Hoger Katechetisch Instituut verdwijnt in huidige vorm Bisschoppen: verzet tegen celibaat neemt af Kuitert: theologische dwarsligger die zich soms „alleen voelde 99' CcidAcSotwcMtt Kwart gezinnenj leest regelmatig' in de bijbel kerk wereld boekwijzer GEESTELIIK LEVEN/OPINIE «idócSouomit ZATERDAG 11 NOVEMBER 1989 PAGINjT door Marinus van der Berg Tekort gekomen De laatste tijd is me pijnlijk duidelijk geworden door ver schillende verhalen dat er zo veel mensen zijn die tekort gekomen zijn en nog tekort komen als het gaat om per soonlijke aandacht voor hun verlies. Als zij merken dat an deren veel meer aandacht ontvangen, dan roept dat ver schillende gevoelens op. Soms gevoelens van blijd schap: „Fijn voor jullie". On der dat gevoel is er soms een van pijn: „Ik heb het zo ge mist". Een vrijwilligster uit een paro chie die op een fijnzinnige wij ze kontakt zocht met een ge zin kreeg te horen: „Eigenlijk zijn jullie te laat". In de eerste drie jaar was er zo weinig aan dacht geweest. Het werd niet gezegd als een verwijt, maar vanuit een gemis. Soms zijn er reacties die allereerst hard aankomen. Ze lijken op af gunst. „Waarom zoveel aandacht voor een kindje dat nog maar kort leefde?" Het antwoord is eenvoudig: omdat elk men senleven telt al vanaf voor de geboorte. Dit eenvoudige ant woord komt te vaak in het nauw in een samenleving waar alles lijkt te worden bepaald door prestatie. Concurrentie en macht. Het antwoord heeft voor mij alles te maken met de geloofswoorden: „Voor kleine mensen is hij bereik baar". Maar er is meer dan dit een voudige antwoord. Er is ver driet, dat de vorm van afgunst lijkt te hebben aangenomen. Er is verdriet om het tekortge- komen-zijn aan aandacht. Het geeft geen enkele pas om te zeggen: „wat is die vrouw bit ter of hard". Hoewel die nei ging op kan komen. Onvol doende aandacht kan leiden tot een niet goed kunnen doorleven van je verdriet. „Een mens heeft recht op aandacht", zei mgr. Bluijssen in het bijzondere gesprek dat ik met hem mocht hebben. Dit gesprek komt in het decem bernummer van „De Zonne bloem". Op verschillende ma nieren en door verschillende personen kan een mens zich tekort gedaan voelen. Niet steeds, zelden zelfs, is er sprake van kwade bedoeling, maar veel meer van onkunde, gebrek aan inzicht, onderont wikkeld invoelingsvermogen. Er is een neiging om zo gauw met iets praktisch om te gaan. „Laten we praktisch blijven", wordt zo vaak gezegd. Een eenzijdige wijze van praktisch zijn leidt soms tot een over haast handelen en gaat aan gevoelens voorbij. De kans is groot dat er goedbedoeld voor de ander gedaan en ge dacht wordt en niet met de ander. Zo komt de mens die door het verdriet is getroffen achterop, voelt zich niet ge hoord, voelt zich onbegrepen. Mensen met verdriet moeten soms zo vaak zeggen: „Het zal wel goedbedoeld zijn. Zo moet je maar denken". Diep in hun hart zijn ze echter teleurgesteld. Zo vaak hoor ik zeggen: „het is nu eenmaal zo, het ging toen zo". Als je goed hoort, hoor je dat dit een opgdrongen antwoord is. Niet het antwoord van het hart. Gebeurtenissen die je binnenste diep hebben ge raakt, kunnen soms jaren later weer bij je aankloppen. In dro men of in nachtmerries. Of door een woord wordt alles weer wakker geroepen. Je kunt die dromen verwaarlo zen, wegredeneren en zeggen: „het is toch te gek dat ik daar nu nog mee zit". Je kunt je dromen, dat ben jezelf, se rieus nemen en iemand zoe ken die je vertrouwt, waar je begrip verwacht. Dan kan het gebeuren, en vandaag als u dit leest mag ik dit met enkele mensen meemaken, dat er nog herstel mogelijk is. Eer herstel na jaren. Dan kan er echte vrede in het hart komen en kunnen wonden genezen worden. Er kunnen dan won deren gebeuren. Je mag te kennen geven dat je tekort gekomen bent. Je mag er als nog aandacht voor vragen. Je mag jezelf serieus nemen. Je mag een beroep op iemand doen. De verhalen