Amsterdamse diakonie bedolven onder financiële hulpaanvragen Ceidóe SotvuW kerk wereld Vraagtekens bij het hiernamaals Ds. F.P. Stam krijgt prijs voor proefschrift Steeds grotere scholen...een grote vergissing? Schoolwijzer GEESTELIJK LEVEN/OPINIE CcidócSomant VRIJDAG 8 DECEMBER 1989 PAGINAIN Britse methodisten: armen dupe van beleid Thatcher LONDEN Opnieuw is het beleid van de regering Thatcher onder kerkelijke kritiek komen te staan. Na forse woorden onder andere anglicaanse woordvoerders heeft nu de synode van de methodisten zich gewend tot oud-me- thodiste Margaret Thatcher. De armen zijn van het beleid van de re- gering-Thatcher de dupe. Daarom moet de regering een reeks van maatregelen op het gebied van de huisvesting, de ge zondheidszorg en het onderwijs intrek ken en een beleid te ontwikkelen dat erop gericht is de armoede uit de Britse samenleving te bannen. Zo luidt de strekking van een brief die de huidige en vroegere voorzitter van de methodistische synode, dr. John Vincent en dr. Richard Jones hebben afgegeven bij Downingstreet 10, de ambtswoning van de Britse premier. De synodevoorzitters schreven hun brief, omdat Thatcher, methodistisch op gevoed maar nu lid van de anglicaanse kerk tot twee keer heeft geweigerd met een delegatie van de methodistische sy node te spreken over haar beleid. De achtergrond voor het verzoek om een gesprek was de „verontwaardiging" van de synode over „de verdeeldheid zaaien de gevolgen van het regeringsbeleid dat de rijkdom van de rijken doet toenemen ten koste van de armen". De twee synodevoorzitters schrijven dat „een natie niet rijk of geslaagd kan zijn, als sommigen in een „onderklasse" zijn vastgepind of zijn beroofd van de midde len om aan de samenleving een bijdrage te geven". Waarheid hoeft weinig woorden Dirk Camphuysen Zeker achtenveertig pro cent van de Nederlanders loochent een leven na de dood. Van hen behoort twaalf procent tot de meelevende kerkgangers. Zij menen, dat sterven 'gewoon' tot het leven be hoort. Deze cijfers van het Cen traal Planbureau worden aangehaald in het boek „Houdt het op met de dood?", dat is uitgebracht door diverse theologen en filosofen van de Vrije Universiteit in Amster dam en de Rijksuniversi teit in Utrecht. De meer derheid van hen conclu deert, dat het geloof in een hiernamaals wezen lijk hoort bij het christe lijk getuigenis. Het leven van Christus scharniert om zo te zeggen bij alle evangelisten om zijn opstanding uit de doden. Toch zijn er ook vanuit de bijbel wel vragen te beden ken. De Nieuwtestamenticus J. S. Vos haalt het bijbel boek Prediker aan om te la ten zien, dat het in de Heili ge Schrift allerminst koe- koekseenzang is. Er staat bij voorbeeld: „Beter een leven de hond dan een dode leeuw. Levenden weten ten minste nog dat ze doodgaan, maar doden weten helemaal niets meer. Ze hebben niets meer te verwachten, zelfs hun naam wordt vergeten". Vos concludeert: „Het blijft een zeer opvallend feno meen, dat zowel de Synago ge als de Kerk en wel in een tijd waarin een geheel andere visie op de verhou ding van leven en dood do minerend was geworden het boek Prediker canoniek hebben verklaard en zo deze sceptische levenswijsheid als goddelijke openbaring heb ben aanvaard". Andere geschriften geven een veel centralere plaats aan de bpstanding van de doden. Vos: „Het is de vraag, hoe je deze uiteenlo pende vormen van geloof in een eeuwig leven in het vroegere jodendom en chris tendom interpreteert. Zelf ben ik geneigd ze te zien als een symbolische taal: als aan een bepaalde cultuur gebon den uitingen van hoop en vrees". Op de vraag hoe het lichaam er na de opstanding uitziet, gaat de bundel ook in. L. J. van de Brom, gods- dienstfilosoof, haalt de Ame rikaanse auteur Martin Gardner aan, die een verge lijking trekt met een water golf: is deze nog dezelfde na een afstand van enige