De vlucht door het Tortilla Gordijn 1 final Ie MILJOENEN ILLEGALEN OVERSTROMEN AMERIKA £eidóc6ou/icmt ZATERDAG 25 NOVEMBER 19 89 PAGINA 28 EL PASO - In het kantoor van de Border Patrol in de Texaanse grensstad El Paso bevinden zich twee vertrekken die nog het meeste op kooien lijken. In de eerste kooi verblijven die dag dertig vrouwen van alle leeftijden. In de tweede kooi zitten ongeveer evenveel man nen. De mannen en vrouwen - allemaal Mexicanen - zijn kort tevoren door de Border Patrol gegrepen toen ze probeer den illegaal de Mexicaans-Amerikaanse grens over te steken. Ze zijn vervolgens naar dit kantoor gebracht om te worden verhoord. Het kantoor ligt vlakbij de brug over de Rio Grande, die de grens tussen Amerika en Mexico vormt. Over enkele uren zullen ze, via het ijzeren draaipoortje op de brug, hun terugtocht naar Mexico moeten aanvaarden. Velen van hen zullen die dag echter nog een tweede en mogelijk een derde poging wa gen om Amenka binnen te komen. De mannen en vrouwen die verschrikt, teleurgesteld, maar ook gelaten door het traliewerk van de kooien naar de dienst doende agenten van de Border Patrol staren, maken deel uit van een van de grootste problemen waarmee de Vere nigde Staten op dit ogenblik worstelen: dat van de illegale grensoverschrijdin gen. Hun aanwezigheid in de kooien van El Paso is illustratief voor de lotgevallen van de 800.000 mensen die jaarlijks bij de grens worden opgepakt bij hun pogin gen illegaal de VS binnen te komen. Ten minste evenveel illegalen - vorig jaar waren het er om en nabij de 950.000 - slagen er intussen wel in de grens over te komen zonder gegrepen te worden. Deze gigantische mensenmassa, voornamelijk afkomstig uit Mexico, maar ook uit La tijns-Amerikaanse landen, kan bij aan komst in de VS niet veel meer doen dan onderduiken in een ondergronds econo misch circuit dat hen slechts onderbeta ling. rechtstreekse uitbuiting, onbe schermde arbeid, geen enkele sociale voorziening en de meest schrijnende vormen van kinderarbeid oplevert. Douglas Mosier, woordvoerder van de Border Patrol in El Paso - de ongeveer vierduizend manschappen tellende grensbewakingsdienst - zegt: „We noe men deze mensen vaak economische vluchtelingen. Want dat zijn ze in feite. Als een Mexicaan al werk heeft, verdient hij hooguit twintig dollar per week. In Amerika kan hij zonder moeite twintig dollar per dag maken. Ze vluchten weg uit armoede en uitzichtloosheid en vor men hier een probleem van ongekende proporties". Miljoenen Ofschoon de Amerikaanse immigratie dienst de indruk heeft dat de stroom ille galen enigszins is ingedamd, spreken de cijfers nog steeds een schokkende taal. Art, Moreno van deze dienst in El Paso zegt dat in 1986 1.615.855 'economische vluchtelingen' aan de Amerikaanse gren zen zijn gepakt. In dat jaar was de pak kans ongeveer een op drie. Dat wil zeg gen dat dat jaar ten minste twee miljoen illegalen erin slaagden Amerika binnen te komen. „In 1986 werd een nieuwe immigratiewet van kracht. Die bepaalde dat alle mensén die vóór 1982 de VS waren binnengekomen, mochten blijven, mits ze werk hadden. Alle anderen moesten terug naar het land van her komst. Hoeveel mensen echt zijn terug gegaan weten we niet", zegt Moreno. In 1987 werden ruim 1.122.000 illegalen gepakt. In 1988 waren het er nog 940.000. Hoewel de cijfers voor 1989 nog niet bekend zijn, mag aangenomen worden dat het aantal even groot is als vorig jaar. Door de nieuwe immigratie- wet mochten ongeveer 2,4 miljoen Mexicanen en Zuidamerikanen in de VS blijven. Aangenomen wordt dat tussen de vijf en zeven miljoen mensen nog steeds illegaal in Amerika verblijven. Dat aantal groeit nog steeds. Vooral in El Paso heeft het probleem dramatische