Het onzekere bestaan
van Russische joden
Soldaten leren schieten
zonder schot te lossen
1
II
O
c
Ie
V eiligheid
Tienduizend foto's op videodisc
TUSSEN ALEXANDER II EN GORBATSJOV
£eicUe @ou4a/nt
ZATERDAG 21 OKTOBER 1989 PAGINA 24
AMSTERDAM - 'Een eeuw vol
tegenstrijdigheden'. Dat is de titel
van een tentoonstelling over het le
ven van de Russische joden, die tot
3 december te zien is in het Joods
Historisch Museum in Amsterdam.
Door middel van ruim driehon
derd foto's, een kleurendiaserie en
een gemakkelijk hanteerbaar com
putergestuurd fotoarchief wordt er
een indrukwekkend beeld gegeven
van de wankele positie van de jo
den tussen 1881 en 1988; eerst in
het tsaristische Rusland en na de
revolutie van 1917 in de Unie van
Socialistische Sovjet-Republieken.
Het was een eeuw waarin periodes van
aanzien, respect of op z'n minst toleran
tie werden opgevolgd door decennia van
tegenwerking, vervolging en pogroms.
Een Engelstalig fotoboek, 'A Century of
Ambivalence - The Jews of Russia and
the Soviet Union' doet de herinnering
eraan voortleven.
Sinds zich in Rusland joden vestigden
- blijkens archeologische vondsten al
sinds het begin van de jaartelling rond
de Zwarte Zee - stonden zij, net zoals
op zoveel plaatsen elders ter wereld,
bloot aan repressie en willekeur. In wet
ten van 1795 en 1835 werd hun bewe
gingsvrijheid beperkt tot de streek die
globaal de Oekraïene, Wit-Rusland en
het vooroorlogse Polen omvatte. Daar
woonden aan het begin van deze eeuw
ongeveer vijf miljoen joden. Buiten dat
gebied kregen ze slechts bij uitzondering
een verblijfsvergunning; de meesten in
de Baltische provincies (80.000) en in
Sint Petersburg (21.000).
In 1825 kwam tsaar Nicolaas I aan de
macht, die sprak van een 'joods pro
bleem'. Hij zag de joden als anarchisten,
lafaards en parasieten. Eén van zijn wet
ten was dat elke joodse gemeenschap een
bepaalde hoeveelheid militaire recruten
moest leveren, die vervolgens 25 jaar in
het - sterk Russisch-orthodoxe - leger
moesten dienen. Onder zijn opvolger in
1855, Alexander II, werden de discrimi
nerende wetten teruggedraaid, maar
diens vergaande liberalisaties gingen de
revolutionaire groepering Narodnaja
Volja (Wil van het Volk) lang niet ver
genoeg. Haar leden zwoeren „oorlog tot
onze laatste druppel bloed". Het is nooit
duidelijk geworden of zijn moordenaar
inderdaad tot de groep behoorde. In elk
geval werd de aanslag het sein tot een
golf van bloedige pogroms en een massa
le vlucht van joden uit Rusland.
Bom
Op 1 maart 1881 wierp een man een
bom tussen de benen van het paard voor
de koets waarmee de tsaar langs de
Newa in Sint Petersburg reed. Alexander
II raakte licht gewond; een kozak en een
slagersjongen waren er erger aan toe.
Toen de tsaar zich van hun toestand op
de hoogte had gesteld en terugliep naar
zijn koets stortte een man uit de menigte
zich op hem en liet een tweede bom ont
ploffen. De tsaar was vrijwel onmiddel
lijk dood. Zijn moordenaar stierf enkele
uren later, zonder de achtergrond van
zijn daad kenbaar te hebben gemaakt.