van men sen die tekortgekomen zijn en waarvan ik de laatste tijd vele heb gehoord, zijn bovendien verhalen om van te leren. Ze leren mij zorgvuldiger te wor den, mindeV voor en meer sa men met iemand te overleg gen. In tijden van afscheid luistert ieder detail. Er gaat nog altijd teveel te gehaast, te slordig en zo komt er veel extra ver driet. Wie het te kennen geeft en zich geen onechte ant woorden laat opdringen, wie met zichzelf op weg gaat, mag de ervaring van „een voldaan gevoel" beleven. De emotio nele rekening is betaald! Er zijn soms jaren overheen ge gaan. Inval in redactiekantoor van Ogorodnikov MOSKOU Gewapende mannen hebben deze week in Moskou een inval gedaan in het redactiekantoor van het Bulletin van de christelijke gemeenschap, waarvan de russisch-orthodoxe dissident Aleksander Ogorodnikov re dacteur is. Dit hebben de Christelijke stichting voor hulp aan ge wetens vervolgden (CSHG) te Andijk en het En gelse Keston College vrijdag bekend gemaakt. Op het moment van de inval, 's middags om 12 uur, was slechts één medewerker, de priester Viktor Grigoriev, aanwezig. Hij werd met een wapen bedreigd en vervol gens aan handen en voeten vastgebonden. Er werden twee faxapparaten en twee personal computers meegeno men. De redactie vermoedt dat de KGB, de Russische geheime dienst, achter de inval zitten. De heren wisten precies wat ze wilden hebben. Tot dusver is er nog geen (officieel) spoor van de daders. Wie anderen bespreekt, bespreekt zichzelf NIJMEGEN Het Ho ger Katechetisch Instituut (HKI) in Nijmegen ver dwijnt in zijn huidige vorm. Het HKI zal als in stituut met personeelsle den verdwijnen, maar het bestuur wil het wel laten voortbestaan als stichting die opdrachten verstrekt voor het opstellen van katecheseprojecten. Het HKI heeft op dit moment tien werknemers in dienst. Dit heeft het HKI vrijdag be kend gemaakt. Gezien de jaarlijks terugkerende tekor ten tracht het bestuur de per soneelsleden en lopende acti viteiten bij andere instellin gen onder te brengen. Daarbij wordt vooral gedacht aan het Katholiek Pedagogisch Cen trum (KPC) ijl Den Bosch. Het HKI, dat eerder dit jaar zijn 35-jarig bestaan vierde, wordt al jaren geconfronteerd met een tekort-van 3 a 400.000 gulden op een begroting van 1,2 miljoen gulden. Tot de vaste inkomsten behoren naast de opbrengsten van ei gen uitgaven alleen de bijdra gen van de katholieke scho len. Voorts kon het HKI vooral in de jaren '60 en '75 rekenen op de opbrengsten uit onder meer de vertaal rechten van de Nieuwe Kate- chismus van 1966. De tekorten werden de afge lopen jaren vooral aangevuld door de religieuze orden en congregaties. Maar op de lan ge termijn is zo een efficiënte bedrijfsvoering en een gezond personeelsbeleid onmogelijk, zo meent het bestuur. Van verscheidene kanten is aangedrongen op voortzetting van de projecten die het HKI nu uitvoert en op het bewa ren van de „HKI-traditie". Daarom heeft het bestuur ge zocht naar mogelijkheden om de projecten elders onder te brengen. Daarbij stelt het HKI voorop dat er in de kate- chese een ruime plaats moet blijven bestaan voor theologi sche bezinning. Verder hecht het HKI er grote waarde aan dat de schoolkatechese niet los komt te staan van andere vormen van katechese, zoals het volwassenenonderricht. Het KPC heeft zich al bereid verklaard de HKI-traditie voort te zetten binnen de ei gen organisatie. Volgens waarnemend direc teur J.H.J. van Lier heeft bij het besluit het feit dat de bis schoppen het vertrouwen in het HKI hadden verloren, geen enkele rol gespeeld. De bisschoppenconferentie lever de geen financiële bijdrage. Enkele jaren geleden werden de statuten van het KHI zo gewijzigd dat de statutaire band met de Nationale Raad voor de Katechese (NRK), die direkt onder verantwoorde lijkheid van de bisschoppen conferentie staat, werd door gesneden. Tot dan waren de leden van de NRK ook be stuurslid