Klimaat over
een eeuw
ingrijpend
veranderd
'finale
Voortbestaan mensheid staat op het spel
BROEIKASEFFECT
NIET MEER TE STOPPEN
'Ccidóc Soivuwit
ZATERDAG 4 NOVEMBER 1989 PAGINA 2.
Het broeikaseffect is niet meer te stoppen. De
internationale samenleving kan niet voorkomen dat de
gemiddelde temperatuur in'de komende honderd jaar
met 1 tot 3 graden Celcius gaat stijgen. De benodigde
maatregelen zijn daarvoor té ingrijpend. Deze opwarming
van de aarde leidt tot gigantische klimaatveranderingen.
Voedselschaarste, overstromingen, drinkwatertekorten,
uitsterven van dieren en planten Het perspectief voor
komende generaties ziet er allesbehalve vrolijk uit.
De toegenomen concentratie kooldioxyde (C02) in de
atmosfeer is voor de helft verantwoordelijk voor het
broeikaseffect. De regering wil de uitstoot van C02 de
komende vier jaar met acht procent terugdringen.
Nederland draagt echter minder dan één procent bij aan
het broeikaseffect. Het moet dus van internationale
afspraken komen. Maandag en dinsdag vergaderen
ministers uit zestig landen in Noordwijk over de
klimaatveranderingen die de wereld te wachten staan. De
organisatoren hopen dat de conferentie een aanzet kan
zijn tot een klimaatverdrag, waarin de landen zich
verplichten de oorzaken van het broeikaseffect te
bestrijden. Voorlopig is er echter nog geen sprake van
verplichtingen.
FOTO: MILAN KONVALINKA
DEN HAAG/DELFT - „We mik
ken - het kan helaas niet anders -
op een toename van de concentra
tie kooldioxyde van zeventig pro
cent aan het eind van de volgende
eeuw. Dat is waarschijnlijk het
maximale wat er te halen is. Zo'n
toename betekent een tempera
tuurstijging van 1 tot 3 graden Cel
cius". Een stabilisering op het hui
dige niveau zit er volgens dr. ir.
Pier Vellinga niet in. Maar een ver
dubbeling, die volgens het Rijksin
stituut voor Volksgezondheid en
Milieuhygiëne leidt tot een stijging
van 1,5 tot 4,5 graden Celcius, kan
net voorkomen worden.
Vellinga is werkzaam op het ministerie
van VROM, waar hij het grote nationale
onderzoek naar de effecten van het
broeikaseffect voor Nederland heeft op
gezet. Aan het onderzoek, dat eerder
deze week officieel van start is gegaan,
nemen zes departementen en diverse
wetenschappelijke instituten deel.
Vellinga noemt het voornemen van de
nieuwe regering om de C02-uitstoot met
twee procent per jaar te verminderen
een redelijke eerste stap. „Terwijl een
bron van het broeikaseffect aangepakt
wordt, kan onderzocht worden wat ons
in Nederland te wachten staat. Daarover
bestaat nog grote onzekerheid. We weten
dat er wereldwijd klimaatveranderingen
komen, maar hoe dat er in Nederland
gaat uitzien is nog volstrekt onduidelijk.
De Golfstroom kan bijvoorbeeld anders
gaan lopen, de depressiebanen, de wind
richtingen, de stormfrequentiesAl
die dingen zijn van invloed op de tem
peratuur en neerslag hier. Het duurt nog
zeker tien jaar voor we weten wat er hier
gaat gebeuren. Maar je kunt het je niet
permitteren te wachten met maatregelen
tot er zekerheid over ons land bestaat.
Want de risico's worden almaar groter.
De komende tien jaar moeten de dingen
gedaan worden, die gedaan kunnen wor
den. Dat komt vooral neer op het ver
minderen van de C02-uitstoot".
