De opkomst van een supermacht
Shell verlegt
zwaartepunt
investering
van Europa
naar
Zuidoost-
Azië
£eidóC0otvtont
Shell verlegt de komende jaren het
zwaartepunt van zijn investeringen van
Europa naar Zuidoost-Azië. Daarbij
gaat het om miljarden guldens van één
van de grootste bedrijven ter wereld. Dat
geeft duidelijk aan waar het komend
decennium de grootste economische
ontwikkelingen te verwachten zijn.
Zuidoost-Azië is hard op weg een
nieuwe supermacht te worden.
En Europa houdt de adem in.
ZATERDAG 18 NOVEMBER 1989
De drijvende markt in Bangkok, een geliefde plek voor toeristen, die een belangrijke bron
vormen voor de groei van de Thaise economie. FOTO: PR
Coöridinator Bart Bekker voor de nog smeulende resten van een stukje tropisch woud op Sa
rawak, waar Shell is begonnen met de bouw van een uniek project waar de enorme gasreserve
van Malaysia wordt omgezet in schone diesel en vliegtuigbrandstof. FOTO: DICK HOFLAND
KUALA LUMPUR - Als iets de
jaren negentig zal kenmerken, is
het wel dat de bestaande ideeën
over het begrip 'macht' zullen
moeten worden herzien. De koude
oorlog behoort tot het verleden en
met het scheuren van het ijs veran
dert de positie van de schotsen.
Het aanzien van de wereld zal
ingrijpend veranderen, nieuwe
machten zullen opkomen en oude
machten zullen mogelijk verdwij
nen. Niet langer zullen landen of
continenten hun kracht alleen kun
nen afmeten aan wapens en leger,
maar vooral aan hun economie. En
de grote vraag in dit deel van de
wereld is: hoe zal de Europese Ge
meenschap of - in breder perspec
tief - het materieel verzadigde
Westen uit die economische slag te
voorschijn komen?
Japan heeft de weg gewezen; het land
heeft weliswaar een defensiebegroting
van ruim zestig miljard gulden, maar is
politiek een dwerg. Puur door zijn eco
nomische bewapening is Japan een we
reldmacht geworden. Met de Sovjetunie
dreigt het precies de andere kant op te
gaan; nu de economie steeds meer de
krachtsverhoudingen bepaalt, blijkt deze
supermacht niet veel meer dan een ont
wikkelingsland. West-Europa is hard be
zig zich te versterken door de grenzen op
te heffen (per 1 januari 1993), de Ver
enigde Staten zitten economisch in grote
problemen (een wereldmacht in verval?)
en China blijft voorlopig nog een vraag
teken.
Tussen al dat geweld is een vrijwel ver
geten werelddeel hard bezig zich op te
werken tot een nieuwe supermacht:
Zuidoost-Azié. In dat deel van de we
reld, ruwweg tussen de Indische Oceaan
en de Stille Zuidzee, woont bijna twee
derde van de wereldbevolking, die in
sneltreinvaart een achterstand in econo
mische ontwikkeling aan het goedmaken
is. De situatie in Zuidoost-Azié doet een
beetje denken aan de periode van weder
opbouw die Nederland kende na de
Tweede Wereldoorlog. De landen in In
dochina zijn eindelijk bevrijd van de
oorlogen die er decennia achtereen heb
ben gewoed. Met uitzondering dan van
Cambodja, maar volgens kenners zal
ook dit probleem zich binnen niet al te
lange tijd vanzelf oplossen. Voor het
eerst deze eeuw kent Zuidoost-Azié een
periode van stabiliteit; immer een ge
droomde situatie voor investeerders.
Tekenend voor de nieuwe situatie in
Zuidoost-Aziè is dat nu ook het zo
zwaar geteisterde Vietnam zich opricht
en niet langer afkerig is van buitenland
se investeerders. Daarmee opent zich
niet alleen één van de laatste, maar ook
één van de grootste markten ter wereld.
Daarnaast maken ontwikkelingslanden
als Thailand en Malaysia een enorme
economische groei door waarvan het
eind nog lang niet in zicht is, heeft Bur
ma na veertig jaar isolatiepolitiek zijn
grenzen weer geopend en heeft het mini-
landje Singapore laten zien dat wereld-
succes-in-recordtempo mogelijk is.