van het HKI. Vooral kardinaal Simonis en bisschop Gijsen hebben soms scherpe kritiek geuit op pro- jekten van het HKI. De Nieu we Katechismus werd in 1966 door het HKI uitgegeven, maar enkele jaren geleden verscheen met instemming van de bisschoppenconferen tie een Nederlandse vertaling van een Westduitse katechis mus bij een gewone uitgeverij. Kohl herdenkt joden in Warschau Voordat de Westduitse kanselier Helmut Kohl (midden) vrijdag zijn Poolse reis onderbrak om naar West-Berlijn te vliegen we gens een ontmoeting met zijn Oostduitse collega, bracht hij een bezoek aan een joods monument in de Poolse hoofdstad. Kohl herdacht, samen met Poolse joden, de helden uit het ghetto van Warschau. UTRECHT Het verzet tegen het priestercelibaat is volgens de Nederlandse bisschoppen „niet meer zo sterk als jaren gele den", maar het is niet ge heel verdwenen. Zij vin den dat laatste spijtig, want de discussie over het celibaat remt de me dewerking van een aantal priesters aan hun pogin gen om meer priesterroe pingen te krijgen. Dat blijkt uit de reactie van de bisschoppen op het eerste voorbereidende stuk (linea- menta) van de bisschoppensy node over de priesteroplei ding, die volgend jaar oktober in het Vaticaan wordt gehou den. Een samenvatting van de reactie is verschenen in „1-2- 1", het officiële orgaan van de Nederlandse RK Kerk. De bisschoppen onderstrepen hoe belangrijk „een goede priester" kan zijn om jonge ren voor het priesterambt te winnen. Vooral een jonge priester kan een belangrijke rol spelen. Als redenen voor de sterke vermindering van het aantal priesters noemen de bisschoppen onder meer dat de kerk minder aanzien geniet dan vroeger. Andere factoren zijn het on begrip in de samenleving voor de keuze voor het pries terschap, de polarisatie in de kerk en de hogere eisen die als gevolg van het toegeno men opleidingspeil van de Nederlandse samenleving aan priesters worden gesteld. Een positieve invloed op de keuze voor het priesterschap wordt volgens de bisschoppen uitgeoefend door de toene mende behoéfte aan zinge ving en persoonlijke aandacht als reactie op de verzakelij king van de samenleving, het besef van het snel groeiend tekort aan priesters en het toenemend besef van geza menlijk gedragen verant woordelijkheid voor de zen ding van de kerk. De opvoeders en begeleiders van priesterstudenten in Ne derland worden volgens de bisschoppen gekozen uit „de beste mensen die het bisdom ter beschikking heeft", niet alleen wegens hun karakter als mens en priester, maar ook wat hun opleiding en spi rituele vorming betreft. De bisschoppen, die voor hun reactie onder meer de reli gieuzen en de vijf katholieke theologische opleidingen heb ben geraadpleegd, roemen de „voortreffelijke" bijdrage van de religieuzen aan de prieste ropleidingen. Voorts wordt „in dankbaarheid" gebruik gemaakt van de Medewerking van leken, ook al blijft voorop staan, dat priesterstudenten in voldoende mate in aanraking moeten komen met priester docenten. De bisschoppen laten zich niet uit over de kwaliteit van de lineamenta. Eerder hebben de Canadese bisschoppen zware kritiek uitgeoefend op het „ouderwetse beeld" van het priesterschap in het docu- Gereformeerde Kerken Beroepen te Breda als geestelijk ver zorger van huize 't Gruytveld te Ter- heijden (part-time) drs.R. Kwant, kand. te Terheijden, die dit beroep heeft aangenomen.' Doopsgezinde Broederschap Benoemd tot pastoraal medewerker te Wieringen H. Marseille, wonende te Amsterdam, die deze benoeming heeft aangenomen. Beroepen te Delft (part-time) F.R. van der Meulen, emeritus predikant te Amsterdam, die dit beroep heeft aangenomen. Christus' oudste gewaad De Nijmeegse emeritus-hoog leraar in de oud-christelijhke kunst Frits van der Meer pu bliceerde in 1949 Christus' oudste gewaad, in feite een on derzoek naar de resten van de voorstellingen van de oudc hristelijke wereld. De