Beeld van lijden onder een dictatuur „Bibelebontse berg" belicht kinderboek als literair genre Van fata morgana tot bureaucratie Relaas van een gebroken leven Michelle Shocked slaat andere weg in BOEKEN/PLATEN £eidóc@outfnit VRIJDAG 1 DECEMBER 1989 PAGINA 16 BRIEVEN UIT DE GEVANGENIS VAN VACLAV HAVEL Véclav Haval: „Brievan aan Olga" Overdenkingen uit de gevangenis. Uitgever Fontein. Prijs 9,90. Nu in Tsjechoslowakije de ont wikkelingen elkaar razendsnel opvolgen en er met kleine, maar kennelijk definitieve, stappen voorwaarts, aange stuurd wordt op een nieuw, menselijker staatsbestel, staan de hoofdpersonenen van het eerste uur Alexander Dubceck en Véclav Havel in het mid delpunt van de belangstelling. Havel, een van de voorman nen van Charta '77, de vrij heidsbeweging van Tsjechi sche schrijvers en intellectue len, verbleef lang in gevange nissen, maar was niet mond dood te krijgen, ondanks ziek te en terreur. Hij is nu 53 jaar oud en verbleef van juni 1979 tot februari 1983 in de gevan genis. Later weer. Maar over die eerste periode gaat zijn boek „Brieven aan Olga", dat in Nederlandse vertaling bij Fontein opnieuw verscheen. Een hoogst aktueel boek, ook al gaat het om een periode van zes of meer jaar geleden. Het boek verscheen drie jaar gele den al bij de Prom, is nu her drukt wegens de aktualiteit er- De eerste brief in dit boek da teert van november 1979. Ha- vel is gearresteerd na wat ge harrewar met het slot op de voordeur van zijn woning in Praag. De oude sleutel paste opeens niet meer. „Dit kwam omdat dezelfde ochtend het slot al een keer verwisseld was. Ze hebben me uitgelegd dat de veiligheidspolitie ver moedde dat ik thuis was maar niet opendeed daarom drongen zij binnen en toen ze mij niet aantroffen, lieten ze een ander slot aanbrengen dat later tijdens de huiszoeking opnieuw werd verwisseld. Ik was niet thuis omdat ik door de stad zwierf en van de vrij heid genoot alsof ik ver moedde dat ik haar weldra zou verliezen. Ze vonden me toen tijdens een volgend bezoek. Ik heb me daarbij op een manier uitgelaten die niet bij mijn rus tige karakter past, maar ik kon niets grappigers beden- Banale dingen als de hevige pijn van zijn aambeien zowel als verslagen over zijn gevecht tegen psychische kwellingen komen in de brieven aan zijn vrouw voor. Havel analyseert steeds weer wat hij doormaakt en dat krijgt langzamerhand een dwangmatig karakter. An dere zaken zijn kennelijk niet te schrijven, vanwege censuur. De privé-problemen zijn ech ter daardoor wel een beeld van het lijden onder een dicta tuur en een systeem dat het krachtige en positieve van mensen probeert stuk te ma ken en plat te walsen. In dat opzicht in „Brieven aan Olga" een onthullend geschrift. JAN VERSTAPPEN Vaclav Havel „Rembrandt heeft nooit gevoetbald" Nico Scheepmaker: „Rembrandt heeft nooit gevoetbald, voetbalver halen". Uitgeverij Anthoa. Prijs 19,50. In de stroom van sportboeken die kort voor de feestdagen de markt overspoelt, komt Nico Scheepmakers „Rembrandt heeft nooit gevoetbald" na drukkelijk bovendrijven. De columnist/dichter verwoordt zijn passie voor de voetbal sport op 262 lezenswaardige pagina's. Uitgeverij Anthos zag, waarschijnlijk terecht, brood in een bundeling van een tachtigtal van de meest boeiende columns die Scheep maker in de afgelopen 35 jaar schreef. Dat met het uitgeven van deze collectie werd gewacht tot het jaar waarin de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond (KNVB) honderd jaar bestaat, zadelt Scheepmaker op met de verdenking dat hij zich bezig houdt met „commercie" en dat is nou uitgerekend het kleinste hoofdstuk van zijn boek. Het lijvige boekwerk begint met een omslachtige, maar interes sante beantwoording van een aantal „voetbalvragen" van natuurliefhebber auteur Maarten 't Hart en is vervol gens ingedeeld in elf voet balrubrieken. Temeer omdat de chronologische volgorde niet meer te achterhalen was, zijn de columns van Scheep maker verdeeld