Er zijn, als je het gebied wat breder be
schouwt, natuurlijk ook vraagtekens als
Indonesië en de Filipijnen, die nog altijd
tot de allerarmste landen ter wereld ho
ren. Hun toekomst is uiterst onzeker, zo
wel economisch als politiek. Aan de an
dere kant kun je ook landen als Taiwan,
Zuidkorea en Hongkong tot het gebied
rekenen, en die slaan weer door naar de
andere kant: puur op westerse leest geïn
dustrialiseerde landen. Bij elkaar geeft
dat Zuidoost-Azié - het doet er niet zo
veel toe waar je nou precies de grens
trekt - het aanzien van een wereld
macht in opkomst.
Energieverbruik
Een sterke economische groei leidt tot
toename van het energieverbruik. Een
land dat aan het begin van zijn ontwik
keling staat is dolblij met stookolie als
.energiebron en het eenvoudigste asfalt
'vbor (ie aanleg van wegen. Een indus
trieel welvarender land wil olie hebben
van andere (hogere) kwaliteit om er veel
benzine, lpg en kerosine uit te hajen. In
'Zuidoost-Azië komen beide situaties
voor en daarmee is dat werelddeel
uiterst aantrekkelijk voor oliemaatschap
pijen.
Shell gaat voorop. Deze multinational is
niet alleen in dit gebied geboren - de
Koninklijke Nederlandse Petroleum
Maatschappij begon bijna honderd jaar
geleden in Indonesië -, het bedrijf zit er
al vier generaties en is er bovendien ver
reweg de grootste oliemaatschappij.
Shells financiële topman Abel Raster-
hoff: „In Europa hebben we al zo veel
geïnvesteerd, dat het wel logisch is je nu
op Zuidoost-Azië te gaan richten. We
moeten inspelen op de mogelijkheden
die daar liggen, zonder natuurlijk de rest
te vergeten. Maar in Zuidoost-Aziè mag
je de komende tijd meer activiteiten ver
wachten dan in Europa".
De landen kennen onderling enorme
verschillen in (economische) politiek,
cultuur en historie. Vrijwel alle hebben
een koloniaal verleden, behalve dan
weer Thailand. Dan is er de invloed van
de hardwerkende en ideeënrijke Chine
zen, die niet in alle landen evenzeer op
prijs wordt gesteld. Chinezen worden
wel de joden van Azië genoemd en dat
zegt genoeg. Daarnaast wonen er veel is
lamieten in het gebied, maar van een
fundamentalisme als in Iran is geen
sprake. Sommige landen hebben, op hun
moeizame pad naar democratie, nog een
naar dictatuur neigende regering. Het is
de vraag hoe lang de nu nog volgzame
bevolking dat zal pikken. Net zoals Ne
derland na zijn wederopbouw de jaren
zestig moest doormaken, waarin een
nieuwe generatie veranderingen wilde en
realiseerde, lijkt ook voor de Aziatische
landen zo'n woelige periode onafwend
baar.
Sommige volken schikken zich voorals
nog vrij makkelijk in overheidsregels.
Maar het Thaise volk is ondanks zijn
uiterlijke vriendelijkheid aanzienlijk op
standiger; onder de glimlach schuilt een
enorme agressie die zich op verschillen
de manieren uit. Het platteland in het
noorden kent procentueel het hoogste
aantal moorden ter wereld, kickboksen
is de favoriete sport en er breekt al 're
volutie' uit als de regering het buskaartje
met een paar cent wil verhogen. Waar
Malaysia's hoofdstad Kuala Lumpur een
groen toonbeeld van ruimte en schoon
heid is, staat Thailands hoofdstad Bang
kok model voor chaos, lawaai en vervui
ling. De keerzijde is overigens dat het
aantal verkeersdoden in Malaysia weer
het hoogste ter wereld is. In Singapore
hebben ze een andere oplossing: om con
gestie in dit kleine land tegen te gaan
zijn auto's bijna onbetaalbaar gemaakt
(een middenklasser komt op zo'n 80.000
gulden) en moeten er forse toeslagen
worden betaald voor het rijden tijdens
spitsuren.
Sommige landen moeten uit zelfbescher
ming een protectionistische politiek voe
ren ten opzichte van buitenlandse beleg
gers, andere kunnen moeiteloos kiezen
voor een vrije-markt-economie. In het
eerste geval (o.a. Malaysia, Thailand en
Burma) zal de ontwikkeling veel langza
mer gaan dan in het tweede geval (o.a.
Singapore en Brunei). Door die grote
verschillen zijn open grenzen, die het
werelddeel alleen maar krachtiger zullen
maken, niet op korte termijn te ver
wachten.
