Ouderen storten zich massaal op het bridgen „Doorbraak van de stilte" UIT THUIS De bovenste beste badjas £eidóe Commit MAANDAG 6 NOVEMBER 1989 PAGINA God gaf een kinderhart aare de soldaat M. Nijhoff. Vandaag breng ik u opgewek een blij bericht. Nee, u kent in tussen mijn opvatting, dit is nie de blijde boodschap; ik ben he vijfde evangelie niet. Maar he stemt toch wel tot vreugde een te ervaren dat zo'n bescheidei bijdrage aan het perswezen al ik wekelijks via mijn columi lever, hogere regionen heeft be reikt. En daar kennelijk in stemming, nou ja, laten w voorzichtig zijn, een begin vai instemming heeft opgeroepen Dat is om blij te zijn, nietwaar Want gewoonlijk zijn het alleei boze lezers, die het dan altiji oneens zijn met wat ik te berd heb gebracht, die reageren. Ik zal u de nodige toelichting geven. Op zesentwintig juli van dit jaai heb ik het onder het kopjt 'Heelheid I' erover gehad dat ii de kranten was vermeld da soldaten zich hooguit vier uw per dag zinvol weten bezig ti houden. Heel nederig heb ii toen in mijn commentaar er kend, dat ik geen Navo-des kundige ben. Dat ik deson danks wel heb kunnen beden ken dat afspraken over de duui van de dienstplicht niet eenzij dig binnen dit verband kunnen worden opgezegd. Ik zou vier kant uitgelachen zijn om mijl voorzichtige vraag of dit dienstplicht niet tot de helft zoi kunnen worden teruggebracht tengunste van een aanvullendt sociale dienstplicht En de verzorgende sector waai wordt gehunkerd naar verster king van de gelederen, zou z< enorme mankracht reding kun nen brengen uit een ernstigt impasse. En laten we nu dezer dagen op het NOS-journaal de medede ling krijgen dat staatssecretaris Van Houwelingen tot de bevin ding is gekomen dat aan de lengte van de dienstplicht wel eens wat gemorreld zou kunnen worden. Een beetje laat wel, nietwaar, deze reactie van Van Houwe lingen op mijn column. Maar goed, het zij hem vergeven. Haagse molens malen, net als die van God, langzaam. Maar fijn ook, naar we hopen. Boven dien moeten we niet uit het oog verliezen dat de staatssecretaris in het kielzog van zijn minister, demissionair is. Zodat hij nu eindelijk tijd krijgt om belang rijke, tijdrovende zaken eens grondig onderhanden te nemen Er blijven natuurlijk nog aller lei vragen. Bezwaren boven dien. Maar dat alles is te over winnen. Met enige welwillend heid kunnen wij, vrouwen, toch vaststellen dat de mannelijke emancipatie in onze cultuui meer en meer gerealiseerd be gint te worden. Wij doen ei echt niet moeilijk over en voe len ons niet van ons voetstuk gestoten, dat in toenemende mate de zo vaak in het brand punt van de belangstelling staande verzorgende sector zich begint te verheugen in de aan dacht van de man. Dat laat bij ons heus geen jaloezie losbran den. Integendeel, wij zijn ge lukkig dat mannen nieuwt kansen krijgen. Daarom kan de staatssecretari zich heel gerust voelern als hl de inkorting van de defensievt dienst ten goede laat komei aan de actieve dienst (verle ning) aan de zwakken ei kwetsbaren in onze maatschap pij. Misschien helpt het hem bo vendien als hij de woorden vai de dichter ter harte neemt'. Ga gaf een kinderhart aan de sol daat'. "En die sociale dienstplicht vai een jaar voor de in alle opzich ten gelijkberechtigde vrouw, hoe zit het daar dan mee. Daa heb je toch in die column ooi voor gepleit?" hoor ik ongedul dig lezers al roepen. Hè nee, da had u nu niet moeten zeggen. Gun