vormen aangenomen. De 650.000 inwoners tellende stad ligt aan de Rio Grande, de rivier die de grens met Mexico vormt. Aan de overkant van de rivier bevindt zich de Mexicaan se stad Ciudad Juarez die anderhalf mil joen inwoners telt. Aan de Amerikaanse kant van de rivier staat een tien kilome ter lang hek. Dat is daar tien jaar gele den geplaatst om de toen al tienduizen den mensen tegen te houden die jaarlijks door de ondiepe, niet meer dan vijftien meter brede rivier waadden. In de volks mond heeft dat hek de naam 'Tortilla Gordijn' gekregen, vernoemd naar een typisch Mexicaans gerecht. „Het gordijn markeert het begin van een ander, een veel armer Amerika. Het markeert in feite een geheel andere we reld, een wereld waar armoede, politiek geweld en corruptie de gewone bestand delen van het dagelijks leven vormen", zegt een inwoner van El Paso. Aan de Amerikaanse kant van het hek bevindt zich een soort niemandsland van rom melige woonwijken, verlaten fabrieken, braakliggende terreinen, onbestemde bouwvallen en onafzienbare spoorweg emplacementen. Zowel het hek als dat niemandsland worden met infraroodkij- kers en televisiecamera's in de gaten ge houden. Twee gigantische en zeer zwaar bewaakte bruggen verbinden El Paso en Juarez om het legale grensverkeer te ver werken. Mazen Walter Blackwell, het plaatsvervangend hoofd van de Border Patrol in El Paso zegt: „Alleen al in ons district - dat ove rigens een grensgebied van vijfhonderd kilometer bestrijkt - werden in 1986 312.892 mensen gegrepen. Vorig jaar waren dat er nog 182.566. De nieuwe wet werkt blijkbaar, maar dat wil nog niet zeggen dat we het probleem volledig onder controle hebben". Volgens Black- - well worden in zijn district maandelijks ongeveer 17.000 illegalen gegrepen. En de nieuwe wet ten spijt is de pakkans nog steeds een op twee. Zodat er maan delijks dus 17.000 mensen door de ma zen van Blackwells net glippen. Als we later met een van de agenten van de Border Patrol op weg gaan, wordt de omvang van het probleem duidelijk. Overal langs de rivier staan mensen ge reed om de sprong te wagen naar een 'beter' leven. Ze hebben hun tassen met voedsel en bundels kleren alvast langs de waterkant gezet. Ergens aan de Mexicaanse kant van de rivier zitten zeven mannen in het gras. Een achtste man zwaait opgewekt met een halfvolle bierfles in de richting van onze patrouillewagen. In het modder- kleurige water liggen een paar opgebla zen tractorbanden die voor de overtocht worden gebruikt. De officier die ons be geleidt: „De man met de bierfles is de 'pusher'. Hij zet de mensen voor een paar dollar over. Die kerel werkt gewoon op basis van 'niet-goed-geld-terug'. Als wij straks die zeven mannen grijpen - en dat zit er dik in - dan brengen we ze naar ons kantoor bij de brug. Blijkt daar dat ze voor de eerste keer de grens overkwamen, dan sturen we ze na een kort antecendentenonderzoek gewoon terug. De kans is groot dat ze een uur la ter weer bij diezelfde pusher zitten. Die zet ze dan een tweede keer over, maar nu gratis omdat de eerste poging is mis lukt". Blackwell legt uit dat illegalen die voor de tweede keer worden gepakt er minder goed afkomen. Die worden voor langere tijd vastgehouden en een tweede illegale grensoverschrijding wordt bovendien als een misdrijf gezien. Na een voorgelei ding worden ook zij teruggestuurd. Bij een derde overschrijding kunnen ze dan een fikse straf oplopen. Grimmiger Blackwell: „Tot voor enkele jaren had den we met heel aardige, vredelievende mensen te doen. Nu hebben zich veel drugssmokkelaars onder de illegalen ge voegd. Dat maakt het werk een stuk ge vaarlijker. Als we vroeger uitgeputte en hongerige mensen in de woestijnen bui ten de stad pakten, kregen