De eerste dader werd gegrepen. Vervol
gens werd zijn gehele vrienden- en ken
nissenkring gearresteerd. De meesten
werden tot de strop veroordeeld. Onder
de arrestanten was een joodse vrouw,
Gesia Gelfman, die aan de dood ont
snapte doordat zij zwanger was. Ze stierf
overigens kort na de bevalling, samen
met haar kind. En intussen deed in Rus
land het gerucht de ronde dat de tsaar
door 'de joden' was vermoord. Dat was
het startsein voor een reeks van po
groms, die er uiteindelijk toe leidden dat
tot de Eerste Wereldoorlog meer dan
twee miljoen joden hun 'vaderland' ver
lieten. Wat overigens steeds moeilijker
ging, want Zuidafrika en Engeland sloten
in respectievelijk 1902 en 1905 hun
grenzen.
Met de moord op tsaar Alexander II be
gint de tentoonstelling. Hel einde ligt in
1988, wanneer president Gorbatsjov een
einde heeft gemaakt aan ruim een eeuw
min of meer stelselmatige vervolging en
joden die de Sovjetunie willen verlaten
weinig belemmeringen meer in de weg
worden gelegd. Wie de beelden heeft ge
zien zal er echter van doordrongen zijn
dat in het leven niets zeker is en dat de
geschiedenis zich voortdurend pleegt te
herhalen.
Periodes
De tentoonstelling is verdeeld in vier
tijdvakken, waarin de joden een steeds
wisselende positie hadden binnen de
Russische maatschappij. In het 'rijk der
onderdrukking' (1881-1917) werd hun
het leven onmogelijk gemaakt, al waren
er naast hun armoedige 'sjtetls' tegelijk
gemeenschappen waar de joodse cultuur
volop tot bloei kon komen.
In het 'Sovjet-tijdperk' (1917-1941)
bouwden veel joden enthousiast mee
aan de nieuwe Sovjetunie. In de chaos
rond de revolutie zagen vele antisemiti
sche groeperingen hun kans schoon en
tussen 1918 en 1921 vonden meer dan
tweeduizend pogroms tegen de joden
plaats. In tal van gemeenschappen ont
stonden joodse 'zelfverdedigingsgroe-
pen'. Opvallend op de tentoonstelling is
een foto van zo'n groep uit Tsjernobyl.
Het Rode Leger van de bolsjewieken
was de enige gewapende macht die het
niet op joden had gemunt. Zionistische
soldaten vochten in het Rode Leger te
gen Witrussen, Oekraïeners en Polen,
die de revolutie de nek om wilden draai
en. Joodse gemeenschappen vestigden
joodse collectieve boerderijen. Een van
de bekendste joodse revolutionairen was
Leon Trotski (Lev Bronstein), die na de
dood van Lenin met Stalin in conflict
raakte, in 1929 werd verbannen en in
1940 in Mexico werd vermoord. Maar
ook in het begin waren er al communis-
Een van de bekendste foto's van de Duitse bezetting van Sovjet- Rusland. Ttvee jonge mensen worden opgehangen. Op de tentoon
stelling blijkt dat het om joden ging. Het meisje is de 17-jarige Masja Bruskin.
tische excessen. En tijdens 'de grote ter
reur' van Stalin (1934-1939) was er geen
sprake van specifiek antisemitisme,
maar zowel onder daders als slachtoffers
bevonden zich opvallend veel joden.
Holocaust
De derde periode is de 'Holocaust*
(1941-1945), waarin de opmars van het
Duitse leger weliswaar gestuit werd bij
Stalingrad, Moskou en Leningrad, maar
alle historisch joodse gebieden onder de
Duitse laarzen werden vertrapt. Tegen
joden traden de nazi's zo mogelijk nog
barbaarser op dan tegen de andere 'Un-
termenschen', de Russen en de Oekraïe
ners. Diverse foto's van executies zijn la
ter zeer bekend geworden - pas op de
tentoonstelling blijkt echter dat joden
het slachtoffer waren. Duidelijk wordt
ook dat veel joden zich wel degelijk te
gen de Duitse agressie hebben geweerd.