die arme demissionaire Van Houwelingen astublief een beetje tijd. Tijd om nieuwe re glementen en voorschriften uil te vaardigen èn gelegenheid om deze emancipatiebeweging zon der roving van zijn gemoedrust te doorstaan. Of ons aller Hedy d'Ancona, die hem een handje zou moeten helpen, niet zijn tegenstreefstel wordt? Nou, lieve lezers, dal moeten ze daarginds maar ont\ dekken. Ik ben geen stamgast in Haagse Kringen en heb mi mèt Conny Stuart al zo dikwijls afgevraagd, wat voor weer is het vandaag in dat fraaie Den Haag? De atmosfeer daai^ moeten zij maar samen zuive ren: D'Ancona en Van Houwe lingen. De windvlagen die van daar mijn territorium bereikei\ vervullen me dikwijls genoeg met rillingen. Ik verneem straks belangstellend de resula ten van dit overleg. „Wat je hoort is, bij wijze van spre ken, de schaduw van geluid. Tot op zekere hoogte lukt het je om onder scheid te maken tussen hard en zacht, lang en kort, hoger en lager, of iets daar tussen in". Zo beschreef een patiënt het geluid dat hij hoorde met een kunstoor. Voor horenden lijkt dat een scha mel resultaat, maar de 14 patiënten bij wie in Nederland tot op hedeh- een kunstoor is aangemeten, zijn op het ontroerende af enthousiast. „Een buitengewoon bemoedigend resultaat", aldus de KNO-arts R.J.C. Admiraal in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde van een paar weken terug, „voor de pa tiënten is het doorbreken van hun stilte een echte tjoorbraak". Kritiek Het begon allemaal in 1973. In dat jaar implanteerde William House in Los Angeles het eerste kunstoor bij een patiënt. Dat kwam hem te staan op een golf van kritiek, voor namelijk van fysiologische zijde. Fysiologen zijn specialisten in de natuurkundige werking van ons li chaam, dus ook van het oor; en vol gens hen kon zo'n kunstoor niets meer opleveren dan een pandemo nium van onbegrijpelijk lawaai. In 1982 waarschuwde de KNO-arts en toenmalige hoofdredacteur van het Nederlands Tijdschrift voor Ge neeskunde, professor Jongkees, nog voor overspannen verwachtingen. Met dat apparaat konden doven wellicht weer horen, maar verstaan zouden ze er niets mee; daar kwam zijn kritiek zo ongeveer op neer. Helemaal ongelijk hadden die criti ci niet. Nog steeds niet. Dat wordt duidelijk als je het oor, een van de elegantste bouwsels van het mense lijk licjiaam, nader bekijkt. Reis je hret--het geluid mee de oor ingang binnen, dan bots je na een reis van een centimeter of twee door het uitwendige oor tegen het trommelvlies op. Dit trommelvlies gaat trillen en geleidt de trillingen versterkt via een drietal midde- noorbeentjes - de beroemde hamer, aambeeld en stijgbeugel - door naar het slakkenhuis in het bin nenoor. Dat is een spiraalvormige snaar met gevoelige 'microfoontjes'. Elk microfoontje kan geluid van een bepaalde toonhoogte opvangen en verzendt die via de gehoorze nuw naar de hersenen. Pas als de hersenen de zenuwprikkels omzet ten in begrijpelijk geluid, dan pas horen we echt. Mankementen Nu maakt het voor het soort dovig heid erg uit waar precies de kink in de kabel zit. Mankementen tot aan het slakkenhuis zijn meestal wel te verhelpen door oren uitspui ten, gehoorapparaat, of soms door een operatie. Maar als het binnen oor geheel beschadigd is, dan helpt niets meer. Alleen een kunstoor kan dan nog uitkomst bieden. Het principe ervan is eenvoudig. Men slaat als het ware de hele weg van buitenoor, midden- en binnenoor