„Als Ten Cate deelnam, won hij met tien minuten verschil" Waterpoloteams gaan sterk gewijzigd competitie in C—1 1 final Ie ZATERDAG 21 OKTOBER 19 89 PAGINA 25 NATIONAAL KAMPIOEN PRAGT BLIJFT REËEL NA MARATHONSUCCES LEIDEN - Bij ontstentenis van zo ongeveer de gehele vaderlandse marathontop erfde Huub Pragt twee weken geleden de nationale ti tel over de 42 kilometer en 195 meter van Gerard Nijboer. Zijn tijd, 2.23.27, roept echter vraagte kens op. „Ik kan me indenken dat er veel mensen zijn die vinden dat die tijd niet zo veel voorstelt. Maar in de komende jaren wil ik aanto nen dat mijn kampioenschap terecht was. Marti ten Cate en Gerard Nijboer zal ik trachten naar de kroon te steken en dat ik dicht in de buurt kom, acht ik niet uitgesloten", zegt de pas aan het be gin van zijn marathon-carrière staande Leidse Egyptoloog. „Achtentwintig jaar is een mooie leeftijd om je intensief op deze afstand toe te leggen". Dat hij al in zijn tweede marathon de nationale titel voor zich op zou eisen kon de blonde Pragt bij het begin van het seizoen ook niet bedenken. „Ik had toen te maken met een vormcrisis, om dat mijn studie Egyptologie in een be slissende fase was aanbeland. Ik liep wel, maar het was niet wat het geweest was. In januari studeerde ik af en sindsdien gaat het goed. Ik stelde mij toen tot doel om zoveel mogelijk nationale kampioen schappen te lopen, omdat ik op de indi viduele nummers nog nooit een medaille had gehaald", maakt de voor het Haagse V&LTC uitkomende Huub Pragt duide- lijk. Verkeerde gok De atleet, die in het verleden op de vijf en tien kilometer regelmatig bij de eerste tien eindigde, besloot zich derhalve in te schrijven voor de Nederlandse kampi oenschappen veldloop, vijf, tien en vijf entwintig kilometer en de marathon. „Toen nog niet wetende dat de nationale top zou ontbreken". „Maar", vervolgt Pragt, „tijdens die tien kilometer in Hengelo nam ik achter Ver meulen en Ten Cate een derde positie in. Toch eindigde ik teleurstellend acht ste, omdat ik bij een goede vorm verkeerd gokte. Mijn drang naar een me daille werd daardoor wèl verhevigd". Pragt bereikte zijn doel een aantal weken later. Op het NK over vijfentwintig kilo meter nam hij na Tonnie Dirkx en Jan Reijthoven een bronzen positie in. „Vooraf vond ik het leuk om ook de marathon trachten te winnen, maar het leek me belangrijker om de afstand zon der pijn en al te groot verval uit te lo pen. Niet blindstaren op een tijd, maar bewust lekker rennen en lekker finishen. Al was ik dan als favoriet bestempeld, toch nam ik geen risico. Twee jaar gele den liep ik in Apeldoorn de afstand voor het eerst. Dan zie je dat mensen zich vaak over de kop lopen, waardoor bij de volgende marathon de angst voor de af stand blijft bestaan. In Helmond heb ik me tot de dertigste kilometer niet laten zien. Van de kopgroep van tien man was ik zelfs meestal achteraan te vinden". Geen inspiratie Zijn uiteindelijke tijd vindt de kleine, tenger gebouwde atleet dan ook van on dergeschikt belang. „Natuurlijk, zou Ten Cate in Helmond aan de start "versche nen zijn, dan zou hij met tien minuten voorsprong gewonnen hebben. Mensen die mij niet kennen, zullen daarom wel verbaasd gereageerd hebben. Het is voor mij een droom die werkelijkheid is ge worden en die niet meer wordt afgepakt. Wat dat betreft vind ik het niet jammer dat de top ontbrak en de voorkeur gaf aan de Dam-tot-Damloop". Anderzijds spijt het Huub Pragt wel dat het kampioenschap daardoor devalueer de. Verrast was de snelle Egyptoloog niet van het feit dat de marathon-cracks ont braken. „Ik heb er wel een verklaring voor. Tijdens een vergadering van de KNAU is het afgelopen jaar besloten het nationaal kampioenschap te combineren met een marathon met een sterk bezet internationaal deelnemersveld. Amster dam, Rotterdam, Enschede, Westland; noem maar op. In ieder geval geen Hel mond. Daarvan was bekend dat er geen goede buitenlanders zouden komen. De nationale coach Bob Bovenman werd daarmee wel geconfronteerd en besloot liever de voorkeur aan andere mara thons te geven, als Berlijn, Frankfurt, Enschede en Berchem, waar