Meer dan een half miljoen van hen nam
dienst in het Rode Leger dat de Duitsers
uiteindelijk op de vlucht joeg.
processen stopgezet. Vervolgens werden
De tentoonstelling wordt afgesloten met
'Joden op de tweesprong' (1945-1988),
waarin de positie van de Russische jo
den onduidelijker was dan ooit tevoren.
In de nadagen van Josef Stalin liepen de
antisemitische golven weer hoog op, als
gevolg van de 'onthullingen' over het
'joodse dokterscomplot' dat tot doel had
de maarschalk om het leven te brengen
- onmiddellijk na diens dood werden de
de joden tot op zekere hoogte onge
moeid gelaten, al werd de joodse religie
niet gespaard in de algehele atheïstische
campagne die het land jaren in zijn ban
hield. In het begin van de jaren zestig
werden veel joden het slachtoffer van
Chroestsjovs campagne tegen economi
sche delicten: 91 van de 117 doodvon
nissen werden tegen joden uitgesproken.
Toen Israel in 1967 de Zesdaagse Oorlog
won, keerde het tij en keerde de Sovjetu
nie zich weer rechtstreeks tegen 'het zio
nisme' - een vrijbrief voor rechtstreekse
jodenvervolging. Emigratie, eerst moei
lijk, was nu vrijwel onmogelijk en zou
dat decennia lang blijven. Er kwamen
'refuseniks', die wezen op hun in de
grondwet gegarandeerde rechten en die
daarvoor gestraft werden met jarenlange
verbanning naar Siberië. Nadat Gorbats
jov in 1985 aan de macht kwam was de
vrijlating (door middel van een ruil met
Sovjetspionnen) van Anatoli Sjtsjaranski
het eerste teken dat zich een serieuze
verandering in de Sovjetunie aan het
voltrekken was. Intussen lijkt het er op
dat joden die het land willen verlaten
weinig meer in de weg wordt gelegd.
Maar, zo relativeerde prof. Karei van
het Reve, emeritus hoogleraar Slavische
talen, bij de officiële opening van de ten
toonstelling, „het zou voor de joden
daar beter zijn dat het voor hen gemak
kelijk was in de Sovjetunie te blijven".
Hij wees op het feit dat er in de Sovjet
maatschappij nu verschillende fel antise
mitische groeperingen openlijk actief
zijn geworden. „De meeste Sovjetbur
gers hebben in de gaten gekregen dat het
in hun land een doffe ellende is. Dus
worden er zondebokken gezocht. En dan
weet men altijd de joden te vinden".
ANDRÉ HORLINGS
HARSKAMP - Nog even en een
echt schot zal iets bijzonders zijn
op het infanterie-schietkamp in de
Harskamp. Schieten leert Jan Sol
daat sinds deze week op een simu
lator, alleen aan het eind van de
opleiding mag hij nog één echt
schot lossen.
Maar wie hoopt dat door hét gebruik
van simulatoren het aantal oefenterrei
nen in Nederland drastisch kan worden
ingeperkt, komt bedrogen uit. Die blij
ven hard nodig volgens majoor J. J. M.
Vercoulen, de veiligheidsofficier van het
schietkamp.
Simulatoren nemen een geweldige vlucht
binnen het leger. In de Harskamp was
het de YPR-simulator met laserkanon
(de YPR is het rupsvoertuig van de Ne
derlandse krijgsmacht) die deze week in
gebruik werd genomen. Maar ook op an
dere plaatsen wordt gewerkt met na-
bootsapparatuur. In Oirschot krijgen mi
litairen rijles in een simulator waardoor
ze beduidend minder met een wagen de
weg op hoeven. En in de kazerne in Har
derwijk rollen complete Duitse land
schappen over het beeld waardoor mili
tairen zich alvast kunnen voorbereiden
op oefeningen die daar straks worden ge
houden.-Dat oefenen doet hier overigens
onwezenlijk aan: het heeft veel weg van
een spelletje waarbij complete legers van
de vloer worden geveegd op een zolder
kamertje.