kilo meters afgelegd te hebben? Ja en nee. Zo is het ook met de continuteit van mensen door de dood heen. Van den Brom zelf ziet die continu teit in de relaties. Al die. re laties blijven anatomisch verborgen. Maar ze zijn er wel. In onze relatie met God is het even zo. „Houdt het op met de dood?" is een boek, geschre ven in begrijpelijke taal. De schrijvers die in het laat ste hoofdstuk ook met el kaar in discussie gaan kiezen overwegend voor de noodzaak van een opstan ding uit de doden, maar zij die dit dogma ontkennen, mogen niet verketterd wor den zeggen ze. Het mag geen breekpunt zijn. Dat is pasto raal te verantwoorden, maar hoe moeten we ons dat dan verder voorstellen? De op standing is toch een stutbalk van het geloof? Kan je maar zo een stutbalk wegnemen? Komt dan het hele huis niet naar beneden? KLAAS VAN DER KAMP A. W. Musschenga en H. M. Vroom (redactie), „Houdt het op met de dood?", Kok Kampen, prijs: 27,50. Nederlandse Hervormde Kerk Bedankt voor Leerdam H.O. Mole naar te Puttershoek. Gereformeerde Kerken Beroepen te Britsum drs.H.J. Meijer, kand. aldaar, die dit beroep heeft aangenomen. Beroepen te Bedum (Noord) i.c.m. Onderdendam mw. drs.E.J. Baarlink, kand. te Kampen, die dit beroep heeft aangenomen. HAAGSE SECRETARIS SEKERIS: SITUATIE BU ONS NIET ALARMEREND AMSTERDAM Het aantal uitkeringen van de diakonie van de Her vormde Gemeente Am sterdam aan mensen in financiële problemen is het afgelopen jaar „ont stellend toegenomen". De Amsterdamse centrale kerkeraad heeft deze „zorgwekkende ontwik keling" onlangs moeten constateren. In Den Haag en in Rotterdam is de si tuatie niet alarmerend. Wekelijks staan er ongeveer 70 Amsterdammers met een vraag om financiële onder steuning op de stoep van het diakonaal bureau. Vorig jaar waren dat er slechts 25, zo verduidelijkt stafmedewerk ster Irene van der Woude. Per week wordt voor 5 a 10.000 gulden uitgekeerd. Op de begroting voor dit jaar stond voor deze „handreikin gen" een bedrag van 120.000 gulden. Voor 1990 is dit bedrag ver dubbeld, maar ook dat zal niet genoeg zijn om tegemoet te komen aan de groeiende vraag van mensen met een uitkering, daklozen en zwer vers en vooral asielzoekers. „Het loopt gigantisch uit de klauwen", aldus Van der Woude. Zij hoopt dat het zo juist ingestelde noodfonds voor grote steden van de Ge nerale Diakonale Raad van de Nederlandse Hervormde Kerk uitkomst zal brengen. „Wij zijn hier niet op voorbe reid en dat willen we ook niet", zegt Van der Woude. Zij wijst erop dat de diakonie hier „oneigenlijk werk" ver richt, zeker waar het gaat om financiële ondersteuning van asielzoekers. Zolang de Ne derlandse overheid op dit punt echter een restrictief be leid blijft voeren en politici verzuimen een structurele op lossing te zoeken, kan de dia konie moeilijk anders. „Tegen mensen die verzuipen, kun je niet zeggen: verzuip maar". De hervormde diakonie geeft liever geen ruchtbaarheid aan haar financiële handreikin gen, omdat zij al jaren pleit voor een structureel, samen hangend beleid dat dit soort doekjes voor het bloeden moet voorkomen. „Het is zeker zo tegen Kerst heel makke lijk om op straat te gaan staan collecteren met een vieze arme zwerver naast je", zegt Van der Woude. „Maar dat willen we dus niet, wij zoeken naar gerechtigheid". De situatie in Den Haag is „niet echt alarmerend", zegt secretaris K. Sekeris van de hervormde diakonie in de Hofstad. Vorig jaar werd on geveer 130.000 gulden uitge keerd voor individuele finan ciële hulp en voor 1990 mag dat bedrag oplopen tot 145.000 gulden. „Er zijn wel meer vragen om hulp op ons afge komen" zegt Sekeris, maar hoeveel dat er precies zijn, is moeilijk te zeggen. Het verbaast Sekeris niet dat zijn collega's in Amsterdam zo'n enorme toeloop krijgen te verwerken. „Als je een diako naal spreekuur gaat houden, dan trek je vanzelf mensen Ook op