schrij ver die een fenomenale repu tatie verwierf met studies als Atlas van de westerse bescha ving, Augustinus de zielzorger en Geschiedenis ener kathe draal, concludeert in dit boek dat de oudchristelijke kunst een zuiver laat-antieke aange legenheid is geweest. Van der Meer geeft aan dat de beelden en voorstellingen uit die tijd tot op de dag van vandaag in de christelijke kerk doorwer- Uitgave Ambo, prijs 55. AMSTERDAM Het hoeft niet zo nodig, .maar prof. dr. H.M. Kuitert zou het wel een leuke verrassing vinden. Als de gereformeerde synode eens zou zeggen: het spijt ons dat we zo'n trammelant hebben gemaakt over een hoop zaken die we nu net zo zien als U destijds. Als hoogleraar aan de theolo gische faculteit van de Vrije Universiteit zal Kuitert het niet meer mogen beleven. Vandaag wordt hij 65 jaar en op 30 november neemt hij of ficieel afscheid als hoogleraar ethiek en inleiding in de dog matiek. In die functie kwam hij in de jaren zeventig meer malen in aanvaring met de synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Tot een officiële veroordeling van zijn visie op het gezag van de bijbel, de schepping, de goddelijke openbaring en andere gevoelige onderwer pen is het nooit gekomen. „Maar ik ben wel over de knie gelegd", aldus de hoogle raar. Op de veertiende verdieping van het gebouw van de Vrije Universiteit het hemels uitzicht reikt soms tot de Utrechtse Domtoren blikt Kuitert af en toe vergenoegd terug op de commotie van toen. Maar de roerige synode- besprekingen hebben hem al lerminst koud gelaten. Uit het synodeverslag van mei 1976: „Ik voel mij geweldig alleen gelaten door de gereformeer de synode. Sommigen vinden het niet zo erg als ze alleen gelaten worden. Ik wel. Ik vind het heel erg. Ik wil mijn werk doen zoals ik denk het voor God en mijn geweten te moeten doen. Met of zonder de bemoediging van de syno de. Maar het liefst mèt." Kuitert heeft nooit de eer ge had lid te zijn van een depu- taatschap of synodale commis sie. „Ik ben er nooit voor ge vraagd", zegt hij. Hij zal nu een uitnodiging om lid van een commissie te worden, vriendelijk en beleefd afslaan. Dat heeft niks met ergernis of wrok te maken, maar vooral met zijn voornemen het wat rustiger aan te doen. De ethicus die ver buiten ker kelijke kringen groot gezag geniet door zijn publikaties over euthanasie en de ethiek van het medisch handelen en bovendien in allerlei medi sche adviesorganen zit, heeft het wel vreemd gevonden dat hij niet is uitgenodigd door de commissie die op verzoek van de hervormde en gerefor meerde synodes een rapport over euthanasie schreef. Toch heeft hij kunnen voorkomen dat in het rapport een paar „kolossale fouten" zijn geslo pen, omdat een commissielid hem onderhands het concept toespeelde. Dit rapport 'Euthanasie en pastoraat' (1985), waarin eu thanasie onder bepaalde om standigheden wordt toege staan, vindt Kuitert voor een kerk een heel redelijk werk stuk. De synode heeft nu wel verstandig gehandeld door geen uitspraken over eutha nasie te doen, maar het rap port aan te bieden als pastora le handreiking. „Ik ben tegen kerkelijke uitspraken", zegt Kuitert stellig. De professor heeft het idee dat hij zelf een bijdrage heeft geleverd aan deze relativering van eigen synodale wijsheden. „Ik heb een beetje de spits af gebeten. Ook door niet boos te worden of mensen als groep of partij om me heen te verza melen. Ik heb altijd gezegd: dit moet kunnen, dit is wat een redelijk denkend mens in de kerk behoort te mogen zeggen. En ik heb dat rustig volgehouden". De herrie rond uitlatingen van zijn hervormde collega dr. F.O. van Gennep verbaast Kuitert. Deze Leidse hoogle raar die niet gelooft in de li- wat al veel vaker is beweerd, ook door zijn collega uit Am- 99 sterdam. „Als je de opstanding heel massief opvat, schiet je gemakkelijk voorbij aan de bedoeling van de bijbelschrij vers", aldus Kuitert. „Het