Werkelijkheid
De YPR-simulator in de Harskamp be
nadert de werkelijkheid bijzonder dicht.
Alle geluiden die normaal te horen zijn,
worden nagebootst. Een oefenende mili
tair hoort dan ook geen verschil. Maar
voor de omstanders betekent het een ge
weldige vooruitgang: zij horen niet meer
dan een bescheiden knalletje in plaats
van de doffe knal die een schot in 't veld
vergezelt. Aan oordopjes lijkt dan ook
aardig wat geld uitgespaard te kunnen
worden. Wat echter niet kan worden na
gebootst is het gevoel dat 'een schot er
uit gaat'. Zodat een simulator het echt
schieten nooit geheel kan vervangen.
Met de lasersimulator loopt de Neder
landse krijgsmacht voorop in Europa. In
de Harskamp hebben ze dat de afgelo
pen weken goed gemerkt: het kamp werd
overspoeld door hooggeplaatste westerse
militairen die allemaal wel eens wilden
zien hoe de simulator in het echt werkt.
De simulator kost tien miljoen gulden.
Het inrichten van een doelengebied
kostte vijf miljoen. Daarbij komt nog
eens jaarlijks een bedrag aan onderhoud.
Daartegenover staan aanzienlijke bespa
ringen. Per jaar wordt bijvoorbeeld tien
miljoen gulden uitgegeven aan munitie.
Dat bedrag zal tot nul worden geredu
ceerd.
Binnen dé Nederlandse krijgsmacht wor
den op dit moment, zo zegt majoor Van
't Hof, commandant van de schiet
school, ook twee klein-kalibersimulato-
ren beproefd. In 1991 moet een simula
tor in gebruik worden genomen voor het
schieten met de FAL en de Uzi, de
handwapens van de landmacht.
Van 't Hof: „Simulatoren hebben als
voordeel dat je oefeningen, die je in 't
veld alleen 's avonds kunt uitvoeren, nu
ook gewoon overdag kunt doen. Het
warmteverschil, dat van invloed is op
het schieten, kun je door simulatie nu
elke minuut van de dag aangeven".
Slechts één weertype kan de simulator
niet de baas en dat is mist.
Maar alle voordelen ten spijt: Vercoulen
en Van 't Hof blijven er met nadruk op
wijzen dat de simulatoren nooit de oefe
ning te velde overbodig kunnen maken.
„Het is een aanvullend opleidingsmid
del", zo zeggen ze in koor. „Het ver
vangt nooit helemaal het echte schot, zo
als de simulatoren in Oirschot nooit he
lemaal als vervanging kunnen dienen
voor het echt rondrijden in een auto".
De werking van de simulator is eenvou
dig. De schutter neemt plaats in de toren
en zoekt een doel in het gebied dat voor
hem ligt. Daarbij kijkt hij, net als in
werkelijkheid door het vizier, richt en
probeert te raken. Op het moment dat
hij vuurt, gaat in plaats van het echte,
het laserkanon af. Wanneer de schutter
blijft kijken, ziet hij vervolgens een
lichtspoor en of hij een treffer heeft of
niet. De overige cursisten kunnen via
monitors meekijken hoe het hun maatje
vergaat.
De invoering van de simulator verhoogt
de veiligheid in het leger. Hoewel schie
ten op zich volgens Vercoulen geen ge
vaarlijke bezigheid is. „Het.is minder ge
vaarlijk dan op een fiets het kamp uitrij
den. Er oefenen hier jaarlijks een kwart
miljoen mensen. Het laatste ongeval ge
beurde in 1985 en dat werd veroorzaakt
door een technisch mankement. Ik durf
rustig te zeggen dat we hier een ontzet
tend veilige schiettent hebben".