Reserves
Wat Nederland te wachten staat is dus
nog niet geheel duidelijk. Maar over de
gevolgen van klimaatveranderingen op
wereldschaal is al wel iets te zeggen. De
zomers worden langer en droger, de win
ters worden aanmerkelijk natter. Wat
een dergelijke verandering voor de land
bouw kan betekenen wordt gedemon
streerd door de droogteperioden in de
Verenigde Staten. De graanproduktie
nam zozeer af, dat voor het eerst in de
Amerikaanse geschiedenis de reserves
moesten worden aangesproken.
Waar een hogere zeespiegel in landen
met lage kusten toe leidt, laat zich ook
eenvoudig voorspellen. Een vijfde deel
van Bangladesh verdwijnt onder water,
hetgeen een verhuizing van ten minste
zeventien miljoen mensen tot gevolg zal
hebben. Kleinere eilanden op het Zuide
lijk Halfrond, die maar enkele meters
boven de zeespiegel uitkomen, worden
of onbewoonbaar of spoelen geheel van
de kaart. Laaggelegen delta's, waar ook
Nederland toe behoort, krijgen verder te
maken met zout water, dat dieper land
inwaarts dringt dan nu het geval is. Op
nieuw heeft dit ernstige gevolgen voor
de landbouw.
Het Internationaal Instituut voor Stede
lijke Ontwikkeling (IISO) in Delft heeft
voor de stroomgebieden van de Rijn en
de Maas, en voor vijftien Europese ste
den bekeken wat de gevolgen kunnen
zijn wanneer de temperatuur met 3,5
graden Celcius stijgt en de zeespiegel
met een meter. Het beeld dat uit die stu
die naar voren is dat van een catastrofe.
Afkalving
In de stroomgebieden van de Rijn-en de
Maas wonen momenteel 67 miljoen
mensen en ze vormen een van de be
langrijkste industriële gebieden in de we
reld. „Er zullen watertekorten ontstaan,
zelfs in vochtige streken als het Ruhrge-
bied, België en Nederland. Het water
van het Markermeer en het IJsselmeer
zal net voldoende zijn om in de behoefte
van de landbouw te voorzien. Als ande
re gebruikers er ook aanspraak op gaan
maken, ontstaan er zeer ernstige proble
men. Toeristische centra en stedelijke
gebieden aan de kust komen in moeilijk
heden door de afkalving van land als ge
volg van de stijgende zeespiegel. De gro
te hoeveelheden smeltwater uit de Alpen
die de rivieren 's winters en in het begin
van het voorjaar moeten afvoeren, zul
len ons ertoe nopen de dijken te verho
gen".
Volgens het scenario van de IISO komt
de drinkwatervoorziening in de Rand
stad in gevaar. De hoeveelheid water die
via de Maas wordt aangevoerd valt sterk
terug in de droge zomermaanden. Voor
zowel Maas als Rijn geldt dat het rivier
water ernstig vervuild is; door een gerin
gere stroming 's zomers verslechtert de
waterkwaliteit verder. De waterstand in
beide rivieren zal in de droge perioden
zo laag worden dat scheepvaart niet
meer mogelijk is.
De binnenstad van Amsterdam - en dat
geldt ook voor andere oude, laaggelegen
steden - krijgt te maken met grote
schommelingen in de grondwaterstand.
In de zomermaanden zakt het grondwa
ter zelfs tot onder de toppen van de hou
ten palen, waar de huizen op gebouwd
zijn. Na verloop van tijd gaan ze rotten,
wat verzakkingen en scheuren gaat ge
ven. Sloop wordt onontkoombaar.
Het grootste probleem waar Berlijn vol
gens de voorspelling van het IISO mee
geconfronteerd wordt is de toename van
de neerslag. De ernstige luchtvervuiling
komt voor een belangrijk deel weer naar
beneden in de vorm van zure regen. Het
sterftecijfer zal omhoog gaan, evenals de
klachten over long- en oogaandoeningen.
Erfgoed
Als gevolg van uitdroging verdwijnt de
vegetatie en daarmee het regulerend ef
fect op het klimaat in de Franse hoofd
stad Parijs. De beroemde tuinen en par
ken - een belangrijk deel van het histo
risch erfgoed - overleven de klimaatver
anderingen niet. Toeristen zullen de stad
gaan mijden, zo meent het IISO, ook
omdat het er onaangenaam heet wordt.