ze het eten en drinken dat eigenlijk voor onze mannen was bedoeld. Maar de situatie is nu veel grimmiger". Gezin De bestuurder van de patrouillewagen stopt enkele keren bij het vol gaten zit tende 'Tortilla Gordijn' om een praatje te maken met de groepjes mannen en vrouwen die schrap staan om de sprong te wagen. Hij zegt: „Hier bij het hek doen we niets. Pas als ze zich echt naar onze kant begeven, grijpen we in. Nee, er wordt nooit geschoten. Als we iemand de grens over zien gaan die we net niet kunnen pakken, dan leggen we ons daar bij neer". Op onze tocht langs het hek zien we een man in paniek terughollen naar een van 'de openingen. Hij zit later uitgeput en zwaar hijgend langs de waterkant en kijkt angstig onze kant uit. Verderop rent een man voor onze patrouillewagen langs en verdwijnt in het niemandsland. Op de plaats waar het hek ophoudt is een gezin bezig door de Rio Grande te waden. De vader draagt een meisje van een jaar of vier op zijn arm. De moeder houdt twee andere, tot hun middel in het water staande kinderen vast. Bij onze komst blijven ze bewegingloos in het water staan. Op de vraag waarom die mensen niet meteen worden gepakt, antwoordt de of ficier grijnzend: „Zie je die mannen op de andere oever? Zie je die hopen stenen die ze naast zich hebben liggen? Zodra ik die mensen arresteer, word ik met ste nen bekogeld en waarschijnlijk doodge gooid. Dus laten we die mensen maar gewoon de oversteek wagen. Hier aan onze kant staan onze mannen gereed om die arme duvels op te pakken". Kan de officier dan niet de hulp inroepen van zijn Mexicaanse collega's? „Dat zou in de praktijk kunnen. Maar geloof het of niet: daarvoor moeten we dan naar een telefooncel en een internationaal gesprek De stroom illegalen die proberen de VS binnen te komen is afgenomen. Maar nu melden zich steeds meer Zuidamerikanen bij de grens die om politiek asiel vragen. aanvragen. En zelfs als we dat zouden doen, dan gebeurt er nog niets", zegt hij schouderophalend. Even later staan we bij de gapende, manshoge openingen van het overigens kurkdroge rioolsysteem van El Paso. De officier: „Veel mensen vluchten dit riool in en komen in de stad weer naar boven. Wat ze niet weten is dat wij de plekken waar ze tevoorschijn komen op ons duimpje kennen". Blackwell maakt gewag van een opmer- kelijke verschuiving in de aanpak van het illegaliteitsprobleem. „Sinds de in voering van de nieuwe immigratiewet maken we niet alleen jacht op de illega len, maar ook op hun Amerikaanse werkgevers. Want een werkgever mag krachtens die wet geen niet-geregistreer- de buitenlanders meer in dienst hebben. Met andere woorden, we gaan niet al leen achter de buitenlanders, maar ook achter onze eigen Amerikaanse mensen aan", aldus Blackwell. Art Moreno van de immigratiedienst be vestigt dat. „Vorig jaar hebben we hier in El Paso voor meer dan 350.000 dollar boete gegeven aan werkgevers die de wet overtraden". Asielzoekers De immigratiewet mag de stroom van il- legalen dan enigszins hebben ingedamd, inmiddels heeft zich een nieuwe stroom vluchtelingen aangediend. Steeds meer vluchtelingen uit landen als El Salvador, Guatemala, Honduras en Nicaragua melden zich nu bij de grens en vragen politiek asiel aan. Ze zeggen dat zij in ei gen land door doodseskaders, guerrilla troepen, opstandelingen, geheime dien sten of regeringslegers op de huid wor den gezeten, wat trouwens vaak het ge val is. Dat verplicht de Amerikaanse au toriteiten ten minste de asielaanvragen in behandeling te nemen. Tijdens de be handeling daarvan mogen de vluchtelin gen niet worden weggestuurd. Delia Gomez is directrice van 'Las Ame ricas' een door de Amerikaanse kerken gefinancierd vluchtelingenproject in El Paso dat de