Model
Malaysia, het verst ontwikkelde ontwik
kelingsland in Indochina, is temidden
van al die zo uiteenlopende culturen een
gemiddelde. Het kan daarmee model
staan voor de toekomst van Zuidoost-
Aziè. Malaysia is twaalf keer zo groot als
Nederland en telt maar iets meer inwo
ners, bijna zeventien miljoen. Het werk
loosheidspercentage is acht procent (EG
en Nederland rond de 10 procent) en
vooral in de fabricagesector gaat het
goed; de export komt voor meer dan 54
procent uit deze sector. Eén op de drie
microchips komt uit Malaysia.
Het land, dat bestaat uit het schiereiland
plus de staten Sabah en Sarawak op het
eilandBorneo, heeft een goede infra
structuur en het opleidingsniveau is er
vrij hoog. Vrijwel iedereen spreekt En
gels; een overblijfsel uit de koloniale
tijd. Malaysia is de belangrijkste expor
teur ter wereld van rubber, tin en palm
olie en blijkt nu ook een grote reserve
aan aardgas te bezitten, vergelijkbaar
met die in Groningen en mogelijk zelfs
nog dertig procent meer.
Om de industriële ontwikkeling te be
vorderen probeert men buitenlandse in
vesteerders aan te trekken. J. Jegathesan
van de Industriële Ontwikkelingsafde
ling (MIDA) van het ministerie van eco
nomische zaken: „We verwachten het
over tien jaar zeker twee keer zo goed te
hebben als nu. Bij een economische
groei van acht procent en een bevol
kingsgroei van drie procent zal het ge
middelde jaarinkomen per hoofd van de
bevolking rond de vijfduizend dollar
moeten liggen". De Wereldbank stelt als
financiële grens 5500 dollar; er onder be
hoor je tot de ontwikkelingslanden en
kom je in aanmerking voor financiële
steun, er boven niet meer.
In 1970, na de rassenrellen die het land
op de rand van een burgeroorlog brach
ten, greep de overheid in met een econo
misch twintig-jarenplan. Eén van de on
derdelen van dat plan is dat buitenland
se bedrijven die in Malaysia willen in
vesteren, veiplicht zijn de verhouding
tussen de drie rassen zoals die in de sa
menleving voorkomt, onder hun werk
nemers te hanteren. Dat betekent: 30
procent oorspronkelijke bewoners (de
zogeheten Bumiputra's zonen van de
aarde), 40 procent Maleisièrs van Chine
se afkomst en 30 procent Indiërs en
'overigen'. Een bedrijf dat in Malaysia
zaken wil doen kan vertrekken als de
staf niet op alle niveaus overeenkomt
met deze etnische verhouding. Daar
naast heeft de overheid altijd een belang
in elke buitenlandse onderneming; het
ministerie van financiën incasseert een
oplopend percentage van de inkomsten.
Het moet dan ook zijn goedkeuring ge
ven aan alle projecten.
Een bedrijf als Shell, dat al sinds 1910 in
Malaysia is vertegenwoordigd, heeft uit
stekend met die restricties leren leven.
In de jaren tachtig heeft het bedrijf ruim
5,5 miljard gulden in Malaysia geïnves
teerd, via belangen in diverse maat
schappijen. De laatste jaren betreft dat
voornamelijk het winnen en verwerken
van aardgas, dat steeds meer de rol van
aardolie gaat overnemen. Recent is er
nog een nieuwe joint-venture gesloten
met de staatsoliemaatschappij Petronas,
waarmee een investering van bijna twee
miljard gulden is gemoeid. Shell ziet, on
danks alle onvermijdelijke bemoeienis
sen van de overheid via Petronas, grote
mogelijkheden in Malaysia omdat de
gasreserve daar enorm is. Zo is er net ge
start met de bouw van het unieke en
veelbelovende SMDS-project in Bintulu
op Sarawak, waar aardgas wordt omge
zet in schone dieselolie en vliegtuig
brandstof. Shell moet ook daar Petronas
naast zich dulden, en Mitsubishi, dat
voor twintig procent deelneemt.
Pittige contracten
Technisch directeur J. van Luyk van
Shell-Sarawak: „De overheid bepaalt
hier hoeveel je mag produceren en hoe
veel tijd je daarvoor krijgt. Alle onder
zoek, dus alle seismografische testen, het
drillen, het interpreteren van metingen
en dergelijke moeten we in vijf jaar af
ronden. Dat is ongelooflijk kort. Daarna
krijg je negen jaar voor alle ontwikkelin
gen en dan nog vijftien jaar om te pro
duceren. Dat is niet lang om al je inves
teringen terug te verdienen en nog winst
te maken. Het zijn zeer pittige contrac
ten. Iedereen werkt onder enorme tijds
druk. En dan is er nog de vraag wat er
na die periode gebeurt. Zal de staat het
dan helemaal overnemen?"