over, door de elektrische signalen van een microfoontje direct aan de gehoorzenuw aan te bieden. Die signalen gaan dan als elektrische prikkels naar de hersenen en die zetten dat weer om in geluid. He laas is de praktijk wat weerbarsti ger, want hoe werkt dat apparaatje nou precies? Aan de buitenkant ziet een kunst oor er ongeveer uit als een gewoon gehoorapparaat. Een microfoontje in het oor leidt het signaal naar een plek achter het oor, en daar wordt het door de huid heen overge bracht naar een geïmplanteerd ont- vangertje onder de huid. Vandaar uit gaan bij de modernere appa raatjes 16 draadjes naar het binnen oor die eindigen in 16 piepkleine elektroden in de spiraal van het binnenoor. Voor meer elektrodes is geen plaats, en omdat voor het overbrengen van elke toonhoogte 2 draadjes nodig zijn, kan de patiënt 8 verschillende toonhoogtes horen. Dat lijkt heel wat, maar de gehoor zenuw bestaat uit liefst 30.000 ve zels, en daarvan worden er nu 8 bediend. Van grote kwaliteit kan dat geluid dat door deze flessehals moet gaan niet zijn, en dat is het dan ook niet. Zelfs niet met een zo geheten 'woordprocessor', een spe ciaal apparaatje dat het geluid zo efficient mogelijk over de verschil lende kanalen verdeelt. Maar voor mensen die jarenlang hebben ge leefd in een wereld van absolute stilte, is zelfs dat beetje geluid een regelrecht wonder. Asbak „De eerste 15 tot 20 minuten kon ik het gewoon niet geloven", zegt een patiënt in het artikel van Admi raal. „Zoals, bijvoorbeeld, men zette een asbak voor me neer, ik hoorde luid en duidelijk tik-tik. Zeer vreemd. Ik probeerde alles uit: rin kelen met het bestek, deuren dicht slaan, toilet doorspoelen enzovoort. Soms was je heel blij, soms was je teleurgesteld omdat je iets niet hoorde of omdat het geluid anders klonk dan ik het vroeger gehoord had. Sinds een klein half jaar kan ik ook weer telefoneren met mijn vrouw: korte eenlettergrepige woorden weliswaar, maar je bent een stuk onafhankelijker". Maar ook. „Problematisch was en is nog dat mijn omgeving er veel meer van verwacht had dan ikzelf. Ik ben ervan uitgegaan: „Alles wat ik meer hoor is meegenomen. Welnu, na een jaar kan ik zeggen dat ik al veel hoor, maar helaas nog niet al les kan verstaan". Een succesverhaal, dus hoog tijd voor de domper. Het kunstoor is lang niet voor alle doven geschikt. Wie nog over gehoorresten be schikt is nog steeds beter af met ge hoorapparaat of 'trilbril', een in een bril verscholen apparaat dat geluid direct op de schedel laat doortril len. Men schat dat in Nederland 1000 tot hooguit 1500 mensen in aanmerking komen, en op jaarbasis zijn dat er zo'n 10 tot 20. Bovendien moet je heel erg gemotiveerd zijn, want het duiden van het 'kunst'ge- luid vergt minstens een jaar oefe ning. „Het eindeloos herhalen", al dus een andere patiënt, „van steeds dezelfde combinaties, herhalen van...opdat ze zich in het geheugen slijpen en daardoor beschikbaar ko men voor herkenning. Dat spraak als zodanig goed herkenbaar is, be tekent niet dat het ook verstaan baar is". Echt verstaan doet een zeer kleine minderheid. Maar „ho ren dat er iemand aankomt, begrij pen waarom iemand de telefoon opneemt, merken dat er aangebeld wordt, weten wie aan het woord is" betekent, aldus Admiraal, voor de patiënten een echte doorbraak van hun stilte. Dienstplicht Ook deze door Engelse modestudenten gemaakte leuke hoedjes zullen in de Oostbloklanden