asielzoekers de helpende hand biedt. Zij zegt: „Het is bijna onmo gelijk asiel in de VS te krijgen. De proce dure duurt bovendien veel te laDg en de mensen raken in de maanden waarin over hun lot wordt beslist totaal ont moedigd. Sommigen duiken onder in de illegaliteit. Anderen gaan ten einde raad terug naar hun land. En de mensen die de moed hebben het resultaat van hun aanvraag af te wachten, staat meestal de enorme teleurstelling van een officiële afwijzing te wachten". Delia Gomèz wijst op een nog pijnlijker probleem: de twee maten waarmee de Amerikaanse politiek meet. „De VS on derhoudt bijvoorbeeld met El Salvador zeer vriendschappelijke betrekkingen. Dat betekent dat Washington zeer terug houdend is met het verlenen van asiel aan Salvadoranen. Maar Amerika heeft daarentegen uiterst slechte betrekkingen met Nicaragua en kan daarom mensen die zeggen voor het Sandinistisch regime op de vlucht te zijn, bijna niet weige ren". Zo werden vorig jaar 3822 asiel aanvragen van Salvadoranen geweigerd. Slechts 110 politieke vluchtelingen uit dat land werden in de VS toegelaten. In tussen werd aan 2786 Nicaraguanen wel asiel verleend. „En dan te bedenken dat de politieke terreur in El Salvador waar schijnlijk veel groter is dan in Nicara gua", aldus Delia Gomez. Opvang In het Innunciation House, een even* eens door de kerken op de been gehou den opvangcentrum voor vluchtelingen in El Paso, denkt men ook weinig posi tief over de harde houding van de Ame rikaanse autoriteiten. Een jonge vrouw die zich niet anders dan als 'Helen' be kend wil maken, leidt ons door het enigszins bouwvallige pand. In de ver trekken zitten ongeveer veertig zwijgza- me mannen, vrouwen en kinderen op af- geleefd meubilair. Op de stapelbedden in de slaapzaal liggen hun schaarse bezittin gen. „Wij zijn hier jaren geleden begonnen met het opvangen van daklozen. Maar we stuitten al spoedig op de illegalen die zich in El Paso nauwelijks kunnen hand- j haven. We weten dat het opvangen van illegalen onwettige is. Wat dat betreft le ven we dag-in-dag-uit in een uiterst moeilijke situatie. Bovendien kunnen il legalen die hier verblijven het huis niet uit. Zodra ze op straat komen lopen ze i kans te worden gearresteerd. We concen treren ons nu veel meer op de politieke1 vluchtelingen. We vangen ze op zolang hun asielaanvraag loopt, we proberen ze moed te geven en te helpen", zegt Helen. De leider van het huis, dat door katho lieke vrijwilligers wordt geleid, is 'Ru ben'. Hij zegt dat zij onzichtbaar hun werk proberen te doen en daarom de pu bliciteit ook niet zoeken. „Op de een of; andere manier slagen we erin de touw tjes aan elkaar te knopen. De autoritei ten erkennen ons stilzwijgend. En ons devies is dat we helpen waar hulp nodig is". Ruben zegt overigens dat de kerken veel .meer zouden kunnen doen als het om het probleem van de illegalen en de vluchtelingen gaat. „Vooral hier in het grensgebied zijn we in de loop van de ja ren volkomen ongevoelig geworden voor wat er gaande is. We kennen het pro bleem, maar steken geen hand uit". Bij het grensstation onder de brug stopt een van zware tralies voorziene wagen van de Border Patrol. Een familie met vijf kinderen stapt uit en wordt naar de 'kooien' geleid. Binnen, in een aardedon ker vertrek, houdt een officier acht mo- nitors in de gaten die beelden laten zien van het Tortilla Gordijn. Op een van de monitors zijn twee mannen te zien die schijnbaar achteloos in de richting van de stad lopen. De officier herkent hen als illegalen en geeft bevelen via de ra dio. Als het tweetal even later wordt ge pakt, kijken de op de monitor zichtbare voorbijgangers niet op of om. JO WIJNEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 28