Het gevaar dat schieten oplevert schuilt
hem in 't weekeinde. „Dagjesmensen die
het terrein ingaan om munitie te zoeken.
Een beeld dat op de Harskamp tot het verleden gaat behoren: echt schieten.
Levensgevaarlijk. En dan zijn er motor
rijders die het draad om het oefenterrein
doorknippen om er te kunnen crossen.
Onvoorstelbaar. Mijn grootste zorg is
dan ook de burgers buiten de toko te
houden. Want het oefenterrein blijft ge
vaarlijk, ook al proberen we zoveel mo
gelijk munitie op te ruimen".
De politiek zet het milieu bovenaan om
de aanschaf van simulatoren naar buiten
toe te verkopen. Daarna volgen de fi
nanciën en de geoefendheid van de mili
tair. Voor de krijgsmacht geldt het om
gekeerde. Eerst het peil van de soldaat,
dan de financiën en pas daarna het mi
lieu.
Vercoulen: „Dat wil niet zeggen dat het
milieu ons een zorg zal zijn. Het staat al
jaren hoog in ons vaandel".
Het schietkamp is ondanks het kabaal
een geliefkoosde plek voor wild. Vercou
len: „Die dieren laten zich niet wegja
gen. Ik heb vaak meegemaakt dat wilde
zwijnen gewoon naast het doel bleven
staan waarop werd geschoten. Het is
vaak voorgekomen dat mensen hier in
de bomen moesten klimmen omdat ze
bedreigd werden door mannetjeszwij
nen. Bij de laatste telling zaten hier
tweehonderd wilde zwijnen. Dat moeten
er veertig worden. Dat betekent dat hon
derdzestig dieren moeten worden afge
schoten. En dat is een cyclus die zich elk
jaar herhaalt".
Om de vervuiling door lood tegen te
gaan wordt het terrein eenmaal per jaar
geschoond door een schrootboer. Die
graaft alle heuvels af, zeeft het lood uit
het zand en werpt weer nieuwe heuvels
op.
En dan probeert de eigen 'bedrijfsbrand
weer' de aanslag die de schietoefeningen
voor het milieu betekenen zo klein mo
gelijk te houden. Dit jaar is zij al een
keer of negentig uitgerukt om beginnen
de brandjes te blussen. De ingebruikna
me van de simulatoren zal het uitbreken
van dat soort branden moeten terug
brengen.
Vercoulen: „Wij zijn ons er terdege van
bewust een uniek stukje Veluwe onder
beheer te hebben. Maar de mensen
moeten accepteren dat wij, gezien de ge
varen die er aan zijn verbonden, ons ter
rein niet kunnen openstellen voor het
publiek. Hoe jammer dat misschien ook
WIJNAND KOOYMANS
Tijdens de tentoonstelling is het mogelijk een keuze uit meer dan tienduizend
foto's van het joodse leven in Rusland op een beeldscherm te brengen. Ze
staan op een videodisc, die werd ontwikkeld door het Amerikaanse YIVO In
stitute for Jewish Research. Het apparaat is gekoppeld aan een computer. Een
eenvoudige handleiding - zij het in het Engels - stelt de gebruiker in staat
foto's te selecteren door middel van trefwoorden op naam, plaats of onder
werp.
De foto's bij dit artikel zijn afkomstig uit het boek 'A Century of Ambivalen
ce'.
De joodse
zelfverdedigings
organisatie uit
Jekaterinoslav
(nu Dneprope
trovsk)
SnoüBCFsBii rw -■ T +P* -Xj publiceerde na
het pogrom van
1905 een
ansichtkaart van
daarbij
vermoorde
kinderen.
usam iiiiigeschlaclitetc juüisclie
in Jekaterinoslaw
Kinder
De jood Leon Trotski, een van de leiders van de bolsjewistische re
volutie.