worden geëxposeerd. foto: pr Britse hoedjes naar Oostblok Als de Britten gek doen, zijn ze ook verrukkelijk gek. Voor de grapjes in hun 'comedies' op de BBC is een spe ciaal soort gevoel voor humor van de kijker vereist om die te waarde ren; wie er van houdt lacht zich van zijn stoel. Een deel van de British Fashion Exhibition zal een toer maken in Oost-Europa met nog een uitbrei ding naar andere landen in het achterhoofd, mo gelijk in het Ver re Oosten. De tentoonstelling, ..All Dressed up" iedereen op mooi!) werd kort geleden in het Royal College of Art in Londen geopend door de prinses van Wa les. Er zijn ver schillende trends te zien: hoog-mo- disch en serieus, straatmode, mas samode en „zwar te Britse" mode ofwel „oneigenlij ke" mode. Hans en Hanneke Metselaar temidden van hun leerlingen in de Eerste Haagsche Bridge School: „Luister Marijke, Oost heeft een volle pot gedaan met schoppen. f0t0 cees verkerk BOND SCHRIJFT DIT JAAR 75.000e LID IN Als oppergoden heersen de ruiten vrouw en de harten heer. In royaal uitvergroot formaat kij ken zij vanaf de wanden op het zaaltje neer, dat vol staat met vierkante offertafels. De gelovigen zijn gezeten op vlam mend rode plastic zetels, houden het hoofd devoot gebogen over hun losbla dige gebedenbundels, en prevelen om beurten een bijdrage. „Pas", klinkt het en dan nogmaals: „Pas". „Eén schoppen", varieert een andere bid der. „Pas", herhaalt weer een ander. Tussen de tafels door schrijdt voorganger H. Metselaar. Hij bewaakt de liturgie met mil de, soms aanmoedigende maar vaak ook corrigerende hand. Zich buigend over de schouder van een der bid ders: „Ho ho maestro. Hoe veel punten heb je? Nou dan". Nijgend naar een vrou welijke gelovige: „Luister Marijke. Oost heeft een volle pot gedaan met schoppen. Dus je moet weten hoe die schoppen liggen. En vandaar- uit verder redeneren". Opeens bars tot een zekere Piet: „Ben je nou helemaal betoeterd, Piet. Mijn hemel. De rillingen lopen me over de rug, jongen. Dit krijg je dus van zijn leven niet meer down". We zijn te gast in de Eerste 's Gravenhaagsche Bridge School. Een naam die een traditie van decennia doet vermoeden, maar die toch pas in 1986 werd opgericht. Wat niet verhindert dat dit tweemansbedrijfje draait als een tierelier. „Al een maand na de opening", aldus de fir manten Hans en Hanneke Metselaar, „hadden we hon derd leerlingen en zo'n vijf enzestig clubleden. We heb ben het pand direct naar ach teren uitgebouwd en met sprongen is de toeloop daarna gegroeid tot de ongeveer 750 bridgers die we nu tot onze vaste gasten mogen reke nen". De Eerste 's Gravenhaagsche Bridge School aan de Laan van Meerdervoort in de Resi dentie is een typerende uitingsvorm van de indruk wekkende vlucht die deze denksport de afgelopen tien jaar heeft heeft genomen. In 1978, zo meldt directeur Jan Louwerse van de Nederland se Bridgebond, omvatte de administratie nog 33.000 le den. In 1984 was dit aantal gegroeid tot 50.000. In dat jaar begon de AVRO met het uitzenden van de bridgecur- sus Van Start tot Finish, en die sloeg zozeer aan dat maar liefst 20.000 kijkers een cur susboek aanvroegen. Sinds dien krijgt de Bond er per jaar 5000 bridgers bij. Met als gevolg dat Louwerse nog dit jaar de 75.000e contribuant denkt in te schrijven. Het aantal zwarte, dat wil zeggen contributie-schuwe bridgers, is volgens hem thans toege nomen tot zo'n 400.000. De meeste leerlingen op de