wel genoeg internationale concurrentie was". Begrip opbrengen voor de situatie van de topatleten, die kozen voor het geld van de Dam-tot-Damloop, kan Huub Pragt wel. Voorzichtig formuleert de welbespraakte Leidenaar zijn antwoord: „Het is een logische situatie. Als ik zelf niet zo geïnteresseerd zou zijn in die ti tel, dan had ik hetzelfde gedaan. De or ganisatie biedt nu eenmaal veel geld en Helmond kan je niet elke week lopen. Voor een marathon is herstel nodig. Dan is het logisch dat men daar naartoe gaat". En over de toekomst van het na tionaal kampioenschap zegt hij vervol gens. „De KNAU moet dat verbinden aan een marathon met een sterk interna tionaal deelnemersveld of anders hele maal geen marathon houden. Nu werden er in Helmond geen sterke prestaties neergezet". Geen blaam Ondanks dat Pragt met die laatste op merking ook zijn eigen prestatie in twij fel lijkt te trekken, treft hem geen enkele blaam. Het was immers pas zijn tweede marathon. „De volgende keer kijk ik wel naar een tijd", aldus Huub Pragt, die 2.20 in dit stadium voor mogelijk houdt. „Al hangt dat ook weer van het deelne mersveld, het weer en de vorm af'. Wel ke marathon hij daarvoor uit zal kiezen is nog niet duidelijk. „Mogelijk de West- |andmarathon in het voorjaar. Daar zou ik dan mijn titel moeten verdedigen. Ik wacht gewoon af wat mijn manager en trainer Leo van Eek weet te regelen". Van Eek is een persoon waar Pragt blind op vaart. „Ik loop al twaalf jaar, -waar van in het begin met name lange wed strijden. Aan Van Eek heb ik te danken dat ik de afgelopen jaren kortere afstan den heb volbracht en zo diepte in de marathon heb geïnvesteerd. Nadat ik me op de vijf en tien kilometer en het veld lopen had geconcentreerd, wilde ik twee jaar terug al de weg op. Toen trad echter die vormcrisis op. Hij was het ook die vond dat ik op die afstanden eerst maar mijn oude niveau diende terug te krij gen, alvorens me op de 42 kilometer te richten". Dat de Leidenaar lid is van het Haagse V&LTC moet dan ook vooral in de per soon van Van Eek gezocht worden. Als een onafscheidelijke pupil volgde Pragt zijn meester van het Zoetermeerse Illion naar de Residentie. Maar niet alleen de persoon Van Eek was voor hem belang rijk. Zo zweert hij bij zijn trainingsaan- pak. y erheul-methode „Daar zit nu het geheim. Ik train vol gens de Verheul-methode; vernoemd naar Hermaa Verheul, trainer van Klaas Lok. Een zogenaamde extensieve inter- valmethode", slingert de atleet zonder pardon enkele dure termen de lucht in. „Feitelijk komt het hier op neer dat de interval in een laag tempo wordt afge werkt. Scheurwerk is er dus niet bij. Een soort verkapte duurloop met tempowis selingen met heel veel herstel. Met deze methode kan je een goede halve mara thon afwerken. Voor een marathon moet je daarnaast nog wat duurwerk doen", aldus Pragt, die duidelijk maakt dat je dan moet denken aan een jog- of inloop tempo. „Ik reken dan ook voornamelijk in tijd en niet in kilometers". De 28-jarige atleet doet de daarachter liggende filosofie vervolgens uit de doe ken. „Het is wetenschappelijk aange toond dat langzaam trainen de vetver- branding stimuleert. Bij een marathon worden de vetten direct met de koolhy draten verbrand. Als gevolg daarvan kom je de man met de hamer niet tegen. Voordeel hiervan is dat de atleten in met name het laatste deel over hebben. Kijk bijvoorbeeld naar de Italianen, die komen in de laatste tien kilometer pas opzetten", aldus Pragt, die nog een an der voordeel opsomt. „Je hebt daardoor in de voorbereiding weinig last van bles sures, je voorkomt ze er zelfs mee". „Waarom andere marathonlopers dan niet volgens deze methode trainen? Het wijkt zo af van wat men normaal doet, dat er gedacht wordt dat het niet kan. Die gezonde argwaan had ik ook. Erva ring heeft me wel anders geleerd. Bij mijn club traint iedereen volgens dat Huub Pragt: „Je omgeving accepteert pas dat je met topsport bezig bent, wanneer je naam in de krant of op televisie verschijnt". programma en we zijn er niet alleen crosskampioen mee geworden, maar zijn eveneens Nederlands kampioen op de vier maal 