Dat is inderdaad de grote onzekerheid
die het westerse bedrijfsleven - voor
Nederland zijn ook Philips, Unilever en
Akzo er vertegenwoordigd - in Malay
sia kent: wat voor beleid zal de regering
kiezen als het twintigjarenplan straks af
loopt? Onderminister Kok Wee Kiat (W.
Kok, volgens westerse regels): „Ik denk
dat niemand zich zorgen zal hoeven te
maken, een radicale verandering is niet
te verwachten. Maar als bedrijven zeker
heid willen, kunnen ze zich beter voor
1990 nog melden. Eén ding weet ik wel
zeker als we vrije handel zouden propa
geren plegen we zelfmoord, want liefst
Voor de kust van Kalimantan
(Borneo) liggen tientallen boor-
platformen, waar vooral gas wordt
gewonnen; een belangrijke bron
voor de economische groei van het
land. FOTO: DICK HOFLAND
65 procent van ons bruto nationaal pro-
dukt is export".
Waar Malaysia een doorsneeland is, zijn
Thailand en Singapore uitersten. Thai
land maakt weliswaar een enorme ont
wikkeling door, mede dank zij promotie
van het toerisme, maar is nog steeds één
van de armste landen ter wereld. Thai
land, waar de verschillen tussen arm en
rijk nog stuitend zijn, hanteert een zeer
protectionistische economische politiek,
die het land voor buitenlandse investeer
ders niet erg aantrekkelijk maakt. Type
rend daarvoor is wellicht dat Shell er
wel aanwezig is, maar zeer bescheiden.
Singapore daarentegen heeft zich in am
per 24 jaar na de onafhankelijkheid op
gewerkt van een ontwikkelingsland tot
een rijk land. Maar wie een paar dagen
rondkijkt in deze stad die tegelijk het
hele land is (ongeveer zo groot als de
provincie Drenthe), zal het moeite kos
ten zich in Azië te wanen. Het is meer
New York in het klein. „Wij willen het
Zwitserland van Azië worden", zegt Phi
lip Yeo, voorzitter van de EDB, de Raad
voor Economische Ontwikkeling. „Za
kenmensen willen alleen gelaten worden.
Ze houden niet van betutteling of beper
kende maatregelen. Nou, hier kunnen ze
helemaal hun gang gaan". Een open eco
nomie dus, en dat moet ook wel, want
Singapore heeft geen enkele grondstof,
het moet alles importeren.
Het enige dat het land te bieden heeft
zijn mensen c.q. arbeidskrachten. Maar
die hebben er dan ook zin in. Met Tai
wan en Hongkong is Singapore het enige
land in het gebied dat geen buitenlandse
schuld heeft. Het heeft de hoogstgewaar-
deerde luchtvaartmaatschappij (Singapo
re Airlines) en luchthaven (Changi) ter
wereld. Maar ze vinden het niet genoeg.
„Een land kan alleen groot worden als
het een paar internationaal vermaarde
bedrijven heeft. Kijk maar naar Neder
land, dat is ook klein maar telt interna
tionaal mee dank zij bedrijven als Shell,
Philips, Unilever, Akzo en KLM", zegt
Philip Yeo. „En waar Nederland de
poort naar Europa is, is Singapore de
poort naar Azië". Het is niet zo gek dat
Nederland in Singapore vaak wordt ge
noemd, Want dr. Winsemius (de vader
van de voormalige milieuminister) heeft
daar destijds de zaak op poten gezet als
speciaal adviseur van de regering.
Singapore kent nog wel de nodige beper
king van burgerlijke vrijheden; volgens
critici is het zelfs een politiestaat. Op het
smokkelen van minimaal vijftien gram
harddrugs staat evenals in Malaysia en
Thailand de doodstraf - Amnesty Inter
national voert geregeld acties voor ver
oordeelden. Wie spuugt of vuil op de
grond gooit staat vijfhonderd gulden
boete of gevangenisstraf te wachten. In
de liften van appartementsgebouwen
zijn zelfs urinedetecors ingebouwd. Wie
zijn nood in de lift wil ledigen zal mer
ken dat de lift prompt stopt. Pas als de
politie ter plekke is kan de urineerder
weer verder, naar het politiebureau.
Petrochemie
Voor Shell is Singapore een centraal
punt in Zuidoost-Azié. Het bedrijf kan
daar, in tegenstelling tot 'Thailand en
Malaysia, inderdaad zijn gang gaan. Of
zoals Singapore-directeur Dick van Hil-
ten zegt: „Het geld ligt hier op straat".