Eerste Haagsche Bridge- school stralen wat je noemt een rijpe volwassenheid uit en die indruk stemt overeen met de statistische gegevens waarover de Bond beschikt. De gemiddelde leeftijd van de geregistreerde bridger ligt op 54 jaar. „En dat gemiddel de kruipt langzaam omhoog", aldus directeur Louwerse, die er aan toevoegt: „Welstands- technisch gezien zitten we in de B-2 klasse. Waarbij u dus moet denken aan het slag mensen dat pijp rookt, cog nac drinkt, een duurdere auto rijdt en een peeceetje bezit". Dat juist de min of meer wel gestelde ouderen zich op het bridgen storten ligt volgens Jan Louwerse voor de hand: „Je hebt steeds meer ouderen in Nederland met een goede opleiding, een redelijk inko men en veel vrije tijd. Die mensen zoeken naar een in telligente en gezellige activi teit. Dat is bridge. Bridge eist een brok abstractie-vermo gen. Net als schaken en dam men. Maar in tegenstelling tot deze denksporten is brid ge gezellig. Schakers zitten urenlang tegenover elkaar zonder een stom woord te wisselen asociaal eigen lijk. Bij bridge vorm je een duo en na drie spellen zit je weer tegenover andere te genstanders". Den Haag Naast Amsterdam geldt Den Haag van oudsher als bridge- bolwerk bij uitstek. Fameus is de sjieke Eerste Haagsche Bridge Vereniging De Bond die vorig jaar zijn 50-jarig be staan vierde. Als kwaliteits verenigingen staan te boek „Buitenhof" en „Studiecen trum", ook al zijn deze vorig jaar uit de hoogste divisie ge knikkerd (in de bridgesport de Meesterklasse geheten). In totaal zijn er in de Haags- Leidse regio ruim 50 bij de Bond aangesloten clubs te vinden en vermoedelijk evenveel officieuze gezel schappen. In Leidschendam is Nederlands grootste brid geclub „Leidsenhage" geves tigd, met 579 leden die vijf avonden per week terecht kunnen in hun eigen clubge- Een uitmuntende voedings bodem dus voor de commer ciële exploitatie van het brid gen volgens de formule van Hans en Hanneke Metselaar. Hun firma, die zij zelf zonder omwegen omschrijven als „uniek in de wereld", omvat drie poten. Een leer-instituut, een bij de Bond aangesloten vereniging en een informele poot die de organisatie be helst van open toernooitjes of „drives". Ex-hoofdklasse kampioen Hans Metselaar: „Zo houden we elke zondag een drive waar zowel gevor derden als enthousiaste kreu- kelaars welkom zijn met of zonder partner". Anders dan het B-2 profiel van de doorsnee-bridger zou doen verwachten wordt de Eerste Haagsche Bridge- school volgens Metselaar ook veelvuldig gefrequenteerd door minder welgestelde lief hebbers: „Van oudsher is bridge een elite-sport, maar in onze school kom je beoefe naren tegen uit alle sociale klassen. Echt. Iemand die een groot slem haalt, kun je hier in plat-Haags over zijn tegenstanders horen pochen dat die „mooi aan het gas zijn". Zorgje Wel is waar dat ook bij zijn school de meeste bezoekers van middelbare leeftijd of ouder zijn. Bij de Nederland se Bridgebond als geheel om vat de jongeren-sectie, voor spelers tot en met 25 jaar, zelfs niet meer dan 1000 le den. Een gegeven dat direc teur Louwerse omschrijft als „best een zorgje". Van de an dere kant is het volgens hem toch ook wel te begrijpen dat jongeren een voorkeur aan de dag leggen voor sporten waarbij ze ook lichamelijk in de weer zijn: „Mijn eigen zoon moest van mij leren bridgen. Maar toen hij het eenmaal kon, heb ik gezegd: ga nou maar weer voetballen. En dat heeft-ie