over de on derwerpen: het spel, de spelre gels, de spelers, de trainers, de arbitrage, de pers, dromen van voetbal, de historie, de com mercie, „van alles en nog wat" en het vandalisme. „Rem brandt heeft nooit gevoetbald" had in de ogen van de auteur eigenlijk de toevoeging '„Arme Rembrandt" moeten krijgen. Maar met het oog op de ver koopcijfers werd gekozen voor de subtitel „Voetbalverhalen". Opvallend aan die verhalen is dat de duik in het verleden, die de nostalgische tekening op het kaft doet vermoeden, beperkt blijft tot een klein sprongetje. Nico's „Scheeps- boek" behandelt vele actuele onderwerpen: van de heden daagse „klassebakken" tot en met de clubpas. Aan FC Den Haag - Ajax (aan het begin van dit voetbalseizoen de test case voor het inmiddels mis lukte experimentmet de club pas) besteedt Scheepmaker zelfs anderhalve pagina. En dat is dan ook zo ongeveer het enige waarmee voetballiefheb bers uit het toch roemrijke Den Haag het in „Rembrandt heeft nooit gevoetbald" het moeten stellen. Ook lezers uit de noordelijke en oostelijke provincies zullen niet meteen worden gegrepen door regio nale betrokkenheid. Maar wie door Scheepmakers voorkeur voor Ajax, PSV en FC Utrecht „heenleest", heeft aan deze bloemlezing beslist geen mis koop. ROB LANGEVELD „De hele Bibelebontse berg" is een uitgave van Querido. Het kost tot 1 januari 95,-,daarna 125,-. Het kinderboek mag naar het oordeel van dr. Anne de Vries in vergelijking met „grote mensen literatuur" weinig aandacht krijgen in kranten, op de boekenmarkt zijn er in betrekkelijk korte tijd twee belangrijke publicaties ver schenen. In de eerste plaats is er zijn ei gen proefschrift: „Wat heten goede kinderboeken" (1989) waarin hij opvattingen over kinderliteratuur sinds 1880 be kijkt. En sinds deze week ligt in de boekwinkel: „De hele Bi belebontse Berg", de geschie denis van het kinderboek in Nederland en Vlaanderen vanaf de middeleeuwen. Het is natuurlijk een preten tieuze titel: „dé geschiedenis", maar ze is in ieder geval rede lijk overeenkomstig de om vang (ruim 700 bladzijden). Duidelijk is ook dat het boek enorm veel (onbekend) mate riaal bijeeen heeft gebracht. Met name de hoofdstukken over de "oudste kinderlitera tuur zijn bijzonder interessant; die van de achttiende en ne gentiende eeuw is betrekkelijk bekender, onder andere door het werk van Lea Dasberg en Anne de Vries. „De hele Bibelebontse Berg" is geschreven door maar liefst zestien auteurs. Al die ver schillende mensen, van wie een aantal eendrachtig samen werkte, zorgen voor een diver siteit in benadering en stijl al kan worden vastgesteld dat de eindredakteuren Netti Heime- riks en Willem van Toorn veel eenheidsbevorderend werk hebben gedaan. In dit signalement van het Kinderprent uit 1693, gedrukt door Gijsbert de Groot, boekver koper te Amsterdam en een belangrijk uitgever van kinderpren ten. Illustratie uit „De hele Bibelebontse berg". boek moet voorts worden ge wezen op de psychologische betekenis ervan: het is voor het eerst dat kinderlectuur als literair genre wordt gezien en niet meer (uitsluitend) als deel van de opvoedende lectuur. En daarmee is datgene wat kinderen lezen verheven in de stand van de volwassenen-lec- Op het punt van de literaire beschouwing wreekt zich trou wens wel een beetje het grote aantal auteurs. Steeds moet de lezer als het ware wennen aan het referentiekader van de au teur. De bijdrage van Kees Fens bijvoorbeeld heeft een andere sfeer dan die van, al weer bijvoorbeeld, Aukje Hol- trop. En natuurlijk zijn er inhoude lijke discussies mogelijk. Om maar bij de twintigste eeuw te blijven: is er niet méér te zeg gen over opvattingen over de levensechte kinderboeken en hoort niet een naam als die van dr. C.J. Schuurman een plaats te hebben in het hoofd stuk over sprookjes? En waar zijn de zeer populaire boeken van Kees de Korte gebleven, diens prentenboeken over bij belse verhalen voor geestelijk gehandicapten en kinderen? Trouwens, het