (tevergeefs) was bedoeld als een overkoepelen de federatie voor de sportbon- "den. In het oprichtingsjaar van de NAVB droeg hij ook door het stichten van „Het Sport blad" bij tot de verspreiding van de sport. NAVB Het was ook in zijn functie als redacteur van dit sportblad dat Muiier, die met de pen razend vaardig was en twintig jaar lang onder het pseudoniem Pim Pernel ludieke bijdragen leverde aan „Het Vaderland", de aanzet gaf tot de NAVB. In die bond waren oorspronkelijk atletiek en voetbal verenigd, vooral omdat Muiier meende dat atletiek de ideale basis was voor voetbal. Zoals die opvat ting ook nu nog een punt van discussie zou zijn - hoeveel voetballers roepen bij het lo pen van een verplicht rondje niet uit „Hé, we zitten niet op een atletiekclub"? - vormde de combinatie van meet af aan een weinig gelukkige samen- De drie sportboeken die Muiier tussen 1892 en 1897 schreef. Prijs per deeltje 2,50, keurig gebonden en uitgegeven bij De Erven Loosjes te Haarlem. FOTO: ARCHIEF HFC voeging. De atletiek moest er in 1895 dus aan geloven en werd uit de NAVB verbannen, vooral omdat diverse atletiek wedstrijden een fors nadelig saldo voor de bondskas had den opgeleverd. Muiier wist zich te laten strik ken als eerste voorzitter van de NAVB (1889-1892) en ver vulde die functie ook in 1897. In dat laatste geval werd hij binnengehaald zoals Joop van der Reijden onlangs bij Feye- noord; als een „nood-bestuur der" bij uitstek. Op dat mo ment was in het bondsbestuur grote onenigheid ontstaan over de toepassing van de regle menten en dat leidde tot het ontslag van vijf bestuursleden, onder wie de voorzitter. Mu iier wist als interim-voorzitter de zaken weer op het juiste spoor te krijgen, zoals hij dat in 1919 nog eens voor elkaar kreeg. Het „cosmopolitisme" bleek ook uit functies op ander gebied die Muiier vervulde. Hij was voorzitter van de Cric ketbond (1891-1892), de nieu we Atletiekbond (1892) en van de internationale schaatsenrij dersunie (IEV) van 1892-1895. Boekjes Muiier droeg er door het schrijven van „Wintersport", „Athletiek en voetbal" en „Cricket" toe bij dat deze sporten bekend raakten. De boekjes behoorden tot de eer ste standaardwerken over sport in Nederland. Muiier, die eigenlijk in de NAVB alle sporten had willen verzame len, waagde in 1908 een nieu we poging. Hij introduceerde de Nederlandsche Bond voor Lichamelijke Opvoeding (NBLO), die een overkoepe lende federatie voor de inmid dels tot stand gekomen sport bonden moest worden. Die po ging slaagde pas later dank zij het Nederlandsch Olympisch Comité, maar Muiier kreeg het als secretaris van de NBLO wél voor elkaar dat er vier daagse afstandsmarsen - nu nog bekend als de „Nijmeegse wandelvierdaagse" - tot stand kwamen en propageerde in het leger de 12- en 24-uurs- marsen. Ook richtte hij zich in die functie tot de Frieschen IJsbond en had daarmee een daadwerkelijk aandeel in de eerste georganiseerde Elfste dentocht anno 1909. Muiier zelf was tevens een ge waardeerd sporter. Hij hield er een memorabele hoeveelheid medailles aan over, die zich nu nog bevindt in het gemeente archief van Haarlem. Muiier hield alles nauwgezet bij. In zijn groene sportdagboek no teerde hij prestaties in voetbal, cricket, tennis, ijshockey, schaatsen, wielrennen en atle tiek. Hij speelde zelfs twee maal mee in het „bondselftal" - zoals het Nederlands voetbal elftal tot 1905 heette - van de NVB. Ook schaatste hij in 1890 op eigen initiatief een elfste dentocht, waarvan de tijd (12 uur en 55 minuten) jarenlang als record bleef gelden, omdat Muiier zo slim was geweest alle doorkomsten nauwgezet bij te houden. Grenzen Tussen idealen en werkelijk heid lagen voor Muiier de grenzen, die zijn tegenstanders bepaalden. De onstuitbare op komst van sportbeoefening be tekende aan het eind van de 19e eeuw een regelrechte be dreiging voor de gymnastiek; het vak dat op de scholen een vooraanstaande positie had weten te veroveren. Het tijd schrift van het gymnastiek- verbond omschreef in 1888 sportclubs dan ook als „een kanker voor de degelijke vor ming van de jeugd". Dat de jeugd zich steeds meer richtte op sport en zich steeds vaker onttrok aan de (naar hun me ning saaie) gymnastieklessen, dreigde de positie van gymle raren danig te verzwakken en zij namen dan ook alle moge lijke wapens ter hand om de sport als nutteloos en gevaar lijk af te schilderen. Ook art sen en autoriteiten vormden lange tijd een voor Muiier te nemen hindernis. Het