De opsomming van het Delftse instituut
gaat zo nog even verder. Venetië ver
dwijnt definitief in de Adriatische Zee.
Barcelona krijgt met hittegolven te ma
ken. Istanbul zal ten onder gaan aan de
stromen Turken die naar de stad trekken
nadat hun land in woestijn is veranderd.
De speculatieve studies, zoals de IISO
die heeft gemaakt, zijn volgens Vellinga
zeer verhelderend. „Ze dwingen je na
melijk tot nadenken over wat er kan ge
beuren. Ze maken duidelijk dat we met
iets aan 't knoeien zijn dat de hele sa
menleving tot in de wortels zwaar beïn
vloedt. En dat gaat met een snelheid
waaraan vegetatie en dieren zich niet
kunnen aanpassen. Mensen mogelijk
ook niet. Want de landbouwopbrengsten
in grote delen van de wereld gaan ver
minderen door een snelle verschuiving
NATUURLIJK EVENWICHT BIOSFEER ONHERSTELBAAR VERSTOORD
Een kleine twintig jaar geleden
waarschuwde de Club van Rome al
voor de gevolgen van wat het
broeikaseffect is gaan heten. Maar
nadat bleek dat de Club een veel te
kleine schatting had gemaakt van
de voorraden grondstoffen, werd
ook de rest van het rapport niet
meer serieus genomen.
Ten onrechte, want waar het gaat om de
milieuvervuiling had de Club van Rome
gewoon gelijk. Zoals bijvoorbeeld blijkt
uit de woorden van milieuwetenschap
per en 'scientist of the year', prof.dr.
Paul Crutzen van het Max Planck Insti-
tut in Mainz. Het broeikaseffect is in
zijn ogen het grootste milieuprobleem.
„Een snelle klimaatverandering die wij
op dit moment aan het bewerkstelligen
zijn met onze uitstoot van kooldioxide,
methaan en lachgas, is desastreus. Vroe
ger zijn er ook klimaatveranderingen ge
weest, maar toen waren er geen mensen.
En toen tweeduizend jaar geleden het
klimaat ook enigszins veranderde ging
men gewoon trekken; de grote volksver
huizing van 400 na Christus. Maar nu
heb je grenzen en nationaliteiten. Trek
ken kan niet meer".
Er hebben zich in de loop van de ge
schiedenis grote veranderingen in het
klimaat voorgedaan als gevolg van na
tuurlijke verschuivingen. Zo was de ge
middelde temperatuur op de wereld in
de laatste ijstijd, twintig- tot veertiendui
zend jaar geleden, 4 graden Celsius lager
dan nu en de zeespiegel lag honderd me
ter onder het huidige niveau. De veran
deringen voltrokken zich echter heel ge
leidelijk, waardoor het dieren- en plan
tenleven de gelegenheid kreeg om zich
aan te passen aan de nieuwe omstandig
heden.
De laatste eeuwen is de mens de natuur
in toenemende mate gaan exploiteren.
En nu blijkt dat daarmee het natuurlijke
proces, dat miljoenen jaren lang de kli
maatveranderingen heeft opgevangen,
ernstig wordt verstoord. Door jarenlange
en grootschalige ontbossing, visvangst,
jacht, door het intensieve gebruik van
natuurlijke hulpbronnen en door het uit
stoten van giftige stoffen heeft de mens
een klimaatverandering in gang gezet,
waarop het milieu niet berekend is.
„Indien er geen maatregelen worden ge
nomen bestaat er een kans op grootscha
lige ontwrichting van de mondiale bios
feer, wat gevolgen kan hebben voor het
voortbestaan van de mensheid op aar
Schematische weergave van de hoogteverschillen van Nederland
Bij een stijging van 6 meter van de zeespiegel, zal een groot deel van
Nederland onder water komen te staan
de", schrijft het Rijksinstituut voor
Volksgezondheid en Milieuhygiëne
(RIVM) in zijn rapport 'Zorgen voor
W armtestraling
De term 'broeikaseffect' is verwarrend.