1500 meter. Tekenen dat die methode toch niet slecht is". Barcelona Zelf hoopt Pragt met die methode in drie jaar de vaderlandse top te halen. „Barcelona '92, dat speelt bij iedereen in het achterhoofd. Ik ga me er in ieder ge val niet op blindstaren. Het is hooggre- pen, maar ook weer niet echt onmoge lijk. Hooguit denk ik nog een jaar of vijf a zes op deze manier verder te gaan. Je FOTO: HENK SNATERSE ter vervolgt met: „Momenteel ben ik be wust bezig met de marathon. Je bereikt niet van de ene op de andere dag je doel. Je bent een tijdlang met topsport bezig alvorens de prestaties komen. Opmerke lijk is dat je omgeving dat in het begin niet accepteert. Ze zien er het maat schappelijk nut en de relevantie niet van in. Zonde van de tijd, zo wordt gerede neerd. Maar als je naam in de krant of je gezicht op televisie verschijnt dan accep teert men het opeens wel". Huub Pragt kan er sinds kort uit eigen ervaring over meepraten. PETER VAN DER HULST De gebroeders Stan (achter) en Marc van Belkum werden benaderd door het Zaandam- se Nereus om tegen goede condities daar te komen spelen. Stan ging, Mare besloot te blijven bij De Zijl/LGB. FOTO: KEES VAN DEN BURG LEIDEN - De niet minder dan 34 wedstrijdronden tellende waterpo- locompetitie start vandaag direct met een dubbel-weekeinde. De ver enigingen in de regio, LZ '86, De Zijl/LGB en AZC, gaan ten op zichte van het vorig seizoen gewij zigd te water. Coach Hans Parrel is LZ '86 trouw ge bleven, maar het Alphense AZC/Tarvo en het Leidse De Zijl/LGB hebben nieu we coaches aangetrokken, respectievelijk George Geurtsen en Albert Spijker. George Geurtsen zwaait weer de scepter bij AZC. De ex-bondscoach heeft één simpele doelstelling, die aan duidelijk heid niets te wensen overlaat: „Optimaal presteren". Met deze ruim te interprete ren doelstelling, bedoelt Geurtsen dat al les wat er aan mogelijkheden in zijn ploeg zit, eruit moet komen. De meest opvallende verandering in de AZC-ploeg zal de afwezigheid van Ruud Misdorp zijn. De meest betrouwbare doelman van Nederland is gestopt; een aderlating voor AZC. Ook de Joegoslaaf Petrovic heeft na één seizoen AZC weer verlaten. Hij speelde zijn laatste wedstrijden tij dens de recente Europacup-ontmoetin gen. Hoewel de kwaliteiten van de Oost europeaan buiten kijf staan, is Geurtsen niet wanhopig over zijn vetrek. De coach constateerde vorig seizoen dat Pe trovic en rest van de ploeg elkaar vaak niet begrepen. „Daardoor werden met name de kwaliteiten van spelers als Piel- stroom, Janssen en Van der Leeden niet goed benut", aldus Geurtsen. Tegenover het verlies aan ervaring heeft AZC in feite weinig aangetrokken. Er kwamen slechts drie nieuwelingen, waar van twee keepers: Erik Biebo en de jonge Wim Vermeulen. Voorts kwam de jeug dige speler Bobby Brebde over van LZ '86. Binnen de eigen gelederen ziet Geurtsen de positieve ontwikkeling van Jurien Thomas en Pascal Bontje. Dat de Alphense waterpoloformatie een zware competitie tegemoet gaat staat voor de coach als een paal boven water. Een vas te basis heeft Geurtsen niet in zijn hoofd zitten: „Iedere speler zal zich waar moeten maken". Leegloop LZ 1886-coach Hans Parrel is realis tisch. „Dit seizoen zal het knokken wor den om niet te degraderen". LZ heeft geen nieuwe spelers aangetrokken. Daar staat tegenover dat de leegloop aanzien lijk was. Rob de Wit is gestopt, de jeugd spelers Bobby Brebde en Mare Mom- mers zochten hun heil elders en Frans van de Brink verruilde de Nederlandse competitie voor de Belgische. Toch ziet Parrel de leegloop van zijn vereniging niet als een groot probleem. „LZ is altijd een potentiële degradatiekandidaat ge weest, wat dat betreft verandert er dus niets", aldus de coach. Niettemin be treurt Parrel in het bijzonder het vertrek van midvoor Frans van de Brink, overi gens zonder de kwaliteiten van de ande re vertrokkenen in twijfel te willen trek ken. Van de Brink, die werkt in Breda, zag geen mogelijkheid om de afstand Leiden-Breda meerdere malen per week af te leggen. Hij zal het komend seizoen uitkomen voor Gent, een ploeg die in de hoogste Belgische afdeling actief