het bureau in Den Haag „komen er wekelijks een paar langs", maar de dia konie voelt er volgens Sekeris niet voor om al te snel met de geldbuidel klaar te staan. Te meer daar de kans groot is dat de mensen komen uit „het circuit waar alle adressen van hulpinstanties worden uitge wisseld". In Rotterdam is het bedrag aan financiële uitkeringen de laatste jaren stabiel, omdat de hervormde diakonie daar en kele jaren geleden al het pla fond bereikte, zegt een mede werkster, wijzend op de voor trekkersrol van de Paulus- kerk. Aan asielzoekers wordt per jaar ongeveer 250.000 gul den uitgekeerd en daarnaast is er voor anderen ongeveer 50.000 gulden. Gedenkteken Joods weeshuis Gisteren is in Amsterdam een gedenkteken onthuld ter nagedachtenis aan de pupillen en verzorgers van de Nederlands- Israelitisch Jongensweeshuis (1943). De kinderen kwamen allen om in het kamp Sobibor. Het gedenkteken is een plaat in het plaveisel voor de ingang van de Stopera, waar tot 1977 het pand van het Jongensweeshuis stond. Op de foto: belangstellenden lezen de tekst op het gedenkteken in het plaveisel. FOTO: ANP LEIDSCHENDAM De Koninklijke Nederlandse Akademie van Weten schappen heeft de Johan de la Court-aanmoedi- gingsprijs toegekend aan de gereformeerdè predi kant dr. F.P. van Stam (46) te Leidschendam voor zijn proefschrift „The controversy over the Theology of Saumur, 1635-1650", waarop hij vorig jaar november aan de theologische faculteit van de Vrije Universiteit te Amsterdam promo veerde. De prijs, waaraan een geldbe drag van 10.000 gulden is ver bonden, wordt toegekend aan mensen die onbetaald onder zoek hebben verricht. Het proefschrift, dat onder begeleiding van de kerkhisto rici prof. dr. C. Augustijn en prof. dr. K.U. Gabler tot stand kwam, beschrijft de strijd die enkele decennia voor de Her roeping van het Edict van Nantes (1685) onder Franse protestantse theologen uit brak. Inzet was de predestina tieleer van Moyse Amyraut, hoogleraar aan de academie van Saumur. Het conflict trok ook buiten Frankrijk aan dacht omdat sommige com battanten een professoraat in het buitenland hadden, zoals André Rivet in Leiden. De studie van Vart Stam is vooral gebaseerd op corres pondenties en concentreert zich op de strategieën en tac tieken die bij het conflict ge volgd werden. Sovjetraad wil telling van aantal Oekraiens-Katholieken ROME De officiële raad voor godsdienstzaken in de Oekraï ne wil via een referendum achter het aantal Oekraiens-Katho lieken komen. Volgens het semi-officiële persbureau Novosti is de Raad voor godsdienstzaken bereid de Oekraiens-Katholieke Kerk te er kennen. Een week geleden kondigde de voorzitter van de raad aan dat de Oekraiens-Katholieke parochies zich kunnen laten registe ren. Volgens Radio Moskou was dit al een „legalisering door de plaatselijke autoriteiten" van de kerk die in 1946 door Stalin werd gedwongen op te gaan in de Russisch-Orthodoxe Kerk. De Oekraiens-Katholieke Kerk, die de orthodoxe liturgie viert maar de paus als hoofd van de kerk erkent, telt naar schatting vijf miljoen leden. Legalisering van deze ondergrondse kerk kwam vorige week ter sprake tijdens de ontmoeting tussen paus Johannes Paulus II en president Gorbatsjov van de Sov jetunie. Als later de geschiedenis van het Nederlandse onderwijs van de jaren tachtig en ne gentig wordt geschreven, wat zullen dan de belangrijkste ontwikkelingen blijken te zijn geweest? Er is veel veranderd, dat wel. Maar het zou wel eens zo kunnen zijn dat men vooral constateert, dat de scholen juist in die tijd steeds groter zijn geworden. Dat is een ontwikkeling, waar we middenin staan en daarom is het goed er af en toe bij stil te staan, of het goed is wat er gebeurt. „Schaalvergroting in het on derwijs is onontkoombaar", zei laatst een belangrijke ambtenaar van hét ministerie. Ik ben dan altijd geneigd om te zeggen: Onontkoombaar, waarom? We zijn er toch zelf bij? En als we het met zijn al len niet willen, dan gebeurt het toch niet? Welke vreemde krachten zijn hier anders in het spel? Het blijft dus belangrijk om de voor- en nadelen regelma tig op een rij te zetten. Maar, dat is niet zo eenvoudig, om dat er allerlei voorvragen zijn, die de te geven antwoorden onmiddellijk weer relative ren. Bijvoórbeeld: wat is een grote school en welk motief speelt een rol om een school een bepaalde grootte te geven. Bovendien verschilt het nogal wat of je het over het basison derwijs of over het middel baar beroepsonderwijs. Waarom? Eén van de belangrijkste re denen voor schaalvergroting kan zijn dat overheid de op heffingsnormen voor een be paald schooltype verhoogt. Als de Basisvorming doorgaat, moet een school minimaal 240 leerlingen hebben. Verder zijn velen van mening dat je voor die basisvorming grote brede scholengemeenschap pen nodig hebt. En dat leidt tot een flink aantal leerlin gen. Toch ontstaan er zo nog niet altijd erg grote scholen. In het eerste geval moet je aan onge veer 300 leerlingen genoeg hebben, in het tweede geval aan 800 a 1000. In het middel baar- en hoger beroepsonder wijs zijn er echter veel grotere instituten aan het ontstaan. Soms zelfs met meer dan 10.000 studenten. Het is maar al te duidelijk, dat de overheid schaalvergroting stimuleert. De belangrijkste argumenten die daarbij wor den gebruikt zijn vergroting van de bestuurskracht van een instituut, verbreding van het onderwijs-aanbod en fi nanciële besparingen. Maar de grote vraag is nog steeds, of al deze (en andere argumenten) kloppen. Het So ciaal en Cultureel Planbureau verricht in dezen een onder zoek, waarvan de uitkomsten volgend vooriaar openbaar worden gemaakt. Intussen is men op allerlei fronten druk bezig met niet zo maar één, maar met een door drs. K. de Jong Ozn. instelling is, waarbij hel niet om produkten maar gaat! zeer rigoureuze schaalvergro ting. En de overheid bevor dert die nog steeds door voor al financiële impulsen. Men is dus in feite met een enorm proces bezig, terwijl men nog helemaal niet zeker weet, of het wel goed is zo. Terwijl men bijvoorbeld ook nog niet weet, of er geen bovengren zen voor die schaalvergroting zijn. Een punt hierbij is ook dat er steeds wordt gesproken over een meer bedrijfsmatige aan pak van een schoolorganisa tie. Daarbij worden dan vaak modellen gebruikt ontleend aan de manier waarop een „economische onderneming, zijndë een naamloze vennoot schap" wordt bestuurd. Ter wijl een school toch een peda- Overheid De overheid mag natuurlijk altijd iets stimuleren, als ze dat nodig vindt. Maar ze dreigt hier toch in verschil lende opzichten over de schreef te gaan. 1. Als een school zich juist bo ven de opheffingsnorm be vindt en het verkiest om klein te blijven is het de wet telijke plicht van de overheid om voor voldoende bekosti ging te zorgen. Zij mag grote re scholen in deze niet be voordelen: dat is met twee maten meten! Bovendien geldt ook hier: bekostigings voorwaarden van de overheid dienen minimaal te zijn. 2. Gezien het bovenstaande, mag de overheid dus aan het bijzonder onderwijs ook niet een bepaalde bestuursvorm opleggen. Dat moet dat be stuur zelf bepalen. Eigenlijk is het zo, dat in het bijzonder onderwijs het bevoegd gezag bepaalt, hoe groot het vindt dat zijn school wordt (als men maar boven het minimum blijft!). Dus: eventuele schaal vergroting is in de eerste plaats een beslissing van de scholen zelf (en niet van de overheid). 3. Schaalvergroting en profi lering van het onderwijs naar richting staan haaks op el kaar. In een pluriforme sa menleving heb je eerder vele, en dan wat kleinere scholen nodig, dan van die grote, uni forme, grijs-wordende institu ten. Soms denk je wel eens, dat politici die het confessio neel onderwijs niet zo zien zitten, juist daarom zulke voorstanders van schaalver groting zijn(!) 