Want diverse gassen in de atmosfeer
zorgen er altijd al voor dat de aarde zich
als het ware in een broeikas bevindt.
Deze gassen houden namelijk de warm
testraling van de aarde tegen. Met ande
re woorden, ze voorkomen dat de zon
newarmte die de aarde bereikt terug gaat
het heelal in. Zonder die werking zou de
gemiddelde temperatuur op aarde -18
graden bedragen in plaats van +15 gra
den.
In de discussie over het broeikaseffect
als milieuprobleem gaat het evenwel om
de extra warmte die het gevolg is van
menselijke activiteiten. De temperatuur
stijging in de atmosfeer is voor ongeveer
vijftig procent te wijten aan kooldioxyde
(C02), voor ongeveer een kwart aan
methaan (CH4). De overige bijdragen
komen van distikstofoxyde of lachgas
(N20), ozon (03) en chloorfluorkoolwa
terstoffen (CFK's), ook wel freons ge
noemd.
De hoeveelheid C02 in de atmosfeer is
de afgelopen twee eeuwen toegenomen
met zo'n 25 procent als gevolg van ont
bossing en verbranding van fossiele
brandstoffen (olie, kolen en gas). Ver
wacht wordt dat rond het jaar 2050 de
concentratie kooldioxyde verdubbeld zal
zijn.
De toename van de methaanconcentra-
ties zijn toe te schrijven aan de intensi
vering van de landbouw. Het gaat hier
bij vooral om de uitbreiding van de
rijstvelden en van de veestapel. Momen
teel is de concentratie methaan al met
70 procent toegenomen; de verdubbeling
daarvan wordt in 2010 bereikt.
Het gebruik van kunstmest en het ver
keer zijn de grootste veroorzakers van
de stijging van de hogere concentraties
lachgas. De CFK's komen nog maar een
jaar of dertig jaar voor in de atmosfeer;
ze worden gebruikt in koelinstallaties,
piepschuim, spuitbussen en schoon
maakmiddelen.
Als de temperatuur op aarde met 1,5 tot
4,5 graden stijgt, zal de neerslag toene
men met 7 tot 15 procent. Door het uit
zetten van oceaan- en zeewater, het af
smelten van gletsjers en ijskappen op
Groenland en mogelijk Antarctica, gaat
de zeespiegel in de volgende eeuw met
24 tot 70 centimeter omhoog (voor Ne
derland komt daar nog bij dat het land
zakt; elke eeuw 15 tot 20 centimeter).
Ter vergelijking: tijdens de watersnood
ramp in 1953 steeg het waterniveau een
kleine 70 centimeter.
De stijging van de gemiddelde tempera
tuur heeft zeer grote gevolgen voor het
klimaat op de wereld. Vooral door de
snelheid waarmee de opwarming van de
aarde zich gaat voltrekken, zullen diver
se dieren- en plantensoorten -het loodje
leggen. Dinosaurussen en mammoeten
kregen destijd een relatief lange periode
(duizenden en miljoenen jaren) om zich
aan te passen. Het leven op aarde krijgt
nu niet meer dan enkele tientallen jaren
om zich naar de klimaatveranderingen
te schikken.
Na de 21e eeuw zet het broeikaseffect
zich versterkt voort. Het proces jaagt
zichzelf aan. Door de zeespiegelstijging
gaat veel vruchtbare grond verloren,
vooral in de Derde WereldL Dit dwingt
tot uitbreiding van de intensieve land
bouw, hetgeen een grotere uitstoot van
methaan tot gevolg heeft. Door een toe
nemend gebrek aan grond wordt ook het
nog meer kappen van bos onvermijde
lijk, waardoor de opname van kool
dioxyde vermindert. Óp die manier blij
ven de temperatuur en de zeespiegel stij
gen. Uiteindelijk, als alle sneeuw en ijs
gesmolten is, ligt het zeeoppervlak 85
meter hoger.