laatste waaraan je denkt, is toch het weer levend worden van een lijk? Ik heb dat vroe ger meermalen geschreven, maar ben daarvoor nooit over de knie gelegd". Gerefor meerden hebben wellicht be ter dan hervormden begrepen dat het hier niet om draait". Discussies over deze zaken houden de kerk wel levendig, vindt Kuitert. „Ik heb theolo gische controversen nooit ver afschuwd, heb ze ook nooit desastreus gevonden voor de kerk". Wél desastreus werden ze in zijn ogen als er „kolossa le ruzies" uit voortvloeiden of uitsluitingen op volgden. Maar af en toe moeten kerk leden uit hun „slaapdommel" worden gewekt en aan het denken worden gezet. Ondanks vele tegenwerkin gen heeft Kuitert nooit over wogen de kerk voor gezien te houden of naar een ander kerkgenootschap over te stap pen. Wel heeft hij de tram melant een beetje moe ge poogd aan een andere univer siteit te beginnen, maar de fa culteit en het college van be stuur van de Vrije Universi teit zagen hem niet graag gaan. Eén theologische facul teit presteerde het om van Kuitert te eisen dat hij vol gens de marxistische beginse len les zou geven. Net als de eis om volgens de gerefor meerde beginselen weten schap te bedrijven een onzin nige zaak, aldus Kuitert, die de VU steeds trouw bleef. Als de hoogleraar straks stopt met werken, stopt hij niet met schrijven. „Ik wil helemaal opveren", zegt hij enthousiast. „Ik heb jaren het disciplinaire gedrag vertoond dat bij mijn ambt van hoogleraar hoorde, maar straks gaat de deksel van de ketel af. Dan word ik vrij". Wellicht zitten er essays in de pen, wie weet zelfs een roman. Politiekorpsen in het gedrang WaT het regeerakkoord na jaren touwtrekken efe delijk leek te hebben geregeld, namelijk het politiebestel door de afspraken van Lubbers met de afzonderlijke windslieden van justitie en van binnenlandse zaken wi°j een stuk minder helder geworden. Fractiewoordvoerd van PvdA en CDA hebben al aangekondigd bij de regerin verklaring eind november de premier hierover aan de ta id te voelen. In het geding is de voorgenomen reorganisatie van het - derlandse politiekorps. De korpsèn, beter gezegd, want rt menteel zijn de politietaken nog verdeeld over rijks- en meentepolitie, die elk hun eigen politieke baas hebben, minister van binnenlandse zaken beheert via de burgeme ters de gemeentekorpsen, de rijkspolitie valt onder vera woordelijkheid van Justitie en opereert op aanwijzing v het Openbaar Ministerie. Als gevolg van die tweedeli woedt sinds jaar en dag een soort 'stammenoorlog' tussen beide politiedepartementen. De onduidelijke en elkaar kr sende gezagslijnen vormen in de praktijk vaak een belet voor een efficiënt optreden van het politieapparaat. De politiek is daarom al geruime tijd geleden tot het inzi<r: gekomen dat beide korpsen in elkaar moeten schuiven onder gezag van één ministerie moeten komen. De grote p< i tijen zongen wat dit aangaat in hun verkiezingsprogramm een gelijkluidend lied. Er komt één soort politie en de ter van binnenlandse zaken wordt opper-hoofdcommissai I Natuurlijk overlegt deze netjes met haar ambtgenoot van jf€ titie over de justitiële aspecten van het politiepakket, m# over debestuurlijke eind-verantwoordelijkheid kan get misverstand bestaan. Aldus werd dan ook, tot niemands v<» bazing, besloten in het regeerakkoord waaruit het nieufc kabinet is geboren. s DaT regeerakkoord bevat de bepaling dat er door de i( mensmelting van gemeente- en rijkspolitie dus één soort i litie komt, onderverdeeld in 23 regionale samenwerkingsvé» banden. Het ministerie van binnenlandse zaken krijgt de pervisie over de nieuwe organisatie. De nadere afsprakp van Lubbers met de afzonderlijke bewindslieden van justir en binnenlandse zaken houden echter in, dat minister Hirs£ Ballin van justitie afzonderlijke bevoegdheden behou^ waaronder een aanwijzingsbevoegdheid voor de politie-inic per regio, het schrijven van