4. Het meest bedenkelijke wat ik hier waarneem is behalve het fatalisme van de „onont koombaarheid" de geest die erachter schuil gaat. En die geest wordt steeds dui delijker: onderwijs is ook een bedrijf, dat moet produceren, het is één van de belangrijk ste pijlers van onze welvaart (Europa 1992, ook al zo econo misch!), en daar gaan we dus: grote scholen, perfect georga niseerd, efficiënt gerund, gefi nancierd naar het aantal ge slaagde leerlingen (afgelever de produkten). Scholen die de markt op moeten, met elkaar moeten concurreren. Men herkent het helemaal. „En de mensen dan?", vraagt iemand, „de mensen die alle maal anders zijn, die in de eerste plaats opgevoed, bege leid moeten worden om mens te zijn, van wie wij willen, dat zij „hun cultuuropdracht op persoonlijke wijze gestalte ge ven"? En wat met de zwakke leer lingen, die dat zakelijke effi ciënte tempo allemaal niet kunnen volgen, die om neigen te komen in de goed georgani seerde massa? Laten we voorzichtig zijn met die schaalvergroting, want anders zou het ook wel eens de grootste vergissing van deze jaren kunnen zijn. Scepsis gepast bij HDTV ORDT het leven rijker van HDTV (High Definition Tö vision)? Dat is nog maar de vraag. De instelling van een derlands HDTV-Platform onder aanvoering van beroepsvjft gaderaar André van der Louw suggereert dat wel, natuurljste De overheid, de omroepen, de industrie, ze zien het kenfcve lijk allemaal wel zitten om met behulp van veel geme^u^ schapsgeld de formule voor HDTV te ontwikkelen en nieuwe medium straks in onze huiskamers te deponeren.'ve I di iLNIGE scepsis lijkt echter gepast. Natuurlijk weten we dat in het verleden, toen de kleurentelevisie werd geïntroè- ceerd, ook stemmen opgingen die riepen dat kleur helemj niet nodig was, zwartwit was minstens zo mooi. Die stemm verstomden al snel, toen het publiek de kleurentelevisie- sneltreinvaart in het hart sloot (hoewel tegenwoordig zw« wit weer reuze artistiek schijnt te zijn J IETS vergelijkbaars zou zich ook met HDTV kunnen vot doen, je weet het maar nooit. Maar vooralsnog lijkt de mei waarde van deze technologie (een breder beeld, scherpt 'oplossing', digitale verfijning van bijvoorbeeld meertal] heid) de meerwaarde van de aanmaak niet te rechtvaart M gen. Hele studio-uitrustingen zijn ineens verouderd, repor,^ getreinen, decortechnieken, belichting - en dan hebben I het nog niet -eens over die prachtige kleurentoestellen n stereogeluid en teletekst die de consumenten net allemf hebben. De demonstratie met HDTV die gisteren werd gegeven r de oprichting van het Platform, geeft in elk geval voedl aan de hiervoor uitgedrukte scepsis. Want wat moeten I met het hoofd van Rob de Nijs in breedbeeld, terwijl het <j precies past op een 'ouderwets' beeldscherm? HDTV zal een prachtig medium blijken te zijn voor het vi tonen van evenementen op grote lokaties. Sport zal het gcM doen (vooral de mogelijkheid tot het laten zien van een flilP- groter deel van het voetbalveld 'lijkt aantrekkelijk), griPe; popconcerten, klassieke concerten, balletten. Maar de wefe' man in HDTV, of de Natte Neuzen Show in 'full digital slzo' reo', zitten we daarop te wachten? te Schengenakkoord onder vuur In een besloten zitting heeft de Tweede Kamer zware kfct tiek geuit op de tekst van het Akkoord van Schengen. Da; in liggen afspraken vastgelegd over meer samenwerki door de politie bij de bestrijding van terrorisme en drugsh, del, over meer bevoegdheden van opsporingsdiensten over een uniform geautomatiseerd opsporingsregister. E i, akkoord dat velen op het eerste gezicht zal aanspreken, maiite dat bij nader inzien van grote nadelige invloed kan zijn op fP* rechten van de individuele burger. PlKANT detail bij het overleg tussen Kamer en regerrtge§ was dat een van de felle critici van het