staat vast dat de sportpionier om aan hun bezwaren tegemoet te komen („Sport, is nutteloos en schadelijk") naar de pen greep en juist het tegendeel beweer de. Zijn hierboven beschreven idealen moeten dan zeker óók in dét licht worden aan schouwd. Maar het pleit voor de pionier dat velen hun be zwaren tegen sport allengs achterwege lieten. Wat dat be treft waren de ideeën van Mu iier allerminst zonder inhoud en bepaalden zijn manoeuvres tussen ideaal en werkelijkheid dat de grens tenslotte moeilijk bleek te trekken. HENK RUIJL door Frank Werkman De fameuze, voormalige textielgigant uit het oosten van het land, die zich een kleine tien jaar geleden op de surfzeilmarkt begaf, dit afzetgebied gaandeweg zag opbollen maar ook weer inzakken heeft een nieuwe kansde sporttenues. Meer in het bijzonder door de tegenwoordig steeds meer in zwang rakende slidingbroek. Vooral naarmate de weersomstandigheden meer bar worden, vindt deze van royale stof gefabriceerde lange onderbroek gretig aftrek. Want één ding is zeker: zo'n on flatteus, onder het eigenlijke korte broekje uitstekend geval is misschien wel lekker warm, maar het is geen gezicht. Voetballers plachten zich gemiddeld al het minst aan te trekken van uniforme kledingsideeën. De over de short hangende shirtjes waren al legio en de afgezakte kousen, idem. Soms zijn in één team ook nog wel eens van verschillende mouwen, korte en lange, voorziene hemden te zien. Ook de buitenmodel broekjes, waarin Italianen zich nog wel eens lieten zien waren bepaald geen toonbeeld van elegance. Hierbij gold evenwel dat de kleur doorgaans uniform was en dat was al heel wat Wat er tegenwoordig over de velden paradeert is soms een visuele kwelling van de eerste orde. Van de week was zelfs een een benige voetballer in actie te zien. Een speler van FC Porto maakte het wel heel - - erg bont door zo'n ordinaire slidingbroek met slechts één pijp aan te trekken. Bij Napoli was er iemand die een wit exemplaar showde. Ik ben niet zo'n fan van uniformen. Heb er zelf nooit officieel één behoeven te dragen, gelukkig. Maar van professionele sporters mag je verwachten dat ze er coutureel een beetje appetijtelijk uitzien. Dat er op de amateurvelden doorlopend wordt gezondigd tegen uniforme tenues is tot daar aan toe. Sinds de individuele teamsponsors hun opwachting hebben gemaakt, bestaat het dat in één vereniging alle elftallen er anders uitzien. Dat is niet fraai, maar alia. Daar hoef ik niet naar te kijken. Maar het zooitje ongeregeld dat tegenwoordig door de stadions en over het televisiescherm dwarrelt is een aanfluiting. Ik ben het dan ook helemaal eens met Leo Beenhakker, die vorig seizoen bij Ajax de spelers verbood om zo'n belachelijke onderbroek aan te trekken. Als ik een avondje naar de schouwburg ga en ik betaal voor een toneelvoorstelling verwacht ik ook niet de dames en heren acteurs in overall en vrije- tijdskleding op het podium te zien staan. Voetballers verklaren dat die waanzinnige uitdossing helpt bij blessures, ze zelfs voorkomt. Maar dat verhaal komt mij net zo waarschijnlijk voor als de anekdote dat Sjaak Swart het slipje van zijn vrouw aantrok, omdat hij daarin beter voetbalde Puur bijgeloof, maar daar heb ik geen moeite mee. Zo lang ik maar niet wordt geplaagd door extravagant uitgedoste spelers, die als ik ze in actie zie eerder in hun bewegingen lijken te worden gehinderd dan geholpen door zo 'n textiele uitstulping. Voetballers beginnen zo langzamerhand overeenkomst te vertonen met veldrijders, die het bemodderde parkoers niet zelden betreden met een uitrusting die elke zichzelf respecterende sportkledingfabrikant het schaamrood naar de kaken jaagt. Met een oude trainingsbroek van schoonvader en een door moeder gebreide muts zien ze er uit als karikaturen van topsporters. Dat ook voetballers zich bij Siberische omstandigheden ietwat kleden op kou en ongemak is begrijpelijk en terecht. Ook handschoenen kunnen daarbij horen. Een panty eveneens. Maar zodra ik een voetballer op mijn netvlies krijg die een hoofddeksel draagt bekeer ik me subiet tot een andere kijk- hobby. Voetballers moeten maar eens een voorbeeld nemen aan schaatsers en skiers. Die zien er, ook in de meest polaire situatie altijd tip-top uit. Misschien moet de boven genoemde firma in textiel uit het oosten van het land zich eens wat nadrukkelijker met dit probleem gaan bezighouden. Ik zou het toejuichen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 19