de nieuwe politiewet en de ztfc genschap over een aantal landelijke politiediensten. De niea we minister van justitie beslist daarmee ook over een drj van het politiebudget. Minister Dales van binnenlandse ken moet na de wetswijziging de uitvoering van de reorga% satie regelen. Maar ook in het beheer van de politie bl|i Justitie via de hoofdofficier een rol spelen. u p NiET alleen in de Tweede Kamer is kritisch gereageerd t de nieuwe afspraken. De politiebonden vrezen een ontwik keling in de richting van het Duitse Bundeskriminalamt p de korpschefs rekenen erop dat de conflicten tussen Binneie landse Zaken en Justitie nog niet de wereld uit zijn. Al sir£ vele jaren is de naijver tussen beide ministeries groot. Ee heeft geleid tot allerlei voorstellen die nooit tot uitvoerij] zijn gebracht: gewestelijke teams, provinciale teams en nu ic gionale teams. Na al het touwtrekken in het verleden w3 het ook onvoorstelbaar dat Justitie akkoord kon gaan m overheveling van alle bevoegdheden aan Binnenlandse Z ken. Justitie zou zeker blijven aandringen op de vormin van een soort justitieel korps. De nu afgesproken splitsii van bevoegdheden is daarvan een alternatief. De afspraken en vooral die over de landelijke politie diensten hoeven niet te rekenen op de hartelijke medjr werking van de korpsen, zoals ook bij eerdere reorganisatie voorstellen is gebleken. Ook de voorgestelde indeling in r régionale korpsen is aan kritiek onderhevig. Een studie he| aangetoond dat een veel groter aantal kleinere korpsen fectiever kan werken en bovendien beter voeling houdt ralc de maatschappij, de mensen. En ook dit is een punt waaraje bij de komende reorganisatie niet licht voorbijgegaan m worden. De nieuwe afspraak tussen Justitie en Binnenlandse Zakt staat haaks op hetgeen wenselijk en noodzakelijk is. Ons laf heeft behoefte aan een efficiënte, vakbekwame politiemacl maar niet aan een quasi-elitekorps in de stijl van de Ame» kaanse FBI, dat los staat van de rest. Het maken van e£ splitsing tussen rustig rondfietsende dorpsveldwachters (i harde criminaliteitsbestrijders, die van elkaar niet wel waar ze mee bezig zijn, is het paard achter de wagen De hoop op een voortvarende aanpak van het netelige p» bleem van de politie-organisatie is deze week vermindeij1 We moeten vrezen voor een voortrzetting van de energiev^ spillende stammenoorlog waarvan iedereen hoopte dat j, eindelijk voorbij zou zijn. HAARLEM Er is een duidelijke crisis in het ge bruik van de bijbel, meent waarnemend secretaris ds. W. van Galen van het Nederlands Bijbelgenoot schap (NBG). Volgens een onderzoek van de NCRV en het NBG leest slechts 23 procent van de huis houdens min of meer re gelmatig in de bijbel. In 60 procent is nog een bij bel aanwezig. Van Galen sprak gisteren in Haarlem tijdens een symposi um over het gebruik van de bijbel, georganiseerd door het NBG, de NCRV en de Unie School en Evangelie. Het regelmatig lezen van de bijbel in het gezin en op school is niet meer gebruikelijk. Sa menwerking tussen de ver schillende initiatieven om het lezen van de bijbel te stimule ren isvolgens hem daarc dringend nodig. Het NBG werd in 1814 op) richt om de bijbel in handen geven van hen die er om nanciële redenen niet a konden komen. Later kw« de noodzaak om de bijbel meer eigentijdse taal aan bieden. Nu is het de taak v het NBG eraan mee te werk dat de bijbel ook echt woi gelezen. De crisis is mede het gev< van het feit dat mensen w< den afgeschrikt door nieu ideeën over de bijbel of do nieuwe vormen van bijbel) bruik. Nu de school en het j zin in belangrijke mate z weggevallen, zijn er ge nieuwe patronen voor gereg de omgang met de bijbel oi staan. Inhoudelijk is voor v len de betekenis van de bijl veranderd. De bijbel is in d cussie gekomen, waardo voor velen hun verhouding l de bijbel onduidelijk is gew<

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 2