akkoord, oud-kame^1' lid Kosto van de PvdA, nu als staatssecretaris van justitie {T acht werd het te verdedigen. Maar hij en zijn collega-staal secretaris Dankert (buitenlandse zaken) konden na aflol niet anders concluderen dan dat de - negatieve - stemmii in de'kamercommissie in de ministerraad zou worden uit gewogen. Volgende week, na het Europees beraad van 4 weekeinde, moet de regering beslissen of het akkoord kk worden ondertekend. IjJ De kamerleden kunnen over verdragsteksten niet onde[ handelen. Er is slechts de keuze tussen aanvaarden en vel J werpen. Maar verwerpen van een akkoord waarover sin( 1985 is onderhandeld tussen vijf van de oudste EG-landetTll de Benelux, Frankrijk en West-Duitsland, zou de integral van de vijf ernstig vertragen en een negatieve invloed heP ben op de gebeurtenissen in het magische jaar 1992, wanner1' de binnengrenzen van het Europa van de Twaalf zoudflfr moeten verdwijnen. r Desondanks kan het kabinet niet om de kritiek uit af Kamer heen. De vorige minister van justitie, Korthals Alt« c had al eens laten doorschemeren dat op fundamentele pu(]jj ten overeenstemming tussen de vijf landen ontbrak. Het ropees Parlement - overigens geen partij in het akkoord jnt had aanbevolen niet te tekenen. Inmiddels is ook vanuit <iwi advocatuur en vanuit juridisch-wetenschappelijke kring e^j lawine van bezwaren tegen het akkoord geuit: wat bedoeld! als een verdrag ter bevordering van het vrije verkeer vrr personen en goederen, is een akkoord geworden dat de w voegdheden van de politie flink verruimt maar de rechtam< van de burgers ingrijpend beknot. Daarbij komt dat de Kogl mer op de geheime onderhandelingen geen vat heeft geha[lg< slechts incidenteel is de Kamer vanuit het kabinet geïnfoj meerd. De betrokken kamerleden kregen de tekst pas het ak gelopen weekeinde onder ogen. CONCREET richt zich de kritiek op de aantasting van d rechten van vluchtelingen, op het ondergraven van de intej nationaal gewaardeerde Nederlandse drugsaanpak en op d 1 bescherming van de privacy. De volkenrechtdeskundig prof. H. Meijers voorziet dat de Schengen-landen hun plicjLJ tot bescherming van een vluchteling zullen verzaken dod hem het recht te ontnemen met valse papieren te vluchta en zelf het land van zijn toevlucht te kiezen. De privacy-b» scherming komt op de tocht te staan doordat de centraÜj computer van het Schengen Informatie Systeem SIS een i£ni der tot over de grenzen kan achtervolgen van wie de politfon( hpt vermoeden heeft dat hij zich schuldig heeft gemaakt aarisi een strafbaar feit of zich daaraan schuldig zou kunnen mins ken. Dit is in strijd met onze rechtsbeginselen. In het arro koord is op dit punt ook geen bescherming ingebouwd en hl gevaar van misbruik is daardoor niet denkbeeldig. in NEDERLAND zal door 'Schengen' veel moeten inleven van wat mag worden beschouwd als belangrijke rechten ,g€ vrijheden. Er zullen veel controlemogelijkheden wegvalli ne en zelfs de verwachting van een flinke economische win [lei door een vrijer verkeer van goederen is niet hoog gespanneft De toekomst van het 'Europa van de burgers' vereist djg aan het akkoord zal worden gesleuteld. Veranderingen zif zelfs voorwaarde voor goedkeuring door de Kamer; de CDÏÏ woordvoerder had het over een 'conditio sine qua non'. Er i niets anders op dan de ondertekening uit te stellen tot er etf betere tekst beschikbaar is. Liever dan het verdrag na ondef tekening alsnog door de Kamer te laten verwerpen. De onderhandelaars van de regering kunnen er lering ui trekken. Nederland en dus Europa zijn niet gediend van on derhandelingen zonder tijdige parlementaire inspraak en n<j minder van een verdrag dat leidt tot aantasting van de con trole op overheidsorganen. Dan zou er slechts wantrouwt overblijven, een wankele basis voor de eenheid van ons coil

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 2