FRANS BOSSCHER
van de klimaatgordels. Als op één plaats
de oogst mislukt vanwege grote droogte,
wil dat nog niet zeggen dat op hetzelfde
moment in een voormalige woestijn de
oogst verdubbelt. Nee, we krijgen een
hoop narigheid".
Omschakeling
Om het broeikaseffect zo beperkt moge
lijk te houden zijn zeer ingrijpende
maatregelen nodig. Volgens het RIVM
moet op de eerste plaats de uitstoot van
kooldioxyde met vijftig tot negentig pro
cent worden teruggebracht. Dat vereist
een volledige omschakeling van de ener
gievoorziening. Sleutelwoorden daarbij
zijn besparing en duurzame energiebron
nen. Zon en wind moeten de fossiele
brandstoffen kolen, olie en aardgas ver
vangen.
Een ander middel dat nog wat zoden aan
de dijk zet is bosbouw. Voor groeiende
planten is kooldioxyde een essentiële
voedingsstof. Een deel van de opgeno
men C02 wordt weer afgescheiden als
zuurstof. Berekend is dat het huidige
areaal bos met niet meer dan zeven pro
cent hoeft toe te nemen om de uitstoot
van kooldioxyde weg te werken. Dat
klinkt eenvoudiger dan het is. Want het
betekent bijvoorbeeld dat het kappen
van bos in de Derde Wereld aan banden
gelegd moet worden, terwijl er een toe
nemende behoefte is aan landbouwgrond
en brandhout als gevolg van de bevol
kingsgroei.
In de Verenigde Staten zijn niettemin
vergevorderde plannen om de bosbouw
in eigen land ter hand te nemen. De
Amerikaanse milieudienst heeft het
Congres een aantal mogelijkheden voor
gelegd:
- het planten van 400 miljoen bomen in
stedelijke gebieden;
- effectiever beheer, waardoor bestaande
bossen dichter worden en zestig procent
in massa kunnen toenemen;
- het stimuleren van traditionele land
bouwmethoden, waarbij takken en bla
deren van bomen gebruikt worden als
bemesting in plaats van de as van ver
brande bossen.
Dweilen
De omschakeling van de energievoorzie
ning en grootschalige bosbouw kunnen
de klimaatverandering vertragen. Van
voorbereiding op de effecten (drinkwa
tertekorten. afkalvende kusten, voedsel
schaarste enzovoort) is nog geen sprake.
„Dat kan ook niet", benadrukt Vellinga
nogmaals, „want we weten nog niet wat
die effecten zijn. Als we ons nu op de ef
fecten zouden richten en daar al het geld
aan zouden besteden zonder de emissies
aan te pakken, ben je aan het dweilen
met de kraan open. Je kunt beter eerst
die kraan een eindje dichtdraaien en dan
gaan dweilen".
De ministersconferentie in Noordwijk
moet daar een begin mee maken. Het
perspectief is niet erg hoopvol. De be
reidheid om de kooldioxyde-uitstoot
jaarlijks met twee procent te verminde
ren beperkt zich nog tot de Scandinavi
sche en enkele Westeuropese landen,
waaronder Nederland. „De Verenigde
Staten, de Sovjetunie, Japan en Groot-
Brittanniè zijn nog aarzelend", zegt Vel
linga.
Maar de beleidsmedewerker van VROM
houdt de moed er in. „Voor internatio
nale begrippen gaat het toch erg snel. Er
zijn zestig landen vertegenwoordigd op
de conferentie. Daar zitten dertig ont
wikkelingslanden bij, die willen praten
over.de hoeveelheden bos die ze moeten
bij planten en over andere maatregelen.
Het probleem van het broeikaseffect is
veel sneller op de internationale agenda
gekomen dan de verzuring. In de jaren
zestig schreef Zweden daar al verontrus
tende rapporten over, maar er wordt nu
pas werk van gemaakt in Nederland.
Daarbij vergeleken maken we met het
erkennen en aanpakken van het broeika
seffect grotere vorderingen".