trefwoord kin derbijbel komt niet voor in het register; de boeken met bijbel verhalen van Karei Eykman evenmin. „Het gezicht" Terecht wordt aandacht be steed aan onderwerpen als „het gezicht van het kinder boek" en aan „het kinderboek in de reclame". Heel terecht ook is er aandacht voor het kinderboek in Vlaanderen. Merkwaardig is het daarom dat er geen aandacht wordt gegeven aan Friese kinderlite ratuur. Juist de laatste decen nia gebeurt er heel wat op dat terrein en het is een gemiste kans om dit ook uit taalcultu reel oogpunt interessante as pect van de Nederlandse cul tuur te „vergeten". Merkwaardig is voorts dat in de bijdragen over de twintigste eeuw het hoofdstuk onderwijs of pedagogiek ontbreekt. Juist over een tijdperk waarin groepslezen, niveau-lezen, technisch lezen en allerlei an dere lees-begrippen in het on derwijs een belangrijke rol gaan spelen, zou een beschou wing over school-lectuur die bij al die vormen van lezen worden gebruikt op z'n plaats zijn. Tenslotte: het boek is z'n ze venhonderd bladzijden meer dan waard. ALBI KOOPS Lijvig naslag werk over gezondheid van vrouwen „H«t Groot Gezondheidtboek voor de Vrouw". Auteurs: drs. W. Braam en anderen. Uitgever: La Rivière Voorhoeve, Kampen. Prijs 39,90. Drie medewerkers van het weekblad Libelle hebben een naslagwerk samengesteld over de gezondheid van de vrouw. In het 590 pagina's tellende boek wordt uitgebreid inge gaan op allerlei gezondheid sproblemen van vrouwen. Er is echter niet alleen gekozen voor de medische, maar ook voor een psychologische in valshoek. Daardoor komen ook onderwerpen als relaties, seksualiteit, voortplanting en incest aan de orde. De opzet van „Het Groot Li- belle Gezondheids Boek voor de Vrouw" doet sterk denken aan de succesvolle boekjes reeks van Libelle „100 vragen over...". Per onderwerp wordt de vraag- en antwoordvorm gehanteerd. Daarbij wordt naast de medische vaktermen ook gebruik gemaakt van de benamingen die in het dage lijks spraakgebruik voorko men. Om het opzoeken te ver gemakkelijken zijn de onder werpen alfabetisch gerang schikt op trefwoord. De tekst is zo geschreven dat deze per onderwerp als één doorlopend geheel kan worden gelezen. Maar het is ook mogelijk ge richt het antwoord op een be paalde vraag te zoeken. De auteurs zijn voor trouwe Libelle-lezers goede bekenden. De artsen Wiebe Braam en Bert Klaassen geven regelma tig adviezen in de vragenru- briek van het weekblad, even als de psychologe Willeke Be- zemer, die we ook kennen van de tv-serie „In Therapie". De illustraties in het gezondheids- boek zijn van de hand van Bart Oost. CLARISSE BUMA Anne Delbóe: „Camille Claudel, een vrouw". Uitgave De Geus. Prijs ƒ49,50. De treurige, indringende en raadselachtige geschiedenis van een vrouw die een rol speelde in het Franse kunstle ven in de tweede helft van de vorige eeuw, Camille Claudel, is te boek gesteld door Anne Delbée. Een biografe die niets heeft nagelaten om de tragiek en de pracht van het leven van haar historische heldin gestalte te geven. Een uitzon derlijk leven, waarvan de bio grafie nu in het Nederlands is vertaald. De film naar dit boek draaide enige tijd gele den in de bioscoop. Het boek ligt nog steeds bij de boekhan del, als een prachtig gedenkte ken voor een vrouw in een wereld die raadsels oproept. Camille Claudel was de zuster van de schrijver Paul Claudel. Toen ze zeventien was (ze werd geboren in 1864), wilde ze beeldhouwer worden en dat was natuurlijk in de burgerlij ke wereld van die tijd nogal schokkend. Een tweetal jaren later ontmoette ze de grote beeldhouwer Auguste Rodin, die al gauw meer werd dan haar leraar. Hun relatie kwam na vijftien jaar tot een einde. Camille leek uitgeleefd. Ze kon het leven niet meer aan en kwam terecht in een ge sticht. Daar verbleef ze dertig jaar. In 1943 stierf ze er. Onttakeling In de biografie van Anne Del- bee zijn teksten en tekeninge tjes in de oorspronkelijke ver sie uit die