is. Mare Mommers keert terug naar zijn oude vereniging Barracuda in Nieuwerkerk aan de IJssel, een bescheiden derdeklas- Ondanks het vertek van diverse spelers constateert coach Parrel dat de sfeer in de spelersgroep goed is. „Een uitstekend uitgangspunt om dit moeilijke seizoen mee te beginnen". Eerste zes De Zijl/LGB, een plaats bij de eerste zes. Andere doelstellingen zijn voor hem: een herkenbare spelvreugde en creativi teit. Spijker was vorig seizoen nog speler van De Zijl/LGB 1 en succesvol als trai ner/coach van het Wassenaarse WZK. Onder hem promoveerde het eerste he renteam van WZK naar de tweede klas se. Spijker kon zich in deze combinatie prima vinden en reageerde daarom in eerste instantie afwijzend toen De Zijl/LGB hem vroeg of hij trainer/coach wilde worden. Later kwam hij op dat be sluit terug. „De vroegtijdige aankondi ging van het vertrek van coach Frits Welling had zijn weerslag op de ploeg. Het bleek dat de Welling-équipe niet aan de hoge verwachtingen kon voldoen". Vervolgens werd Spijker wederom bena derd en toen gingen ook clubgevoelens meespelen. Spijker, algemeen gezien als een echte De Zijl-man, besloot de uitda ging te accepteren. De selectie van De Zijl/LGB heeft ten opzichte van het vorig seizoen enkele veranderingen ondergaan. Keeper Harm de Jong is vanwege werkzaamheden ge stopt en sterspeler Stan van Belkum ver tok tegen aantrekkelijke condities naar het Zaandamse Nereus. Ook diens broer, de international Mare van Bel kum, werd door deze club benaderd. De jongste Van Belkum-telg koos echter zeer bewust voor De Zijl/LGB. Een drastische structuurverandering bij de club vergemakkelijkte zijn keuze. Deze verandering, die zowel voor het water polo als het wedstrijdzwemmen geldt, behelst onder andere de mogelijkheid om drie uur per dag te trainen. Daar naast is er nu ook een medische staf be staande uit een arts, een psycholoog en enkele fysiotherapeuten. De beslissing van Marc van Belkum deed ook route- nier Anton Heiden besluiten te blijven. Van Belkum en Heiden worden nu ge zien als de spelers die, samen met keeper Martin Nederlof, de kar moeten gaan trekken. Spijker: „Er zal een balans gevonden moeten worden tussen ervaring en jeugd. Ook routeniers als Alex van Bel kum en Paul Belt zijn van onschatbare waarde op trainingen en vervullen der halve een voorbeeldfunctie voor spelers als Eélco Parrel, Marco Kerkvliet en Je roen Duvekot. Zij zullen dit seizoen hun kans kunnen grijpen. Daarnaast kijk ik met genoegen naar de ontwikkeling van de 16-jarige Niels Joor". DICK KERKVLIET Onder redactie van Peter van Hulst en Paul de Vlieger, Kabouters Je hebt ze in alle soorten en maten: toeschouwers. En dan hebben we het niet alleen over hoe ze er uit zien. Ook aua gedragingen bijvoorbeeld, vormt het publiek bij sportwedstrijden een ge mêleerd gezelschap. Wij van Hut- spo(r)t verbazen ons wat dat betreft zo langzamerhand bijna nergens meer over. Bijna, want dat er ook kabouters langs de lijn aangetroffen kunnen wor den, daar hadden wij zelfs geen reke ning mee gehouden... Toeschouwers Over toeschouwers gesproken. Wat te denken van de eerste ontmoeting op eerste klasse niveau tussen Quick Boys en Katwijk. Ruim vierduizend bezoe kers vonden de weg naar het sportpark Nieuw Zuid. Zij hadden gedacht een leuke wedstrijd te zien, maar dat viel dus zwaar tegen. Het resultaat ver goedde voor ae meesten nog veel, zo niet alles. Immers de 'zeeërs' hadden niet van de 'binders' verloren en omge keerd. Toeschouwers 2 En de penningmeester dan? Onder het hoongelach van de pupillen van Melbi Raboen betrad de stevig gebouwde Bauw vorige week zaterdag de be stuurskamer van Quick Boys. „Kijk eens wat die man scheef loopt", klonk het toen penningmeester Bauw met een zwaar gevulde koffer de ruimte betrad. Hij kon er niet om lachen. Sterker nog; Bauw had er de pest in. Het matige ge lijke spel van zijn club kon hem duide lijk niet bekoren. Had hij het als één van de weinigen dan toch goed gezien! Toeschouwers... FOTO: HENK SNATERSE FOTO: HENK SNATERSE 1 £eidóe Qowiant

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 25