gedaan. Maar nu heeft hij het bridgen in ie der geval in de vingers en kan hij het op latere leeftijd zo weer oppakken". Hans Metselaar, zelf 36: „Na tuurlijk is niemand verplicht om top-bridge te beoefenen. Maar wil je een beetje op ni veau spelen, dan is het essen tieel om met bridgen op jon ge leeftijd te beginnen. Toch pikt de jeugd het niet op. Een tijdje geleden wilden we een jongeren-cursus organiseren. En sponsor stak er een paar duizend gulden in, waardoor we vijftien lessen konden aanbieden voor de prijs van 60,-. We hebben er zoveel mogelijk ruchtbaarheid aan gegeven, op scholen in de omgeving posters opgehan gen en het totaal aantal reacties was vier". Wat niet wegneemt dat zich incidenteel wel degelijk ook tieners aanmelden op de bridgeschool. De jongste leer ling is zelfs zog geen veertien jaar oud. Of die jongeren ge lijk ook gezellig gaan meeru- ziën bij het beruchte naspe len van de gemiste kansen? Hans Metselaar: „Schelden of zelfs mopperen op je partner is bij ons verboden. Maar dat het toch gebeurt is niet altijd te voorkomen. Vooral bridge- partners die met elkaar ge trouwd zijn, vormen een risi co-factor. Ma die gigantisch dominant is, pa die na elk spelletje op zijn donder krijgt dat gebeurt. 'Mevrouw, dat gaat zo niet', waarschu wen wij dan. Blijft ze haar man toch koeioneren, dan stellen we voor een andere partner nemen. Zo'n wisse ling helpt bijna altijd, maar blijft iemand ook dan nog kijven, ja, dan is de betrok kene uiteindelijk niet meer welkom". Bidders Bij de les die wij bijwonen, valt intussen geen wanklank te noteren. Als devote bid ders prevelen de bridgers hun biedingen: „Drie rui ten. Vier ruiten. Vier sans. Zes harten". Aan de wand kijken de groot-formaat harten heer en ruiten vrouw ongenaakbaar de verte in. Hans Metselaar schrijdt tussen de tafeltjes door, moedigt aan en voor komt ontsporingen. Gewoon in het Nederlands, maar ter afwisseling soms ook in het Frans: „Ho ho maïtre, wat krijgen we nou? Combien de points?". Of in het Engels: „Beautiful, Anneke, beauti ful. I love you". WILLEM SCHEER De badjas is niet alleen een zomer- stran da ttribuut. Je kunt er 's mor gens mee door het huis banjeren, ontbijten en de kinderen naar school helpen. De badjas is er voor de (huis)man en (huis)vrouw. Waarom zijn het vaak zulke saaie dingen? Je hoeft nu niet direct aan badjassen te den ken met gierende logo 's er op of ge borduurd met glasstenen, maar over het alge meen is dit kle dingstuk een stiefkind van de de mode. Adriaan Rodenburg, juist afgestudeerd als m odeon t werper, beginnend docent aan een Amster damse mode-aca demie en assistent van couturier Frans Molenaar heeft zich met jeugdig enthou siasme gestort op het ontwerpen van de Badjas met een hoofdlet ter voor hem -en haar. Deze heeft een vernuftige lip- en knoopslui- ting zodat de blo te benen er niet onflatteus onder uit wandelen of steken. Want bij het zitten heeft de gewone badjas de onaangename tic om vooral 's win ters een paar ble ke benen en knie ën te onthullen. De badjas nieuwe stijl „zit" en blijft „zittenHij wordt door Com fy Products in Venlo op de markt gebracht (tel. 077-515752), is gemaakt van 380 grams terry clothmet luxe accenten als mee- gestikte koorden in naden en een geborduurd mou w-em bleem Prijzen vanaf 300,- tot 600,-. De kleuren zijn blauw/wit, groen/wit, rood/ TINY FRANCIS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 10