periode opgenomen. Hartverscheurend. Het proces van de onttakeling wordt daar in markante details beschre ven. Zoals de passage oVer een rozenkrans, die zij haar moe der stuurde, maar waarvan zij één kraaltje overhield: „Een minuscuul beeldhouwwerkje dat ze in haar handpalm ver warmd houdt: haar hart aan de wereld ontfutseld". Rodin wil niets meer met haar te ma ken hebben, terwijl haar iden titeitscrisis duidelijk alles met hem te maken heeft. Wie maakte haar beelden? Deed zii dat zelf of was het de hand van Rodin? Debussy, de com ponist, reikt haar nog een ge willige en hulpzame hand, maar dat is niet voldoende. De onmacht om het leven te be grijpen en te beheersen is te groot geworden. Een prachtig boek, ondanks de kracht door van een vrouw heeft. Het is te veel en het alle somberheid. Want op een die stukloopt tegen van alles wordt steeds meer te veel. of andere manier klinkt steeds wat zij niet in haar macht JAN VERSTAPPEN Isabelle Adjani als Camille Claudel aan het werk in de gelijknami ge film. Naast haar Gérard Depardieu die de rol van beeldhouwer Auguste Rodin speelt. OONCORDE RLM Texaanse Michelle Shocked verrastte vorig jaar met haar tweede album „Short Sharp Shocked", een felle muzika le aanklacht tegen de poli tiek van haar geboorteland. Daarmee heeft ze kennelijk zoveel losgemaakt, dat het nu weer tijd is om andere wegen te bewandelen. Op de haar laatste album „Captain Swing" schakelt ze moeite loos over op, de titel zegt het al, swing. Op jazz in soorten en maten. Slechts af en toe, zoals in het lieve, Suzanne Vega-achtige „Looks Like Mona Lisa" komt ze, muzi kaal gezien, nog even "terug op haar vorige liefde. Opval lend is dat Michelle zich met haar stem probleemloos lijkt te hebben ingesteld op de overschakeling van country- en folkachtige pop naar luchtige jazz. De subtiele ar rangementen van producer Pete Anderson doen de rest. Alleen jammer dat de ed Michelle Shocked Lee Clayton Van country roc- ben we de laatste ker en voormalig jaren weinig of straaljagerpiloot niets meer verno- Lee Clayton heb- men. De zanger- /gitarist uit Nash ville maakt dat plotsklaps ruim schoots goed met de werkelijk schitterende cd „Another Night", een meer dan boeiende weerga ve van een con cert dat Clayton vorig najaar met vier jonge Noorse muzikanten gaf in Oslo. „Another Night" bevat een aantal van Clay ton's beste stuk ken, die dankzij de pakkende bij dragen van solo gitarist Tore Elga- roy een kippevel- uitwerking krij gen, die Clayton op zijn bepaald niet slechte stu dioplaten nauwe lijks wist te be werkstelligen. Vooral in „Indus try" haalt de gita rist alles uit de kast, maar ook de overige zeven nummers zijn al lesbehalve verve lend. Clayton doet hier erg den ken aan Bob Dy lan's sterke perio de in de tweede helft van de zesti ger jaren en dat maakt „Another Night" tot ver plichte kost voor alle Dylan-fans. J.J. Cale Zes jaar geleden bracht de schuwe J.J. Cale zijn laatste album uit. Ziin laid-back gi taarstijl had hem, zeker na dat Eric Clapton met zijn „After Midnight" en „Coca- iie" hits scoorde, de nodige erkenning opgeleverd, maar na acht albums bleek er wei nig vooruitgang meer te be speuren. Integendeel, eigen lijk is zijn debuut „Natural ly" uit '72 nog steeds zijn meesterwerk. Zijn plotseling come-back via „Travel-Log" verandert daar helaas weinig aan. Het is leuk dat Cale weer in ons midden is, maar het lijkt als of de tijd al die jaren heeft stilgestaan. Natuurlijk staan er een paar alleraardigste nummers op, „Disadvanta ge" bijvoorbeeld en zeker „New Orleans", maar het overgrote deel klinkt alsof we het eerder hebben ge hoord. En eigenlijk is dat ook zo. GERT MEIJER Zuid-ltalië: ,Een gebied, waar nog geruchten uit het echte leven kunnen worden opgevangen, waar we kunnen zien, hoe onze voorouders leefden" FOTO: SP Wat trekt Nederlanders zo aan in Italië? Is het contrast van het kleurrijke, chaotische zui den en het grijze, geordende noorden zó boeiend? Of