Hij voorspelt een groei in energiebehoef
te van tegen de vier procent en een toe
name van de chemische sector van rond
de twee procent. Ondanks vooral grootse
plannen in de (petro)chemie is het Shell
wereldwijd in deze sector nog niet zo ge
lukt; juist tegenvallers in de petrochemie
drukten de winst van het concern in het
derde kwartaal van dit jaar aanzienlijk.
Daartegenover stond overigens dat de
winst over de eerste negen maanden van
1989 wel weer was opgelopen.
Chemisch directeur John Malcolm: „De
totale vraag naar olie neemt af terwijl
het gebruik van chemische produkten
juist stijgt. In deze regio zit een enorme
groeipotentie, de mensen willen dezelfde
levensstandaard krijgen als in het Wes
ten. Ik verwacht dat in het jaar 2000
meer dan een kwart van de chemische
produkten uit Zuidoost-Azië komt". De
chemiebranche wordt op dit moment
aangevoerd door het Westduitse trio
BASF-Hoechst-Bayer. Shell staat op een
zevende positie.
De afgelopen twee jaar heeft Shell in
Singapore voor alle sectoren anderhalf
miljard gulden geïnvesteerd en voor dit
jaar staat er ruim zevenhonderd miljoen
op de balans. Ter vergelijking: in 1988
investeerde het bedrijf wereldwijd onge
veer negen miljard gulden bij een winst
van zo'n tien miljard.
Zuidoost-Azië heeft voor investeerders
iets van een schaakspel. Je kunt niet
overal zomaar aan de gang gaan, er zijn
diverse factoren die bepalen waar je iets
doet, waarom je het doet en hoe je het
doet. Bert Lotgering, directeur supply en
trading in Singapore: „Zuidoost-Azië is
een groot en gevarieerd gebied met zeer
uiteenlopende economieën. Als je econo
mische groei vertaalt in de vraag naar
olie, is dit voor de olie-industrie een zeer
gezond gebied. Maar het gaat erom waar
de openingen zitten. Die zijn er altijd,
maar in verschillende landen. Neem
Thailand; daar wordt een raffinaderij ge
bouwd en daarmee is het gat in die
markt gedicht. Daarnaast zal in de toe
komst vooral de vraag naar lichtere olie
toenemen, want hoe hoger een land op
de economische ladder klimt hoe groter
de vraag naar hoogwaardige produkten
wordt. Aangezien je nooit alleen bent in
deze markt, zul je zo concurrerend mo
gelijk moeten zijn. Om te kunnen over
leven moet je gemakkelijk van het ene
produkt op het andere kunnen overscha
kelen. Je zult bijvoorbeeld ineens vooral
dieselolie moeten kunnen produceren in
plaats van kerosine".
Op Cambodja na zit Shell in alle landen
van Zuidoost-Azië: op kleine schaal (o.a.
Thailand), op grote schaal (o.a. Singapo
re, Malaysia), als enige (Laos) of afwach
tend (Vietnam). „In Vietnam kijken we
wat daar verder gebeurt, over een jaar
weten we meer". Overal worden de be
langen vergroot, hetzij voor winning,
hetzij voor afzet. Want ook in Zuidoost-
Azië heeft praktisch elk land van som
mige produkten te veel en van andere
produkten te weinig. Een ideale situatie
voor een investeerder, die daarbij wel
zijn eigen voorwaarden stelt. „Want",
zegt financieel topman Abel Rasterhoff
eerlijk, „als we ergens geen winst meer
maken gaan we er natuurlijk weg".
Nog niet overal vallen die voorwaarden
even gemakkelijk. Kijken we even naar
een heel ander werelddeel: de Sovjetu
nie. Dat land is nota bene gezegend met
de veruit grootste gasreserve ter wereld,
maar het heeft die rijkdom nog niet goed
kunnen benutten. Shell wil daar best bij
helpen en er van profiteren - er liggen
ook al plannen -, maar vooralsnog stelt
de Russische overheid ondanks de toe
nemende vrijheid nog te veel tegen voor
waarden. Ondertussen is de Sovjetunie
een economische chaos. Niet voor niets
wordt in de DDR na de historische ont
wikkelingen al meteen gediscussieerd
over de noodzaak van buitenlandse in
vesteringen. Zoals gezegd, de machtsver
houdingen in de wereld zullen de ko
mende decennia drastisch veranderen.
Daarbij is het nieuwe toverwoord 'eco
nomische groei'; in Zuidoost-Azië heb
ben ze dat al lang begrepen.
DICK HOFLAND