zijn het de vele cultuurlagen die in Italië te vinden zijn en in ons land ontbreken? Verschillende Nederlandse auteurs hebben in „Het Italiëgevoel" gepro beerd uit te leggen, wat hun Italië-gevoel inhoudt en hoe zij dit beleven. Veel mensen centreren hun Italiëgevoel op Rome. Zo ook Hella Haasse in haar verhaal „Kleine reismozaïek". Van de stad, waar cultuuruitingen uit vele eeuwen broederlijk naast elkaar staan, had zij een ide aalbeeld gevormd: één groot monument van cultuur. Maar dit beeld valt in duigen als ze er voor het eerst komt en de huizenzee ziet, waar je vaak moeizaam moet zoeken naar de beroemde gebouwen, ge denktekens en ruïnes. Haasse realiseert zich dat de antieke Latijnse wereld van Rome net zo onherroepelijk is verdwe nen als Atlantis: „Men komt tot de ontdekking, dat het Rome van de Baedecker en van de kunstgeschiedenis niet bestaat. Dat is een fata morga na, een schijnstad Voor Bertus Aafjes is Rome de va derstad van zijn dichterschap. Na een opleiding aan het semi narie vertrekt hij in 1936 te voet naar Rome. Daar was hij „zwerver tussen zuilen en ruï nes". Rome is voor hem de toetssteen van idealen, van een knapendroom. Dagtaak Het Italiëgevoel wordt in het boek niet alleen benaderd vanuit de liefde voor de klas sieke oudheid en de kunst. In een verhaal van Oek de Jong komen leuke facetten uit het dagelijks leven aan de orde. Zo duidt hij als een echte Italiaan een pakje sigaretten van het Italiaanse merk MS als „Morte Subito" (onmiddellijke dood) aan. Het gebrekkig functione ren van het overheidsapparaat wordt beschreven door Geer- ten Meijsing. In 1979 verhuis de hij definitief naar Italië, waar hij het overheidsapparaat als vijandig begon te ervaren. „Het is bijna een dagtaak een Italiaans ingezetene te zijn, door het vergaren van docu menten en attesten, stempels en zegels, nummerplaten §n persoonsbewijzen", schrijft hij. Triest Frans Denissen laat de hoofd persoon uit het verhaal „Café Triëst" niet in Italië, maar thuis het Italië-gevoel .beleven. „Dat was zo gekomen: een tekst die hij over Italië zou schrijven wilde aan zijn werk tafel met uitzicht op de kerk toren in Vlaamse baksteengo- tiek maar niet op papier ko men". Op een geestige manier, beschrijft Denissen, hoe de hoofpersoon vervolgens op zoek gaat naar een café dat hem in Italiaanse sferen zal brengen. In een telefoonboek zoekt hij café's met Italiaanse namen op. Café Roma, Firenze en Tivoli worden bij een nade re inspectie afgekeurd. Uitein delijk komt hij terecht in café Triëste, genoemd naar de ge lijknamige plaats aan de Itali aanse Adriatische kust. Het café lijkt in niets op een door snee Italiaans café. De kaste lein zelf heeft geen notie van het bestaan van de Italiaanse stad Triëste: hij spreekt de naam uit als „triest". Maar het verlangen naar Italië wordt zo groot, dat de schrijver de juiste sfeer heeft gevonden om zijn verhaal te schrijven. Oergevoel Bij de presentatie van het boek werd kritisch opgemerkt dat geen onderscheid wordt ge maakt tussen een Noord- en een Zuid-Italië-gevoel. Er is nogal wat verschil tussen het noorden en het zuiden: tegen over het geïndustrialiseerde, Europese Noorden, met Milaan als middelpunt, staat als ana chronisme Zuid-ltalië. „Een gebied, waar nog geruchten uit het echte leven kunnen wor den opgevangen, waar we kunnen zien, hoe onze voor ouders leefden", aldus een van de aanwezigen. Dat gevoel wordt goed vertaald door de broers Taviani, die de film „Kaos" maakten naar aanlei ding van verhalen van Luigi Pirandello. Behalve de verhalen, die ove rigens niet allemaal nieuw zijn, worden door Dina Aristo- demo de indrukken die Itali aanse schrijvers over Neder land opdeden op een rijtje ge zet. De bundel is verschenen naar aanleiding van het hon derdjarig bestaan van de Itali aanse culturele vereniging „Dante Alighieri", waaraan dan ook een verhaal is gewijd. CHRIST A VAN DER HOFF

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 16